226 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. men nu een bijdrage vragen voor de schoolreisjes. Zelfs voorstanders van sparen kunnen dat niet ver dragen. Spreker heeft de eer voor te stellen volgno. 223 te verhoogen tot het door de afd. Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers ge vraagd bedrag en te brengen op 800. De Voorzitter heeft zooeven een briefje ontvangen van den heer Schoondermark, waarin deze meldt dat er nu 1/8 meer kinderen van de reisjes profiteeren dan toen de post het eerst werd vastgesteld. Om die reden zou het bedrag verhoogd kunnen worden tot 225.Waar het nu hier enkel het handhaven van het principe geldt, hebben Burgemeester en Wet houders er niet tegen den post met f 100.te ver hoogen. De heer Tijsma zal het kort maken en zijn stem tegen even motiveeren. Schoolreisjes zullen wel leer zaam zijn, maar dat is het geval met meer dingen, die ook met het oog op de kosten achterwege worden gelaten. Het zou ook leerzaam zijn de kinderen een reisje te laten maken over de Noordzee, dan kunnen ze ook eens zien hoe het daar is. De bijdrage der gemeente moet niets meer zijn dan een toeslag. Het sparen toch is een elementaire deugd en die moet worden aangekweekt. Spreker ziet daar niet in de zuinigheid in zijn afschuwelijksten vorm en zal tegen het voorstel-Zandstra stemmen. De heer Zandstra zegt dat men een zaak altijd wel belachelijk kan voorstellen. Voor ƒ800.is het toch ook niet doenlijk een reis over de Noordzee te maken. Dat is ook de bedoeling niet. Die is om de kinderen door aanschouwingsonderwijs in de natuur te leeren wat schoon is. Het is niet de bedoeling eens per jaar een reisje te maken. Men kan beginnen met het jonge kind naar buiten te brengen, b.v. naar Marssum en om streken. Die reisjes kosten niet veel. Later kunnen ze worden uitgebreid. Wanneer men echter iets wil bereiken, dienen de reisjes in het leerplan te worden opgenomen. Spreker heeft niet gezegd dat sparen zuinigheid is in zijn afschuwelijksten vorm, maar dat de kinderen kennis maken met de zuinigheid in zijn afschuwelijksten vorm, door gebrek aan het aller- noodigste. Spreker is geen tegenstander van sparen, maar er moet gelegenheid voor zijn dat te kunnen. De heer Fransen zegt dat Burgemeester en Wet houders van plan zijn dezen post te brengen op 225.Spreker zou zich daarmee kunnen vereeni gen, niet echter om den post hooger op te voeren, daar Burgemeester en Wethouders zelf meenden dat zulks niet noodig is. De Voorzitter heeft gezegd dat 225.gerecht vaardigd zou zijn naar den maatstaf van het aantal kinderen dat er van profiteert, in vergelijking met vroeger. De heer J. Koopmans heeft indertijd voorgesteld dezen post op 200.te brengen onder uitdrukke lijke bepaling echter dat het geld zou dienen als bijdrage. Spreker heeft er indertijd op gewezen dat de onder wijzers als zij zich ook eens tot particulieren wendden om een bijdrage voor de schoolreisjes, zij die zeker wel zouden krijgen. Dit behoeft dan niet te worden aangemerkt als een aalmoes, maar als een bewijs van belangstelling. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Zandstra wordt verworpen met 15 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren Zandstra, Tulp en G. W. Koopmans. Tegen de heerenBeucker Andreae, Lautenbach, Boosman, Tijsma, Fransen, Haverschmidt, Feitz, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, van Messel, Komter, Hartelust en Vonck. Met op 1 na algemeene stemmen wordt het door Burgemeester en Wethouders overgenomen voorstel- Boosman aangenomen. De heer Hartelust stemt tegen. Volgno. 228 wordt, aldus gewijzigd, vastgesteld. Volgnos. 