Vergadering van Dinsdag 9 Januari 1912.
4. bericht van mr. J. A. Stoop, dat hij de be
noeming tot curator van het gymnasium aanneemt
XXXIV Alpkabetisch register op liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1912,
22 Wijziging van artikel 64 der algemeene politie-verordening voor de gemeente
LeeuwardenI 161
23 Tramaanleg naar Suameer (bijlagen nos. 12 van 1908, 28 van 1909, 7 en 24 van
1910, 11 en 32 van 1911)168
24 Invoering van eene belasting krachtens artikel 240 j. der Gemeentewet i 165
25 Oprichting van eene bad- en zweminrichting169
26 Verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectien van den Raad omtrent het
verhandelde over de ontwerp-begrootingen voor 1913 fbijlagen no. 28 van 1912 en
nos. 1, 2 en 3 van 1913)171
27 i Herziening van de verordening, regelende het geneeskundig onderzoek van personen,
die in aanmerking komen voor aanstelling in den dienst der gemeente en van
hare instellingen (gemeenteblad no. 49 van 1905)
28 J Memorie van Antwoord op het sectieverslag omtrent de ontwerp-begrootingen van
de gemeente, de gasfabriek en het electriciteitbedrijf voor 1913 (bijlagen nos. 26
van 1912 en 1, 2 en 3 van 1913)
29 Wijziging van de verordening tot vaststelling van het getal en de jaarwedden der
leeraren enz. aan het gymnasium (gemeenteblad no. 11 van 1910) en van de ver
ordening voor het gymnasium (gemeentebladen nos. 44 van 1905, 10 van 1906
en 19 van 1908) (bijlage no. 32)
30 Wijziging der instructie voor den gemeente-ontvanger (gemeenteblad no. 37 van 1911)
31 Wijziging van onderscheidene verordeningen, het lager onderwijs betreffende (bijlagen
j nos. 7, 21, 28 en 37 van 1911)
32 Wijziging van de jaarwedden-verordeningen voor de leeraren enz. aan het gymnasium
(gemeentebladen nos. 11 van 1910 en 26 van 1912) en van de verordening voor
het gymnasium (gemeentebladen nos. 44 van 1905, 10 van 1906, 19 van 1908 en
25 van 1912) (bijlage no. 29)
33 Verordening op de winkelsluiting
34 Wijziging der verordening regelende de inrigting van het personeel der politie in
de gemeente Leeuwarden (gemeentebladen nos. 13 en 23 van 1912) (bijlagen nos.
9 en 19)
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1912. 1
Tegenwoordig eerst 20, later 21 leden, te weten
e heerenFransen, Tulp, van der Kooi, Wilhelmij,
oosmnn, G. V;. Koopmans, J. Koopmans, Oosternoff,
an Messel, de Jong, Hartelust, Feddema, Feitz,
autenbach, Menalda, Burger, Haverschmidt, Vonck,
omter en Schoondermark.
Later de heer Beucker Andreae.
Afwezig met kennisgeving de heerenBerghuis,
eekhuis en Tijsma.
Zonder kennisgeving de heer Zandstra.
Voorzitter: de heer rnr. J. A. X. Patijn, Burge-
eester.
I. De Voorzitter vraagt of de leden ook aanmer
ingen hebben op de notulen van de vergaderingen
an 19 en 22 December 1.1.
De heer Menalda heeft zich in de vergadering van
9 December verklaard tegen art. 25 van de veror-
ening op het scheidsgerecht. Hij heeft in de notulen
elezen dat art. 25 met algemeene stemmen is vastge-
teld. Gaarne zou spreker in de notulen hebben
ermeld dat hij tegen heeft gestemd.
Met deze wijziging worden de notulen van 19 Decem-
er en onveranderd die van 22 d.a.v. vastgesteld.
II. De Voorzitter zegt hierna het volgende
Mijne Heeren
Alvorens over te gaan tot de werkzaamheden, wil
k onder Uwe aandacht brengen, dat het de eerste
'eer is in dit jaar is dat wij te zamen komen. Ik
ensch U een goede gezondheid en alle mogelijke
oorspoed voor U en Uwe gezinnen. Ik denk hierbij
ook aan hen, die in het afgeloopen jaar zoo bijzonder
zwaar in hun gezin zijn getroffen.
In het afgeloopen jaar is er veel belangrijks tot stand
gebracht. Als ik het gemeenteblad opsla, zie ik, dat
daar is gekomen een gemeentelijke keuringsdienst, dat
er besluiten zijn genomen ten opzichte van de tram,
dat tot stand is gekomen de uitbreiding van de veemarkt
en de reorganisatie der Bank van Leening, dat in
grijpende wijzigingen zijn gebracht in de verorde
ningen op het Lager Onderwijs nog niet alle in
Averking, maar dat is niet de schuld van den Raad
dat de voorbereidende werkzaamheden zijn aange
vangen voor het electrisch bedrijf en dat voorberei
dende maatregelen zijn genomen voor de inwerking
treding van het Werkliedenreglement.
