Alsvoren tot onbewoonbaarverklaring van 20 De stukken 12 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Voordracht voor de benoeming van een onder wijzer aan gemeenteschool no. 4, vacature D. Coster 1. K. Postma, onderwijzer aan gemeenteschool no. 7, alhier 2. G. G. Ellerbroek, id. aan gemeenteschool no. 10. 3. J. S. E. Zwart, tijdelijk onderwijzer aan ge meenteschool no. 4 alhier. 4. Alsvoren voor de benoeming van een onder wijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 6 (vacature mej. J. Visser) 1. Mej. W. A. de Vries te Leeuwarden. 2. H. J. F. Mekking 3. T. Westerhuis 5. Alsvoren voor de benoeming van een onder wijzeres aan gemeenteschool no. 9 (vacature mej. I. Kniepstra) 1. Mej. J. Schultz te Leeuwarden 2. L. Lijn 3. P. Blok, zich noemende en schrijvende P. van Dijk Blok te Leeuwarden. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan dr. H. D. Verdam op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als conrector van- en leeraar aan het Gymnasium alhier. 7. woningen. 8. Alsvoren, om in het belang van stelselmatige be bouwing, bouwverbod te leggen op strooken grond aan het verlengde gedeelte der Pieterseliestraat, kad. bekend sectie F, no. 2885, 1278 en 1279. 9. Alsvoren om den pensioengrondslag vast te stellen van mej. M. Hartstra, als leerares in de gym nastiek aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van het Hoofdbestuur der vereeniging „Nosokómos", Nederlandsche vereeniging tot bevor dering der belangen van verpleegsters en verplegers, om aan de inwonende verplegenden in de gemeente lijke ziekeninrichtingen tijdens hunne vacantie 1. daags voor kost en inwoning te vergoeden. 11. Alsvoren betreffende het adres van H. Bender en andere veehandelaren om verlaging van het markt- geld voor biggen en varkens en voorstel tot wijziging der verordening tot het heffen van markt- en weeg- gelden voor het gebruik van de veemarkt en van de daarop geplaatste weegtoestellen (gemeenteblad no. 30 van 1909). De stukken 311 zullen in eene volgende vergade ring behandeld, die sub 8 en 11 als bijlagen worden gedrukt en bij de leden rondgezonden. IY. Rapporten. De heer van Messel rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten en uitgaven der Stads-Bank van Leening, dienst 1913, geene aanleiding heeft ge vonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 102,810.—. De Voorzitter stelt voor de begrooting en het rap port, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid, in eene volgende ver gadering in behandeling te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Beucker Andreae rapporteert namens de reclame-commissie, dat deze commissie gereed is met een rapport omtrent een 100-tal reclames. Spreker stelt voor dit rapport als gelezen te beschouwen en het in eene volgende vergadering in behandeling te 164 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1912. I Versiag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1912. 165 nemen. De Voorzitter stelt voor te besluiten overeenkomstig het voorstel der commissie. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. Y. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Stads-Ziekenhuis, dienst 1913. De conclusie van dit rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 2. Benoeming van leden der stembureaux voor de verkiezing van leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken. Benoemd worden de heeren C. L. B. J. Feitz met 20 en P. A. Wilhelmij met 19 stemmen. Op den heer N. T. Haverschmidt is 1 stem uit gebracht. 3. Benoeming van leden der stembureaux voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad in het 11e en 111e kiesdistrict. Benoemd worden in het 2e kiesdistrict tot voorzitterde heer J. Oosterhoff W.Jz. met 20 stemmen tot leden de heeren W. Fransen met 19 stemmen, L. Zandstra 20 tot plaatsvervangende leden de heeren: J. Berghuis met 20 stemmen P. A. Wilhelmij 19 in het 3e kiesdistrict, le stemdistrict tot voorzitterde heer J. A. A. Schoondermark met 20 stemmen tot leden de heeren N. T. Haverschmidt met 20 stemmen, S. Tulp 20 tot plaatsvervangende leden de heeren Mr. J. W. Tijsma met 20 stemmen, G. W. Koopmans 20 in het 3e kiesdistrict, 2e stemdistrict tot voorzitterde heer C. L. B. J. Feitz met 20 stemmen tot leden de heeren: J. Koopmans met 20 stemmen, S. J. van Messel 20 tot plaatsvervangende leden de heeren D. Lautenbach met 20 stemmen, J. Boosman 20 4. Benoeming van een marktmeester der veemarkt. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen wenscht naar aanleiding van dit punt een vraag te stellen. Het betreft niet de per sonen die op de voordracht voorkomen, maar in het antwoord van Burgemeester en Wethouders zouden namen kunnen worden genoemd. Hij weet daarom niet of het wenschelijk is de deuren te sluiten. De Voorzitter kan dat nu ook niet beoordeelen. De heer Fransen moet daartoe de vraag eerst stellen. Den heer Fransen is het opgevallen dat op de voordracht de naam voorkomt van iemand, die niet heeft gesolliciteerd. Uit de 160 sollicitanten zijn er twee op de voordracht geplaatst, die ook voor de betrekking in aanmerking komen, maar degene die no. 1 staat, heeft niet gesolliciteerd. Spreker zou I daarvan gaarne de reden willen weten. De Voorzitter ziet geen reden om de deuren te sluiten en zegt dat de nos 2 en 3 niet ongeschikt zijn voor de betrekking anders zouden ze niet op de voordracht zijn geplaatst maar dat Burge meester en