8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van S. Boosmaalhierom wijziging van de gevelhoogte der door hem op een gedeelte van bouivblok Vllf der terreinen aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaal te stichten gebouwen. 210 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 October 1913. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige regeling van de pensioensgrondslagen van de gemeenteambtenaren, wier wedde door den Baad wordt vastgesteld, zulks ingevolge het bepaalde bij artikel 22, eerste lid, der Pensioenwet voor die ambtenaren 1913. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan N. Veeldersalhier, toe te staan de huur van het door hem gehuurde perceel St. Jacobstraat no. 33 voor den nog loopenden huurtijd over te doen aan O. Geerdink te Dokkum. Dit voorstel luidt als volgt Het perceel St. Jacobstraat no. 33 is krachtens raadsbesluit van 23 Januari 1912 no. 26R/17 voor het tijdvak van 12 Mei 1912 tot 12 Mei 1913 tegen de som van f 225.'s jaars verhuurd aan N. Veelders alhier, met bepaling dat de huur na expiratie van den huurtijd uiterlijk tot 12 Mei 1915 stilzwij gend wordt geacht van jaar tot jaar te zijn verlengd. Thans heeft Veelders tot ons het verzoek gericht de huur tot 12 Mei 1915 te mogen overdragen aan G. Geerdink, koopman in oudheden, te Dokkum. Deze laatste is blijkens bekomen inlichtingen vol doende gegoed om de huurpenningen te voldoen, terwijl tegen hem als huurder geen bezwaren bestaan. Met het oog op den nieuwen huurder kan er tegen de inwilliging van het verzoek dus geen bezwaar worden gemaaktook het gemeentebelang verzet zich daartegen niet. Toch meenen wij, dat het gewenscht is de overdracht slechts toe te staan onder beding, dat Veelders voor de richtige betaling der huursom borg blijft. In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten goed te vinden, dat de huur van het perceel St. Jacobstraat no. 33, kadastraal bekend gemeente Leeu warden, sectie C no. 1672, met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen dag in de maanden October of November van dit jaar tot 12 Mei 1915 wordt overgedragen van N. Veelders alhier op G. Geerdink, koopman in oudheden, te Dokkum, tegen den prijs en onder de voorwaarden van de met eerstgenoemde op 9 Maart 1912 gesloten overeenkomst en voorts onder beding, dat N. Veelders borg blijft voor de richtige betaling der huurpenningen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Dit prae-advies luidt als volgt In ons prae-advies van 23 Juli 1.1., dat geleid heeft tot Uw besluit van 12 Augustus d.a.v. (Raads hande lingen 1913, blz. 174), zijn de redenen medegedeeld, welke ervoor pleiten, dat in sommige gevallen afwijking wordt toegestaan van de bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal, ten aanzien van de gevelhoogte van woningen, welke gebouwd zullen worden op een gedeelte van blok VII/- dier terreinen aan de noordzijde. Een gelijk verzoek als toen door D. Timmermans is gedaan, heeft nu S. Roosma, timmerman, alhier, tot Uwe Vergadering gericht. Het betreft hier een zestal woonhuizen, welke gesticht zullen worden aan de Saskiastraat en, evenals door Timmermans, aan de le Rembrandtdwarsstraat. Adressant zou die hoogte voor bedoelde huizen gaarne teruggebracht zien van 5 M. op 4.20 M. Ook thans kan een gunstige be schikking worden genomen. Met wederaanbieding van het adres, dat in onze handen om prae-advies werd gesteld, en onder bij voeging van het advies van den gemeentelijken Inspec teur voor het woningtoezicht en den Directeur der gemeentewerken, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten met toepassing van het bepaalde bij artikel 53 der bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal, vastgesteld ingevolge raads besluit van 14 Januari 1913, no. 6R/9, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij beschikking van den 30en dier maand no. 11, aan S. Roosma, timmer man, alhier, afwijking toe te staan van het voor schrift van artikel 24 dier bepalingen ten aanzien van de gevelhoogte van door hem te bouwen zes woningen aan de Saskiastraat en de le Rembrandt dwarsstraat op blok VII/ der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal N.