170 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Augustus 1918. b. bij openbare aanbesteding hebben gegund I. aan de Naamlooze Vennootschap Nederlandsche Betonijzerbouw te Amsterdam het leveren en uitvoeren der fundeering voor den turbogenerator in de ge meentelijke electrische centrale alhier voor/7690.— II. de levering van brandstoffen voor den ge meentedienst als aan D. Steenstra alhier 1360 D.H. baggerturf a/0.91 B. L. Bijleveld 410 D.H. harde lange turf a 0.48; Th. T. van der Meij alhier 671/., H.L. anthraciet a 1.40 aan Th. T. van der Meij alhier 671/? H.L. anthraciet a 1.47 en 5000 stuks briketten a 0.49 per 100 aan J. .T. Touwen alhier 150 H.L. anthraciet a 1.65. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Voordracht voor de benoeming van een onder wijzer aan gemeenteschool no. 1, vacature W. Schippers 1. C. F. Seidel, te Sappemeer 2. H. Valkema, te St. Jacobi Parochie 3. J. H. Warning, te Oosterwolde. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan Th. Boersma op zijn verzoek met ingang van 1 October e.k. eervol ontslag te verleenen als hoofd van gemeenteschool no. 12. 3. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der commissie tot wering van schoolverzuim, wegens periodieke aftreding van L. bij de Leij, uit de meerder jarige onderwijzers, die aan een openbare lagere school in de gemeente werkzaam zijn. De stukken 13 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening betreffende den Burger lijken Stand der gemeente Leeuwarden (gemeente blad 1904, no. 9). 5. Alsvoren om, naar aanleiding van door den Minister van Binnenlandsche Zaken gemaakte op merkingen met intrekking van de raadsbesluiten van 29 April 1913 no. 135R/67 en no. 135R/68 opnieuw vast te stellen een verordening op de heffing eener bijzondere belasting wegens den aanleg van een riool in den Stienserweg en een op de invordering dier belasting. De stukken 4 en 5 zullen worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. 6. Alsvoren om aan R. Span, alhier, gerekend van 12 Mei 1912 af, voor den tijd van één jaar te ver huren met stilzwijgende verlenging van de huur van jaar tot jaar, a 2.50 per jaar, den grond kadastraal bekend sectie F no. 2049, vóór zijn perceel Olde- galileën no. 199. 7. Alsvoren om aan den Minister van Justitie ten behoeve van het Rijk vergunning te verleenen tot het aanbrengen en tot wederopzeggens hebben van een bovengrondsche electrische schelgeleiding tusschen het huis van bewaring en de aan de Keizersgracht gelegen dienstwoning van den bewaarder le rang (brigadier) bij genoemd gesticht. 8. Alsvoren om aan A. Schuurmans, lid van de firma J. N. Schuurmans alhier, voor 25.'s jaars te verhuren een gedeelte van het kadastraal perceel gemeente Leeuwarden sectie F no. 2143 aan den op- weg van het Kalverdijkje naar de schietbaan, om daarop een bewaarplaats van onontplofbare vuur werken te bouwen. 9. Alsvoren om op den voet der betrekkelijke ver ordening (gemeentebladen 1909 no. 32 en 1913 no. 13) met de gemeente Rauwerderhem eene gemeen schappelijke regeling aan te gaan, omtrent de toe lating van kinderen uit die gemeente tot openbare lagere scholen alhier. De stukken 69 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 10. Alsvoren tot wijziging der gemeente-begrooting dienst 1913 en tot af- en overschrijving op die voor den dienst 1912. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van D. Timmermans om wijziging van de gevelhoogte der door hem op een gedeelte van bouwblok VII/ der terreinen aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaal te stichten gebouwen. De stukken sub 10 en 11 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 12. Alsvoren op het adres van W. van der Veer te Ritsumazijl om gebruik van gemeentegrond aan den Harlingertrekweg aldaar. 13. Alsvoren inzake bezwaarschriften tegen aan slagen in de belasting op het houden van honden, dienst 1913. De stukken sub 12 en 13 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Tiemersma rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten en uitgaven van het Stads-Ziekenhuis dienst 1914, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voor stelt de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 30,072.35. De Voorzitter stelt voor de begrooting en het rapport in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der Commissiebelast geweest met het onderzoek van de geloofsbrieven dei' nieuw inkomende leden. De conclusie van dit rapport, strekkende tot toe lating der nieuw inkomende leden, wordt met alge- meene stemmen aangenomen. 2. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting van ontvangsten en uitgaven der Stads- Armenkamerdienst 1914. De conclusie van het rapport, strokkende tot goed keuring der begrooting, wordt met algemeene stem men aangenomen. 3. Benoeming van eene Commissie voor het nazien der gemeenterekening, dienst 1912. Voor de benoeming van het eerste lid zijn uitgebracht 15 stemmen, verdeeld als volgt Op den heer J. Koopmans 5 stemmen, elk der heeren Boosman, Berghuis en G. W. Koopmans 2 stemmen, op elk der heeren Zandstra, Vonck en Bertling 1 stem, terwijl 1 briefje van onwaarde wordt verklaard. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Augustus 1913. 