246 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1910.
De heer Besuijen was ook niet van plan een voorstel
in te dienen en zal zich bepalen tot tegenstemmen.
Hij had evenwel gemeend dat Burgemeester en
Wethouders sprekers denkbeeld zouden overnemen
en begrijpt ook niet waarom zulks niet gebeurt. Wat
het wettelijk bezwaar van den den heer Schoonder-
mark betreft, dat beteekent niet veel. Wel is waar
moet de herziening der onderwijzerssalarissen om de
tien jaar plaats hebben, maar het mag iedere maand
geschieden. De salarisregeling van de onderwijzers
aan school 12 is ook voor twee jaar pas herzien,
dus daarom zou zulks ook wel met die voor de
anderen kunnen plaats hebben.
De opmerking van den voorzitter, dat alleen aan
de orde is de wijziging van dat deel eener verorde
ning, waarvan dit door Burgemeester en Wethouders
is voorgesteld, is onjuist. Spreker zal wel met de
stukken kunnen bewijzen dat meer dan eens anders
is gehandeld en dat dan ook andere deelen van de
betrekkelijke verordoningen werden besproken. De
Voorzitter zelf heeft bij een dergelijke gelegenheid
gezegd, dat hij het beschouwde alsof de geheele
verordening in behandeling was.
De Voorzitter meent dit te kunnen bestrijden. Spreker
herinnert zich dat hij den heer G. W. Koopmans, op
grond van zijne leiding dezer vergadering, bij de
wijziging der bouwverordening in 1907 heeft belet
voorstellen tot wijziging van andere artikelen dan
de aan de orde zijnde, in behandeling te brengen.
Spreker heeft den heer Koopmans destijds verzocht
die voorstellen als vreemd aan de orde van den dag
in te dienen en deze heeft daaraan toen gevolg gegeven.
De heer Besuijen is van oordeel dat de heer
Koopmans zich destijds heeft laten verschrikken.
Spreker zal trachten bewijzen te vinden voor hetgeen
hij heeft beweerd. Het kan bovendien toch voor
komen dat eene wijziging van een artikel eener ver
ordening pas dan de goedkeuring van den Raad kan
verwerven, als ook een ander artikel wordt gewijzigd.
Het wordt nu echter een leelijk ding. De Voorzitter
heeft het een keer toegelaten en een andere keer
niet. Jurisprudentie waar behoorlijk beroep mogelijk
is bestaat dus niet.
Spreker zal tegenstemmen, in de hoop dat dit tot
gevolg moge hebben, dat het adres wordt gevoegd
bij de stukken, betrekking hebbende op de wijziging
der salarisregeling aan school 12. Dan kan de kwestie
a tête reposée worden behandeld want er zal, wanneer
de Voorzitter het niet toelaat andere artikelen te
behandelen dan die waarvan door Burgemeester en
Wethouders wijziging is voorgesteld, desnoods een
afzonderlijk voorstel worden gedaan.
Met 16 tegen 3 stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vóór stemmen de heerenTijsma, Lautenbach,
Burger, Wilhelmij, J. Koopmans, Oosterhoff, Fransen,
van Messel, Hartelust, Schoondermark, G. W. Koop
mans, Berghuis, Menalda, Baart de la Faille, Komter
en Feddema.
Tegen de heeren Zandstra, de Jong en Besuijen.
7. adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden
van de Gereformeerde Vereeniging voor Drankbe
strijding om te mogen deelen in het bedrag, dat
jaarlijks op de gemeente-begrooting als subsidie voor
de onderscheidene drankbestrijdersvereenigingen wordt
uitgetrokken.
Zal bij de begrooting worden behandeld;
8. dankbetuiging van het bestuur der Kinderbe
waarplaats alhier voor het opnieuw verleende subsidie;
9. alsvoren van H. Hartemink voor zijne benoeming
tot leeraar in het handteekenen aan de Burgeravond-
- school.
De mededeelingen 8 en 9 worden voor kennisgeving
aangenomen
10. missive van heeren Voogden der Stadsarmen
kamer, houdende aanbeveling voor de benoeming van
twee leden in dat college wegens periodieke aftreding
van de heeren N. Ottema en mr. J. A. Lucardie,
waarop zijn geplaatst
vacature N. Ottema1. N. Ottema, 2. mr. P. C.
