218 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. Spreker doet nog opmerken dat Burgemeester en Wethouders nog wel eens willen nagaan of het ook billijk is aan den waarnemenden commissaris van politie eene toelage te verleenen. Hij kan echter niet verwachten dat dit tot een bevestigende beant woording leidt. Wanneer het beginsel, dat de heer Koopmans voorstaat, wordt toegepast, zal het moeilijk zijn daarvan af te wijken ten opzichte van andere ge vallen. Burgemeester en Wethouders zullen echter Dagaan of er ook analoge gevallen zijn te vinden. De heer G. W. Koopmans trekt hierop de motie betreffende het salaris van den waarnemenden com missaris van politie in. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. De motie-Gf. W. Koopmans betreffende het inzien der stukken wordt verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heerenZandstra, Lautenbach, Tulp en Gr. W. Koopmans. Tegen de heerenBeucker Andreae, Boosman, Fransen, Haverschmidt, Feitz, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, van Messel, Komter, Hartelust, Vonck en Berghuis. De heer van Messel vraagt of het niet beter is de motie betreffende de meisjesschool te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae- advies. De Voorzitter meent dat hierdoor aan de secretarie nutteloos werk wordt opgelegd. De heer van Messel wijst er op dat de Wethouder belast met de portefeuille van Onderwijs niet aan wezig is. De heer Zandstra is een tegenstander van de meisjesschool, maar zal toch tegen de motie stemmen. De motie-G. W. Koopmans betreffende de meisjes school wordt verworpen met 15 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Fransen en G. W. Koopmans. Tegen de heerenBeucker Andreae, Zandstra, Boosman, Tulp, Haverschmidt, Feitz, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, van Messel, Komter, Hartelust, Vonck en Berghuis. Aan de orde is de motie-G. W. Koopmans betref fende den boom vóór het huis der weduwe Algra. De heer van Messel doet opmerken, dat dit geval niet is te beschouwen als analoog met dat van den heer Koerse. Daar betrof het een groot bedrijf, hier slechts een particulier belang. Spreker zal dus tegenstemmen. De heer Tulp vraagt wat er gebeurt als de Raad de motie aanneemt en de Burgemeester zegtik voer haar niet uit. De Voorzitter vindt de zaak niet belangrijk genoeg om er een boom over op te zetten. De heer Tulp antwoordt dat de discussie in eene vorige vergadering over het rooien van een boom met den heer Feddema nog al warm was. De Voorzitter zegt niet voornemens te zijn artikel 70 der gemeentewet toe te passen. De motie wordt verworpen met 15 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Tulp en G. W. Koopmans. Tegen de heeren Beucker Andreae, Zandstra, Boos man, Fransen, Haverschmidt, Feitz, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, van Messel, Komter, Hartelust, Vonck en Berghuis. De motie-G. W. Koopmans betreffende de ver wijdering der septictank wordt verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heeren Boosman, Feitz, G. W. Koopmans en Berghuis. Tegen de heeren Beucker Andreae, Zandstra, Lauten bach, Tulp, Fransen, Haverschmidt, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, van Messel, Komter, Hartelust en Vonck. De Voorzitter stelt voor te beginnen met volgno. 88 der uitgaven, en de artikelen waartegen bij den Raad geen bedenkingen bestaan, bij eenvoudigen hamerslag goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. Volgno's 88102 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 103. Archief, f 300. De beraadslaging wordt geopend. De heer Haverschmidt maakt de opmerking, dat bij de stedelijke bibliotheek ontbreekt een eenvoudige, bruikbare catalogus, zooals bij de leeszaal, niet be redeneerd en voor ieder boekwerk een of twee regels. Wel bestaat er een catalogus, maar dat is een lijvig boekdeel dat zeldzaam is geworden, terwijl het een enkele maal op een veiling van oude boeken voorkomt. De herdruk daarvan zou te kostbaar worden. Het Leeuwarder Archief bevat voor de liefhebbers tal van curieuse oude boeken, waarvan de bezoeker het bestaan niet kent en die men al snuffelende ontdekt. Spreker geeft zijn denkbeeld ter overweging om op deze wijze het archief meer onder het bereik te brengen van hen, die er belang in stellen. