288 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1911.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
A. Burg en J. E. Kuipers alhier en W. B. van der
Meer te Huimm recht van opstal te verleenen op ge
meente-eigendom aan het Vliet, ten behoeve van hunne
schiphuizen.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adressen, onderscheidenlijk van 7 Augustus en
4 September 1911 hebben W. B. van der Meer te
Huizum en J. E. Kuipers alhier aan Uwe Vergadering
vergunning gevraagd tot het hebben van schiphuizen
op het kadastrale perceel der gemeente sectie G no.
7193 en verhuurd bij de boereplaats op Ivleijenburg.
De bedoeling is dat de beide schiphuizen, de een groot
4.50 X lö en de ander 7 X 20 Meter, gesticht zullen
worden onmiddellijk aan elkaar grenzende en dadelijk
naast dat van A. Burg, hetwelk krachtens raadsbesluit
van 27 Juni ld. uo. 231R/122 aldaar is opgericht.
Ook in de onderwerpelijke gevallen zal o. i. sprake
moeten zijn van een recht van opstalde bestaande
schiphuizen aldaar zijn eveneens op in opstal ver
kregen grond gebouwd en met de aan de uitgifte te
verbinden gebruikelijke voorwaarden, waarmede wij
adressanten vooraf in kennis hebben gesteld, hebben
zij zich vereenigd.
De toegang tot de gebouwtjes wordt gevormd door
een strook grond ter breedte van 1 Meter, die om
het schiphuis van Jhr. van Sminia heen loopt naar
dat van den heer Burg. Deze laatste, aan wien bij
ons besluit van 8 Juli 1911, ter uitvoering van het
raadsbesluit van 27 Juni te voren, de strook in gebruik
gegeven was, is bereid dat gebruik te deelen met de
adressanten, doch, opdat ook de heer Kuipers zijn
gebouwtje behoorlijk zal kunnen bereiken, moet hem
voor dit doel mede nog het aansluitend perceel no. 8826
in opstal gegeven worden. Van de gelegenheid dient
dan regelmatigheidshalve gebruik te worden gemaakt
aan den heer Burg zijn pad niet in gebruik te laten,
maar ook dit recht door het zakelijk opstalrecht te
vervangen. De verschuldigde vergoeding kan als
gewoonlijk per schiphuis f 10.zijn voor de als
pad uitgegeven gedeelten naar evenredigheid minder
en dus f 3.50.
Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
a. aan W. B. van der Meer te Huizum tot weder
opzeggens toe tegen een jaarlijksch recht van ƒ10.—
in opstal af te staan, om ter plaatse een schiphuis
te bouwen, het kadastrale perceel sectie G no. 8821,
bekend als bouwterrein, groot 73 cA.
b. aan J. E. Kuipers alhier tot wederopzeggens
toe tegen een jaarlijksch recht van 13.50 in opstal
af te staan de kadastrale perceelen nos. 8822, bouw
terrein, groot 140 cA., om daarop een schiphuis te
bouwen en 8826, pad, groot 33 cA., als toegang tot
dat schiphuis, beide in sectie G
c. aan A. Burg alhier tot wederopzeggens toe
tegen een jaarlijksch recht van 3.50 in opstal af
te staan het kadastrale perceel no. 8827 in sectie G,
pad, groot 25 cA., als toegang tot het hem krachtens
raadsbesluit van 27 Juni 1911 no. 231R/122 ten be
hoeve van den bouw van een schiphuis in opstal
gegeven perceel, kadastraal in sectie G no. 8820,
zulks wat de besluiten sub a en b betreft onder
de navolgende voorwaarden
1. de uit te graven grond moet door en voor
rekening van adressant worden vervoerd naar plaatsen
door of vanwege den Directeur der gemeentewerken
aan te wijzen en aldaar volgens diens aanwijzing
verwerkt
2. de boorden van het Vliet naast het te bouwen
schiphuis moeten ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders over eene lengte vau 1 M. wederzijds
behoorlijk door en ten koste van don opstalhouder
tegen grondafslag beveiligd worden en blijven
3. het voetpad bij het schiphuis moet door den
opstalhouder ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders aangelegd, onderhouden, gebruikt en des
noodig van het omringende land afgescheiden worden
en blijven
4. binnen twee maanden na het eindigen van het
recht moet door don opstalhouder het schiphuis en
hetgeen er zich verder op den in opstal bezeten grond
bevindt geheel verwijderd, de daarvoor gemaakte sloot
geheel met zand of kleigrond gedempt en aan de zijde
van het Vliet en van de eventueel naast liggende
sloot tegen uitzakking of uitspoeling van grond de
noodige versterking aangebracht zijn, een en ander
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
5. het verschuldigde recht moet bij vooruitbetaling
jaarlijks vóór of op den 15 December, voor het eerst
vóór den 1 Februari 1912, ten kantore van den ont
vanger dezer gemeente worden betaald
6. door adressanten moet vóór 1 Januari 1912 de
huurder van het terrein over het loopende huurjaar
schadeloos gesteld worden voor gomis van genot,
welke schadeloosstelling volgens de betrekkelijke
huurovereenkomst wordt berekend en bestaat in twee
maal de som, welke als huur voor het afgestane ter
rein geacht moet worden verschuldigd te zijn, zijnde
in totaal voor adressant van der Meer i .22 en voor
adressant Kuipers 2.90. De door den huurder
daarvoor af te geven kwitantie moet dadelijk na die
afgifte aan Burgemeester en Wethouders worden
overgelegd.