J. A. Boeles en 3. J. Marcus
vacature mr. J. A. Lucardie: 1. mr. J. A. Lucardie,
2. mr. L. R. van Sloterdijck en 3 mr. G. van der Flier;
11. alsvoren van de commissie van beheer over
het Stads-Ziekenhuis, wegens periodieke aftreding van
den heer H. G. W. Sprenger, waarop zijn geplaatst
1. H. G. W. Sprenger, 2. mr. J. H. Beucker Andreae;
vermeerderd door Burgemeester en Wethouders met:
3. mr. J. A. Lucardie en 4. mr. F. G. van Binsbergen;
12. alsvoren van de commissie van administratie
der Stads Bank van Leening wegens periodieke af
treding van den heer A. Ottema. waarop zijn geplaatst
1. A. Ottema, 2. mr. J. L. van Sloterdijckver
meerderd door Burgemeester en Wethouders met:
3. mr. J. A. Stoop en 4. P. A. de Rochefort.
De benoemingen zullen in eene volgende vergade
ring plaats hebben
13. missive van den Burgemeester waarbij ten
behoeve van het gemeente-archief ten geschenke worden
aangeboden stukken, betrekking hebbende op de
feestelijke inwijding der grafkapel voor de Prinses
Amalia van Anhalt in de Stiftskirche te Diez in Nasau.
Wordt voorgesteld deze mededeeling voor kennis
geving aan te nemen.
De heer Baart de la Faille hoopt uit naam van de
leden van don Raad te spreken als hij den Burge
meester dank zegt voor zijne tegenwoordigheid bij de
plechtige onthulling van de grafkapel der prinses
Amalia van Nassau Dietz en voor de bemoeiingen
daaraan voorafgaande. Spreker gelooft het te mogen
zeggen dat de Burgemeester daarmede de eer der
gemeente en die der provincie heeft hoog gehouden.
Hij meent verder de tolk van den Raad te zijn als
hij den Voorzitter hartelijk dank zegt voor het geschenk
dat deze naar aanleiding dezer plechtigheid den Raad
heeft aangeboden en hij twijfelt niet of de Raad zal
het in dank aanvaarden en overeenkomstig den wensch
van den Voorzitter in het archief plaatsen.
De Voorzitter dankt den heer Baart de la Faille
voor diens vriendelijke woorden. Het is spreker een
voorrecht geweest door zijn reis naar Diez iets te
hebben kunnen bijdragen tot wat ook hij zou willen
noemen de glorie onzer stad.
Maar bovenal is het spreker een voorrecht den Raad
te kunnen mededeelen dat in de oude Nassausche
residentie onzer Friesche Stadhouders de naam van
de stad Leeuwarden niet dan met de grootste ver
eering wordt genoemd.
14. verslag van de rapporteurs omtrent het ver
handelde in de sectiën inzake de ontwerp-gemeente-
begrooting, dienst 1911, mot de eerstdaags vast te
stellen memorie van antwoord van Burgemeester en
Wethouders.
Zijn gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag en
zullen bij de leden worden rondgezonden. Behandeling
der begrooting Woensdag 2 November
15. dat door Burgemeester en Wethouders is be
noemd tot commies-redacteur ter secretarie, vacature-
C. Pais, F. Kroon, hoofdcommies ter secretarie van
Hoorn
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1910. 247
16. dat van de bouwterreinen aan de oostzijde
van Oldegalileën provisioneel in erfpacht zijn afgestaan
aan H. S. Ritman alhier, ongeveer 114 M2., waarde
plus minus 741.canon ongeveer 29.64
aan L. Bijkersma alhier, ongeveer 422 M2., waarde
plus minus 2743.canon ongeveer 109.72
17. dat door Burgemeester en Wethouders voorts
a. bij openbare inschrijving aan N. Veelders alhier
voor het tijdvak van 12 November 191012 Mei 1912
is verhuurd het winkelhuis no. 33 voor 337.50
b. bij openbare aanbesteding is gegund de levering'
van 150 stuks gegoten ijzeren straatkolken met roosters
aan de firma Penn en Bauduin te Dordrecht voor
2118.90.
