68 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 April 1913. tegelijk met het voorstel van Burgemeester en Wet houders een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Schoondermark doet opmerken, dat de grond niet alleen vol steen, maar ook vol glas zit en dat de huurder den grond slechts met veel kosten eenigszins bruikbaar kan maken. Dat is een der redenen waarom Burgemeester en Wethouders den huurprijs zoo laag hebben gesteld. De heer Hiemstra vraagt of het vaststaat dat de grond, als de gemeente die weer overneemt, als tuin zal worden gebruikt. Wanneer er toch b.v. een plein van zal worden gemaakt, heeft het aanleggen van een tuin voor de gemeente geen waarde. Wordt het later als tuin door de gemeente gebruikt, dan zou de heer Nubé het voor haar in orde hebben gemaakt en is een eenigszins lagere huur gewettigd. De heer Burger zegt dat de opmerking van den Voorzitter, dat de heer Nubé veel kosten moet maken en dat de opzeggingstermijn kort is, hem aanleiding geeft op de zaak terug te komen. De heer Hiemstra heeft al opgemerkt dat de huur toch in ieder geval een jaar loopt. De heer Nubé nu moet het heele stuk overhoop halen en moet daarvoor veel kosten maken, terwijl hij bovendien de kans loopt dat hij er het volgend jaar weer af moet. Er is dus alle reden om hem althans in het eerste jaar een lage huur te laten betalen. Tot zoover kan spreker dus volkomen met den Voorzitter meegaan. Voor de volgende jaren evenwel bestaat er voor een lage huur geen reden, daar de huurder, juist omdat hij er misschien reeds met een jaar weer af moet, wel dient te rekenen dat hij zijne kosten alleen voor dat eerste jaar maakt. Spreker zou dan ook willen voorstellen de huur voor het eerste jaar laag te stellen en voor de vol gende jaren een billijke huur te bepalen. Den heer Fransen komt het vreemd voor dat de grond vol steenen en glas zit. Het is toch een ge deelte der voormalige kweekerij en spreker meent dan ook dat de steenen en het glas slechts op de oppervlakte liggen, zoodat die met een hark gemak kelijk zijn te verwijderen. Spreker gelooft dan ook dat de onkosten, om een tuin aan te leggen, gering zullen zijn. De heer Tulp vraagt of het den Voorzitter ook bekend is of de heer Nubé den tuin wil aanleggen voor particulier gebruik of ten dienste van het onderwijs De Voorzitter antwoordt dat de heer Nubé den tuin wil aanleggen voor eigen gebruik. Met het denkbeeld van den heer Burger om den grond het eerste jaar voor 8.55 te verhuren en de huur voor volgende jaren nader vast te stellen, kan spreker zich wel vereenigen. De heer Tulp meent dat de heer Nubé, als hij op een dergelijk voorstel ingaat, toch wel eenige zeker heid zal willen hebben wat de huurprijs voor de vol gende jaren betreft. Die prijs kan dan toch wel zoo hoog zijn dat hij den grond daarvoor niet wil hebben. De Voorzitter gelooft niet dat de heer Nubé tegen deze onzekerheid zooveel bezwaar heeft. De heer Nubé is uitdrukkelijk op de verschillende bezwaren gewezen, maar hij heeft overal genoegen mee genomen. Spreker gelooft dan ook niet dat het door den heer Tulp te berde gebrachte bezwaar zoo erg groot is. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van den heer Fransen wordt verworpen met 19 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de heeren Tiemersma, G. W. Koop- mans, Zandstra, Fransen en Hiemstra. Tegen de heerenWilhelmij, Tulp, Lautenbach, Feitz, Beucker Andreae, Boosman, J. Koopmans, Haverschmidt, Bertling, Oosterhoff, Hartelust, van Messel, Vonck, Burger, Schoondermark, Komter, Berghuis, Menalda en Beekhuis. De heer Tijsma heeft aan deze stemming geen deel genomen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, gewijzigd overeenkomstig het amendement van den heer Burger, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Comité Plan 1913" alhier, ten behoeve van een in het Harmoniegebouw te houden tentoonstelling, van 1 Augustus tot 1 September e.Jc. in gebruik af te staan het gemeentelijk terrein tusschen dat gebouw en het Paleis van Justitie. Dit voorstel luidt als volgt Namens het