Ik hoop ook dit jaar veel beslag te leggen op Uw
tijd en kracht. Er is veel werk. Niet zonder zorg
ga ik het nieuwe jaar in. Er hangt een wolk, een
dreigende wolk aan den horizon, en dat is die, waar
de wethouder van financiën zoo nu en dan, niet altijd
met evenveel succes, op wijst. Ik geloof dan ook
Avel dat er reden is om wat meer op de dubbeltjes
te letten. De financieele toestand der gemeente is
zoo, dat de Raad zich wel rekenschap zal mogen
geven van de geldelijke gevolgen zijner besluiten.
Er is reden tot voorzichtigheid, echter niet tot som
berheid, want er zijn teekenen, die wijzen op toe
nemende welvaart en daar komt het ten slotte op aan.
Ik ga dan ook desniettemin met opgewektheid het
nieuwe jaar in en daartoe is te meer aanleiding,
omdat er tusschen den Raad en het Dagelijksch
Bestuur een geest van samenwerking heerscht, die
voor mij, als nieuw opgetredene, van groote waarde
is en waarvan ik met erkentelijkheid gewag maak.
Ik hoop, dat die goede verhouding in 1912 zal
worden bestendigd en wij, te zamen arbeidende, veel
tot stand zullen brengen dat zal strekken tot ver
hooging van den bloei der gemeente.
III. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
a. de gemeente-begrooting, dienst 1912;
b. de raadsbesluiten dd. 30 October 1.1. tot het
aangaan van eene tijdelijke geldleening ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld en tot belegging
van gelden op het grootboek der Nationale Schuld
c. het raadsbesluit dd. 28 November 1.1., gewijzigd
bij besluit van 22 December d.a.v. tot het aangaan
van eene onderhandsche geldleening ad 645,000.
met het pensioenfonds voor weduwen en weezen van
burgerlijke ambtenaren
d. de raadsbesluiten dd. 19 December 1.1., be
treffende wijziging der gemeente-begrooting, dienst
1911, uitgifte in erfpacht en gebruik van grond aan
den Stienserweg, overdracht van de huur van het
gardeniersland „het Homeland" door J. Nieuwenhuis
aan II. S. Iiitman en onderhandsche verlenging der-
overeenkomsten omtrent het gemeentelijk drukwerk
met de firma N. Miedema en Co. voor den tijd van
één jaar
2. dankbetuiging van E. van Dijk, tijdelijk te
Maastricht, voor zijne benoeming tot directeur der-
gemeentelijke electrische centrale alhier en van J.
Soutendam alhier voor zijne verhooging van jaar
wedde als directeur der stadsreiniging
8. procesverbaal van de opneming van de boeken
en de kas van den gemeenteontvanger op 28 Decem
ber 1911
5. rapport van do verificatie der boekhouding
aan de gemeentelijke gasfabriek over het derde kwar
taal 1911.
De mededeelingen 15 worden voor kennisgeving
aangenomen
6. adres van het bestuur \Tan den Frieschen Bond
van Vergunninghouders waarbij het, naar aanleiding
van het adres van het Plaatselijk Drankweercomité
om over te gaan tot vaststelling van eene verordening
als bedoeld bij artikel 7 der Drankwet, verzoekt te
verhoeden, dat de vergunninghouder in zijn bedrijf
nog meer dan thans aan banden wordt gelegd.
Zal bij de stukken worden gevoegd
7. alsvoren van F. A. Alten te Bergen op Zoom,
houdende verzoek om de standplaatsen gedurende de
kermis slechts voor één jaar te verpachten en daarbij
een z.g.n. rodelbaan niet uit te sluiten.
Zal bij de stukken worden gevoegd die heden onder
punt 7 aan de orde zijn gesteld;
8. alsvoren van J. Tamminga te Franeker betref
fende hot hem toekomende van eene door hem in
1883 op de Beurs alhier gevonden portefeuille met
geldswaarde.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd;
9. alsvoren van J. Nieuwenhuis, huurder van het
gardeniersland het Hinneland, om hem alsnog eene
vergoeding toe te kennen voor do meerdere waarde
van vruchtboomen en struiken dan die bij den aan
vang der verhuring bedroeg.
Onder verwijzing naar het raadsbesluit van 19
December 1.1. en het desbetreffend voorstel van Bur
gemeester en Wethouders wordt voorgesteld eene
afwijzende beschikking te nemen.
De heer de Jong heeft met Nieuwenhuis gesproken
en deze heeft hem medegedeeld, dat hij indertijd het
huurcontract heeft geteekend onder belofte van her
taxatie en dat hij bij eene eventueele meerdere
waarde daarvan het voordeel zou hebben. Wanneer
hem die belofte niet was gedaan zou hij het huur-