De mededeelingen 1417 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 4 (vacature F. Klijzing),
waarop zijn geplaatst
1. H. J. Westerhuis,
onderwijzer aan gemeenteschool no. 6
2. K. Postma, no. 7
3. T. Dijkema, no. 10
2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
omtrent de adressen van het bestuur der vereeniging
„Openbare Leeszaal" en „bibliotheek" om continuatie,
respectievelijk verhooging van het gemeentelijk
subsidie.
De stukken 12 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
3. Nader voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, zulks naar aanleiding van eenige door Gedepu
teerde Staten dezer provincie gemaakte opmerkingen,
tot wijziging en opnieuw vaststelling der verorde
ningen op de heffing en invordering van kadegeld
in deze gemeente.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
IV. Rapporten.
De heer Feddema rapporteert dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek der begrooting
van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1911, geene
aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of
aanmerkingen. Zij heeft met genoegen opgemerkt
dat de voogdij een aanvang heeft gemaakt met de
vorming van een fonds waaruit eventueele pensioenen
voor het personeel zullen worden betaald en stelt
voor de begrooting goed te keuren.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de be
grooting in eene volgende vergadering in behande
ling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie
voor den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
III. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de begrooting der administratiekosten
van de Stads Rank van Leening, dienst 1911.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring van de begrooting, wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
2. Benoeming van twee leden der Commissie voor
het gemeentelijk Werkloozenfonds, tengevolge van de
periodieke aftreding van de heeren H. P. de Haan en
D. Harmens.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 19 stem
men, te weten
op den heer H. P. de Haan 13 stemmen,
K. P. W. Besuijen 6
De heer H. P. de Haan is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 19 stem
men, verdeeld als volgt
op den heer D. Harmens 13 stemmen,
K. P. W. Besuijen 6
De heer D. Harmens is alzoo benoemd.
3. Benoeming van hoofden der gemeentescholen nos.
9 en 8 vacature J. Bouman en Sj. Boersma).
Voor de vacature J. Bouman zijn uitgebracht 19
stemmen, te weten
op den heer A. C. Nubé 18 stemmen,
H. F. Ferwerda 1 stem.
De hoer A. C. Nubé is alzoo benoemd.
Voor de vacature Sj. Boersma zijn uitgebracht
19 stemmen, te weten
op den heer H. F. Ferwerda 10 stemmen,
O. Nieuwenhuis 4
11 11 11
11 11 11
H. Schurink
G. A. Visser 1 stem.
De heer H. F. Ferwerda is alzoo benoemd.
4. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente-'
school no. 12 vacature W. v. d. Laan).
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
E. van der Laan.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun
dispensatie te verleenen van het bepaalde in artikel 2
der betreffende verordening (gemeenteblad no. 14 van
1910) en c. q. benoeming van een boekhouder der ge
meentelijke gasfabriek.
Dit voorstel luidt als volgt
Sedert het overlijden van den heer H. Bergoma,
op 25 Dec. 1909, wordt de betrekking' van boek
houder aan de gemeentelijke gasfabriek, ingevolge
onze opdracht, tijdelijk waargenomen door den adjunct
boekhouder A. C. M. Mercx.
Blijkens het hierbij overgelegd schrijven der com
missie voor de fabriek, is genoemde ambtenaar steeds
tot tevredenheid werkzaam geweest en bezit hij vol
doende ijver, bekwaamheid en geschiktheid om voor
eene definitieve benoeming in aanmerking te worden
gebracht.
Volgens het bepaalde bij artikel 2, le lid, der
verordening, regelende den rang, het getal, de be
zoldiging en de wijze van benoeming van de amb
tenaren en bedienden, belast met de exploitatie der
gemeentelijke gasfabriek (Gemeenteblad no. 14 van
1910) wordt de boekhouder benoemd door Uwe
Vergadering, die vooraf eene aanbeveling ontvangt
van drie personen, opgemaakt door ons, de vaste
raadscommissie gehoord.
Waar evenwel de adjunct-boekhouder getoond
heeft ten volle berekend te zijn voor de taak, thans
tijdelijk op zijne schouders rustende, komt ons eene
oproeping van sollicitanten overbodig voor en mee-