Vergadering ïan Dinsdag 23 Januari 1912. 6 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1912. en ten slotte het voorstel in zijn geheel worden met algemeene stemmen aangenomen. VL De Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Boosman tot het stellen zijner vraag, vreemd aan de orde van den dag. De heer Boosman dankt den Raad voor het hem verleende verlof. In de vergadering van 19 December is aan de orde ge weest de regeling van het salaris van den len klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger. De heer Berg huis en spreker hebben toen voorgesteld het salaris in plaats van op 750.1000.te bepalen op f 750.f 1200.Daarbij werd door hen tevens verzocht, het salaris al dadelijk vast te stellen op f 1000.in plaats van op f 900.zooals in het voornemen van Burgemeester en Wethouders lag. Dit laatste werd verzocht omdat het salaris thans reeds 900.bedraagt en de le klerk van dat bedrag voortaan een pensioensbijdrage moet betalen, waar door hij, wat betreft de werkelijk door hem te ont vangen som, achteruit gaat. Bij de bestrijding van bedoeld voorstel werd door den Wethouder onder meer medegedeeld, dat uit een schrijven van den gemeente-ontvanger, dat hij voor zich had, bleek dat het tegenwoordig salaris f 850.bedraagt en de le klerk dus, behalve zijn pensioen, ook nog in salaris vooruit gaat. Spreker was door deze mededeeling ontwapend en hij moest dus zwijgen. Na afloop der vergadering heeft spreker zich nader op de hoogte gesteld en zich tot den gemeente ontvanger gewend, die hem mededeelde, dat het schrijven door den heer Komter bedoeld, dateert van 6 September 1910 en dat het salaris van den eersten klerk sedert 1 Januari 1911 werkelijk 900.— be droeg. Waar het voorstel van den heer Berghuis en spreker is verworpen met 13 tegen 12 stemmen en het mogelijk is, dat er, wanneer het bekend ware geweest, dat dit salaris f 900.bedroeg, een of meer leden anders zouden hebben gestemd, waardoor de beslissing anders zoude zijn uitgevallen, vraagt spreker of het den heer Komter bekend was, dat Algra sedert 1 Januari 1911 f 900.genoot. De heer Komter (wethouder) heeft wat de laatste vraag betreft, geen andere gegevens dan die uit de stukken. Daaruit is gebleken dat Algra f 850.— salaris had. Spreker had geen aanleiding om naar de juistheid van dat door den ontvanger genoemde cijfer te informeeren, want bij Burgemeester en Wet houders was het salaris, dat in den brief was aange geven, een bijkomstige zaak, daar zij de salarisrege ling van den eersten klerk bij den gemeenteontvan ger hebben vastgesteld overeenkomstig die van de gelijksoortige ambtenaren bij Openbare Werken en van de gasfabriek. Dat is de basis geweest voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De be wering van den heer Boosman, dat Algra er op ach teruit zou zijn gegaan, verliest veel van hare waarde wanneer men bedenkt, dat Algra, nu hij gemeente ambtenaar is, in de eerste plaats met drie jaar ver hooging kan krijgen en in do tweede plaats vroeger, als hij zich een pensioen had willen verzekeren, daar voor wel drie a viermaal zooveel had moeten betalen als thans het geval is. De heer G. W. Koopmans was er ook voor, dat Algra meer salaris kreeg dan Burgemeester en Wet-I houders hadden voorgesteld. Spreker heeft dit in de vergadering, waar deze zaak ter sprake is geweest, toegelicht, maar hij heeft vergeten te zeggen, datl Burgemeester en Wethouders reeds in 1903 van oordeel waren dat het salaris van den eersten klork ten kantore van den gemeente-ontvanger minstens 900.moest bedragen. Spreker heeft dit nog even willen mededeelen om Burgemeester en WTethouders op de hoogte te stellen van wat er vroeger is omgegaan. De heer Boosman dankt den Wethouder voor diensj uiteenzetting. Spreker wil dit nog mededeelen, dat! bij hem de indruk was gewekt, dat het voorlezen! van het schrijven dienst heeft gedaan om sprekers! voorstel te bestrijden. Spreker zal er thans niets meer van zeggen. Hiermede is de interpellatie afgeloopen. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1912. 7 Tegenwoordig 19 leden, te weten de heerenJ. Koopmans, Fransen, Wilhelmij, Schoondermark, Tulp, Lautenbach, van Messel, Zandstra, Vonck, Hartelust, G. W. Koopmans, Boosman, Tijsma, Burger, Oosterhoff, Haverschmidt, Feitz, Menalda en Komter. Afwezig 6 leden, waarvan met kennisgeving de heerenFeddema, Beucker Andreae, Beekhuis en van der Kooi. Zonder kennisgeving de heerende Jong en Berghuis. Voorzitterde heer mr. J. A. N. Patijn, Burgemeester' I. de notulen der op Dinsdag 9 Januari 11. gehouden vergadering worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 19 December 1.1. tot ver huring van het perceel weiland bij den verschwater- vijver aan den Westersingel aan H. A. Vosman en van de herberg „de Bleek" c. a., aan de wed. G. P. Klopma, geboren B. de Boer b. die van den 9 Januari 1.1. tot