Vergadering yan Dinsdag 23 Mei 1911. p 110 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Mei 1911. der strafheeft hij meermalen de vier leden tot overeenstemming zien komen en uitspraken met alge- meene stemmen zien vaststellen éénmaal slechts was overeenstemming onmogelijk en stemden de leden 2 tegen 2toen was bij spreker natuurlijk de beslissing. Nimmer heeft spreker zich zelf daarbij gevoeld de dienaar van de een of andere partij nimmer ook kreeg hij den indruk dat zoodanig gevoel bij de leden bestond. En wanneer dan ten slotte het scheidsge recht in raadkamer zit, dan is er voor den voorzitter, als zijne stem den doorslag moet geven, nog die niet genoeg te waardeeren gelegenheid om zich door de beide groepen zijner medeleden zeer zorgvuldig te laten inlichten vóór hij zijne stem bepaalt en voor hem is er geen verschil tusschen de eene en de andere groep. Aldus hebben Burgemeester en Wethouders zich de werking van hun scheidsgerecht gedacht en het zal thans moeilijk vallen, hun stelsel als partijdig of onbruikbaar te blijven qualificeeren. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om het voorstel-Koopmans, Jansen, Lautenbach ter zijde te stellen, wordt aangenomen met 13 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Beucker Andreae, Berg huis, J. Koopmans, Schoondermark, Oosterhoff, Beek huis, Menalda, Feddema, Tijsma, Burger, Komter, Baart de la Faille en Haverschmidt. Tegen de heeren: Zandstra, Fransen, Lautenbach, G. W. Koopmans en de Jong. Het voorstel van 1905 is hiermede van de agenda afgevoerd. Aan de orde is de motie van de heeren Feddema en J. Koopmans. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter zou den heer Feddema in overweging willen geven het tweede lid der motie heden niet in stemming te brengen. Wanneer dit raadslid nu een uitspraak uitlokt over de samenstelling in afwijking van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, moet het voorstel toch worden gerenvoyeerd. Spreker heeft dan ook liever dat de Raad vandaag niet stemt over de wijze van benoeming. De heer Feddema is van oordeel dat zulks wel moet geschieden. Als de Raad besluit dat er zal zijn een permanent scheidsgerecht, en waarvan de leden door den Raad benoemd worden, kunnen Burgemeester en Wethouders daarmee rekening; houden. Den heer de Jong komt het ook voor dat het beter is van daag de begiuseluitspraak te hebben. De heer Oosterhoff (wethouder) vindt het moeilijk om te stemmen. Hij is wol voor een permanent scheidsgerecht te vinden, indien mocht blijken, dat de meerderheid de benoeming bij den Raad wil brengen. Spreker geeft daarom den heer Feddema in over weging eene wijziging te brengen in de volgorde van de leden der motie. De heer Feddema is wel genegen om de leden der motie onderling te verwisselen. De heer Beekhuis vindt het ook beter om alleen over het eerste deel der motie te stemmen, om dan het voorstel van Burgemeester en Wethouders te renvoyeeren, die daarna een uitgewerkt voorstel met memorie van toelichting bij den Raad kunnen in dienen. De leden kunnen daaraan dan beter hun eigen denkbeelden toetsen en komen beter beslagen op het ijs. Het tweede gedeelte zou aanleiding kunnen geven tot verwarring. De heer Schoondermark (wethouder) gaat met de redeneering van den Voorzitter geheel accoord, daar het voorstel van Burgemeester en Wethouders den gestrafte zooveel mogelijk invloed geeft. Spreker weet echter niet hoe hij moet stemmen als het 2e gedeelte der motie het eerst aan stemming wordt onderworpen. Z. i. is het voorstel één begrin en be hoort niet gesplitst te worden, om een onzuivere stemming te voorkomen. De heer G. W. Koopmans kan wel raden wat de Raad zal doen. Hij zal natuurlijk evengoed dit voorstel afstemmen als hij het voorstel van 1905 ter zijde heeft gesteld. De heer Oosterhoff (wethouder) wijst er op dat de Raad, het voorstel Feddema aannemende, het pas verworpen voorstel-Koopmans c. s. weer in het leven roept, voor zoover het betreft de wijze van benoeming. De heer de Jong meent dat de Raad, hoewel hij het voorstelKoopmans c. s. ter zijde heeft gesteld, zich nog niet tegen een permanent scheidsgerecht- heeft verklaard. Voor het terzijde stellen kan een andere reden zijn. Hij kan toch meenen dat hij door amendeering van het voorstelFeddema zijn doel beter kan bereiken. De heer Koopmans doet dus z. i. verkeerd, en ten nadeele van zijn eigen voorstel, deze conclusie te trekken. De beraadslaging wordt gesloten. Het eerste lid der motie-Feddema-J. Koopmans wordt aangenomen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heerenZandstra, Berghuis, J. Koopmans, Fransen, Lautenbach, G. W. Koopmans, Beekhuis, de Jong, Feddema en Tijsma. Tegen de heeren Beucker Andreae, Schoondermark, Oosterhoff, Menalda, Burger, Komter, Baart de la Faille en Haverschmidt. Het tweede lid der motie wordt verworpen met 11 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de heerenBeucker Andreae, J. Koopmans, Schoondermark, Oostorhoff, Feddema, Tijsma en Komter. Tegen de heerenZandstra, Berghuis, Fransen, Lautenbach. G. W. Koopmans, Beekhuis, de Jong, Menalda, Burger, Baart de la Faille en Haverschmidt. Met