204 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1911.
verhooging voor de onderwijzers, daarvoor de voor
naamste gronden zijn het voorkomen van mutatie en
het te lage salaris. Spreker heeft zich een lijst der
verschillende mutatien laten maken en is tot de con
clusie gekomen dat deze zoo erg niet is als steeds
wordt beweerd. Die lijst loopt van 1 Mei 1907 tot
6 September 1911. Gedurende dit tijdvak zijn er 28
onderwijzers vertrokken. Nu zal men dit wel een
groot getal kunnen noemen, maar als men de oorzaken
van het vertrek nagaat komt men wel tot eene andere
conclusie.
In de eerste plaats zijn er 5 onderwijzers benoemd
tot hoofd eener school. Die mutatie is onafhankelijk
van de salarisregeling.
Verder zijn er onderwijzers benoemd tot leeraren
aan handelsscholen en tot onderwijzers aan een school
voor M. U. L. O. en aan een voor zwakzinnigen.
Ook deze mutaties kan men gerust uitzonderen.
Den vorigen keer heeft de heer Zandstra er op ge
wezen dat de gemeente Leeuwarden moest trachten
een ongeveer gelijk salaris te geven als in Amsterdam,
Haarlem, Rotterdam en den Haag, waaraan echter voor
Leeuwarden niet te denken valt. Wanneer men nu
nagaat waar de andere onderwijzers zijn gebleven, dan
ziet men dat ze zijn vertrokken naar Amsterdam,
Haarlem, den Haag, Utrecht, Neêrlands Indië enz.
Wanneer wij ook deze er afnemen dan blijven er
over 5 onderwijzers, die naar Zutfen, Zwolle en andere
plaatsen zijn vertrokken. Bovendien zijn er enkelen
om familieredenen vertrokken, zoodat spreker gerust
kan zeggen dat de mutatie niet zoo erg is als telken
jare wordt beweerd.
Of nu het tractement voldoende is Een zinsnede
in het adres is spreker niet ontgaan, n.l. deze niet
straffeloos kiest de tegenwoordige opvoeder zich eene
prettige, eenigszins royale huiselijke omgevingeenige
weelde in dit opzicht noodzaakt hem af te zien van
wat verder en even noodzakelijk is voor hem en het
onderwijs.
Wanneer de onderwijzers beginnen met te zeggen:
ik ga mij royaal prettig inrichten, maar kom daardoor
te kort voor studie, gaan zij den verkeerden weg op.
In elke positie, ook in die van onderwijzer, begint
men niet met luxueus te leven, maar met werken, ten
einde daardoor te trachten vooruit te komen. De
onderwijzers erkennen zelf dat zij niet straffeloos eene
royale huiselijke omgeving kunnen kiezen. De door
spreker genoemde motieven, benevens het besluit van
1908, hebben Burgemeester en Wethouders tot hun
voorstel geleid.
De heer de Jong is, in tegenstelling met den wet
houder, van meening dat er in elk geval een prae-
advies op dit adres moet worden uitgebracht. Spreker
is het volmaakt eens met de heeren van der Kooi en
Zandstra, dat de salarissen onvoldoende zijn en dat
verbetering zeer gewenscht is.
De wethouder heeft op een handige wijze gebruik
gemaakt van eene eenigszins ongelukkige uitdrukking
in het adres en hij heeft gezegd dat de onderwijzers,
wanneer zij door zich weelderig in te richten te kort
komen, dat maar niet moeten doen. De heer Schoon-
dermark zal wel niet in ernst willen volhouden dat
de onderwijzers met de laagste salarissen zich weel
derig kunnen inrichten. Daar is toch geen sprake van.
Spreker is van oordeel dat er prae-advies moet worden
uitgebracht, opdat de Raad in de gelegenheid is het
adres rustig bij de begrooting te behandelen. Het
moet niet brusk worden afgewezen. Het argument
daarvoor, n.l. dat de salarisregeling pas enkele jaren
geleden is herzien, acht spreker niet steekhoudend.
De toestanden toch zijn in dien tijd zeer veranderd
daar de levensbehoeften en daarmede het leven veel
duurder is geworden. Spreker meent dat dit alleen
reeds een reden is de zaak weer eens te bezien en
dat het dus niet te veel gevergd is, als de Raad prae-
advies vraagt van Burgemeester en Wethouders.