Comité-Plan 1913 is door zijn voor zitter en secretaris bij nevensgaand adres tot U het verzoek gericht, ten behoeve van een door hem, ter herdenking van Nederland's Onafhankelijkheid, te houden tentoonstelling van Friesche nijverheid en kunstnijverheid, van 1 Augustus 1913 tot 1 September daaraanvolgende gebruik te mogen maken van het terrein tusschen het Harmoniegebouw, over de diepte van dat gebouw, en het Paleis van Justitie, voor zoover dit gemeente-eigendom is. Daar door adressanten op een spoedige beslissing wordt prijs gesteld, hebben wij het adres dadelijk voor het uitbrengen van prae-advies tot ons genomen. Tegen de inwilliging ervan bestaat onzerzijds geen bezwaar, zoodat wij de eer hebben U voor te stellen te besluiten aan het Comité-Plan 1913 alhier kosteloos in gebruik af te staan, voor zooveel den eigendom der gemeente betreft, het terrein tusschen het Harmoniegebouw aan het Ruiterskwartier, over de diepte van dat gebouw, en het Paleis van Justitie, gedurende het tijdvak van 1 Augustus 1913 tot 1 September daaraanvolgende, teu behoeve van de door dat Comité, ter herdenking van Nederland's Onafhankelijkheid te houden tentoon stelling van Friesche nijverheid en kunstnijverheid, onder voorwaarden die Burgemeester en Wethouders geraden zullen oordeelen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders^ De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van De heer G. W. Koopmans zou den huurprijs voor 10- Het Primitief kohier van den Hoofdelyken Om- het eerste jaar willen stellen op 8.55 en voor de 8*a9> dienst 1913, volgende op 50.Dan weet de heer Nubé waar hij aan toe is. Na heropening wordt dit kohier met algemeene Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 April 1913. 69 stemmen vastgesteld met een totaal van cijfers van aanslag van 8.833.669 en een totaal der aanslagen van 313.958.49. 11. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot vaststelling van eene verordening op de 9-uur-winkelsluiting en tot wijziging der verorde ningen, regelende de politie op de openbare vermakelijk heden, plaatsen van vereeniging van personen en verlotingen in de gemeente Leeuwarden, (Gemeenteblad 1905 no. 48, gewijzigd bij art. 108 der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden). (Bijlagen nos. 33 van 1912 en 4, 7 en 10 van 1913). De algemeene beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter wenscht allereerst twee dingen te zeggen. In de eerste plaats komt het hem voor dat er in deze vergadering niet meer over het beginsel behoeft te worden beraadslaagd, daar daarover in een vorige vergadering reeds is beslist. Dan wenscht spreker tegelijk met deze verordening aan de orde te stellen de ingekomen adressen van de afdeeling Leeuwarden der vereeniging tot bevordering van de Zondagsrust en van den Roomsch Katholieken Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden, bij welke adressen tevens regeling van de Zondagssluiting wordt gevraagd. De heer Wilhelmij zegt dat over eene wettelijke of wil men liever, eene gedwongen winkelsluiting in den laatsten tijd zooveel is gesproken en geschreven, en het vóór en tegen zoo is opgesomd, dat spreker daarover niet behoeft uit te weiden. Alleen durft spreker gerust als zijne meening mede te deelen, dat deze zaak nooit de sympathie zal verwerven van het meerendeel van hen, voor wie deze verordening zal worden gemaakt. Wil men dan ook een dergelijke dwangmaatregel invoeren, dan moet dit niet geschieden voor een bepaalde categorie van personen, waarvan velen zeer veel moeite hebben om den kost te ver dienen De Voorzifter interrumpeert den heer Wilhelmij en wijst dezen erop, dat hij druk bezig is het beginsel te bespreken. Wil de Raad zulks, dan zal spreker er zich bij neerleggen. Spreker stelt in verband hiermee voor den heer van Messel eerst het woord te verleenen, dan kan eerst worden uitgemaakt of het beginsel al dan niet zal worden besproken. Hiertoe wordt besloten. De heer van Mossel deelt in het algemeen het gevoelen van den Voorzitter niet. Het laat zich ver klaren dat men voor een motie