236 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 October 1913.
voor dat Burgemeester en Wethouders prae-advies
uitbrengen en ondersteunt hij het voorstel-Hiemstra.
De Voorzitter verzoekt den leden niet te diep op de
zaak zelf in te gaan. Het geldt alleon de vraag of
al dan niet prae-advies zal worden uitgebracht.
De heer Haverschmidt meent dat de schoolcommissie
wel in staat is gegevens te verstrekken over het
onderwijs aan achterlijke kinderen. Indertijd is er
een onderzoek ingesteld door de leden dier commissie
prof. Burger en dr. Schreuder, die het resultaat van
hun onderzoek in eenige steden hebben medegedeeld
in een gedrukt rapport, waarvan aan elk raadslid een
exemplaar is uitgereikt.
Met het voorstel-Hiemstra om prae-advies kan spreker
zich vereenigen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel-Hiemstra.
12. adres met memorie van toelichting van de
afdeeling Leeuwarden van den Bond van Christelijke
gemeentewerklieden, waarbij wordt verzocht de wen-
schelijkheid uit te spreken dat de verhooging van
de loonen der gemeentewerklieden bij overgang naar
een hoogere loonklasse zal plaats hebben overeen
komstig de laatst vastgestelde loonregeling
13. alsvoren van de afdeeling Leeuwarden van
den Bond van Nederlandsche gemeentewerklieden,
houdende bezwaren tegen de wijze, waarop door
Burgemeester en Wethouders de nieuwe loonregeling
voor do gemeentewerklieden wordt toegepast, alsmede
om tijdelijke werklieden aan de gemeentelijke gas
fabriek, die geneeskundig voor den dienst zijn goed
gekeurd, een vaste aanstelling te doen verleenen.
Burgemeester en Wethouders stellen zich voor ter
zake nader een nota aan den Raad over te leggen
14. adres van H. S. de Walle e.a. alhier, houdende
verzoek de verordening tot heffing eener bijzondere
belasting krachtens art. 240/ der Gemeentewet niet
toe te passen, voor zoover betreft de bij adressanten
in exploitatie zijnde terreinen Achter de Hoven enz.,
althans niet op de thans verkochte gronden, maar
alleen de belasting eventueel te heffen van gronden
op de bij de verordening behoorende kaart aangeduid.
Zal bij de begrooting worden behandeld;
15. adres van G. R. Pel, alhier, houdende verzoek
om vergunning tot het plaatsen van een elevator
huisje met transportband en vasten koker over de straat
langs het Noordvliet ten behoeve van zijn aldaar
gelegen pakhuizen nos. 137 en 139.
Wordt om prae-advies in handen van Burgemeester
en Wethouders gesteld.
III. Wordt ter tafel gebracht.
1. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van voorzitters en leden der stem-
bureaux voor de verkiezing van een lid van den
Gemeenteraad in het Ie kiesdistrict (vacature P. A.
Wilhelmij) en van twee leden in het Ille kiesdistrict
(vacature A. E. J. Bertling en J. Boosman).
De aanbeveling luidt als volgt
Ie Kiesdistrict (Stadhuis).
Voorzitter: J. A. A. Schoondermark.
Plaatsvervangend voorzitterMr. A. Menalda.
Ille Kiesdistrict.
Ie Stemdistrict (Beurs).
VoorzitterW. Fransen Jzn.
LidS. Tulp.
lie Stemdistrict
(Lokaal Bewaarschool 2, Zuidvliet).
Voorzitter G. W. Koopmans.
LidP. A. de Haan.
Deze aanbeveling heeft ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
2. Aanbeveling voor de benoeming van twee school
artsen, in verband met de beëindiging op 1 Januari
1913 van het driejarig tijdvak, waarvoor de artsen
J. Hingst en P. B. Westerhuis zijn aangewezen.
De aanbeveling luidt als volgt
1. Dr. J. Hingst.
2. P. B. Westerhuis.
De benoeming zal in een volgende vergadering
plaats hebben.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aangaan van een tijdelijke geldleening ter voor
ziening in de eventueele behoefte aan kasgeld.
4. Alsvoren tot het doen van inschrijvingen op de
grootboeken der Nationale Schuld.
De stukken 3 en 4 hebben ter visie gelegen om
nog heden te worden behandeld.
5. Alsvoren om in verband met door Gedeputeerde
Staten gemaakte opmerkingen te wijzigen de den
22en Juli 1.1. opnieuw vastgestelde verordening op den
genees- heel- en verloskundigen dienst voor behoeftigen.
Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag,
bij de leden rondgezonden en in een volgende ver
gadering behandeld.
6. Alsvoren tot vaststelling van een rooilijn voor
de bebouwing aan den Wissedwinger en aan Achter
de Witte Hand.
Zal in een volgende vergadering worden behandeld.
