228 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912.
De heer Hartelust wijst er nog op dat hij, wat
volgno. 255 betreft, niet aan de stemming heeft deel
genomen als lid van de Kamer van Koophandel.
De Voorzitter gelooft niet dat de heer Hartelust
zich over de begrooting dier Kamer van medestemmen
behoeft te onthouden.
De heer van Mossel vraagt of de aanschaffing van
de electrische ventilatie wel zoo noodzakelijk is.
De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt dat het,
zoo ooit, nu noodig is. Een groote hoeveelheid
rook blijft op 4 M. van den grond hangen,
en op den zolder is geen rook te bespeuren. De
ventilatoren zullen op 4 M. hoogte worden aan
gebracht.
De heer van Mossel vraagt of het middel nu dan
radicaal is.
De heer Oosterhoff (wethouder) gelooft hierop wel
bevestigend te kunnen antwoorden. Ze zuigen zoo
erg dat de rook er wel uit zal worden gezogen.
Volgno. 268 wordt onveranderd vastgesteld, waar
door het verzoek van den Bond van Boter- en Kaas
handelaren, om een gesloten afrekenkamer in het
Waaggebouw aan te brengen, is ingewilligd.
Volgnos. 269270 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 271. Onderhoud van de veemarktplaats,
gebouwen enz. f 7905.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Messel wijst er op, dat door Burge
meester en Wethouders in de Memorie van Antwoord
wordt gezegd, dat het bedrag van 100.voor
waterlevering strekt om de uitgaven te bekostigen
voor het drenken van het vee en het reinigen der
gebouwen, terwijl dat van 220.dient voor het
afspoelen der veemarkt. Spreker doet hiertegen op
merken, dat de beide posten met verwijzing naar de
begrooting op eene andere wijze zijn gespecificeerd,
zoodat de opheldering door Burgemeester en Wet
houders gegeven niet juist is.
De Voorzitter geeft toe dat de opmerking van den
heer van Messel juist is.
Volgno. 271 wordt onveranderd vastgesteld, evenals
volgno's 272287.
De heer Tijsma stelt voor de begrooting der uit
gaven verder hoofdstuksgewijs te behandelen.
Daartoe wordt besloten.
Hoofdstuk XIII wordt onveranderd vastgesteld.
Hoofdstuk XIV. Volgno. 802. Voorschotten aan
ambtenaren tot het doen van verschotten, f 3000.
De heer Van Messel vreest, zoo aanstonds weder
van den heer Hartelust te moeten hooren, dat spreker
een stokpaardje gaat berijden. In weerwil daarvan, wil
spreker er voor de zooveelste maal op wijzen, dat
de post van f 2500.als voorschot aan den Direc
teur der Stadsreiniging van de begrooting behoort
te verdwijnen.
Bij de behandeling der vorige begrooting heeft
spreker de gronden daarvoor aangevoerd en aange
geven, hoe in de strekking van dien post op andere wijze
kan worden voorzien. Toen is dit met een hoofdknikje
(dus toestemmend) door den wethouder der bedrijven
beantwoord. Dat het spreker nu verwondert dezen
post weder op de begrooting te vinden, is zeer be
grijpelijk.
Spreker zou nu wel eens willen hooren, hoe Bur
gemeester en Wethouders over deze aangelegenheid
denken.
De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt dat over
weging van een opmerking nog niet beteekent, dat
zal worden gehandeld overeenkomstig de opmerking.
Wat de reiniging betreft, het voorschot wordt gegeven
om het personeel uit te betalen als zij niet genoeg
geld ter beschikking heeft uit de inkomsten. Burge
meester en Wethouders zien er geen enkel bezwaar in.
De heer van Messel zal op het gesprokene van
den heer Oosterhoff niet ingaan, daar hij geen lust
gevoelt, zijne vroegere redeneering over de zaak
in kwestie te herhalen, maar verwijst Burgemeester
en Wethouders dienaangaande naar de Raadsverslagen
der vorige begrootingen.
