Vergadering van Dinsdag 8 October 1912.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 October 1912. 171
Tegenwoordig '21 leden, te weten de heeren
Fransen, Berghuis, Beucker Andreae, Hartelust, Ooster-
hoff, Boosman, Lautenbach, G. W. Koopmans, Tulp,
Komter, Schoondermark, J. Koopmans, Vonck, Wil-
helmij, Tijsma, Beekhuis, Feitz, Zandstra, van Messel,
Haverschmidt en Menalda.
Afwezig met kennisgeving de heer Burger.
Zonder kennisgeving de heer Feddema.
Twee vacatures.
Voorzitterde heer mr. J. A. N. Patijn, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 24 September 1.1.
gehouden vergadering worden vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat door den Commissaris der Koningin in deze
provincie ter voorziening in de met 1 Januari e.k.
in het college van zetters openvallende plaatsen bij
besluit van 24 September 1912, le afdeeling A no.
1031 (Provinciaal blad no. 110 van 1912), zijn be
noemd de heeren E. J. Kuipers, P. Attema Dzn. en
C. L. B. J. Feitz
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd
het raadsbesluit van 24 September 1.1. tot afwijking
van het bepaalde bij artikel 24 der bepalingen van
uitgifte van bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal
N.Z., wat betreft de gevelhoogte van door J. van
Althuis te bouwen woningen aan de Saskiastraat en
de le Saskiadwarsstraat
3. proces-verbaal van de opneming van de boeken
en kas van den gemeente-ontvanger
4. dankbetuiging van A. J. Oostergetel te Assen,
J. de Vries en M. Veenstra alhier, voor hunne be
noeming, onderscheidenlijk tot boekhouder der gas
fabriek, marktmeester der veemarkt en leeraar aan de
Burgeravondschool.
De mededeelingen 14 worden voor kennisgeving
aangenomen
5. adres van het Hoofdbestuur van Nosokomos,
Nederlandsche vereeniging tot bevordering der be
langen van verpleegsters en verplegers, waarbij wordt
verzocht nevens de door de vereeniging van school
artsen aanbevolen maatregelen tevens in overweging
te nemen de aanstelling van schoolverpleegsters.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd
6. adres van A. J. en J. G. Woltring alhier,
houdende verzoek de vergunning voor het gebruik
van een perceel grond aan het Oldehoofsterkerkhof
en voor het hebben van twee straatjes op gemeente
grond aldaar, bij raadsbesluit van 14 Januari 1902
aan hunne moeder mej. A. G. Bekhuis wed. Woltring
verleend, aan hen te willen overdragen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
7. adres van J. de Vries om hem wegens zijne
benoeming tot marktmeester der veemarkt eervol
ontslag te verleenen als waagmeester.
Burgemeester en Wethouders brengen thans nog
prae-advies uit dat op de agenda voor heden is
geplaatst
8. adres van mevr. de wed. A. P. Heg, geboren
N. C. A. Drees, houdende verzoek haar in verband
met den langdurigen dienst van wijlen haar echtge
noot als commissaris van politie zoowel hier als elders,
een pensioen of jaarlijksche toelage te verleenen.
Met algemeene stemmen wordt afwijzend beschikt
9. adres van dr. C. J. A. Meerdink, waarbij wordt
verzocht de met de gemeente aangegane huurover
eenkomst omtrent de huizinge Arendstuin no. 41 met
12 November e.k. te ontbinden en daarop zoo mogelijk
reeds thans eene beslissing te nemen.
De Voorzitter wijst er op dat dr. Meerdink zijne
huurovereenkomst met de gemeente gaarne op 12
November e.k. zag ontbonden. Wanneer over deze
kwestie nu niet dadelijk eene beslissing wordt ge
nomen, kan de heer Meerdink het andere huis niet
huren, waarover hij in onderhandeling is. Daarom
heeft hij gevraagd reeds nu te beslissen. De aan
vraag van dr. Meerdink komt de gemeente gelegen,
wanneer zij ertoe overgaat het thans door hem be
woonde huis te bestemmen tot ambtswoning voor
den Directeur van de gasfabriek en diens tegen
woordige woning voor administratiegebouw van de
gas- en electriciteitsfabrieken. Burgemeester en Wet
houders zouden het daartoe strekkende voorstel liever
in zijn geheel bij den Raad ter tafel hebben gebracht,
maar dat was niet mogelijk. Wanneer nu niet op
het verzoek van den heer Meerdink beslist wordt,
heeft deze geen gelegenheid een ander huis te huren
en kan de gemeente nog in geen jaar over het door
hem bewoonde perceel beschikken. Burgemeester en
Wethouders hebben van twee kwaden de minst
kwade gekozen en besloten den Raad voor te stellen
de huurovereenkomst met dr. Meerdink te ontbinden,
onder betuiging van hun leedwezen dat dit voorstel
zoo rauwelings wordt aangebracht.
De heer Fransen zag liever dat Burgemeester en
Wethouders, in verband met de door den Voorzitter
medegedeelde voorstellen, prae-advies uitbrachten. Het
is voor den Raad, zonder dat hij iets meer weet,
moeilijk te beslissen. Het feit toch, dat het huis van
den Directeur der gasfabriek voor kantoor zal worden
ingericht, kost de gemeente 500.per jaar. Spreker
is van oordeel, dat de heer Meerdink wel in de ge
legenheid kan worden gesteld op 12 Mei a. s. afstand
te doen van het huis. Hij heeft dan gelegenheid te
over om een ander te krijgen, terwijl de Raad zich
intusschen op de hoogte der zaken kan stellen.
De heer van Messel kan zich volkomen aansluiten
bij den heer Fransen. Het voorstel is van te in
grijpenden aard om daarop, alleen op de mededeelingen
door den Voorzitter zoo terloops in de vergadering
gedaan, in te gaan. De Raad dient toch een behoorlijk
gemotiveerd voorstel van Burgemeester en Wethouders
te ontvangen om het pro en contra daarvan te kunnen
nagaan, alvorens hij zijn stem geeft aan een voorstel,
om als woning voor den Directeur der gasfabriek aan
te wijzen het door dr. Meerdink bewoonde huis en
de woning van eerstgenoemde voor kantoor ten be
hoeve der gasfabriek en electrische centrale te be
stemmen. Spreker zal dan ook op voornoemde gronden
tegen stemmen.
De heer Beekhuis doet, naar aanleiding van hetgeen
de heer van Messel zegt, opmerken, dat deze, naar
het schijnt, de portee van het voorstel van Burge
meester en Wethouders niet goed heeft begrepen.
Er zal toch niet worden beslist of de Directeur der
gasfabriek zal moeten wonen in het huis van dr.
Meerdink. Alleen is aan de orde het voorstel om de
huurovereenkomst met dr. Meerdink op 12 November
e.k. te ontbinden. De gemeente wil zich alleen ver
zekeren van de beschikking over het huis. Later
komen de andere voorstellen aan de orde. Spreker
zal vóór stemmen.
De heer Haverschmidt meent te weten dat van de
zijde van het Dagelijksch Bestuur destijds aan den