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet houders dit denkbeeld gaarne zullen overwegen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 103 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 104135 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 136. Kosten van materiaal en belooning van ambtenaren der belasting op tooneelvertooningen enz. f 900. De beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans doet opmerken, dat de belasting op de tooneelvertooningen zeker wel f 8000.— zal opbrengen. Dat nu is een post van belang. Daartegenover staat dat de belooning der ambtenaren met deze zaak belast, miniem is, n.l. in het geheel 400.Nu is de inning en controle dezer belasting opgedragen, ten minste in hoofdzaak, aan een commies ter secretarie. Dat die man daarmee iets verdient, spreker heeft er niets tegen, hij gunt het hem graag. Als ambtenaar acht hij den betrokken Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. 219 commies hoog en verleden jaar heeft spreker een poging gedaan om zijn tractement te verhoogen, welke poging echter mislukte. Deze commies is den ge- heelen dag bezig op de secretarie en moet dan 's avonds nog de controle op de belasting op de tooneelver tooningen uitoefenen. Hij is dan blootgesteld aan tocht, weer en wind en er wordt zoodoende meer van zijne krachten gevorderd dan voor hem zelf wen- schelijk is. Spreker wil doen opmerken, dat het niet gaat tegen den persoon, maar is van oordeel dat aan hem op deze wijze de controle niet mag worden op gedragen. Het vorig jaar heeft spreker gevraagd of de beide ambtenaren, die jaren met het ophalen dezer belas ting hoewel in anderen vorm zijn belast geweest, n.l. de heeren Hoogerhuis en Joustra, ook onder deze verordening met een deel van het werk zouden worden belast. Alleen Joustra wordt nu voor den dienst gebruikt. Spreker heeft hem gevraagd wat hij er tot nu toe aan had verdiend en het antwoord was 41.Dat is niet veel. De commies nu verdient als controleur 300.maar een noodwendig gevolg van dit controleurschap zal zijn dat hij minder con trole uitoefent over andere zaken. Spreker zou dan ook gaarne zien, dat de controle werd opgedragen aan een speciaal ambtenaar. Spreker had dan ook graag gehoord dat Burge meester en Wethouders hadden geantwoord, dat zij deze zaak tot zich zouden nemen om te onderzoeken of het wenschelijk is dat de betrokken persoon met de controle blijft belast. De heer Komter (Wethouder) wijst er op, dat de heer G. W. Koopmans verband heeft gezocht tusschen de opbrengst der belasting en de salarissen der ambte naren, met inning en controle belast. De opbrengst der belasting evenwel is geen goede maatstaf voor de belooning dier ambtenaren Eenige maatstaf daar voor is de arbeid, de moeite en het vertrouwen aan het ambt verbonden. Nu zijn Burgemeester en Wet houders tot de benoeming van den bedoelden titularis gekomen, omdat men te doen had met een nieuwe belasting, die vooral in den eersten tijd moeilijkheden oplevert. De ambtenaar door den heer Koopmans bedoeld, heeft een groot aandeel gehad in de voor bereidende werkzaamheden, verbonden aan de invoering van deze verordening en hij had daardoor een goed inzicht in de toepassing ervan. Daarin vonden Bur gemeester en Wethouders, toen hij om eene benoeming tot controleur vroeg, aanleiding om hem te benoemen. Zoolang de verordening er is heeft hij zich tot volle tevredenheid van Burgemeester en Wethouders van zijn taak gekweten en zoolang hij dus zelf den wensch om ontslagen te worden niet te kennen geeft en zijn arbeid ter secretarie er niet onder lijdt, bestaat er voor Burgemeester en Wethouders geen aanleiding hem te ontslaan. De mogelijkheid is echter niet uit gesloten dat hij op den duur zelf ontslagen wenscht te worden. Dan kunnen Burgemeester en Wethouders verder zien. De heer G. W. Koopmans hoopt voor den persoon in kwestie niet, dat de geschiedenis hem gelijk zal geven. De beraadslaging wordt gesloten en volgno. 