304 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1910. Met algemeene stemmen wordt besloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van advies, na daarover de Commissie voor strafverordeningen te hebben gehoord. 12. adres van T. Jellema en anderen, houdende verzoek a. niet aan te nemen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dit door den voorzitter in de vorige vergadering is aangekondigd b. de route BleekSpanjaardslaan nogmaals ter tafel te willen brengen c. ingeval deze route de goedkeuring niet kan verwerven, den weg over Cambuur enz. te willen behandelen d. ingeval tot den aanleg langs een der bedoelde wegen wordt besloten, aan de Nederlandsche Tram weg-Maatschappij de verplichting op te leggen, dat de verbinding LeeuwardenSuameer zoo spoedig mogelijk, in ieder geval in den loop van het jaar 1911, tot stand komt e. ingeval geen der voorgestelde route's wordt aangenomen en dus de halte Bleek vervalt, in geen geval en op geen voorwaarde het gevraagde voor schot toe te staan 13. adres van T. Jellema, om het schrijven der Kamer van Koophandel en Fabrieken inzake de rich ting der tramlijn naar Suameer binnen deze gemeente ter zijde te leggen. De stukken 12 en 13 zullen worden gevoegd bij de stukken op deze zaak betrekking hebbende en nog heden worden behandeld 14. dat door Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding zijn gegund a. het onderhoud van gemeentegebouwen enz. gedurende de jaren 1911 tot en met 1913 aan H. Arends alhier voor 5275. b. de levering van houtwaren aan de Naamlooze Yennootschap „Leeuwarder Houthandel" voorheen T. W. Overmeer en Zoon, voor de door haar inge schreven eenheidsprijzen c. het onderhoud der gemeentepompen aan T. Faber voor 125. d. de levering van nieuwe meubelen ten dienste van de uitbreiding van gemeenteschool no. 6 aan H. de Vries te Dokkum voor 795. e. het verven van de meubelen dier school aan J. S. de Jong alhier voor 396. f. de levering vanfijne en grove grind aan J. G. Smelik te Harlingen voor 3.05 per M3.grind en rivierzand aan J. Weener Az. te Zwolle, respec tievelijk voor f 2.20 en 1.55 per M3. g. het onderhouden enz. van gordijnen en gemeente gebouwen aan G. Faas en P. Koster alhier perceelen 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 11, 13, 16 en 17 respectievelijk voor 119.50, 25.20, 15.60, f 12.90, 44.50. 69.90, 79.90, 42.90, 36.25, 19.80en/46.50: aan A. Ritsma alhier, perceelen 4 en 15 respec tievelijk voor 75.20 en f 30.50 aan J. Wielinga alhier perceelen 6,12 en 14 respec tievelijk voor 78.90, 58.40 en 47.20 aan A. Broekhuijzen alhier perceel 10 voor 246.75 15. dat door hen in het openbaar zijn verpacht de opkomsten van het pontveer bij het Stads Zieken huis voor 601.aan H. Postma en van dat bij den Westersingel aan J. Koornstra voor ƒ127.per jaar, terwijl voor dat bij den Prinsentuin geene inschrij vingen zijn ingekomen; 16. dat door hen aan M. Spandaw alhier provisi oneel in koop is afgestaan van blok XVIa aan de zuidzijde van het Nieuwe Kanaal pl. m. 350 M2. a 5.koopsom ongeveer 1750. De mededeelingen 1416 worden voor kennis geving aangenomen. De Voorzitter deelt nog mede dat door den heer Besuijen verlof is gevraagd om, na afhandeling der agenda, het woord te mogen voeren over een punt vreemd aan de orde van den dag, n.l. over de ver pachting van het pontje achter den Prinsentuin. Spreker stelt voor den heer Besuijen het gevraagde verlof te verleenen na afhandeling der agenda. IV. Wordt ter tafel gebracht: 1. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der commissie tot wering van schoolverzuim wegens periodieke aftreding van den heer H. Vijver, waarop zijn geplaatst: 1. H. Vijver; 2. J. Bernard, onder wijzer aan de bijzondere school voor Christelijk Nationaal Onderwijs. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders houdende aanbeveling van mej. van Oudgaarden als tijdelijke leerares in het teekenen aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes, zulks ter ver vanging van mej. Reddingius, aan wie verlof wegens ongesteldheid is verleend. De stukken 1—2 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Alsvoren tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1910. Heeft met het betrekkelijk rapport der commissie van onderzoek ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 4. Alsvoren tot het aangaan van een tijdelijke geldleening. 5. Alsvoren om S. P. Nauta alhier toe te laten tot afkoop van eene grondrente. 6. Alsvoren tot het nemen van een besluit, regelende de zekerheidstelling van den boekhouder der gemeente lijke gasfabriek. 7. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake het verleenen van concessie aan de Neder- landsche Tramweg Maatschappij voor den aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg a. van het station van den Staatsspoorweg in directe verbinding met de tramlijn DrachtenVeen- wouden, onder toekenning van een renteloos voorschot van 40,000. b. van het station van den Staatsspoorweg tot den Harlinger straatweg, zulks mot intrekking van de raadsbesluiten van 7 September 1897 en 9 Juli 1898 (bijlagen nos. 28 van 1909 en 24 van 1910). De stukken 4—7 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan T. Dijkema op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10. 9. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van onder scheidene eigendommen. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van T. Jellema om vergunning tot het maken van een inrit in het trottoir vóór het perceel Nieuweburen no. 137. 11. Alsvoren op een adres van H. Hoekstra om afschrijving in den Hoofdelijken Omslag dezer ge meente, dienst 1910. De stukken 811 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een lid der Commissie tot wering van schoolverzuim wegens periodieke aftreding van den heer H. Vijver. Uitgebracht zijn 22 stemmen, waarvan 21 op den heer H. Vijver, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer H. Vijver is alzoo benoemd. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1910. 305 2. Benoeming van een tijdelijke leerares in het tee kenen aan de School van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes, zulks ter vervanging van Mej. Reddingius, aan wie verlof loegens ongesteldheid is verleend. Het voorstel hiertoe luidt als volgt Bij Uw besluit van den 14 Juni 1.1., no. 219"/81, werd mej. A. M. L. van Oudgaarden voor den duur der ongesteldheid van mej. L. Reddingius, uiterlijk tot 1 November 1910, benoemd tot tijdelijk leerares in het teekenen aan de middelbare school voor meisjes. Intusschen liet de gezondheidstoestand van mej. Reddingius niet toe, dat zij op 1 November hare betrekking wederom kon aanvaarden, waarom wij op haar verzoek het verlof tot 20 Januari e.k. verlengden. In verband hiermede dient ook do tijdelijke aan- stelling van mej. v. Oudgaarden te worden geconti nueerd en bij de onzekerheid of mej. Reddingius op laatstgenoemden datum weder in dienst kan treden, komt het ons wenschelijk voor, hare plaatsvervangster tot wederopzegging aan te stellen. Onder overlegging der betrekkelijke adviezen van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs en van den betrokken Inspecteur, hebben wij de eer, tot continuatie van de bij Uw besluit van 14 Juni 1.1. no. 219R/81 verstrekte tijdelijke opdracht, voor de benoeming tijdelijk en tot wederopzegging toe van een leerares in het teekenen aan de School van middelbaar onderwijs voor meisjes, op eene bezoldi ging, berekend naar f 1200.per jaar en voorts onder de bestaande of nader vast te stellen verorde ningen en instructie, aan te bevelen mej. A. M. L. van Oudgaarden, reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A. M. L. van Oudgaarden. 3. Benoeming van een Curator van het Gymnasium, wegens periodieke aftreding van den heer mr. A. Burger. Uitgebracht zijn 22 stemmen, verdeeld als volgt op den heer mr. A. Burger 17 stemmen, mr. I. Wolf 1 stem, terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer mr. A. Burger is alzoo benoemd. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den op verzoek eervol ontslagen plantsoenarbeider Th. Pitstra een pensioen uit de gemeentekas toe te kennen. Dit voorstel luidt als volgt Bij ons besluit van heden, no. 3016/961, in afschrift hierbij overgelegd, werd aan Thomas Pitstra, plantsoen arbeider dezer gemeente, op zijn verzoek eervol ont slag uit dio betrekking verleend mot ingang van 1 Januari a.s. Blijkens het van onzentwege ingesteld geneeskundig onderzoek is genoemde werkman wegens ouderdoms- en lichaamsgebreken niet meer geschikt zijne be trekking verder naar behooren waar te nemen. Volgens art. 1 der verordening (Gemeenteblad no. 32 van 1893), gelijk deze nader is gewijzigd, komt Pitstra, die 69 jaar oud oud is en 41 dienstjaren heeft, in aanmerking voor pensioen vanwege de gemeente. Onder bijvoeging van een staat, waarin het pensioen is berekend, dat hem krachtens de artikelen 35 der aangehaalde verordening kan worden toegekend, hebben wij dan ook de eer U voor te stellen te besluiten aan Th. Pitstra met ingang van 1 Januari 1911 een pensioen te verleenen uit de gemeentekas ten bedrage van 297.'s jaars. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Alsvoren om aan H. S. Ritman alhier het niet uitgegeven gedeelte van de onlangs in exploitatie ge brachte bouwterreinen aan Oldegalïleën blokken1, II en III) voor het tijdvak, eindigende 12 November 1915, te verhuren. Dit voorstel luidt als volgt Van H. S. Ritman, tot 15 November 1.1. huurder van het voormalige gardeniersland aan Oldegalileën, dat thans grootendeels in erfpacht wordt uitgegeven, ontvingen wij het verzoek het overblijvende nog niet in exploitatie gebrachte gedeelte daarvan (bouw blokken I, II en III), voor onbepaalden tijd in huur te mogen bekomen voor eene som van ƒ25 per jaar. Daar wij eene dergelijke verhuring niet wenschelijk achtten, verklaarde Ritman zich desgevraagd bereid de huur te aanvaarden voor een termijn van vijf jaren, terwijl hij bovendien genoegen nam in eenige wijziging der bestaande hnurvoorwaarden. Tegen eene verhuring op dezen voet bestaat bij ons geen bezwaar, omdat de gemeente het recht is toegekend, het geheele terrein of een gedeelte daar van te allen tijde, behoudens eene opzegging van zes weken te voren, tot zich te nemen. Ook het bedrag der geboden huursom wordt voor de ongeveer 1800 M2. grond voldoende geacht. Onder overlegging van het advies van den Direc teur der Gemeentewerken en de verdere betrekkelijke stukken hebben wij alzoo de eer U voor te stellen te besluiten aan H. S. Ritman alhier tot den 12 November 1915 in huur af te staan den op de overgelegde teekening in roode arceering aangeduiden grond, ter oppervlakte van ongeveer 1800 M2., vormende nagenoeg de nog niet in erfpacht uit te geven blokken I, II en III van het gemeentelijk bouwterrein aan Oldegalileën, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie F, no. 2873, voor eene som van 25.per jaar, onder de voorwaarden, opgenomen in het huurcontract van den 25 Februari 1910, voor zoover naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders toepasselijk. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van eene wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1910. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring dor voorgestelde wijziging, wordt met alge meene stemmen aangenomen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om S. P. Nauta, alhier, toe te laten tot afkoop van eene grondrente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 3