algemeene stemmen wordt besloten het voor stel te renvoyeeren aan Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter verzoekt den leden, die nog amen dementen wenschen in to dienen, zulks tijdig te doen en sluit, daar niets meer te behandelen is, de ver gadering. Verslag van de handelingen van den gi Tegenwoordig 19 loden, te weten de heerenBerg huis, de Jong, Lautenbach, Beucker Andreae, Zandstra, Burger, Tijsma, Hartelust, G. W. Koopmans, Fransen, Wilholmij, Beekhuis, J. Koopmans, Oosterhoff, Komter, Menalda, Baart do la Faille, Schoondermark en Feddema. Afwezig met kennisgeving de heerenBesuijen, Feitz, van Messel en Haverschmidt. Voorzitter de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 9 Mei 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. De Voorzitter verzoekt den Raad na afhandeling van punt 8 der agenda nog eenige oogenblikken te blijven tot het houden van eeno zitting met gesloten deuren, daar Burgemeester en Wethouders eenige mededeelingen hebben te doen. II. Wordt medegedeeld 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 9 Mei 11. a. tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1911 b. waarbij aan D. C. Versteegh alhier, onder ontheffing van boete, vrijstelling is verleend tot en met 3 December 1914 van de bebouwing met een woonhuis van het noordelijk gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 6964, gelegen aan de Emmakade zuidzijde. Wordt voor kennisgeving aangenomen 2. de rekening en verantwoording van het Stads Armhuis en de Stads Armenkamer, dienst 1910. Wordt in handen gesteld van de heeren: S. J. van Messol, D. Lautenbach en Z. S. Feddema om onder zoek en rapport. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Prae-advios van Burgemoester en Wethouders omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen wegens vergunningsrecht, dienst 1911. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 2. Alsvoren op het adres van het comité voor het li ouden van harddraverijen op de korte baan om daarvoor jaarlijks een subsidie van 200.toe te staan, of zooveel minder als de Raad mag besluiten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om goed te keuren, dat de huur van het weiland aan liet Ouddeel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, soctie F no. 722, door J. de Jager worde ovorge- dragen aan R. E. van der Weide alhier. 4. Alsvoren om aan E. van der Laan op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer in de gymnastiek aan gemeenteschool no. 11. Wordt voorgesteld nog heden tot behandeling over te gaan. Dienovereenkomstig wordt besloten en het gevraagde ontslag verleend, gerekend met ingang van 1 Mei 11. 5. Alsvoren om hen te machtigen ten behoeve van den bouw en de inrichting der electrische centrale te beschikken over den bij raadsbesluit van 10 Januari 1911, no. 18R/6 op de begrooting van uitgaven voor 1911 aangebrachten post volgno. 172a, zulks in af wachting van de nadere voorstellen ten aanzien van van Leeuwarden van Dinsdag 23 Mei 1911. 111 de definitieve regeling der uitgaaf op de begrooting, en hen voorts uit te noodigen ter zake van die op richting het noodige te verrichten. 6. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders, in verband met het raadsbesluit van 9 Mei 11. tot vaststelling van een verordening voor het scheids gerecht. De stukken sub 5 en 6 zullen worden gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag en evenals die, onder 2 en 3 genoemd, in eene volgende vergadering behandeld. IV. Rapporten. De heer Baart de la Faille rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording van de administratiekosten der Stads Bank van Leening, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor de rekening en verantwoording goed te keuren en de commissie van administratie 's Raads dank te betuigen voor haar getrouw beheer. De heer Baart de la Faille rapporteert verder, dat de commissie, belast met het onderzoek der rekening en verantwoording van het gemeentelijk Werkloozen- fonds, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor die rekening en verantwoording goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 1079.69. De Voorzitter stelt voor de rekeningen van de Stads Bank van Leening en het gemeentelijk Werkloozen- fonds in eene volgende vergadering in behandeling- te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van stembureaux voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad wegens periodieke aftreding en vermeerdering van het getal raadsleden. Met algemeene stemmen worden de verschillende stembureaux samengesteld als volgt Ie Kiesdistrict (Stadhuis). Voorzitter: De Burgemeester. Plaatsverv. N. T. Haverschmidt J.Hz. Leden Mr. A. Menalda. R. Gorter. 4e lid artikel liter gemeentewet: P. A. Wilhelmij. Plaatsverv. ledenH. Albers. J. Bolman. D. A. Hettema. H. van Belkum Kz. He Kiesdistrict (lokaal Gymnastiekgebouw bij de Put). VoorzitterJ. Oosterhoff W.Jz. Leden W. Fransen Jz. H. Arends. 4e lid artikel liter gemeentewet: L. Zandstra. Plaatsverv. leden F. Bakkers, I. Visser. G. Jongstra. S. de Bock.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1911 | | pagina 1