wijziging der -'gemeentebegrootingen, diensten 1911 en 1912 2. dat bij Koninklijk Besluit van 12 Januari 1.1., no. 23, is goedgekeurd de wijziging der bestaande Iverordening tot het heffen van schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 December 1911 3. bericht van mr. L. D. W. Losecaat Vermeer, dat hij de benoeming tot voorzitter van het scheids gerecht aanneemt; 4. verslagen van de door Burgemeester en Wet houders gebrachte bezoeken aan het Nieuwe Stads Weeshuis, het Armhuis en de Stads Bank van Leening. De mededeelingen 14 worden voor kennisgeving aangenomen 5. adres van A. Posthumus te Rijperkerk om een gedeelte van de sloot, die zijn bouwterrein van den Lekkumerweg scheidt, over eene lengte van 20 M. te mogen dempen en hem uitweg naar dien weg te verleenen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 6. adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap om niet thans, doch in den loop van dit of het volgende jaar over te gaan tot wijziging der verordening, regelende de jaarwedden van het onderwijzend per soneel aan de scholen voor openbaar lager onderwijs alhier. Zal bij de stukken worden gevoegd 7. dat Burgemeester en Wethouders: a. hebben benoemd tot secretaris van het scheids gerecht, den heer mr. D. van Weideren baron Rengers b. tot zijn plaatsvervanger den commies-redacteur ter secretarie c. provisioneel in erfpacht hebben toegewezen aan H. Walta pl. m. 162 M2. van blok VII der bouwter reinen aan de oostzijde van Oldegalileën, waarde 1053.canon 42.12. De mededeeling wordt voor kennisgeving aange nomen. III. De Voorzitter deelt verder mede dat is inge komen eene uitnoodiging van het bestuur der ver- eeniging „De Friesche Bouwkring", tot bijwoning eener vergadering op Donderdag 25 Januari e.k., 's avonds 8 uur, in het Friesch Koffiehuis, waar de heer G. Versteeg, Adjunct-Directeur van Gemeentewerken te Arnhem, een lezing zal houden over slachthuisbouw. Ieder der leden gelieve deze uitnoodiging te be schouwen als persoonlijk tot hem gericht. IV. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met wijziging der verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente (gemeente blad no. 23 van 1911), aan de herhalingsschool voor meisjes een derde leerjaar toe te voegen. Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. 2. Alsvoren om met A. Elzinga eene regeling te treffen ten aanzien van de huurbetaling van de door hem bewoonde gemeentelijke woning Oostersingel 116, die hem tegen 12 Mei 1912 is opgezegd. 3. Alsvoren om den eervol ontslagen werkman bij de gemeentewerken, H. de Roos, een pensioen uit de gemeentekas te verleenen ad 235.'s jaars. De stukken 2 en 3 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. 4. Alsvoren om van het bepaalde bij artikel 25, 2e lid, van het Werkliedenreglement voorshands tijde lijk af te wijken, voor zoover betreft de 32 achter eenvolgende rusturen voor de werklieden aan de gemeentelijke gasfabriek, vallende onder het drie- ploegenstelsel. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van W. Fransen Ilzn. om hem te doen terugbetalen sommige kosten door hem gemaakt bij de blussching van den brand te zijnon huize op 5 Augustus 1911. 6. Alsvoren op het adres van A. van der Meulen, aannemer van het onderhoud van straatkolken enz., gedurende 1909 tot en met 1911, om hem te veel betaalde kosten voor bestrating terug te geven. De stukken 5 en 6 zullen in eene volgende ver gadering worden behandeld. 7. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van Strafverordeningen tot intrekking van de veror dening op de pubieke vrouwen en de huizen van ontucht (gemeenteblad 1876, no. 16, gewijzigd bij gemeentebladen 1887, no. 10 en 1893, no. 6). Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van twee onderwijzers aan gemeente school no. 10 (vacatures S. Metz en J. G. Broersma). De heer Wilhelmij wenscht, alvorens tot de benoeming wordt overgegaan, een vraag te stellen. Spreker heeft gezien dat een onderwijzer, die door het hoofd der school uitstekend was bevonden, geheel is weggelaten van de voordracht. Hij vraagt of daarvoor gegronde redenen bestaan. Den heer Schoondermark (wethouder) spijt het, dat de heer Wilhelmij die vraag doet. Spreker had liever gehad dat dit raadslid hem daar persoonlijk naar had gevraagd. Wat de heer Wilhelmij zegt is echter wel meer voorgekomen, maar spreker kan in deze open bare vergadering de reden ervan niet mededeelen. Hij is evenwel bereid den heer Wilhelmij, als deze zijn verlangen daartoe te kennen geeft, persoonlijk in te lichten. De heer Wilhelmij is tevreden. Het ware dan echter beter geweest dat de naam van dien onderwijzer in het geheel niet op de voordracht ware geplaatst. Er is nu alleen een potloodstreep door gehaald en het ware wenschelijk geweest daaromtrent iets mede te deelen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 1