kan stemmen, die op een zeker oogenblik bij overrompeling bij den Raad is binnengekomen, waartegenover de mogelijkheid bestaat dat men later na rijp overleg en lezing van het vóór en tegen tot andere inzichten komt en tot tegenstander is bekeerd. Daarom deelt spreker de meening van den Voorzitter niet, dat er thans niet meer over het beginsel behoeft te worden gesproken. Bovendien was spreker en met hem nog enkele andere leden in de vergadering van 4 Juni 1912 toen de motie is aangenomen niet tegenwoordig, zoodat hun wel allerminst het recht kan worden ontnomen om zich over het beginsel uit te laten. Die leden toch hebben het recht hun stem tegen de verordening te motiveeren. Spreker stelt dan ook voor bij de algemeene beschouwingen de gelegenheid te geven om over de beginselkwestie te spreken. De heer Hiemstra is van oordeel dat het moeilijk zal gaan bij de algemeene beschouwingen de beginsel kwestie te ontwijken. Dat is onmogelijk, want het beginsel zal wel altijd ter sprake moeten komen. De heer Lautenbach zal zich streng aan de opmerking van den Voorzitter houden. Hij zal zich dan ook niet bezig houden met hetgeen in de verordening staat, maar met hetgeen er niet in staat De Voorzitter interrumpeert den heer Lautenbach en zegt dat de heer Wilhelmij het woord heeft, maar dat nu alleen besproken wordt de vraag of bij de algemeene beschouwingen de beginselkwestie zal worden besproken of niet. De heer Hartelust wenscht over die vraag het woord te voeren. In de bewuste vergadering, toen Burge meester en Wethouders werden nitgenoodigd een schema van eene verordening op de winkelsluiting te maken, heeft spreker gezegd dat hij, door vóór de motie te stemmen, niet te kennen wilde geven het beginsel van de 9-uur-sluiting te zijn toegedaan, maar dat dit beginsel bij hem tot rijpheid zou kunnen komen als er eeDe verordening kwam, die hem tevreden zou stellen. Sedert dien is er zooveel tijd verloopen, dat men de noodige waarnemingen heeft kunnen doen om eene decisie te nemen hoe men tegenover het beginsel staat. Hij is dan ook van oordeel dat er wel over het beginsel moet worden gesproken. Hij voor zich is er zeker van tegen de verordening te zullen stemmen. De Voorzitter zal zich, voornamelijk na het door den heer Hartelust gesprokene, niet verzetten tegen de bespreking van het beginsel. Hij noodigt evenwel de leden uit zich zoo weinig mogelijk in de beginsel kwestie te verdiepen, daar anders de besprekingen in de vorige vergadering tot niets nut zijn geweest. Spreker geeft nu het woord aan den heer Wilhelmij. De heer Wilhelmij vervolgt en herhaalt dat men een dwangmiddel als het bedoelde, niet moet invoeren voor een bepaalde categorie van personen, waarvan velen het niet verlangen, maar dan moeten alle, winkels, magazijnen, café's enz. gesloten worden, want men moet de belastingbetalende burgers gelijk be handelen en den een niet bevoordeelen boven den ander. Nu reeds valt te constateeren, dat deze dwang maatregel in gemeenten, die een dergelijke verorde ning bezitten, aanleiding geeft tot groote moeilijk heden en straffen. Onder anderen zijn in Amsterdam in één jaar tusschen de 1300 en 1350 processen- vorbaal opgemaakt wegens overtreding der verordening op de winkelsluiting en is aan eerzame menschon, die geen mensch een stroohalm in den weg leggen, straf opgelegd, omdat zij hun best doen den kost te ver dienen voor vrouw en kinderen. In Groningen werd in de raadsvergadering van 26 October 1.1. een voorstel gedaan door den heer Rugge, luidende als volgt rde Raad, van oordeel, dat de tijd gekomen is, dat „de tijd van opening en sluiting van winkels en ma gazijnen van gemeentewege wordt geregeld, ver- zoekt Burgemeester en Wethouders daaromtrent „bepalingen te ontwerpen en deze den Raad ter „vaststelling aan te bieden." Na eenige discussie werd dit voorstel verworpen, zoodat een wettelijke winkelsluiting daar voorloopig geheel van de baan is. Ook in Delft en in vele andere plaatsen is men tegen gedwongen winkelsluiting. Van de 828 uitge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 4