O O
en wat het besluit sub c. aangaat onder de navol
gende bepalingen
1. het voetpad moet door den opstalhouder ten ge
noegen van Burgemeester en Wethouders worden
aangelegd, van het omringende land afgescheiden,
onderhouden en gebruikt
2. binnen twee maanden na het eindigen van het
gebruik moet door den opstalhouder het voetpad ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders worden
opgeleverd
3. de kosten van uitmeting van het terrein door
een landmeter van het kadaster komen ten laste van
den opstalhouder
4. de verschuldigde recognitie moet door den
opstalhouder bij vooruitbetaling jaarlijks vóór of op den
15 Juli ten kantore van den ontvanger dezer gemeente
worden betaald
5. door den opstalhouder moet vóór den 1 Januari
1912 de huurder van het terrein over het loopende huur
jaar schadeloos gesteld worden voor gemis van genot,
welke schadeloosstelling volgens de betrekkelijke
overeenkomst wordt berekend en bestaat in tweemaal
de som, welke als huur voor het afgestane terrein
geacht moet worden verschuldigd te zijn, zijnde in
totaal 1De door den huurder daarvoor af te
geven kwitantie moet dadelijk na die afgifte aan
Burgemeester en Wethouders worden overgelegd.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
S. Bloemhof een gedeelte van de openbare straat vóór
zijn perceel Wirdumerdijk no. 32 aan de zijde van het
Éuiterskwartier in gebruik af te staan voor het uitbrei
den der stoep.
Dit voorstel luïdt als volgt
Van S. Bloemhof, alhier, ontvingen wij het hierbij
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1911. 289
overgelegde adres, waarbij hij verzoekt aan de stoep
vóór zijn perceel Wirdumerdijk no. 32 aan de zijde
van het Ruiterskwartier eene uitbreiding op gemeente
grond te mogen geven, als op de mede hierbij ge
voegde teekening is aangeduid.
De Gemeentelijke Inspecteur voor het Woningtoe
zicht gaf in overweging den bedoelden grond aan
den adressant in eigendom af te staan tegen eene
koopsom, berekend naar 25.per MA Met den
Directeur der Gemeentewerken zijn wij echter van
oordeel, dat deze afstand van grond op een druk
verkeers- en een centraal punt als daar ter plaatse
moet worden ontraden en wij geven, in overeenstem
ming met zijn advies, er dus de voorkeur aan het
terrein in gebruik af te staan. Het bedrag der ver
goeding ad f 3.door dien ambtenaar voorgesteld,
achten wij evenwel in geene goede verhouding tot
de waarde van den grond, waarom wij eene recog
nitie van 10.per jaar zouden willen heffen,
waarmede de heer Bloemhof, zoowel als met de
andere te stellen voorwaarden, blijkens zijn schrijven
van 17 November accoord gaat.
Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij
de eer U voor te stellen te besluiten
aan S. Bloemhof alhier en zijne rechtverkrijgenden
ten behoeve van het aanbrengen van een stoep vóór
zijn perceel Wirdumerdijk no. 32 aan de zijde van
het Ruiterskwartier tot wederopzeggens in gebruik af
te staan een gedeelte van de openbare straat aldaar,
als nader op de overgelegde teekening is aangeduid,
onder voorwaarde
1. dat de stoep nimmer door een hek van de
openbare straat worde afgescheiden
2. dat de bestratingsmaterialen, ter plaatse waar
de stoep zal worden aangelegd, ten koste van adres
sant moeten worden opgenomen en vervoerd naar
een daartoe aan te wijzen plaats binnen de gemeente
3. dat, indien het gebruik van den gemeentegrond
wordt opgezegd, deze door en voor rekening van
adressant of zijne rechtverkrijgenden binnen drie
maanden na die opzegging in den toestand van de
omringende openbare straat worde gebracht.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. Prac-udvies van Burgemeester en Wethouders in
zake het adres van Th. Zandleven, om hem een strook
grond en halve sloot ten noorden van het kadastrale
perceel sectie G no. 857S aan de Bisschopstraat in erf
pacht af te staan.