De heer Beekhuis is intusschen ter vergadering
verschenen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de begrooting der Stads Bank van Lee
ning, dienst 1914.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Hiemstra wenscht een enkel woord in het
midden te brengen en hij gelooft dit het best te
kunnen doen bij de behandeling van dit rapport. De
vorige keer was er een adres van den len klerk bij
de Bank om salarisverhooging. Dat adres is ter af
doening in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders, maar spreker kon er bij de begrooting
over spreken. Hij meent dit het best te kunnen doen
bij deze begrooting. De eerste klerk nu wijst er op
dat hij reeds 19 jaar aan de bank werkzaam is en
een salaris geniet van 400.150.admini-
stratieloon. De man is getrouwd en heeft kinderen.
Het verwondert spreker dan ook dat de Commissie
voor de Bank van Leening op al 's mans verzoeken
nooit getracht heeft dit tractement te verbeteren.
Spreker veronderstelt haast dat de Commissie zoo
vol ijver is voor de Stads Bank van Leening, dat zij
den man wil dwingen er ook gebruik van te maken.
Met 500.toch is het armoelijden en do man
schrijft dan ook dat hij schulden moet maken en dat
is geen wonder, want het loon is veel te laag.
In de vorige vergadering heeft de Voorzitter ge
zegd dat dit een zaak is welke tot de competentie
van Burgemeester en Wethouders behoort. Spreker
geeft dit toe. Hij heeft evenwel de verordening na
gezien en het is hem gebleken dat de salarieering in
de verordening op de Bank van Leening anders is
geregeld dan in de meeste verordeningen. In de
meeste verordeningen toch zijn periodieke verhoo
gingen voorgeschreven. In deze evenwel niet. Hier
toch staathet loon bedraagt zooveel en het kan tot
een zeker bedrag worden verhoogd. Het minimum
is 400.het maximum 600.De man nu is 19
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 October 1913. 237
jaar aan de Bank en hij staat nog steeds op het
minimum. Het schijnt dan ook wel dat de com
missie van plan is hem op het minimum te laten
staan. Hij is nog wel 10 a 11 jaar eerste klerk.
Spreker meent dat een dergelijk maximum niets be-
teekent als er geen recht bestaat op periodieke ver
hoogingen, tenzij de betrokkenen ongeschikt zijn.
Spreker weet niet of Burgemeester en Wethouders
hem zullen tegenvoeren dat de man ongeschikt is,
maar als dat het geval is dan had men hem geen 19
jaar moeten laten zitten, maar veel vroeger moeten
ontslaan, opdat de man als opperman of metselaar
een stuk brood kon verdienen. Die gelegenheid heeft
men hem nu ontnomen. Spreker meent dat de ge
meente verplicht is ervoor te zorgen dat hij niet
no. 1 van de klanten der Bank wordt en stelt de
volgende motie voor
„de Raad besluit de verordening, regelende het getal,
de bezoldiging en de borgtochten der ambtenaren en
bedienden van de Stads Bank van Leening te wij
zigen als volgt
In art. 2 te lezen in plaats van„Zij kunnen
worden verhoogd" enz., „Hunne jaarwedden worden
om de 3 jaar met f 100.verhoogd tot een maxi
mum van resp. 1225.900.f 600.en
275.-.
Voorde ambtenaren, die op 1 Januari 1914 minstens 3
jaar aan de Bank van Leening werkzaam zijn en het
minimum salaris genieten, gaat de eerste verhooging
in op 1 Januari 1914."
Spreker wil hiermee bereiken dat de ambtenaren,
die nu het minimum hebben, op 1 Januari de eerste
verhooging krijgen. Hij zou graag het maximum
willen geven, maar heeft om iets te bereiken dit
voorstel gedaan.
De heer Fransen schaart zich in deze zaak geheel
aan de zijde aan den heer Hiemstra. Hij vindt het
vreemd dat een le klerk aan een gemeentelijke
inrichting maar f 500.geniet, nog minder dan een
gemeentewerkman, die in de le loonklasse is geplaatst.
Meermalen heeft de man het verzoek om verhooging
gedaan doch telkens is dit door de Commissie gewei
gerd. Spreker meent dat dit hoofdzakelijk is gebeurd
omdat de Bank met verlies werkt. Dat is echter een
ongelukkig motief.
De heer Beekhuis vindt het jammer dat de heer
Hiemstra twee zaken aan elkander vastkoppelt, n.l. de
loonsverhooging van den betrokkene en de wijziging der
verordening in dien zin, dat de verhoogingen niet
facultatief maar imperatief worden voorgeschreven.