De heer Feddema zal niet nu reeds beweren dat
de salarissen der onderwijzers onvoldoende zijn, maar
hij meent wel dat dit adres er aanspraak op heeft
om eenigszins nauwkeuriger te worden bekeken. Het
komt spreker voor dat er misschien aanleiding toe
bestaat om de periodieke verhoogingen anders te
regelen. Alleen daarom zou spieker het adres in
handen willen stellen van Burgemeester en Wethouders
ten fine van prae-advies, opdat de Raad de salaris-
regeling, wat de door spreker bedoelde verhoogingen
betreft, eens rustig kan bezien. Spreker is er echter
niet voor om het adres reeds bij de begrooting te
behandelen, daar dan het prae-advies zeer vlug moet
worden uitgebracht. Spreker ondersteunt echter het
voorstel van den heer van der Kooi.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 18 tegen 5 stemmen wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders verworpen.
Vóór stemmen de heerenBeucker Andreae, Schoon-
dermark, Wilhelmij, Oosterhoff en Burger.
Tegen de heeren Fransen, de Jong, van der Kooi,
Zandstra, Tulp, G. W. Koopmans, Boosman, Lauten-
bach, Menalda, Berghuis, Feitz, Tijsma, J. Koopmans,
Hartelust, Feddema, van Messel, Beekhuis en Vonck.
De Voorzitter vraagt of hij nu mag aannemen dat
de Raad verlangt dat Burgemeester en Wethouders
prae-advies zullen uitbrengen.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
10. adres van J. de Roos e. a., eigenaars en be
woners van panden aan de Dokkumer Ee, Oostzijde,
houdende verzoek om betere verlichting van het
voetpad van Oldegalileën naar hunne perceelen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening
11. adres van het hoofdbestuur van de Neder-
landsche vereeniging tegen de prostitutie, waarbij in
overweging wordt gegeven bij de samenstelling eener
verordening betreffende de bestrijding van ontucht
rekening te willen houden met het overgelegd rapport,
bijlage en toelichting.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
12. adres van het bestuur van den Christelijken
Bond van gemeentewerklieden in Nederland, afdeeling
Leeuwarden, houdende verzoek om, in verband met
de hooge prijzen van de eerste levensbehoeften, aan
de gemeentewerklieden boven hun loon een wekelijk-
sche toelage toe te kennen.
Wordt gerenvoyeerd naar Burgemeester en Wet
houders teneinde het adres tegelijkertijd aan de orde
te stellen met die betreffende vervroegde invoering
der op het raadsbesluit van 22 Augustus 1.1. gebaseerde
loonregeling voor de gemeentewerklieden
13. schrijven van Burgemeester en Wethouders
waarbij, naar aanleiding van de door den heer W.
Fransen ter raadsvergadering van 22 Augustus 1.1.
gemaakte opmerking omtrent leveringen voor het
stads-ziekenhuis, wordt overgelegd het betrekkelijk
bericht van de Commissie van beheer over die inrich
ting en dat van den geneesheer-directeur.
Wordt voor kennisgeving aangenomen;
14. schrijven van de Voogden der stadsarmenkamer,
houdende verzoek om de jaarwedde van den vader
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1911. 205
en moeder van het stads armhuis, met ingang van
1 Januari 1912 met 100.te verhoogen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
15. begrooting der inkomsten en uitgaven van het
Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1912.
Wordt in handen gesteld van de heerenBeekhuis,
van Messel en Boosman om onderzoek en rapport
16. dat door Burgemeester en Wethouders zijn
aangewezen als voorzitters van de commissie voor
a. openbare werken, de Burgemeester
b. de gemeente-bewaarscholen en die voor het
stedelijk muziekkorps, de heer J. J. A. Schoondermark
e. de gemeentelijke gasfabriek, de heer J. Oos
terhoff W.Jz.
17. dat aan H. Brouwer, alhier, provisioneel in koop
is afgestaan circa 118 M2. van blok XIIc der bouw
terreinen aan de Zuidzijde van het Nieuwe Kanaal,
voor eene som van pl.m. 708.
18. dat bij openbare inschrijving door Burgemeester
en Wethouders is verhuurd voor het tijdvak 1 November
19111 November 1914 het perceel weiland nabij de
Huizumerlaan, kadastraal bekend gemeente Huizum,
sectie B, no. 893, groot 1 H.A. 72 A 90 cA., aan
J. Wagenaar alhier voor f 282.per jaar
19. dat door hen bij openbare inschrijving ten
behoeve der electrische centrale is gegund aan M.