224243 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 244. Onderhoud van gehouwen voor armen- inrichtingen 6443.50. De beraadslaging wordt geopend. De heer Msnalda zal in het kort iets zeggen naar aanleiding van hetgeen voorkomt in de Memorie van Antwoord. Spreker kan zich met de voorgenomen verbeteringen in het Ziekenhuis vereenigen, daar hij in de sectie heeft vernomen, dat er vooreerst nog wel geen gebrek aan ruimte zal komen. Was dit het geval of binnen afzienbaren tijd te verwachten, dan zou hij bezwaar maken. Met genoegen neemt spreker nota van hetgeen door Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord aangaande het hulp ziekenhuis is gezegd. Daarin ligt opgesloten de erkenning dat het gebouw niet is zooals het behoort. De Voorzitter kan volkomen bevestigen wat de heer Menalda zei. Nooit is geconstateerd dat besmetting is overgebracht uit het hulpziekenhuis, maar omdat de vrees daarvoor bestaat, maakt het een punt van ernstige overweging uit of het ook kan worden ge- isoleex-d. De heer Menalda wijst er nog op dat de groote afstand van het ziekenhuis een ernstig bezwaar is voor de bediening van het hulpziekenhuis. Spreker zou dan ook met genoegen zien dat die beide inrichtingen dichter bij elkander kwamen. De heer van Messel vraagt of de post voor centrale verwarming nu niet naar aanleiding van het in de vorige vergadering genomen besluit van de begrooting moet worden afgevoerd. De Voorzitter antwoordt dat dit besluit alleen be oogde op dat oogenblik nog niet tot de gunning over te gaan en anders niets. De heer G. W. Koopmans vraagt of de centrale ver warming publiek aanbesteed is of niet. Spreker is het met den heer van Messel eens dat het beter is dezen post voorloopig aan te houden en geeft in overweging hem voor memorie uit te trekken. De heer Tijsma zegt dat dit precies hetzelfde is alsof er staat 3000.Als de post op de begrooting Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. 227 staat hetzij pro memorie of uitgetrokken tot een be drag, komt de centrale verwarming er, althans naar zijne meening, al weet hij dat hij, in vergelijking met den heer G. W. Koopmans, een zwakke financiëele specialiteit is. De heer van Messel vindt het zeer eigenaardig dat door Burgemeester en Wethouders reeds inschrijvingen zijn gevraagd, voordat de Baad in beginsel had be sloten over te gaan het ziekenhuis van centrale verwarming te voorzien. De Voorzitter antwoordt dat alleen prijsopgave is gevraagd en dat de Baad volkomen vrij is. Het komt spreker nu ook praktischer voor een openbare in schrijving te houden. De heer Fransen gelooft dat de heeren G. W. Koopmans en van Messel niet juist weergeven wat besproken is. Er was alleen bezwaar de gelden te voteeren, voordat het besluit gevallen was. De Voor zitter zegt nu wel dat het slechts een prijsopgave was die gevraagd is, maar Burgemeester en Wet houders stelden in de vorige vergadering voor de levering te gunnen aan den laagsten inschrijver en wanneer men bij een tiental firma's volgens bepaalde voorwaarden prijsopgave vraagt, dan is dat in sprekers oog een onderhandsche aanbesteding. Zij hadden de begrooting wel kunnen samenstellen zonder deze opgaaf. De Directeur der gemeentewerken is wel zoo knap dit te kunnen doen. Hij kan wel zeggen die nieuwe installatie zal ongeveer zooveel kosten. Het is echter wel de bedoeling de centrale ver warming nu te bespreken. De Voorzitter antwoordt dat het wel veel heeft van een onderhandsche aanbesteding, als men aan 10 leveranciers prijsopgave vraagt, maar dat Burge meester en Wethouders bij het doen van de vraag naar prijzen gezegd hebben niet te weten of het plan door zou gaan. De Baad is dan ook volkomen vrij. Spreker herhaalt dat het besluit in de vorige zitting genomen, de gunning op dat oogenblik betrof. Nu wordt het geheele voorstel, dat regelmatig