Spreker acht dit laatste niet goed. Er kan toch een
ambtenaar zijn die de verhooging niet verdient, terwijl
hij toch ook niet zoo is dat hij moet worden ontslagen,
maar voldoend betaald is met het tractement dat hij
krijgt. Daarom acht spreker facultatieve periodieke
verhooging goed. Spreker zou gaarne van Burgemeester
en Wethouders nog eenig licht over dezen ambtenaar-
willen ontvangen.
De heer Haverschmidt zegt dat de Raad het geval
Bosma niet kan beoordeelen zonder het advies van
de Commissie van administratie, waaruit zal moeten
blijken wat deze ambtenaar waard is. Dat Bosma
zooveol jaren in dienst is zegt natuurlijk niets dit
kan een wensch zijn van den betrokkene, door de
commissie ingewilligd, hoewel men hem niet voor
traktomentsverhooging meent te moeten voordragen.
De heer Hiemstra doet den heer Beekhuis opmerken,
dat er voor hem geen andere weg bestaat. De bepaling-
van het loon binnen de grenzen der verordening toch
behoort tot de competentie van Burgemeester en
Wethouders. Had spreker nu voorgesteld f 500.
salaris te geven, dan zouden Burgemeester en Wet
houders hebben kunnen zeggendaarmee heeft de
Raad niets te maken, wij regelen het salaris. Dit
heeft spreker willen voorkomen. Spreker had misschien
een voorstel kunnen doen om het minimum te ver-
hoogen, maar dan zou hij veel tegenstand hebben
ondervonden. Waar Burgemeester en Wethouders eens
gezegd hebben dat het billijk is dat de menschen op
bepaalde tijden in salaris verhoogd worden, meende
spreker dat hij dezen weg moest bewandelen omzijn
doel te bereiken.
De heer Beekhuis constateert dat de heer Hiemstra
en hij elkaar uitstekend hebben begrepen. Het is niet
goed om naar aanleiding van een speciaal geval een
heel systeem om te keeren en dat zal hier gebeuren.
Spreker blijft het jammer vinden dat de heer Hiemstra
de loonsverhooging en de wijziging der verordening
aan elkander vastkoppelt. Een wijziging der verorde
ning moet niet aan een bepaald geval worden vast
gekoppeld.
De heer Zandstra hoort den heer Beekhuis zeggen
dat hier gebroken zal worden met een bepaald systeem.
In de meeste verordeningen nu komen de periodieke
verhoogingen voor, hier echter niet en het is dus een
uitzondering op het systeem, bij het Werkliedenregle
ment gevolgd.
De Voorzitter wijst er op dat de heer Haverschmidt
heeft gezegd, dat de Commissie voor de Bank van
Leening het best in staat is inlichtingen te verstrekken.
Spreker meent zelf wel in staat te zijn die inlichtingen
te geven. Twee jaar geleden had het de aandacht
getrokken dat het personeel van de Bank van Leening
nog al talrijk was. Het gevolg daarvan was dat een
onderzoek werd ingesteld. Toen heeft de Commissie
medegedeeld dat er één persoon in dienst was, omtrent
wiens gedrag niets dan goeds kon worden gezegd,
maar die eigenlijk niet bruikbaar was en die zoo wat
niets deed. Toen is ook de vraag gerezen of die
dan niet vroeger had moeten worden ontslagen. In
dit opzicht is spreker het met den heer Hiemstra wel
eens. Nu de man 19 jaar in dienst is, is deze vraag
naar aanleiding van het ingediende adres weer ter
sprako gekomen, maar bij Burgemeester en Wethouders
heeft deze overweging gegolden dat de gemeente, als
ze den man ontsloeg, hem moest onderhouden. Hij
doet toch altijd iets en zijn salaris is niet zoo aan
zienlijk. Hij zou, werd hij ontslagen, pensioen krijgen
maar dit is niet genoeg om van te leven. Daarom
hebben Burgemeester en Wethouders zich afgevraagd
of het niet het best was den man in dienst te houden,
maar ze konden geen vrijheid vinden om het adres
om loonsverhooging bij den Raad te ondersteunen.
Wat het voorstel-Hiemstra betreft, Burgemeester
en Wethouders moeten de gelegenheid hebben om
de zaak te overzien en zij zullen het dan ook in
handen moeten hebben tot het uitbrengen van prae-
advies. In het voorstel, dat niet alleen betrekking
heeft op den len klerk, staat niet dat „als regel" de
periodieke verhoogingen worden toegekend. Dat is
dus ook een afwijking van den gewonen regel.
De heer Hiemstra heeft geen bezwaar in zijn voor
stel de woorden „als regel" op te nemen. In andere
verordeningen zijn de poriodieke verhoogingen op
genomen. Spreker kan niet beoordeelen of de man
de capaciteiten heeft voor In klerk. Wanneer dat
het geval was had spreker meer gevraagd. De man
heeft echter een vertrouwonspost en als de gemeente
hern laat werken voor f 10.per week heeft hij wel