Meijer alhier
a. het stichten van een hoofdgebouw voor ƒ61898.
b. het maken van een aanlegsteiger met bijkomende
werken voor 1337.
20. dat het sectie-onderzoek der gemeente-begroo
ting voor 1911 is afgeloopen en dat tot rapporteurs
zijn benoemd uit de
le sectie de heer W. Fransen Jzn., algemeen rapporteur,
2e J. Boosman,
3e D. Lautenbach.
De mededeelingen 1620 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan P. Dekema J.Bz. op zijn verzoek eervol ontslag
te verleenen als directeur der gemeentelijke arbeids
beurs, tevens secretaris-penningmeester van het ge
meentelijk werkloozenfonds.
2. Voorstel van de heeren G. W. Koopmans, W.
Fransen Jzn., J. W. Tijsma, S. Tulp Szn. en R. D.
van der Kooi tot wijziging van het reglement van
orde voor de vergaderingen van den Raad (bijlage
no. 26).
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan B. Bouma te Stiens vergunning te verleenen tot
demping van een gedeelte sloot, liggende tusschen
zijn kadastraal perceel sectie D, no. 713 en den
Stienserweg.
De stukken 1—3 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
4. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 9 (vacature P. van
der Molen)
1. M. van Hoorn, te 2e Exloërmond,
2. J. Ileegstra, te Makkum,
3. R. de .Jong, te St. Anna-Parochie.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1911.
6. Alsvoren om aan L. H. Hotsma, alhier, onders
hands voor den tijd van 5 jaar in huur af te staan
de zathe en landen der gemeente op Wijlaarderburen.
7. Alsvoren om
a. aan het Rijk tot wederopzeggens, ten behoeve
van de Rijkslandbouwwinterschool, in gebruik af te
staan twee lokalen van gymnastiekschool no. 3
b. hen te machtigen aan het Rijk een in een dier
lokalen zich bevindende kachel met pijpen te ver-
koopen.
De stukken 47 zullen in eene volgende vergade
ring worden behandeld.
8. Het eerste suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag, dienst 1911.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan S. Metz, op zijn verzoek, eervol ontslag te
verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10.
10. Alsvoren
a. om de school der le klasse b no. 4 naar een
gebouw, te stichten aan den Wissesdwinger, over te
brengen
b. hen uit te noodigen omtrent de onderbrenging
eener andere school in het vrijkomende gebouw aan
de Schoolstraat de noodige voorstellen te doen
c. hen te machtigen te zijner tijd op te zeggen
de huur van de op het benoodigde terrein aan den
Wissesdwinger verhuurd wordende gemeente-eigen
dommen.
11. Aanbeveling voor de benoeming van een
administrateur der stichting „de Vijf Bolswarder
kamers", ter vervulling der vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer W. Sprenger.
De stukken 911 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een lid der Commissie van toe
zicht op het Lager Onderwijs vacature dr. C. Albers).
j Uitgebracht zijn 23 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer dr. C. J. A. Meerdink 16 stemmen,
J G. C. Michell 4
W. Fransen 1 stem,
terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer dr. C. J. A. Meerdink is alzoo benoemd.
2. Benoeming van leden van het stembureau van de
verkiezing van leden der Kamer van Arbeid alhier.
Uitgebracht zijn
voor voorzitter
op den heer C. L. B. J. Feitz 21 stemmen,
J. A. A. Schoondermark 1 stem.
voor leden:
op den heer J. Koopmans 22 stemmen,
W. Fransen 22
D. Lautenbach 1 stem.
voor plaatsvervangende leden:
op den heer P. A. Wilhelmij 21 stemmen,
L. de Jong
22
Benoemd zijn alzoo
tot voorzitter: de heer C. L. B. J. Feitz,
tot ledende heeren J. Koopmans en W. Fransen,
tot plaatsvervangende leden: de heeren P. A. Wil
helmij en L. de Jong.
3. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente
school no. 12 (vacature J. H. Voort).
Uitgebracht zijn 23 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer G. Steegstra, 19 stemmen.
H. J. Westerhuis 3
C. Sijperda 1 stem.
De heer G. Steegstra is alzoo benoemd.