5. Alsvoren om aan P. Brantsma, op verzoek eer vol ontslagen als politiedienaar 2e klasse dezer ge meente, een pensioen te verleenen ad 426.per jaar. De stukken 4 en 5 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. 6. Amendementen van Burgemeester en Wetliou- houders op liet nader voorstel der Commissie voor het Werkliedenreglement (bijlagen nos. 21, 26, 37 van 1908, 10, 24, 35 van 1909 en 2 van 1910). Zijn gedrukt als bijlage en zullen aan de leden worden toegezonden. Het ligt in de bedoeling het Werkliedenreglement de eerstvolgende vergadering aan de orde te stellen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1909. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der rekening, wordt met algemeeno stemmen aangenomen. 2. Benoeming van vijf leden der Commissie tot wering van schoolverzuim ter voorziening in de vacatures, ont staande door periodieke aftreding van mevr. G. C. Stel- lingwerf-Jentink en de heeren J. N. Bresson, H. A. Vosman, mr. d. M. van Hettinga Tromp en D. Roorda. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht op mevr. G. C. Stollingvverf-Jentink 19 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Mevr. G. C. Stellingwerf-Jentink is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer J. N. Bresson 19 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer J. N. Bresson is alzoo benoemd. Voor de derde vacature zijn uitgebracht op den heer H. A. Vosman 18 stemmen, terwijl 2 briefjesin blanco zijn ingeleverd. De heer H. A. Vosman is alzoo benoemd. Voor de vierde vacature zijn uitgebracht 20 stem men te weten op den heer mr. J. M. v. Hettinga Tromp, 19 stemmen. P. de Joncheere, 1 stem. De heer mr. J. M. van Hettinga Tromp is alzoo benoemd. Voor de vijfde vacature zijn uitgebracht 20 stem- i men op den heer D. Roorda, die alzoo is benoemd. 3. Alsvoren van twee her schatters voor de vaststelling der huurwaarde ter bepaling in hooger beroep van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 21 stem men, terwijl de presentielijst door 20 leden is getee- kend. De stemmen zijn verdeeld als volgt: op den heer D. Swart, 19 stemmen. R. D. Oosterhout 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Daar de onregelmatigheid in de stemming niet van invloed is geweest op den uitslag, is de heer D. Swart benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer P. Godhelp 20 stemmen, die alzoo is benoemd. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van P. Terpstra en A. Andriessen al hier, waarbij wordt verzocht eerstgenoemde te ontslaan van de huur der woning Westerplantage no. 13 en deze aan den laatste te verhuren. iiau van J^eouwaraen van Dinsdag 22 Maart 1910. Dit prae-advies luidt als volgt Blijkens het hierbij weder overgelegd adres, den 22 Februari 1.1. door U om prae-advies in onze han den gesteld, verzoekt P. Terpstra, politie-dienaar 3e klasse alhier, met ingang van 1 Maart 1910 ontheven te worden van de huur der woning Westerplantage no. 13 (vroeger plaatselijk gekwoteerd uo. 6), wegens zijne benoeming tot agent van politie te Sneek. De mede-onderteekenaar A. Andriessen, eveneens in ge meentelijken politie-dienst werkzaam, wenscht met genoemden datum hot pand op de bestaande voor waarden in huur te bekomen. Noch bij den Directeur der Gemeentewei ken, noch bij ons bestaat tegen het tweeledig verzoek eenig bezwaar, omdat de gemeente bij de inwilliging daar van in geen enkel opzicht schade lijdt, weshalve wij de eer hebben U in overweging te geven te besluiten I. de huurovereenkomst met P. Terpstra ten op zichte der woning Westerplantage no. 13 (voorheen plaatselijk gekwoteerd no. 6) ingevolge raadsbesluit van den 14 April 1908 no. 109"/52 aangegaan, gere kend met ingang van den 1 Maart 1910, te ontbinden; II. aan A. Andriessen, politie-dienaar der 3e klasse alhier, gerekend met ingang van den 1 Maart 1910, tot don 12 Mei 1911 in huur af te staan do woning, plaatselijk gekwoteerd Westerplantage no. 13, kada straal bekend als huis en erf, sectie B no. 3302, groot 2.80 A. tegen een huursom, berekend naar ƒ65.per jaar en verder op de door Burgemeester en Wet houders vast te stellen voorwaarden, met bepaling, dat de huur na expiratie van den huurtijd stilzwijgend geacht wordt van jaar tot jaar (12 Mei—12 Mei) te zijn verlengd, indien zij niet door een van beide partijen drie maanden tevoren wordt opgezegd. Met algemeene stemmen wordt besloten overereen- komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Raad gaat in comité-Generaal ter behande ling van 5. Rapport der Commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften, zoo in eersten aanleg als in beroep, tegen aanslagen in den Hoofdelijken omslag, dienst 1909, zoomede prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake een tweetal adressenhoudende beroep tegen de beslissingen van Burgemeester en Wethouders omtrent de verleening van afschrijving van aanslagen in den Hoof delijken Omslag, dienst 1909 en 6. Het primitief kohier van den Hoofdelyken Om slag, dienst 1910. Na heropening der deuren wordt het kohier vast gesteld met een totaal der verhoudingscijfers, waarnaar de aanslagen geschieden, van 8.034.221 en een totaal der aanslagen van 296.389.26. 7. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen a. tot algeheele herziening der verordening, houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad 1903, no. 8) b. tot wijziging der bouwverordening (Gemeenteblad 1908, no. 29) c. tot wijziging der verordening tot voorziening tegen en bij brand (Gemeenteblad 1905, no. 42). (bijlage no. 4). Algemeene beraadslagingen worden niet gehouden. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. verslag van ub uauucuuguu va.u Aan de orde is artikel 1. De heer Berghuis doet opmerken, dat in artikel 1 sub 9 sprake is van de bebouwde gemeentekom, die begrensd wordt enz. Spreker meent dat dit moet worden veranderd in ingesloten, daar ook het buiten liggende gedeelte door de genoemde straten en wegen wordt begronsd. De heer Tijsma, die namens de commissie antwoordt, zegt dat deze geen bezwaar heeft de voorgestelde wijziging, die haar voorkomt eene verbetering te zijn, aan te brengen. Met algemeene stemmen wordt artikel 1, aldus gewijzigd, vastgesteld. De artikelen 218 worden ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde is artikel 19. De beraadslaging wordt geopend. De heer Berghuis vraagt of het niet wenschelijk is het woord straat beter te omschrijven. In artikel 20 en 21 wordt iedere straat bedoeld; in artikel 19 en 22 alleen die straten, die in onder houd en beheer zijn bij de gemeente. Spreker kan zich niet voorstellen dat het iemand, die zijn eigen straat onderhoudt, verboden is die schoon te maken. Spreker wil daarom inlasschen achter verboden be halve aan den rechthebbende. De heer Tijsma antwoordt dat de commissie geen bezwaar heeft deze aanvulling over te nemen. De beraadslaging wordt gesloten. Artikel 19 wordt aldus gewijzigd vastgesteld. De artikelen 2021 worden ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde is artikel 22. De beraadslaging wordt geopend. De heer Berghuis heeft bij dit artikel dezelfde opmerking te maken als bij artikel 19. Ook hier wenscht hij in te lasschen na verboden behalve aan den rechthebbende. De heer Tijsma geeft te kennen dat de commissie deze aanvulling overneemt. De beraadslaging wordt gesloten. Artikel 22 wordt, aldus gewijzigd, aangenomen. Aan de orde is artikel 23. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen zou willen woten of onder het wasschen der glazen ook begrepen is het afnemen met leer en spons. Wanneer dit het geval is moeten de glazenwasschers doorloopend verguuning hebben en moeten particulieren telkens vergunning vragen. De heer Tijsma meent dat de glazenwasschers eene schriftelijke vergunning kunnen vragen en dat par ticulieren de glazen wel vóór 12 uur kunnen schoon maken. De heer Berghuis meent dat door dit artikel een rare toestand wordt geschapen. Wanneer er b.v. na 12 uur een regenbui losbreekt, waardoor de glazen onder het zand komen, moeten de menschen daal den geheelen dag achter blijven zitten, of moeten zij naar Burgemeester en Wethouders om vergunning tot het schoonmaken. De heer Fransen heeft geen voorstel gedaan doch alleen inlichtingen gevraagd of het glazenlappen ook onder de bepaling van dit artikel valt; mocht dit het geval zijn, dan zou spreker een voorstel willen doen om het afnemen der glazen met leer en spons 's middags na 12 uur niet strafbaar te stellen. De heer Tijsma meent dat dit wel het geval is. De heer Feddema is van oordeel, dat het vroeger nooit de bedoeling is geweest het glazenlappen te beschouwen als glazenwasschen. Wasschen is afspoelen met water. Glazenlappen is nooit verboden. Dit artikel is het oude artikel 34, onder de werking waarvan het steeds bleek, dat de politie eene opvatting huldigde als spreker daar juist aangaf. De Voorzitter is het met den heer Feddema eens, dat het glazenlappen niet onder dit artikel valt; dit artikel is het oude artikel 34 en het heeft de be doeling om overlast tegen te gaan op de uren van het drukste vex-keer. De beraadslaging wordt gesloten. Artikel 23 wordt ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde is artikel 24. De beraadslaging wordt geopend. De heer Berghuis meent dat onderdeel b van dit artikel onduidelijk is. Spreker wil het woord „of tusschen „werpen" en „te", en dat tusschen „brengen" en „de" laten vervallen. Zooals het er nu staat zullen de ingezetenen hunno stoepen niet meer mogen schoon maken. De heer Komter wenscht de aandacht te vestigen op onderdeel 2 van het artikel. Daar staat „het is echter vergund de sneeuw in de gracht of „op het ijs te brengen, mits de bijten worden open gehouden". Spreker vraagt of hier niet kan worden ingelascht „zonder de ijsbanen te beschadigen" Door dit toe te staan geeft de gemeente met de eene hand geld uit voor het onderhoud der ijsbanen en geeft particulieren de gelegenheid die weer te bederven. Het ijs kan op tweeërlei wijze door sneeuw worden bedorven; of het zinkt aan den kant en breekt in het midden of de sneeuw wordt over de baan geworpen, die daardoor onberijdbaar wordt. De Voorzitter doet den lieor Komter opmerken, dat het schuiven van sneeuw op het ijs alleen ge schiedt op de smalle binnengrachten. Daar kan men niet spreken van ijsbanen. Spreker kan de door den heer Komter voorgestelde aanvulling niet aanbevelen. De heer Komter heeft jaren in de buurt van de Oude Waag gewoond. De sneeuw van het Hofplein werd daar op het ijs gestort. Was het sterk, dan bleef het behouden, was dit niet het geval, dan brak het.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 3