Wethouders den als no. 1 voorgedragene geschikter achten. Spreker meent dat de omstandig heid dat deze persoon niet heeft gesolliciteerd, geen beletsel is om hem voor te dragen. Burgemeester en Wethouders hebben zich evenwel overtuigd of de bedoelde persoon bereid zou worden bevonden eene eventueele benoeming te accepteeren. Op de des betreffende vraag heeft de betrokkene bevestigend geantwoord. De heer van Messel stelt er prijs op te zeggen, dat de personen die op de voordracht voorkomen, buiten de kwestie blijven en dat het hier alleen gaat om het feitelijke van de zaak. Spreker wil naar aanleiding van het antwoord van den Voorzitter aan den heer Fransen de opmerking maken, dat met dit antwoord de vraag door den heer Fransen gesteld, niet goed tot haar recht is gekomen, of hij heeft deze anders gesteld, dan mis schien in zijne bedoeling lag. Spreker zal de vraag als volgt stellen: Waaraan ontleenen Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid, nadat de lijst der sollicitanten die 163 namen bevatte gesloten is, iemand op de voordracht te plaatsen die niet gesolliciteerd heeft? De heer G. W. Koopmans zegt dat de Raad zich zal herinneren, dat spreker indertijd reeds heeft gezegd dat hij het salaris, aan deze betrekking verbonden, te laag achtte. Nu vindt spreker onder de „redenaties van een Leeuwarder" in de Friesche Courant een stuk dat zijn hart heeft gestolen en dat luidt „Ieder weet, dat de veemarkt in Leeuwarden een goede bron van inkomsten voor onze plaats is en dat zij aan onze stad een bekendheid heeft gegeven tot zelfs ver buiten de grenzen van het rijk. 't Is te begrijpen, dat het levendige verkeer op den week marktdag aan den persoon, die met de regeling en de verantwoording is belast, eischen van bekwaam heid en tact stelt, die men niet in iedereen aantreft. Dit blijkt, nu voor den ontslagen marktmeester een opvolger moest worden gezocht. Ofschoon de vaca ture reeds geruimen tijd loopende was, vernam men van een definitieve voordracht nog niets, hoewel naar ik meen ongeveer 160 gegadigden naar de open gevallen plaats dongen. De voordracht is nu ge komen en bevat als no. 1 ontegenzeggelijk een uiterst geschikt persoon, maar indien we ons niet al te zeer vergissen, is de voorgedragene aangezocht zich beschikbaar te willen stellen. Waaruit zou zijn te concludeeren dat niemand geschikt werd geacht de betrekking naar behooren te vervullen. Nu wil 't mij voorkomen dat dit eigenaardig verschijnsel zijn oor sprong vindt in de onvoldoende bezoldiging. De jaarwedde bedraagt 700.— waarvan 100. wordt gekort voor huur van het door de stad voor den marktmeester aangewezen huis. 't Is te denken dat iemand, die takt en geschiktheid bezit, om als marktmeester een goed figuur te maken, niet tevreden behoeft te wezen met een salaris van 700.Dat kan hij allicht in anderen dienst ook bijspijkeren en meer dan dat. Men zal mij tegenwerpen, dat de betrekking slechts op enkele dagen drukte geeft en dat de marktmeester dus zijn anderen tijd op een of andere wijze productief kan maken. Maar juist in het feit dat in de vrije dagen verdiend moet worden 't geen 't salaris der gemeente te weinig geeft, ligt 't gevaar opgesloten, dat paden worden bewandeld, die anders niet behoefden te worden betreden." De Voorzitter interrumpeert den heer Koopmans en zegt dat het salaris thans niet aan de orde is. De heer G. W. Koopmans vervolgt en zegt te ge- looven dat no. 1 niet heeft gesolliciteerd, omdat het salaris te klein is. Hij had daarom liever gezien dat Burgemeester en Wethouders tot den Raad hadden gezegdwij vinden onder de sollicitanten niet de geschikte, laat ons het salaris verhoogen tot b.v. 900.en een nieuwe oproeping doen. Wanneer er 900.salaris was beloofd dan had z. i. no. 1 wel gesolliciteerd. Spreker vindt 700.te laag. De menschen kunnen daarvoor niet geven wat van hen wordt gevraagd. Spreker stelt het op hoogen prijs, dat het marktmeesterschap in goede handen komt. Het belang van Leeuwarden vordert zulks. De heer Zandstra heeft aan het door den heer G. W. Koopmans gesprokene weinig toe te voegen. Wanneer de mogelijkheid bestond dat er uit de 160 sollicitanten geen geschikt persoon was te vinden, omdat het salaris te laag is daar het niet toereikend is om er alleen van te leven, hadden Burgemeester en Wethouders een oproeping tegen verhoogd salaris kunnen doen. Dan was de vorm gered en had de Vries ook kunnen solliciteeren. Burgemeester en Wethouders zaten in een moeilijk parket. Zij hebben getracht daaruit te komen door de Vries aan te zoeken. Spreker meent dat dit niet te pas komt en voor een gemeentebestuur onwaardig is. De heer Beekhuis kan de bezwaren niet deelen, die door eenige leden op het beleid van Burgemeester en Wethouders worden gemaakt. De uitslag der stem ming zal aanwijzen of Burgemeester en Wethouders goed hebben gehandeld. Wanneer toch straks de uit slag is dat de heer de Vries met eene groote meer derheid uit de bus komt, moeten de raadsleden Bur gemeester en Wethouders dankbaar zijn, dat zij, niet tegenstaande het groote aantal sollicitanten, moeite hebben gedaan om een persoon te zoeken, die nog meer geschikt is dan een dier sollicitanten. De aanmerkingen, door de heeren gemaakt, lijken dan ook wel prinzipiënreiterei. De Voorzitter heeft vau den heer van Messel de vraag gehoord: waaraan ontleenen Burgemeester en E B: ,-w y

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 2