-Z., hem in erfpacht afgestaan bij akte, den 9 September 1913 voor den alhier gevestig- den notaris J. H. Berghuis verleden en overgeschreven ten hypotheekkantox-e te Leeuwarden den llen dier maand, deel 1487, no. 58, onder verplichting de gevels van die woningen tot eene hoogte van ten minste 4.20 M. op te trekken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een adres van A. Broersma om overneming en demping van een gedeelte sloot Lijkvaartvóór het hem toebe- hoorend perceel Spanjaardslaan no. 3, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E no. 580. Dit prae-advies luidt als volgt Wederom heeft Uwe Vergadering een verzoek be reikt om een gedeelte van de Lijkvaart langs de zuidzijde van de Spanjaardslaan te mogen dempen, en wel van Arend Broersma, steenhouwer, alhier. Hieromtrent werd door U ons gevoelen gevraagd. Zooals uit het adres blijkt, betreft het hier het gedeelte, dat gelegen is tusschen het perceel Span jaardslaan no. 3 en die laan. Om aan adressant's verlangen te kunnen voldoen, is het noodig dat hij van de gemeente, voor zoover haar rechten betreft, den eigendom verkrijgt van dat slootsgedeelte. Bij vroegere aanvragen van dezelfde strekking (zie o.a. 's Raads handelingen 1912, blz. 190) hebben wij U erop gewezen, dat de demping zou bijdragen om de laan een beter aanzien te geven en daardoor het gemeentebelang zou worden gediend. Evenals toen meenen wij ook nu het onderwerpelijk verzoek bij Uwe Vergadering in gunstige overweging te moeten aanbevelen. Er behoort echter te worden gezorgd, dat niet aan den eenen kant verloren wordt, wat aan de andere zijde zou worden gewonnen. Adressant wil toch achter de bestaande woning een steenhouwers werkplaats oprichten. Zou hij nu van het vóór die woning gelegen terrein een opslagplaats van steen maken, dan zou de toestand ter plaatse niet verbeteren. Daarom hebben wij deze gelegenheid aangegrepen onder de voorwaarden eene bepaling op te nemen, waarbij dat verboden wordt. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 October 1913. 211 De koopprijs kan ook thans op de som van 1. worden gesteld. Verzoeker, wien wij van het bovenstaande en de overige voorwaarden mededeeling hebben gedaan, verklaarde daarmede genoegen te nemen. Terwijl wij dit en de verdere stukken hierbij aan U overleggen, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten aan Arend Broersma, steenhouwer, alhier, voor de som van één gulden (f 1.in eigendom over te dragen, voor zooveel de rechten der gemeente betreft en behoudens die van derden, het gedeelte van de sloot de Lijkvaart, aangeduid in gele ar£ure op het hierbij gevoegde kaartje, de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te meten, gelegen tusschen het hem behoorend perceel Spanjaardslaan no. 3, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E no 580, en die laan en over de geheele lengte van dat perceel, om vervolgens te worden gedempt, onder de volgende voorwaarden 1. dat dit slootsgedeelte op de bij artikel 74bis der bouwverordening omschreven wijze met goeden grond, welke niet krimpt, worde gedempt tot een hoogte, gelijk aan die van het voorliggende terrein 2. dat dit slootsgedeelte, vóór tot demping wordt overgegaan, geheel drooggemaakt en van blabber en vuil gereinigd worde, welke naar een door den Direc teur der gemeentewerken nader aan te wijzen plaats moeten worden vervoerd 3. dat het te dempen gedeelte van het overige, oostelijk, gedeelte der sloot door een walbeschoeiïng afgescheiden worde en blijve 4. dat op die walbeschoeiïng en op de grens van het eigendom der gemeente en dat van adressant een ijzeren hek, ter hoogte van ongeveer 90 cM., worde geplaatst en onderhouden, waarvan de teekening en samenstelling vooraf door Burgemeester en Wethou ders moeten zijn goedgekeurd 5. dat de hiervoren genoemde werken door en op kosten van adressant en ten genoegen van Burge meester en Wethouders uitgevoerd en voor zooveel noodig onderhouden worden 6. dat op het terrein vóór bovengenoemd perceel buiten de rooilijn voor de gebouwen aan de Spanjaards laan geen natuurlijke steen of bouwmaterialen worden opgeslagen 7. dat de kosten van overdracht en levering en die van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeente-archief door adressant worden ge dragen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling oj> grond der nieuwe wettelijke regeling van een verordening inzake de pensionneering van gemeente ambtenaren, hunne weduwen en weezen (Bijlage no. 39). De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Hiemstra wenscht de opmerking