274 Verslag van de handelingen van den gi
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 21 stemmen,
verdeeld als volgt
op den heer dr. C. J. A. Meerdink 14 stemmen.
A. Rauwerda 4
J. A. Fritzlin 3
De heer dr. C. J. A. Meerdink is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 21 stem
men, als
op den heer J. Kardux 18 stemmen.
J. A. Fritzlin 3
De heer J. Kardux is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een lid der commissie van admini
stratie der Stads Bank van Leening, wegens periodieke
aftreding van den heer P. Attema Dz.
Uitgebracht zijn 21 stemmen, verdeeld als volgt
op den heer P. Attema Dz. 18 stemmen.
G. Bijlenga 3
De heer P. Attema Dz. is alzoo benoemd.
3. Benoeming van twee schoolartsen in verhand met
de beëindiging op 1 Januari 1914 van het driejarig
tijdvak, waarvoor de artsen dr. J. Hingst en P. B.
Westerhuis zijn aangewezen.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht:
op den heer dr. J. Hingst 19 stemmen, terwijl 2
briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer dr. J. Hingst is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht:
op den heer P. B. Westerhuis 18 stemmen, terwijl
3 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer P. B. Westerhuis is alzoo benoemd.
De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling
van
4. Rapport der commissie voor de reclames omtrent
bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in
den Hoofdelijken Omslag, dienst 7913.
Na heropening komt aan de orde
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van een rooilijn voor de bebouwing aan den
Wissesdivinger en aan Achter de Witte Hand.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om te
bepalen dat in het belang van een stelselmatige bebouwing
in de naaste toekomst voor den aanleg van een straat
zal zijn bestemd een gedeelte van het perceel kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 4785, nabij den
Hollandersdijk, nader aangeduid op een bij het voorstel
overgelegd uittreksel uit het kadastrale plan.
In verband met de uitvoering van het bouwplan
der „Woningvereeniging Leeuwarden" alhier, waarvoor
een voorschot verleend en het stratenplan goedge
keurd werd bij raadsbesluit van 16 September 1.1.,
no. 318R/177, is het noodig nog een tweetal punten
te regelen.
Allereerst dient gezorgd te worden, dat de ontworpen
straat AB een voldoende breedte heeft, ook wanneer
te eeniger tijd op het daar tegenover gelegen weiland,
kadastraal bekend in sectie G no. 4785, gebouwen
van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1913.
verrijzen. Dit kan het doeltreffendst geschieden door
voor die straat aan de oostzijde van dat weiland
mede een westelijke rooilijn vast te stellen en wel
op 2.5 M. uit en evenwijdig aan genoemde straat.
In de tweede plaats behooren maatregelen te worden
genomen, dat, bij eventueele bebouwing van bedoeld
weiland, de straat BP in westelijke richting kan
worden doorgetrokken. Want boe die bebouwing
ook verricht moge worden, als vaststaande kan nu
reeds worden aangenomen, dat althans die door
trekking voor een behoorlijke bebouwing gevorderd
moet worden. De eenvoudigste wijze om tot dat
doel te geraken is het leggen van een bouwverbod op
de strook grond van het onderwerpelijke kadastrale
perceel, welke op het hiernevens gevoegd uittreksel
van het kadastrale plan gemerkt is EF en in stip
pellijnen aangegeven. Volstaan kan evenwel worden
daarmede het gedeelte op evenbedoeld uittreksel geel
gekleurd en met E aangeduid, te treffen, dat onmid
dellijk aan de straat BP aansluit. Immers wordt
door het verbod van artikel 2 der Bouwverordening,
om te bouwen anders dan aan bestaande of weldra
aan te leggen straten, bereikt dat het in westelijke
richting verlengde van dat gedeelte, zoolang het nog
niet als straat is geprojecteerd, in de toekomst van
bebouwing vrij blijft.
Het leggen van een bouwverbod op een strook
grond aan de zuidzijde van perceel no. 4785 in het
verlengde van de ontworpen straat A—N, gelijk aan
vankelijk het plan was is, nu verder de stadsuitbreiding
aldaar nog zoo onzeker is, ons bij nadere overweging
niet noodig voorgekomen.
^Ingevolge het bepaalde bij het le lid van artikel
27 der Woningwet kan het verbod eerst worden ge
legd nadat die grond door Uwe Vergadering als „in
„de naaste toekomst voor den aanleg van eene straat
„bestemd" is aangewezen. Is dat gebeurd, zoo kan,
overeenkomstig het hierbij overgelegd advies der
Gezondheidscommissie en met toepassing van de U
in het aangehaalde artikel toegekende bevoegdheid,
worden verboden, dat in het belang van stelselmatige
bebouwing gebouwen worden gebouwd op de boven
genoemde strook grond, gemerkt E. Een daartoe
strekkend voorstel zal U worden aangeboden na aan
neming van het thans ter tafel liggende en nadat
het betrekkelijk ontwerp-raadsbesluit op de bij de
wet voorgeschreven wijze ter inzage heeft gelegen.
