268 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 October 1913,
voortgezet op Donderdag 30 October 1913.
geen groote zaak. Ze betalen s/4 en krijgen 3/4 terug.
Spreker wil nog eene opmerking maken. Het komt
hem voor dat de berekening, dat de gemeente 1/i
krijgt, in beginsel onjuist is. Vroeger toch is er niet
over gesproken, toen de heeren Bos c.s. het werk is
opgelegd. Spreker is van oordeel dat het beter ware
geweest als de geheele belastingverordening achter
wege gebleven ware en het zou voor Bos c.s. gemakke
lijker zijn als ze ongedaan kon worden gemaakt. Ze
krijgen toch nooit meer terug dan ze in de belasting
betaald hebben en nooit iets van de door hen aan het
werk bestede kosten.
De heer Fransen hoort van den Voorzitter dat de
concessionarissen de kosten terugkrijgen. Toen ze ver
plicht werden het riool te betalen en meerdere kosten
moesten maken, hebben Burgemeester en Wethouders
iD uitzicht gesteld dat van de naastgelegen {terreinen
belasting zoude moeten worden betaald. Eerst hebben
ze nu meer kosten gemankt en nu moeten ze boven
dien nog belasting van hun eigen terrein betalen.
De Voorzitterze krijgen die terug.
De heer Fransen herhaalt dat het, waar hun beloofd
is dat van de aangrenzende terreinen belasting zou
worden geheven, onbillijk is dat ze van hun eigen
terreinen moeten betalen. Ze betalen dan tweemaal.
De Voorzitter„het is een doodgewone dwaling. Er
is geen sprake dat ze tweemaal betalen. Het eenige
wat spreker den heer Burger kan toegeven is dat de
toelichting niet deugt. In den aanhef van het besluit
staat het goed.
De heer Burger verwijst naar onderdeel CC, straks
door den heer Fransen voorgelezen.
De Voorzitter herhaalt dat het in de verordening
goed staat. Spreker geeft toe, dat door het eerste
voorstel de indruk kan zijn gewekt dat alleen van de
omliggende terreinen zou worden betaald. De heeren
Bos c.s. intusschen krijgen s/4 van de belasting terug
en dat is juist wat bedoeld was.
De heer Burger herhaalt, dat ze van het geld, dat
oorspronkelijk is betaald, niets terug krijgen.
De Voorzitter zegt dat de heeren Bos c.s. ook het
werk zouden hebben betaald als er geen verandering
was gekomen. Nu krijgen ze 3/4 deel van de belas
ting der omliggende terreinen terug.
De heer Tiemersma zegt dat de heeren Burger en
Fransen hot hem gemakkelijk hebben gemaakt. Hij
had hetzelfde willen zeggen. Het wil hem voorkomen
dat er duidelijk staat dat van de aangrenzende ter
reinen belasting zal worden geheven. Bos c.s. hebben
nu al terrein ter bebouwing uitgegeven, zonder deze
voorwaarden van de belasting. Nu komt er toch be
lasting op en zij zullen die dan uit eigen zak moeten
betalen. Zoodoende betalen zij die 25 °/0 kosten der
gemeente, zonder er iets voor terug te ontvangen,
zooals van Burgemeester enWethouders de bedoeling is.
Hunne terreinen worden door de belasting bezwaard.
Spreker meent dan ook dat dit terrein moet worden
vrijgesteld.
De Voorzitter blijft er den nadruk op leggen dat
hier eene vergissing in het spel is. Wanneer de Raad
kan goedvinden den post goed te keuren, zal spreker
de kwestie schriftelijk uiteenzetten. Het is moeilijk
dit thans mondeling te doen.
De heer Hiemstra heeft daar niets tegen. Spreker
vraagt of de lasten van kapitaal en rente op het terrein
Bos c.s. zwaarder zijn dan op de omliggende.
De heer G. W. Koopmans kan zich wel met het
denkbeeld van den Voorzitter vereenigen. Het zal.
als het schriftelijk en met cijfers wordt toegelicht, voor
vele raadsleden duidelijker worden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgn. 322 wordt onveranderd vastgesteld.
Hoofdstuk XV „Onvoorzien" wordt aangehouden
tot de afhandeling der Inkomsten.
Aan de orde zijn de inkomsten.
Volgno's. 1—34 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 35. Pacht van den Prinsentuin en opbrengst,
van abonnements- en entreegelden f 10.000.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Hiemstra heeft in de sectie gevraagd of
het niet mogelijk is, den abonnementsprijs te verlagen.
Men heeft geantwoord dat die al laag is, daar elk
concert 6 cents kost. Spreker vraagt of dit nu zal
worden verlaagd tot den ouden prijs, 1.10, als de
zitgelegenheid uitgebreid is.
De heer Tulp vindt f 1.50 voor 23 concerten enz.,
niet veel. Als de menschen f 1.10 kunnen missen,
kunnen ze ook 1.50 betalen.
De heer Hiemstra: in andere steden heeft men meer
concerten in de parken.
De heer Tulp: hier Zaterdags op de Lange pijp.
De heer Hiemstra „dat is een zeer druk punt, te
druk om ervan te genieten. Hij meent dat ook 1.10
een arbeider beter past dan 1.50. Als de exploitatie
uit kan moet de prijs niet hooger worden gesteld
dan 1.10.
De Voorzitter wijst er op dat deze zaak bij do uit
breiding aan de orde komt.
Volgno's. 3588 worden onveranderd vastgesteld,
volgnos. 56 en 81a zooals bij nota van wijzigingen voor
gedragen en daarna wordt volgno. 323 der uitgaven, on
voorzien, vastgesteld tot oen bedrag van 42173.47.
De begrooting wordt met algemeene stemmen vast-
gestold in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van
1.804.061.005.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen van 1 Jannari 1014 af de buiten gebruik
gestelde goederen der gemeente van geringe waarde te
verkoopen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 October 1913, 269
voortgezet op Donderdag 30 October 1913.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten
Burgemeester en Wethouders te machtigen van 1
Januari 1914 af de buiten gebruik gestelde goederen
der gemeente van geringe waarde, indien zich daartoe
de gelegenheid voordoet, tegen een volgens hen aan-
nemelijken prijs te verkoopen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan van een tijdelijke geldleening ter voorziening
in de eventueele behoefte aan kasgeld.
Overeenkomstig het voorstel wordt met algemeene
stemmen besloten
Burgemeester en Wethouders te machtigen om ter
voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld,
tot het gaande houden van den geregelden dienst,
de daarvoor op de gemeentebegrooting voor 1914
uitgetrokken tijdelijke geldleening, zoover noodig,
aan te gaan, uiterlijk voor een tijd van een jaar, tegen
een rente hoogstens gelijkstaande aan het promessen-
disconto bij de Nederlandscbe Bank, vermeerderd met
de zegelkosten en verder op de wijze en onder zoo
danige voorwaarden en bepalingen, als zij in het
belang der gemeente nuttig en noodig zullen achten.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het dom van inschrijvingen op de Grootboeken der
Nationale Schuld.
Overeenkomstig het voorstel wordt met algemeene
stemmen besloten
Burgemeester en Wethouders te machtigen, de in
1914 te ontvangen sommen wegens afkoop van grond-
pachten, grafgelden, onderhoud van grafzerken, het
voortdurend onderhoud der van particulieren over
genomen straten en den verkoop van gebouwde- en
ongebouwde eigendommen (behalve de ongebouwde
eigendommen aan het Nieuwe Kanaal) te doen in
schrijven op de grootboeken der Nationale Schuld.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergade
ring door den Voorzitter gesloten.