168 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1912. voor den gewonen agent van politie het dragen van uniformkleeding noodig is. Spreker zou meenen, dat zulks dan ook, op dezelfde gronden, voor de inspec teurs aanbeveling verdient. De Burgemeester zegt voorts in zijn schrijven: „Ook de kleine geldelijke tegemoetkoming die hierin „ligt opgesloten, acht ik wegens de bescheiden be zoldiging der inspecteurs niet misplaatst." Spreker wil gaarne meewerken om de inspecteurs eene „kleine geldelijke tegemoetkoming" te geven, maar, als er niet meer dan 100.voor kleeding enz. wordt uitgetrokken, dan verwacht hij, dat er nimmer een overschot op dat kleedinggeld zal komen. Hij meent integendeel dat een bedrag van 100. per jaar beslist te weinig is. Zelf heeft hij jaren lang uniformkleeding gedragen en weet dus bij ondervinding, hoe duur die kleeding is. Spreker zou dan ook in overweging willen geven, de eerste aanschaffing voor rekening der gemeente te doen plaats hebben en bovendien 1Ö0.per jaar te geven voor onderhoud en vernieuwing. De Voorzitter zal, daar hij weinig aan de schrifte lijke toelichting heeft toe te voegen, den heer Burger moeten teleurstellen. Spreker is van meening dat een inspecteur van politie in een mooi pakje, zooals de heer Burger zich uitdrukt, meer indruk maakt dan in een gewone jas. Spreker krijgt veel sollicitanten bij zich naar de betrekking van inspecteur van politie en dan maakt een sollicitant in uniform meer indruk op hem dan een in een gewoon pak. Zoo is het ook volgens spreker met het publiek. Tegenover het politie-personeel zal versterking van het gezag niet noodig zijn. Het is sprekers persoonlijke meening dat een agent in politiek niet de helft van het gezag uitoefent van een in uniform. En dit geldt in zekere mate ook voor de inspecteurs. Spreker zal hier nu niets meer van zeggen. De heer Boosman sprak ervan dat100.kleeding geld niet voldoende is. Spreker geeft toe dat dit in het eerste jaar wel het geval zal zijn, maar dan geeft de leverancier wel crediet. Het tekort wordt in volgende jaren ingehaald en dan zit er een kleine bate in. De commissaris van politie, die in Amster dam heeft gediend, waar ook f 100.kleedgeld wordt gegeven, heeft spreker verzekerd, dat dit be drag voldoende is. Bovendien moet men niet ver geten, dat de inspecteurs, als zij uniform dragen, ook hun burgerkleeding sparen. Wanneer men dit erbij in aanmerking neemt zal men moeten toegeven, dat 100.voldoende is. De heer Burger zegt dat het den Voorzitter niet gelukt is hem te overtuigen. Waar er echter in het voorstel sprake van is, dat in het dragen van uniform eene geldelijke tegemoetkoming ligt opgesloten, hoopt spreker dat de heeren zich daardoor niet laten ver blinden. Het zal dan beter zijn de tractementen te verhoogen. Spreker zal zich tegen dat deel van het voorstel blijven verzetten. De heer Boosman zal geen voorstel doen, maar wenschte deze aangelegenheid onder de aandacht van den Burgemeester te brengen. Wanneer deze later tot een ander inzicht mocht komen, kan hij op spre kers stem rekenen. Hij heeft zooveel jaren de uniform gedragen, dat hij overtuigd is, dat 100.te weinig is. De beraadslaging wordt gesloten. Onderdeel I van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 19 tegen 1 stem de heer Burger stemt tegen aangenomen. Onderdeel II van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aan genomen. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van J. van Althuis alhier om afwijking toe te staan van het bepaalde bij art. 24 der bepalingen van uitgifte van bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal Z.Z. Dit prae-advies luidt als volgt In onze handen werd om prae-advies gesteld het hierbij weder aangeboden adres van J. van Althuis alhier. Daarbij verzoekt hij afwijking toe te staan van het bepaalde bij art. 24 der bepalingen van uitgifte van bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal N.Z., ten aan zien van de gevelhoogte van door hem te bouwen woningen aan de Saskiastraat en de le Saskiadwars- straat op hem in erfpacht uitgegeven gemeentegrond. Ingevolge het aangehaalde artikel moet de gevel hoogte van deze gebouwen, welke gesticht zullen worden op blok Vila, ten minste 5 meter bedragen, terwijl adressant, blijkens de door hem overgelegde teekening, de gevels slechts tot 4 M. hoogte wil op trekken. De gemeentelijke Inspecteur voor het Woningtoezicht geeft bij zijn hiernevens gevoegd advies te kennen, dat er geen bezwaar bestaat aan adressants verlangen te voldoen, terwijl ook wij de inwilliging van het verzoek U aanbevelen. Mitsdien hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten met toepassing van het bepaalde bij artikel 31 der bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 December 1905, no. 322r/80, gewijzigd bij raadsbesluiten van 10 April 1906, no. 123r/50, en 9 juni 1908, no. 184r/82, goed gekeurd door Gedeputeerde Staten bij beschikkingen, onderscheidenlijk van 11 Januari 1906 no. 70, 1 Mei 1906 no. 12 en 6 Augustus 1908 no. 47, aan Johannes van Althuis, aannemer te Leeuwarden, afwijking toe te staan van het voorschrift van artikel 24 dier be palingen ten aanzien van de gevelhoogte van door hem te bouwen woningen aan de Saskiastraat en de le Saskiadwarsstraat op blok Vila der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal N.Z., hem in erfpacht uit gegeven bij akte, den 26 April 1912 voor den alhier gevestigden notaris J. H. Berghuis verleden en over geschreven ten hypotheekkantore te Leeuwarden den 2 Mei 1912, deel 1456 no. 109, onder verplichting de gevels van die woningen tot een hoogte van ten minste 4 Meter op te trekken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van E. P. van der Kleij e. a. als eige naars van perceelen aan- en van H. Arends als eigenaar van de Bisschopstraat, waarbij zij verzoeken dat de ge meente van laatstgenoemde deze straat in eigendom over neemt. Dit prae-advies luidt als volgt: Na het raadsbesluit van 9 Juli 1.1., waarbij aan de eigenaren van panden aan de Bisschopstraat en van die straat zelf op hun verzoek, dat deze door de ge meente mocht worden overgenomen, werd bericht, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1912. 169 dat die overneming alleen kan geschieden op den voet van artikel 6 der Bouwverordening, d. w. z. tegen bijbetaling van 1.50 per M2. straat heeft een nieuw adres van betrokkenen Uwe Vergadering bereikt en is den 20 Augustus 1.1. in onze handen om praeadvies gesteld. Thans wordt, onder eenige reserves evenwel, het bedoelde bedrag van 1.50 per M2. aangeboden. Die reserves zijn: a. dat voor een perceel (kad. no. 6518), hoewel het een grootere gevelbreedte heeft, niettemin naar den maatstaf der andere huizen, die ö1^ M. breed zijn, zal worden betaald; b. dat voor een open plek grond (kad. no. 7309) op den westelijken hoek van het Molenpad, voor- loopig althans, niet wordt bijbetaald; c. dat voor 3 huizen van de betrokken eigenaren geen bijdrage verkregen is kunnen worden. Van de 25 perceelen, aan de straat liggende, zal dus slechts door 21 worden betaald, door een daarvan bovendien nog onvoldoende. Wel is waar geeft het adres zelf aan, dat voor de open plek bij bebouwing zal worden bijbetaald en dat de onwillige eigenaren dan maar van gasaansluiting moeten verstoken blijven, het is duidelijk dat de gemeente verstandig doet met zich de uit een en ander mogelijk voortspruitende moeilijkheden niet op den hals te halen. Voor de straat, eigendom van H. Arends, moet volgens een gemaakte berekening het te ontvangen bedrag 592.50 zijn, terwijl nu 455.625 wordt aangeboden of 136.875 te weinig. Onder die omstandigheden komt het ons voor dat niet op het aanbod moet worden ingegaan, omdat niet kan gezegd worden dat op deze wijze de straat op den voet, als bij artikel 6 der Bouwverordening bepaald, zal worden overgenomen. Ons voorstel strekt daarom ook nu weer, dat door U worde besloten op het adres afwijzend te beschikken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 4