171 Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming. De uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer J. Koopmans 8 stemmen, elk der heeren Wilhelmij en Berghuis 2 Boosman, Lautenbach en G. W. Koopmans 1 stem. De heer J. Koopmans is alzoo benoemd. Voor de benoeming van het tweede lid zijn uit gebracht 15 stemmen, te weten op elk der heeren Tijsma, Lautenbach, Bertling, G. W. Koopmans en Wilhelmij 2 stemmen, Vonck, Boosman, Zandstra, Hiemstra en Berghuis 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft ver kregen, wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming. De uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer Berghuis 4 stemmen, elk der heeren G. W. Koopmans, Bertling, Boosman, Tijsma en Hiemstra 2 stemmen, den heer Vonck 1 stem. Door het lot wordt nu beslist dat de heer Hiemstra met den heer Berghuis in herstemming komt, waarbij laatstgenoemde zich van medestemmen onthoudt. De uitslag der herstemming is dat zijn uitgebracht: op den heer Berghuis 11 stemmen, Hiemstra 3 De heer Berghuis is alzoo benoemd. Voor de benoeming van het derde lid zijn uitge bracht 15 stemmen, te weten op den heer Hiemstra 5 stemmen, elk der heeren Bertling en Tijsma 3 stemmen, den heer Wilhelmij 2 stemmen, elk der heerenBoosman en G. W. Koopmans 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft ver kregen wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming. De uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer Hiemstra 6 stemmen, Bertling 4 Tijsma 3 G. W. Koopmans 2 Er moet nu een herstemming plaats hebben tusschen de heeren Hiemstra en Bertling. De uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer Bertling 10 stemmen, Hiemstra 5 De heer Bertling is alzoo benoemd. De commissie bestaat alzoo uit de heeren J. Koop mans, Berghuis en Bertling. 4. Benoeming van een leeraar aan het gymnasium in verband met de beëindiging der aan mej. J. G. H. Hovens Greve verstrekte tijdelijke opdracht. De heer G. W. Koopmans „is dit een vaste of een tijdelijke benoeming" De Voorzitter„eene tijdelijke". Wordt overgegaan tot de benoeming. Op mej. J. G. H. Hovens Greve zijn uitgebracht 14 stemmen. Op den heer II. van Eek is uitgebracht 1 stem. Mej. J. G. H. Hovens Greve is alzoo benoemd. 5. Benoeming van onderwijzend personeel aan de school van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes. Het voorstel luidt als volgt Bij raadsbesluit van 22 October 1912 (Raadshande- lingen, bladzijde 187) werden, voorloopig bij wijze van proef, voor het nog overige gedeelte van den cursus 1912/13 benoemd tot leeraren aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes alhier dr. J. Huisinga voor scheikunde gedurende 4 en H. van Eek voor natuurkunde gedurende 6 lesuren per week. De directrice der school heeft thans aan de Com missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs den heer Van Eek voor eene herbenoeming aanbevolen, terwijl zij verder in overweging geeft in plaats van den heer Huisinga, van wien zij betreurt dat hij zich niet meer voor de school beschikbaar wenscht te stellen, met het onderwijs in de scheikunde te belasten mejuffrouw O. B. van der Weide, scheikundig ingenieur, verbonden aan het instituut Poutsma alhier, die zich daarvoor bij ons had aangemeld. Bij datzelfde schrijven raadt zij verder de Com missie aan te bevorderen, dat mejuffrouw A. G. Kreuiter, die bij raadsbesluit van 11 Maart 1913 (Raadshandelingen bladzijde 30) tijdelijk tot weder opzeggens toe, uiterlijk voor den cursus 1912/13, werd benoemd tot leerares in aardrijkskunde en geschiede nis, aan bovengenoemde inrichting vast aangesteld wordt. Zoowel de Commissie als de betrokken Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs zijn van oordeel, dat in den zin van het schrijven der directrice dient gehandeld te worden. Wij zijn van eenzelfde gevoelen en hebben, onder overlegging van de betrekkelijke stukken, derhalve de eer A. ter benoeming aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes aan te bevelen I. tot wederopzeggens toe, uiterlijk voor den cursus 1913/14 en, wat den eerstvermelde betreft, behoudens de door den Minister van Binnenlandsche Zaken te geven toestemming: a. tot leeraar in natuurkunde gedurende 6 lesuren per week H. van Eek, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool, alhier b. tot leerares in scheikunde gedurende 4 lesuren per week mejuffrouw O. B. van der Weide, scheikun dig ingenieur, verbonden aan het instituut Poutsma, alhier, ieder op een belooning van 100.per wekelijksch lesuur 's jaars II. met ingang van den cursus 1913/14 tot leerares in aardrijkskunde en geschiedenis op eene bolooning van f 1400.per jaar mej. A. G. Kreuiter, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. B. U voor te stellen te besluiten als grondslag, zoo voor de te betalen bijdrage als voor de berekening van het eventueel te verleenen pensioen, ingevolge artikel 13, le lid, der wet tot regeling van de pen sioenen der burgerlijke ambtenaren, voor mejuffrouw A. G. Krouiter voornoemd vast te stellen het bedrag harer jaarwedde van 1400. Met algemeene stemmen worden benoemd a. tot tijdelijk leeraar in de natuurkunde de heer H. van Eek b. tot tijdelijk leerares in de scheikunde mej. O. B. van der Weide c. tot leerares in de aardrijkskunde en geschiedenis mej. A. G. Kreuiter. Onderdeel B van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt mot algemeene stemmen aan genomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 2