De Voorzitter wijst er op dat de reorganisatie dei-
reiniging spoedig aan de orde komt.
Volgno. 302 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 303309 worden ongewijzigd vastgesteld.
De Voorzitter wijst er op dat nog moeten worden
ingelascht
Volgno. 309a bijdrage commissie plan 1913 1000.
Volgno. 3096 subsidie vereeniging voor
kinder vacantie-kolonies100.
Deze volgno's worden vastgesteld en hoofdstuk XV,
„Onvoorzien" aangehouden tot de afhandeling der
Inkomsten.
Volgno.'s 14 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 5. Hoofdelijke omslag naar het geschatte
Inkomen, f 315,000.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Boosman zou gaarne eene vraag willen
stellen. Uit de Memorie van Antwoord van Burge
meester en Wethouders maakt spreker op, dat met
de behandeling zijner motie en van zijn later schrijven
zal worden gewacht tot de wijziging der verordening
aan de orde komt. Spreker nu heeft zich afgevraagd
of het niet wenschelijk zoude zijn, dat de Raad zich
vooraf uitspreke. Het betreffen hier zijns inziens
beginselzaken, zoowel de voorgestelde verhooging van
de aftreksom, als de verplichte aangifte en de aan
stelling van een controleur. Vooral zou z. i. hierdoor
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. 229
het spoediger tot stand komen der gewijzigde ver
ordening bevorderd worden.
Immers wanneer de Raad niet met zijne voorstellen
zou willen meegaan, dan zal de verordening er anders
uitzien, dan wanneer die voorstellen wel worden aan
genomen en hij meent, dat eerst nadat te dezer zake
eene beslissing is genomen, met kracht aan de wijzi
ging der verordening zal kunnen worden doorgewerkt.
De heer Komter (wethouder) wil met een paar woorden
den heer Boosman beantwoorden. Burgemeester en
Wethouders moeten, als zij met een voorstel bij den
Raad komen, weten wat de gevolgen ervan zullen
zijn. Bij de uitwerking van wijzigingen in de heffing
en klassificatie, komt men somtijds voor onverwachte
uitkomsten. Het zal dan ook niet best gaan een
beginselbesluit te nemen, vóórdat de Raad de gevolgen
daarvan kan overzien. Wat den controleur betreft, over
de wenschelijkheid van de aanstelling daarvan, zal
waarschijnlijk niet veel verschil van gevoelen bestaan,
doch daar elke wijziging de goedkeuring der Kroon
behoeft, verdient het aanbeveling de wijzigingen in
de verordening gelijktijdig tot stand te brengen.
De heer Boosman verklaart zich gaarne met het
beter oordeel van Burgemeester en Wethouders te
willen vereenigen. Met het oog op het belang der
zaak meende hij evenwel zijne vraag in deze niet
achterwege te mogen laten.
Volgnos. 5 en 6 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 7. Belasting op tooneelvertooningen en andere
openbare vermakelijkheden, f 8000.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen heeft in de sectie opgemerkt dat
de ondernemers van vermakelijkheden meer belasting
vragen dan de gemeente heft. Burgemeester en Wet
houders zeggen dat het geen betoog behoeft dat het
gemeentebestuur de vaststelling door de ondernemers
van de voor de vermakelijkheden te heffen entrée's
niet in de hand heeft en dus evenmin de verhooging,
die zij deze, in verband met de van hen gevraagde
belasting, laten ondergaan.
Spreker geeft toe dat de Raad het niet in zijn
macht heeft de entrée vast te stellen, maar als die
vastgesteld is kan er wel invloed worden uitgeoefend
door, wanneer de prijzen worden gepubliceerd, daarbij
te laten zetten 5 °/0 belasting. Bij het paarden
spel was het bij 't afzetten om af, daar liet men het
publiek op 25 of 30 ets. reeds 5 ets. bijbetalen, voor
de gemeente-belasting werd er dan bij gezegd. In
andere plaatsen wordt er ook bij gezet, duidelijk voor
ieder leesbaar, „plus 5 °/0 stedelijke belasting".
