132 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juni 1910. De heer Tijsma is intusschen weder ter vergadering verschenen. De Voorzitter stelt voor te voldoen aan den wensch van den heer Burger om over de redactiekwestie het woord te voeren over de artikelen 22 en 23 te zamen. De heer Burger zegt, dat blijkens bijlage 24 van 1909 Burgemeester en Wethouders niet begrijpen hoe men in hunne lezing deze artikelen onduidelijk vond. In het sectieverslag staat: „Gevraagd werd, of de in artikel 22 bedoelde „werkman dezelfde is als de in artikel 21 uitgezon derde. Zoo ja, dan diende dit door gewijzigde „redactie beter uit te komen. „In alle sectiën heerschte onzekerheid omtrent do „vraag, wie in artikel 22 bedoeld zijn". Spreker meent, dat de onduidelijkheid daar scherp genoeg is aangewezen. De Commissie meent ten slotte de bedoeling wel te hebben begrepen en heeft getracht, diezelfde bedoeling in duidelijker redactie weer te geven. Zij heeft in artikel 22 den gewonen regel, den normalen werktijd van 10 uur, wat nu 11 uur wordt, voorop gesteld en de eenige uitzonderingen opgenomen in artikel 23. Zoo wordt de lezing van de beide artikelen duide lijker en het lijdt geen twijfel wie met de uitzondering zijn bedoeld. Spreker wil toegeven dat aan de redactie van artikel 23, zooals die door de Commissie is voorgesteld, het bezwaar kleeft, door Burgemeester en Wethouders bij de toelichting van hun amendement aangewezen, en zij wil alsnog aan dat bezwaar tegemoet komen. De redactie der Commissie heeft dit voor dat de regel, en de uitzondering duidelijker uitkomen. Het bezwaar van Burgemeester en Wethouders tegen deze redactie was dit dat, door in artikel 25 de gaar ders der bruggelden te noemen, wordt vooruitgeloopen op den inhoud van ontwerp II, zijnde de lijst, bedoeld in artikel 2 van hot reglement. De Commissie geeft dit toe maar meent eene redactie te hebben gevonden, waardoor alle bezwaren zijn vervallen. Bij de redactie van Burgemeester en Wethouders weet niemand met zekerheid, wie al of niet als uitzondering zal worden behandeld en heeft zelfs het Dagelijksch Bestuur de macht, een werkman buiten de werking van het reglement te stellen. De Voorzitter interrumpeert den heer Burger en zegt dat in artikel 23 volgens de redactie van Burge meester en Wethouders staat: „Do werktijd van den werkman aan wien ter be- „oordeeling van Burgemeester en Wethouders geen „bepaalde rust- en werktijden hunnen worden ge- „geven enz." Er moet dus niet worden gezegd dat Burgemeester en Wethouders de macht hebben een werkman buiten de working van het reglement te stellen. De heer Borger vervolgt en zegt dat hij het wen- schelijk acht, den regel zoo volkomen mogelijk te maken, door de verschillende categorieën, op wie zij niet toepasselijk zal zijn, duidelijk aan te wijzen. In Ontwerp II is de plaats waar kan worden aangegeven voor die en die categorieën van werklieden geldt de regel van artikel 22 niet. Spreker stelt namens de Commissie voor artikel 23 aldus te lezen: „In de bij het eerste lid van artikel 2 bedoelde „lijst, worden do categorieën van werklieden aange- „wezen, voor welke de regel van het vorige artikel „niet geldtvoor deze zal de werktijd, voor zoover „Burgemeester en Wethouders dit noodzakelijk voor- „komt, door het betrokken hoofd van den tak van „dienst onder nadere goedkeuring van Burgemeester „en Wethouders worden geregeld". De heer Qosterhoff wijst er op dat de grootste principieele kwestie zit in artikel 23. Volgens de redactie van Burgemeester en Wethouders is de beoordeeling van de personen, aan wie geen vasten werktijd kan worden gegeven, overgelaten aan Bur gemeester en Wethouders, volgens de redactie der Commissie aan den Raad. Artikel 22, zooals het is geredigeerd door Burgemeester en Wethouders, han delt over werklieden belast met werkzaamheden, welke buiten do rusturen voortdurenden