204 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. en Wethouders zeggen in de Memorie van Antwoord „men houde het Burgemeester en Wethouders ten „goede, zoo zij hier ter plaatse op het van elke toe lichting verstoken denkbeeld om tot verlaging van „den gasprijs te besluiten, niet verder ingaan." Spreker nu heeft in de sectie eenvoudig gevraagd hoe denken Burgemeester en Wethouders over eene verlaging van den gasprijs? Burgemeester en Wet houders hadden op die eenvoudige vraag even een voudig kunnen antwoorden. Wanneer de Voorzitter spreker toestaat thans over de mogelijkheid van de verlaging van den gasprijs te spreken, wil spreker gaarne van de gelegenheid daartoe gebruik maken. Het schijnt wel, alsof onze gasfabriek het er op gezet heeft een doorslaand bewijs te leveren voor de stelling, dat gemeente-exploitatie het wint van particuliere. Zij wint het in tal van opzichten en voor sommigen, niet voor allen, is de mooiste zijde er van, dat de fabriek gaandeweg een aardig melk koetje voor de gemeente is geworden. In niet geringe mate tracht men haar in dit opzicht nog productiever te maken voor de gemeente-financiën, waarvan de wijziging der verordening op het beheer een goed voorbeeld is. Meermalen nu is reeds gezegd dat deze politiek, om de gemeente-financiën op de bedrijven te doen steunen een zeer bedenkelijke is. Het is een terugkeer tot het oude stelsel van accijnsheffing op verbruiksartikelen, welk stelsel uit de gemeentewet is verdwenen. Het is een gemakkelijk stelsel voor hen, die wel de voordeelen der gemeenschap willen hebben, maar die liever de lasten afwentelen op de minst krachtige. In dit opzicht heeft het een immoreelen kant. Juist in dezen tijd, nu een onzer medeleden een voorstel aanhangig heeft gemaakt om den minst sterken den hoofdelijken omslag kwijt te schelden, een voor het kiesrecht zeer gevaarlijke zaak, is een voorstel tot verlaging van den gasprijs meer dan ooit op zijn plaats. Ook is dit het geval, omdat het tijdstip voor onze gemeente nog gunstig is om een verkeerden weg te verlaten. In Amsterdam b.v. zit men thans met de handen in het haar en klemt men zich angstvallig vast aan de baten der gasfabriek enz. Daar heeft men het kwaad te lang laten doorwoekeren. Spreker wenscht daarom een poging te doen om het in Leeuwarden niet zoover te laten komen. Verlaging van den gasprijs met 1 cent per M3. kan de fabriek zelf genoeg dragen, doordat goedkooper gas de vraag naar dat verbruiksartikel zal doen toe nemen. En deze prijs is noodeloos te hoog, wat in niet geringe mate veroorzaakt wordt door de heffing van 70 cent per M. buizenleiding. Indien spreker een middel zou willen aanwijzen, zou het dit zijn laat die 70 cent per M. buizenleiding vallen en daar door alleen zal de fabriek reeds in staat zijn eene verlaging met 1 cent per M3. te kunnen dragen. Hoe onverdedigbaar het heffen van die 70 cent per M. buizenleiding is, blijkt thans schitterend uit de regeling van het electrisch bedrijf. Daar toch vraagt men geen 70 cents per M. kabel Vreest men nu een gat in het gemeentebudget, dan wil spreker wijzen op den financieelen toestand der gemeente, voor zoover die op andere grondslagen rust dan op de bedrijven. Het procent der heffing van den Hoofdelijken Omslag is hier niet abnormaal hoog. Eene regeling naar draagkracht is zeer wel te maken en de praktijk elders bewijst dat voor een uittocht van menschen met grootere inkomens niet te zeer behoeft te worden gevreesd. Natuurlijk kan er een enkele zijn bij wien het gemeenschapsgevoel zoo weinig spreekt, dat hij de gemeente verlaat, maar zoo'n enkele mag niet de oorzaak zijn om een maat regel in het ware volksbelang achterwege te laten. Spreker heeft de eer de volgende motie voor te stellen de Raad, overtuigd dat het wenschelijk is den gasprijs met 1 cent per M3. te verlagen, draagt Burge meester en Wethouders op den besten weg daarvoor te zoeken en voorstellen dienaangaande bij hem in te dienen. De heer Lautenbach wil alleen opmerken, dat het hem wenschelijk voorkomt dat Burgemeester en Wet houders over deze motie, die zoo plotseling bij den Raad inkomt, prae-advies uitbrengen. De zaak is van zoo'n groot belang, dat de Raad daarover niet zoo rauwelings kan oordeelen. De Voorzitter acht zulks in dit geval niet noodig. De heer Zandstra heeft de motie zeer voorzichtig gesteld. Hij heeft geen verlaging van den gasprijs gevraagd op