te maken dat het een eigenaardige manier van doen is om een zoo belangrijke en ingewikkelde zaak slechts een paar dagen voor de behandeling ter kennis van de leden te brengen. De wet toch is reeds in Juni aangenomen en Burgemeester en Wethouders hadden derhalve wel vroeger met hun voorstel kunnen komen. Spreker weet niet wat hiervan de oorzaak is. Hij herinnert zich dat hem al eens in een raadszitting verweten is dat hij amendementen zoo rauwelings indiende, maar Burgemeester en Wethouders gaan in dit geval ook niet vrij uit. De Raad had een zoo belangrijk voor stel vroeger moeten hebben om het te kunnen be- studeeren. Spreker begint met mede te deelen, dat hij gehoord heeft dat van sommige werklieden reeds de nieuwe premiën zijn ingehouden. Hij weet niet of het waar is, maar betwijfelt of Burgemeester en Wethouders daartoe het recht hebben. Mocht het evenwel toch zijn gebeurd dan doet spreker opmerken dat een vroegere indiening van het voorstel al die onaange naamheden had kunnen voorkomen. Thans wil spreker een enkel woord zeggen over het voorstel. Het doet spreker genoegen dat Burgemeester en Wethouders zich op het standpunt hebben geplaatst dat ambtenaren, die in dienst der gemeente blijven, voor eigen pensioen niets behoeven te betalen. Hij spreekt van blijven, omdat volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders op de ambtenaren, die hun leven niet in dienst der gemeente slijten en naar een andere overgaan, 3 zal worden verhaald. Spreker noemt dit geen ruim standpunt van Burge meester en Wethouders. Bij verschillende coöperatieve zuivelfabrieken toch bestaat een pensioenfonds voor het personeel en bij velen bestaat de bepaling dat ook bij overgang van de eene fabriek naar de andere de polis het eigendom blijft van den verzekerde, d.w.z. dat een particuliere instelling eene ruimere opvatting heeft dan Burgemeester en Wethouders. Het heeft spreker gefrappeerd dat de geest van het adres van den Bond van gemeente-ambtenaren eigenlijk deze is pluk ons niet te veel, maar die na ons komen mogen gerust worden geknepen. Dit is precies hetzelfde standpunt als dat van den jongen die met zijn kameraden aan het appelen stelen is geweest en door den boer wordt gepakt. Hij zegt dan om maar minder straf te krijgen, dat de anderen veel meer hebben genomen dan hij. Het verheugt spreker evenwel dat de Gemeentewerkliedenbond op het standpunt staat van een premievrij pensioen, ook voor hen die nog in dienst der gemeente komen. Dat is een ruimer en beter standpunt. Er is boven dien een practisch bezwaar om van hen, die later in dienst komen, wel en van de in dienst zijnde ambte naren geen bijdrage te vragen. Men krijgt daardoor geen uniforme regeling en er zal naijver onder de werklieden ontstaan. De een, die in dienst is en 12.verdient, zal meer hebben dan een ander, die tegen datzelfde loon in dienst komt. Het is dan ook het meest practisch allen over dezelfde kam te scheren. Wat nu betreft de inkoopsom voor hen, die reeds den dienst der gemeente hebben verlaten of nog zullen verlaten, ook die moet, meent spreker, door de gemeente worden betaald. Spreker meent dat Bur gemeester en Wethouders verder hadden moeten gaan en een premievrij pensioen voor allen mogelijk moeten maken. Wanneer spreker het heeft over een premie vrij pensioen past hij daarbij toe de idee der Invali diteitswet, n.l. het daarin vervatte stukje staatspensioen. Spreker wil, om de heeren gerust te stellen, zeggen dat dit geen socialistisch idéé is, want in de Tweede Kamer stemde de geheele linkerzijde behalve de heer Rink, voor een amendement-Vliegen, waarbij een premievrij pensioen werd voorgesteld. Spreker hoopt dat zijn partijgenooten en de linkerzijde van den Raad straks even ver zullen gaan. Wat nu betreft de bijdrage voor weduwen- en weezenpensioen, het spijt spreker, dat Burgemeester en Wethouders daarbij niet even ver zijn gegaan als bij het eigen pensioen. Zij stellen toch voor de ambtenaren de volle maat te geven. Wat beteekent dit voor velen Dit, dat iemand die 600.ver dient, daarvan 30.moet storten. Dan is het juist, zooals in de adressen is uitgedrukt, dat de pas ver kregen loonsverhooging daardoor bijna geheel wordt opgeslokt. Spreker is van oordeel dat een bedrag vaü 30.op 600.te bar is. Spreker zal geen lange redevoering houden over den toestand der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 3