arbeid vormen. Er zijn dus twee soorten van werklieden. Tusschen die twee categorieën bestaat een groot verschil. Een tim merman aan de werf b.v. zal slechts bij uitzondering langer moeten werken dan 11 uur. Er is echter een andere categorie, die wel degelijk langer in dienst kunnen blijven, b.v. de menschen, die bij de verbou wing van de gasfabriek met de bewaking van de materialen waren belast. In de redactie der Commissie wordt die categorie, die niet voortdurend zwaar werk verricht, uitgescha keld. Spreker meent dat men den werkman, die voortdurend zwaar werk verricht, slechts bij uitzon dering langer mag laten werken, terwijl men iemand die geen zwaar werk doet wel langer dienst moet kunnen laten doen. Dit vervalt echter door de nu aangenomen redactie van artikel 22. De heer Berghuis meent dat er regelen zijn en uitzonderingen. De regel nu wordt door de Commissie vastgelegd in artikel 22, de uitzondering' in artikel 23. Het wil spreker echter voorkomen dat er door de redactie van Burgemeester en Wethouders ook nog uitzonderingen worden gemaakt, die niet vallen onder artikel 23. Wanneer Burgemeester en Wethou ders aan overuren wenschen te ontkomen, dan ver dient hun redactie aanbeveling, doch volgens ver klaring van den Wethouder is dit geenszins het geval, en wil men daarentegen die overuren altijd betalen, In dit geval moet z. i. de redactie der Commissie worden aangenomen, en kan spreker de bedoeling van Burgemeester en Wethouders in het geheel nog niet begrijpen. De heer Burger zegt dat in het sectieverslag duide lijk staat dat er gevraagd werd naar de bedoeling van de artikelen 21 en 22, nu 22 en 23 en of de in artikel 21 uitgesloten werkman dezelfde is als de in artikel 22 bedoelde. Daarop is alleen door Burge meester en Wethouders geantwoordartikel 23 slaat op de gaarders van bruggelden. Verder niets. De Commissie mocht dus aannemen, dat er op het oogenblik geene andere categorie is, die niet naar den gewonen regel zal worden behandeld. Verder mag worden aangenomen, dat op den regel, dat is thans de normale werktijd van hoogstens 11 uur, geen andere uitzondering behoeft te worden toegelaten, dan de in artikel 23 bedoelde, dat dus allen die niet bij laatstgenoemd artikelen zijn uitge zonderd, onder den regel vallen, wat natuurlijk niet wegneemt, dat hun overwerk kan worden opgedragen, dat dan als zoodanig wordt betaald. Maar meerdere uitzonderingen kunnen in het systeem van het reg lement niet worden toegelaten. Voor de werklui, bedoeld in art. 23, is in artikel 25, 3 eene regeling omtrent werk- en rusturen gemaakt. Zijn er nu mee? uitzonderingen op den regel, dan zou daarvoor elke meerdere regeling ontbreken. Dit kan niet de be doeling zijn. Heeft de Commissie het nu goed begrepen, dar Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juni 1910. 133 kunnen Burgemeester en Wethouders hare redactie zeer goed overnemen. Heeft zij het niet goed be grepen, dan dienen Burgemeester en Wethouders de bedoeling nader aan te geven en zou het wellicht aanbeveling verdienen, de beraadslaging te verdagen. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders schorsing der beraadslaging prefereeren. De heer Berghuis heeft zooeven eenig licht gekregen tengevolge van een gesprek met den heer Oosterhoff. Spreker vraagt of alle leden voor de volgende ver gadering niet eene uiteenzetting kunnen krijgen van de bedoeling van Burgemeester en Wethouders. Op pervlakkig beschouwd kan hij nu meer met den Wet houder medegaan, doch betwijfelt of de clausule hier op haar plaats is, waar alleen de regel dient te worden vermeld. De heer Hartelust vraagt of het licht dat voorden heer Berghuis ontstoken is nu niet den geheelen Raad kan worden gegeven, zoodat schorsing der be raadslagingen niet noodig is. De beraadslaging wordt geschorst en de verga dering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 8