Dit prae-advies luidt als volgt
Th. Zandleven, koopman alhier, verzoekt in erfpacht
te mogen ontvangen een strook grond en halve sloot
ten noorden van Blok XXI der terreinen aan de
noordzijde van het Nieuwe Kanaal. Het is het ge
deelte, op de bij het adres gevoegde teekening rood
gearceerd, grenzende ten noordwesten aan dat vak
van de Bisschopstraat, dat uitkomt op de Wijbrand
de Geeststraat en zal één geheel uitmaken met het
terrein, dat door ons college kort geleden aan adres
sant overeenkomstig de bepalingen van uitgifte pro
visioneel is toegewezen.
Het kan, zooals destijds bij de uitgifte van dezen
laatsten grond is vastgesteld, voor de waarde van
3.— per M'2., canon 47a worden afgestaan en
dan op dezelfde voorwaarden als voor het door Bur
gemeester en Wethouders toegewezen perceel zullen
gelden.
Het is op grond van bovenstaande dat wij U voor
stellen te besluiten
aan Th. Zandleven, koopman alhier, naar de waaide
van 3.per M2. in erfpacht af te staan, zulks op
de voorwaarden, voor zoover toepasselijk, welke voor
het hem door Burgemeester en Wethouders provisioneel
in erfpacht toegewezen kadastrale perceel, sectie G
no. 8578, zullen gelden, een strook grond en water,
onmiddellijk ten noorden aan voormeld perceel gren
zende en gelegen ten noordwesten van het gedeelte
Bisschopstraat, dat op de Wijbrand de Geeststraat
uitkomt, ter grootte van 180 M2., de juiste grootte
nader door een landmeter van het kadaster op te
meten, naar een canon van 472 de kosten, vallende
op de uitmeting, de akte en een notarieel afschrift
daarvan ten behoeve van het gemeentearchief, voor
rekening van den erfpachter.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
met het pensioenfonds van weduwen en weezen van
burgerlijke ambtenaren eene onderhandsche geldleening
aan te gaan tot een bedrag van f 654,000.d
(Bijlage no. 33).
De beraadslaging wordt geopend,
De heer G. W. Koopmans kan zich volkomen ver
eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, zoodat hij den Wethouder van fiinanciën
reeds dadelijk gerust kan stellen, wat sprekers stand
punt betreft. Spreker heeft met genoegen de bij
liggende stukken gelezen ook wat betreft de bereke
ning der aflossing en de rente. Het komt hem alleen
voor dat sommige jaren ten opzichte der aflossing
wat zwaar worden gedrukt tegenover andere. In
1949 en 1953 b.v. zal er 19,000.en in 1954
slechts 8,000.worden afgelost. Die tijd ligt
echter nog zoover in het verschiet dat spreker zich
noch illusies zal maken noch pessimistisch gestemd
zal worden. Wat de leening betreft het is zoo goed
als uitgesloten dat zij zal worden geconverteerd in
een 3 zooals met die van 1906 is gebeurd, omdat
bij vervroegde aflossing 1 °/o boete moet worden be
taald. Sprekor zal daarover heen stappen omdat het
hem voorkomt dat de rentestand in de eerstvolgende
jaren wel niet zooveel lager zal worden.
In de laatste alinea van pag. 331 staat„van het
jaar" enz. Spreker zou daarvoor willen lezen „van
ieder jaar" enz.
Verder is in deze alinea bepaald dat de coupons
ook betaalbaar gesteld worden bij de Kasvereeniging
te Amsterdam. Deze bepaling zal zeker zijn over
genomen uit de vroegere plannen van leening. Spre
ker is van oordeel dat dit in dit geval niet noodig
is. De gemeente heeft toch altijd eenige kosten.
Wanneer de coupons alleen betaalbaar worden gesteld
bij den gemeente-ontvanger, is het overzicht veel ge
makkelijker. Wanneer er dus bij den Wethouder
geen bezwaar bestaat de betaalbaarstelling bij de
kasvereeniging te schrappen, zou spreker willen voor
stellen daartoe over te gaan. Overigens kan hij zich
wel met het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders vereenigen.
De heer Komter (wethouder) zegt, dat de betaal
baarstelling der coupons bij de Kasvereeniging is
overgenomen uit een vorig leeningsplan, waarin deze
bepaling was opgenomen ten gerieve van elders
wonende inschrijvers.
Ten opzichte van de te betalen 1 °/o vergoeding