aange bracht is, den Baad aangeboden. De heer Hartelust was niet van plan zich met deze zaak te bemoeien. Hij wil echter een opmerking- maken. De Directeur der Gemeentewerken heeft het noodig geoordeeld voor de centrale verwarming bij 10 leveranciers prijsopgaaf te vragen. Het heeft spreker bijzonder getroffen bij de stukken, wat de verlichting betreft, slechts een opgaaf te vinden. Spre ker acht het niet billijk dat anderen niet in de ge legenheid worden gesteld voor die verlichting eene offerte te maken. Spreker geeft in overweging hier van een aanbesteding te houden. De Voorzitter wijst er op dat ook voor de privaat inrichting slechts een opgaaf is gevraagd. Voor de beide onderdeelen licht en privaten waren de ramingen heel hoog. Eén leverancier heeft zich bereid ver klaard eene berekening te maken zonder eenige ver- bindtenis voor de gemeente. Zijn ramingen zijn be langrijk lager. De heer Tijsma vraagt of centrale verwarming wel de aangewezen verwarming is voor een ziekenhuis. Hij vindt het geen prettige verwarming. De heer G. W. Koopmans is tegen dezen post. Hij zal nogmaals voorstellen hem te schrappen. Spreker meent dat er een groot verschil is, wanneer de post voor memorie wordt uitgetrokken of voor 3000. Wordt hij pro memorie uitgetrokken dan zullen Burge meester en Wethouders moeten zeggen „Al ben je nog zoo'n groote Piet, Zonder centen gaat het niet". De heer Fransen vraagt of met de verbetering der privaten, welke 1000.— kost, toepassing van het closetstelsel is bedoeld. De heer Vonck kan den heer Tijsma geruststellen. Centrale verwarming heeft dat groote voordeel dat er geen stof wordt opgejaagd, omdat niet op de kamers gestookt wordt. Ook op de gangen heeft men dan dezelfde temperatuur. Yoor ziekenhuizen is daarom centrale verwarming aangewezen. De Voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is een closetinrichting te maken. Waar eerlang een voorstel bij den Baad komt om de verordening te dezen opzichte te wijzigen, is het aan te bevelen voor een gemeente-instelling eerst een praktische proef te nemen. Spreker is zelf een lauw voorstander dei- voorgestelde veranderingen. Wel zijn het verbeteringen, vooral de privaatinrichting, maar spreker gelooft niet dat ze zoo noodzakelijk zijn. Wat de centrale ver warming betreft, op gezag van den geneesheer neemt spreker aan dat het eene verbetering is en wanneer men nu toch gaat breken, is het verstandig alles in orde te maken. De heer Hartelust wijst erop dat de Directeur van het Stads Ziekenhuis de verbeteringen en vooral de centrale verwarming op hoogen prijs stelt. Dit blijkt wel uit zijn schrijven. Wat nu door den Voorzitter is gezegd, deminueert dit schrijven van den Directeur wel eenigszins. Niemand acht spreker zoo bevoegd over deze zaak te oordeelen als de geneesheer directeur. De heer Tijsma verzoekt afzonderlijke stemming over de onderdeelen. De Voorzitter meent dat het beter is dat de heer Tijsma een amendement indient om den post te ver lagen. De heer Tijsma stelt voor dit volgno. te verlagen met f 3700. Het amendement-Tijsma wordt ondersteund en maakt tegelijk met het volgno. een onderwerp van beraad slaging uit. Het amendement-Tijsma wordt verworpen met 13 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heerenZandstra, Lautenbach, Tijsma, van Messel en G. W. Koopmans. Tegen de heerenBeucker Andreae, Boosman, Tulp, Fransen, Haverschmidt, Feitz, J. Koopmans, Wilhelmij, Menalda, Oosterhoff, Komter, Hartelust en Vonck. Thans verlaat de heer G. W. Koopmans de ver gadering. Volgno. 244 wordt onveranderd vastgesteld, evenals volgno's 245267. Volgno. 268. Onderhoud en schoonmaken van het Beurs- en Waaggebouw, f 2640.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 14