De heer Komter (wethouder) wijst er op dat het
publiek op de kaartjes kan lezen dat er 5 °/0 moet
worden betaald. Betaalt men meer, dan is dat ieders
eigen zaak.
De heer Fransen zegt dat de entrée al betaald is
als men de kaartjes ziet en dan is men reeds be
drogen en krijg het dan aan zoo'n loket maar terug.
Hij meent dat er wel invloed op uitgeoefend kan
worden als bij de prijzen maar moet worden gepubli
ceerd 5 stedelijke belasting en duidelijk voor
iecler leesbaar. Dan kan het publiek als het b.v.
40 ets. entrée moet betalen er 2 ets. bij leggen.
De Voorzitter wil deze kwestie wel in overweging
nemen, maar op dit oogenblik weet hij niet hoe de
endernemers te dwingen zijn.
De heer Haverschmidt schrijft deze onregelmatig
heid ten deele toe aan het verkeerde heffingsprocent,
dat in de verordening is opgenomen. Vier procent
ware veel beter geweest dan vijf. Terwijl het met
vier procent altijd goed uitkomt bij entrées, die door
gaans met 25 cent opklimmen, is dat met vijf procent
alleen het geval met 50, 100, 150, 200 enz., zoodat
men met tusschenliggende cijfers er maar iets van
maakt, altijd in het nadeel van den bezoeker. Bij
mogelijke wijziging der verordening dient men hier
mee rekening te houden.
De heer Hartelust vraagt eenige opheldering. Krijgt
de gemeente inderdaad het netto provenu der ge-
heele recette of wordt dit geregeld naar den verkoop
van de kaartjes. In de Harmonie toch zijn voorstel
lingen voor leden en niet-leden toegankelijk. De leden
betalen 1.niet-leden 1.25. Krijgt de gemeente
nu van de leden de belasting naar f 1.of naar
f 1.25 berekend? De bureaulist zegt naar 1.25.
Spreker wil gaarne hieromtrent worden ingelicht.
De heer Komter (wethouder) zegt dat, wanneer de
ondernemer, die een voorstelling geeft, zelf kaarten
heeft welke aan de verordening voldoen, deze kaarten
dan worden afgestempeld. Hij kan echter ook de
kaarten kosteloos van de gemeente krijgen. De entree
staat er op gedrukt. Hij betaalt dan 5 van het
bedrag dat hij aan kaarten neemt en ontvangt het
te veel betaalde terug, als hij de overgebleven kaarten
weer inlevert. De gemeente ontvangt dus 5 van
de som der verkochte toegangsbewijzen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 7 evenals volgnos. 819 worden onver
anderd vastgesteld.
Volgno. 20, vergunningsrecht voor den verkoop
van sterken drank in het klein 9200.wordt
onveranderd vastgesteld, waardoor afwijzend is beschikt
op het adres der vergunninghouders om den post te
verlagen.
Volgnos. 2125 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 26, huur of pacht van land of landgoederen,
wordt ingevolge de nota van wijzigingen (Memorie
van Antwoord) verhoogd met 300.en gebracht
op 16900.Aldus gewijzigd wordt dit volgno.
vastgesteld.
Volgno. 27 wordt ingevolge de genoemde nota met
200.verhoogd tot 6200.wegens huur van
de woning Achter de Hoven no. 19a.
Aldus gewijzigd wordt volgno. 27 vastgesteld.
Volgnos. 2844 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 45. Uitkeering van het Rijk volgens de
artikelen 19 der wet van 24 Mei 1897, zooals die
nader is gewijzigd, f 97400.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Zandstra zegt, dat telken j are op de begrooting
voorkomt een ontvangpost wegens het getal inwoners