dit oogenblik, want dat zou niet kunnen, daar het een heele stoornis zou geven in de begrooting. Spreker heeft niets tegen het denkbeeld van den heer Lautenbach en neemt dat gaarne over. De Voorzitter wil dan vragen of de Raad wenscht dat Burgemeester en Wethouders prae-advies uit brengen over de motie van den heer Zandstra. De heer Oosterhoff (wethouder) wil iets in het midden brengen naar aanleiding van het door den heer Zandstra gesprokene. Dit lid van den Raad vraagt prae-advies over zijne motie. Etet komt spreker echter voor dat de Raad gemakkelijk kan gissen hoe dat prae-advies er uit zal zien. Het wordt telkens, als deze zaak hier wordt besproken, voorgesteld alsof de winst zóó hoog is dat daarvan wel een belangrijk bedrag kan worden afgenomen. Dit is echter niet het geval. De winst toch is zeer matig en de gasprijs kan in vergelijking met andere plaatsen niet hoog worden genoemd. Wanneer men nu den gasprijs met 1 cent per M3. gaat verlagen, komt dit de fabriek te staan op 47,000.en zou ze zooals de toestand nu is, voor een tekort staan. Dit zou een onverstandige maat regel zijn, vooral nu de electrische centrale zich begint te ontwikkelen en men de gevolgen daarvan misschien zal het de gasfabriek afbreuk doen nog in het geheel niet kent. Het komt spreker dan ook niet verstandig voor dezen stap te doen nu men van de toekomst nog niets weet. De maatregel is zeer in grijpend, de steenkolenprijzen zijn ook hoog en men weet niet of deze wel ooit weer zullen teruggaan. Dit laatste is met het oog op de voortdurende stijging der loonen niet wel aan te nemen. De heer Zandstra weet wel dat 1 ct. per M3. ver laging aan de fabriek ƒ47000.zal kosten. Wanneer men echter de fabriek laat deelen in dezelfde voor rechten als de centrale en de 70 cent belasting op de buizenleiding afschaft, komt men er wel. Wanneer men den gasprijs met 1 cent verlaagt spreker heeft de berekening voor zich en den Hoofdelijken Omslag met 1/2 verhoogt, is dit voor de gasverbruikers nog voordeelig en de gemeente houdt ook nog geld over. Als men in die richting gaat, komt men een eind dichter naar de belasting naar draagkracht. De heer Oosterhoff heeft gezegd eraan te twijfelen of de steenkolen wel ooit weer goedkooper zullen worden. Spreker wil echter doen opmerken, dat bij verlaging van den gasprijs het gebruik zal toenemen en dat ook de gemeente zelf voor haar eigen gebruik minder behoeft te betalen. Dat is ook een voordeeltje. Wanneer men dan ook alles goed uitrekent, zal men wel tot andere cijfers komen. Spreker ondersteunt Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 October 1912. 205 het voorstel-Lautenbach om Burgemeester en Wet houders uit te noodigen prae-advies uit te brengen. Hoe dat advies er uit zal zien weet spi-eker niet eerder dan hij het ziet. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethouders natuurlijk bereid zijn prae-advies uit te brengen. Over dit onderwerp is evenwel reeds zooveel gesproken, dat wel geen nieuwe gezichtspunten zullen worden geopend. Spreker vraagt daarom of het noodig is deze zaak ampel te bespreken. En waar het uitbrengen van prae-advies weer veel werk met zich meebrengt, zou het dan niet praktischer zijn, geen prae-advies uit te brengen De heer Beucker Andreae is van oordeel dat deze zaak voldoende bekeken is en dat de Raad het best zal doen de motie te verwerpen. Men moet toch Burgemeester en Wethouders geen werk opdragen, waarvan men vooruit het resultaat kan weten. Wanneer de motie-Zandstra wordt aangenomen, ligt daarin opgesloten dat de gasprijs moet worden ver laagd. Zij is toch zoo ingericht dat het niet anders kan of zij, die er voor stemmen, zijn voor prijsver laging. Van den heer Oosterhoff heeft de Raad reeds gehoord welke gevolgen dit zal hebben. In andere gemeenten is dan ook geen sprake van verlaging, ja, er zijn enkele, die den prijs van het gas verhoogen. Voor Leeuwarden is er geen reden om tot verlaging over te gaan en daarom acht spreker het uitbrengen van prae-advies niet noodig. De heer Fransen is het niet geheel met den heer Beucker Andreae eens. In aanneming van het voor stel ligt niet verlaging van den gasprijs opgesloten. Spreker stemt dan ook alleen vóór, om zekerheid te hebben of het kan of niet. Indien uit het prae-advies blijkt dat verlaging niet mogelijk is, zal spreker daar tegen stemmen. De Voorzitter wijst er op dat de bedoeling van den heer Zandstra alleen is om prae-advies te zien uit gebracht en niet dat de Raad zich in dezen of genen zin uitspreke. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Met 10 tegen 7 stemmen wordt besloten de motie- Zandstra te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. Vóór stemmen de heerenZandstra, Lautenbach, Boosman, Tulp, Fransen, Feitz, Menalda, van Messel, G. W. Koopmans en Vonck. Tegen de heerenBeucker Andreae, Tijsma, Haver- schmidt, J. Koopmans, Oosterhoff, Komter en Hartelust. De algemeene beraadslaging wordt gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. Onderdeel I der lasten wordt onveranderd vastge steld. Aan de orde is onderdeel II. De beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans wenscht een enkel woord te zeggen naar aanleiding van artikel 2jkosten van onderzoek naar de hoedanigheid van het gas en veri ficatie der boekhouding. Spreker wenscht n.l. op dit laatste even terug te komen. In het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het sectie verslag wordt medegedeeld, dat de accountant, die met de verificatie is belast, een groot aandeel heeft gehad in de totstandkoming der bedrijfsverordening en dat hij de administratie al jaren lang heeft geverifieerd. Burgemeester en Wethouders achten het daarom wenschelijk van zijne diensten te blijven gebruik maken. Spreker wil er nu op wijzen, dat er in onze ge meente wel accountants zijn, die even bekwaam en even goed in staat zijn om de boekhouding te veri- fieeren en, het kan niet uitblijven, dit zal voor de gemeente voordeeliger zijn. De man, die uit Holland moet overkomen, heeft toch altijd reiskosten en men doet dan ook beter om, als de Raad het met spreker eens is dat er in Leeuwarden voldoende geleerdheid aanwezig is om de boekhouding te verifieeren, een accountant uit Leeuwarden te nemen. Spreker stelt daarom voor den post met 100.te verlagen met de bedoeling om hiertoe over te gaan. De heer Oosterhoff (wethouder) zegt dat de heer G. W. Koopmans voorstelt den post met f 100.te verlagen met de bedoeling, dat het accountantsonder zoek zal worden opgedragen aan een accountant uit onze gemeente. Dit raadslid doet zijn voorstel op grond hiervan, dat er hier ter stede wel een even bekwaam accountant zal zijn te vinden. Dat is niet onmogelijk, maar het is moeilijk te beoordeelen. Burgemeester en Wethouders evenwel hebben een ander motief, waarom zij een accountant van buiten nemen. Hier mag iemand gevonden worden die even bekwaam is, maar een accountant uit een groote plaats heeft meer ervaring in het controleeren van groote bedrijven. Bovendien is het van het grootste belang dat de accountant in geen enkele relatie staat tot de gecontroleerde en het is mogelijk dat dit met iemand uit de gemeente niet het geval zou zijn. Om die mogelijkheid uit te sluiten hebben Burge meester en Wethouders gezegd: laat den accountant, die de administratie in elkaar heeft gezet, de controle behouden. De heer G. W. Koopmans kan zich wel op het stand punt van Burgemeester en Wethouders plaatsen. De heer Oosterhoff heeft gezegd dat een accountant uit een groote plaats de groote bedrijven beter kent. De gasfabriek echter is nu niet zoo'n groot bedrijf; het is geen exportzaak naar Oost en West. Spreker zal geen namen noemen, dat zou maar onaangenaam zijn voor de betrokken personen, maar hij zou wel iemand uit de stad kunnen aanwijzen, aan wien men de controle der administratie gerust kan opdragen. Ook zegt de heer Oosterhoff, dat iemand van buiten buiten elke beïnvloeding staat van de beheerders van het bedrijf. Dat kan echter toch even goed het geval zijn met iemand uit de gemeente overigens een motief waaraan men niet mag denken en een accountant van hier kan het bedrijf best contro leeren. De tegenwoordige accountant heeft aan de eerste inrichting zeker behoorlijk genoeg geld ver diend. De heer J. Koopmans wijst er op, dat oppervlakkig beschouwd wel wat voor het denkbeeld van den heer G. W. Koopmans te zeggen valt. Waarom toch zou men, wanneer men hier een bekwaam persoon voor deze taak vinden kan, een van buiten nemen Maar vindt men hier wel iemand, wien men de controle dezer boekhouding kan toevertrouwen Een leeraar in het boekhouden al heeft hij acte middelbaar is daarom nog geen accountant. Hij is alleen bekend met de theorie, terwijl een accountant meer practisch

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 3