136 onveranderd vastgesteld. Volgnos. 137—144 worden onveranderd goedgekeurd. Volgno. 145. Onderhoud van wegen en voetpaden, straten, pleinen, holleen, riolen enz. 32,740. De beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans wijst er op dat de bestrating- achter het postkantoor voor een deel bestaat uit zooge naamde kinderkopjes. Dit is zeer lastig voor menschen, die met een wagen naar het postkantoor moeten. Ook wordt die straat, in verband met de aanwezig heid van het postkantoor in de buurt, veel gebruikt. Spreker dringt daarom aan op beter bestrating. Spreker wenscht er verder op te wijzen dat de jonge boompjes aan den Poppeweg bijna geheel uit den grond zijn gerukt. Het is treurig en spreker kan zich niet begrijpen wie dat heeft gedaan. Wanneer het soms kinderwerk is, zou spreker Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven den onderwijzers te verzoeken aan de kinderen mede te deelen, dat de zorg voor de plantsoenen ook aan hen wordt toevertrouwd. De Voorzitter wil toezeggen dat de aandacht van Burgemeester en Wethouders op de Kruisstraat zal blijven gevestigd. Het gaat echter met de bestrating als met de verlichting, alles kan niet tegelijk. Er zijn nog andere straten waar veldkeien liggen, die voor verbetering eerst in aanmerking komen. Spreker meent dat de Kruisstraat nog niet aan de beurt is, intusschen zal deze straat op de volgende begrooting voorkomen. De boompjes aan den Poppeweg zijn door vol- wasschen menschen uit den grond gescheurd. Of het zal helpen een aanschrijving te richten tot de onderwijzers, weet spreker niet. De heer G. W. Koopmans wil Burgemeester en Wethouders in overweging geven voor den Poppeweg niet meer kosten te maken dan direct noodig is. Die weg wordt toch nergens anders voor gebruikt dan voor een wandeling. De Voorzitter zegt een onderzoek toe. De heer Fransen heeft in de sectie gevraagd of het niet wenschelijk is het leggen der vierkante keien te laten verrichten door ingezetenen in plaats van door dure Belgen. Burgemeester en Wethouders hebben geantwoord dat die Belgen het veel beter doen. Spreker weet niet of dit wel juist is. Het is de gewoonte de vierkante keien door de Belgen te laten leggen gedurende eenige maanden van het jaar. De overige maanden doen de Leeuwarders het. Bij het station is het zelfs gebeurd, dat de Belgen bezig waren met het herleggen der keien tusschen de rails van de tram, terwijl de Leeuwarders de ge- heele bestrating bij Amicitia moesten leggen. Spreker wil Burgemeester en Wethouders in over weging geven om voortaan, in overleg met den Directeur der Gemeentewerken, ingezetenen voor dit werk te nemen, die het, vooral als ze een paar jaar het werk hebben gedaan, evengoed kunnen doen als de buitenlanders. De Voorzitter antwoordt dat de Directeur der Ge meentewerken van oordeel is dat de Belgen er een bijzonderen slag van hebben. Er is indertijd reeds een proef genomen om deze werklieden af te schaffen en men heeft een straatwerker uit Nijmegen laten komen. Dat is echter niet bevallen. Spreker wil den heer Fransen doen opmerken, dat de Belgen niet maar een enkelen keer, maar ongeveer het geheele jaar door aan het werk zijn. Er zijn ook wel straten gelegd door Leeuwarder werklieden. Waarom dit echter nu wel en dan weer niet gebeurt, kan spreker niet zeggen. Hij zal de kwestie in de Commissie voor Openbare Werken ter sprake brengen, dan kan de heer Fransen zelf met den Directeur der Gemeente werken discussieeren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 10