Wij hebben de eer U thans voor te stellen te
besluiten
a. als westelijke rooilijn voor de straat AB
bovenbedoeld aan te wijzen de lijn, die met rooden
inkt is getrokken op de bij dit besluit behoorende
teekening en met O—D is aangeduid;
b. het hierbij gevoegd ontwerp tot het besluit
Uwer Vergadering te verheffen.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat het noodig is met het oog op
de eventueele bebouwing van het weiland, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 4785, de
zekerheid te hebben, dat te zijner tijd de straat B-P,
ontworpen op de perceelen, kadastraal bekend in
dezelfde gemeente en Sectie nos. 6033, 6034 en 6035,
door de „Woningvereeniging Leeuwarden" alhier bij het
door haar bij brief van 21 Juli 1913 ingezonden plan
tot het bouwen van woningen aan het Hollandersdijkje,
en waarvoor bij raadsbesluit van 16 September 1913
No. 318R/177 het stratenplan goedgekeurd is, in
westelijke richting kan worden doorgetrokken op het
bovengenoemde weiland, op de wijze als in het bij
gevoegd uittreksel uit het kadastrale plan met stip
pellijnen is aangegeven en gemerkt met de letters E-F
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1913. 275
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, op artikel 27 der Woningwet en op het advies
der Gezondheidscommissie, gegeven bij brief van 27
September 1913
besluit
te bepalen, dat in de naaste toekomst voor den
aanleg van eene straat bestemd is de navolgende grond
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden Sectie G no. 4785, waarvan Arend Bekker,
slager te Leeuwarden, voor de helft eigenaar en voor
de andere helft vruchtgebruiker is en waarvan voorts
de bloote eigendom, ieder voor een zesde gedeelte
behoort aan Aaltje, Aldrik Jan en Jan Aldrik Bekker
t.w. de strook op bijgevoegd uittreksel uit het kadastrale
plan gemerkt E, groot 3 Are.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in
verband met door Gedeputeerde Staten gemaakte op
merkingen te wijzigen de den 22 Juli 1.1. opnieuw vast
gestelde verordening op den genees-, heel- en verloskun
digen dienst voor behoeftigen (Bijlage no. 48).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Vonck zou eene redactie-wijziging wil
len voorstellen. Volgens het ontwerp worden in
het eerste lid van art. 16 de woorden „dringende ge
vallen uitgezonderd" gevoegd tusschen „dan" en „na".
Spreker acht het wenschelijker den zin te doen aan
vangen met: „dringende gevallen uitgezonderd".
De Voorzitter zegt den heer Vonck toe, dat Burge
meester en Wethouders de gemaakte opmerking nader
zullen bekijken, daar het gevaarlijk is de verandering
zoo aan te brengen. Oppervlakkig is spreker het
wel met den heer Vonck eens.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8. Voortzetting der behandeling en herstemming over
onderdeel A en stemming over onderdeel D van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 Augus
tus l.l. no. 2214/143, om, in verband met het in de
vergadering van 21 October j.l. in beginsel genomen
besluit tot oprichting van een avondhandelsschool met
3-jarigen cursus, gelijktijdig over te gaan tot reorganisatie
van de gemeentescholen nos. 4 en 12 (Bijlage no. 37).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Burger zegt dat, nadat in de vorige ver
gadering allerlei bedenkingen waren geopperd tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders, het
voor hem niet vast stond of hij vóór of tegen zou
stemmen. Hij heeft zelfs nog met zijn buurman over
legd, maar moest kiezen en heeft tegengestemd.
Direct na de vergadering heeft spreker zich met den
Wethouder in relatie gesteld en daarna ook een con
ferentie gehouden met den districts-schoolopziener en
een met deze beiden tegelijk. Tenslotte heeft spreker
nog kennis genomen van hetgeen door de Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs in het midden
is gebracht. Spreker is daardoor van meening ver
anderd om dezelfde redenen, welke worden aange
voerd in het adres der Commissie van Toezicht.
Spreker kan namens de heeren Beekhuis en Haver-
schmidt dezelfde verklaring afleggen, al kan hij er
niet voor instaan dat deze beide heeren hunne opinie
op dezelfde motieven hebben gewijzigd.
Door den Wethouder en den districts-schoolopziener
is spreker gerustgesteld ten opzichte van de kwestie van
toelating tot de meer uitgebreid lager onderwijs scholen
voor kinderen van on- en minvermogenden. De districts
schoolopziener zelf had een plan, dat min of meer leek
op dat van de onderwijzers van school 12, n.l. dat het
niet noodig was aan beide scholen de lagere klassen
te verbinden, omdat de laagste klassen slechts in 2
parallelklassen zijn gesplitst, de hoogere in wel 3 of
4. Hij achtte echter bij nadere overweging aan het plan
van Burgemeester en Wethouders een voordeel verbon
den, n.l. dat aan eiken kant der stad een M. U. L. O.
school te vinden zal zijn. Ook is spreker door de ontvan
gen inlichtingen ten aanzien van zijn bezwaar van de
verschillende koppen gerustgesteld. Do opleiding toch
voor het meer uitgebreid lager onderwijs examen belet
niet dat er tevens gelegenheid is om te worden op
geleid voor het examen Rijks Hoogere Burgerschool
of Gymnasium. Spreker is persoonlijk overtuigd van
het nut der reorganisatie en heeft daarvoor zijne
gronden aangegeven. Van de beide andere heeren
kan hij alleen het besluit meededen.
De heer Haverschmidt zegt, in aansluiting aan het
gesprokene door den heer Burger, dat het dossier
sedert de vorige vergadering is vermeerderd met een
belangrijk advies van de schoolcommissie.
Na een uitvoerig betoog komt deze commissie tot
de conclussie dat de vraag of scholen 12 en 4 over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders moeten worden gereorganiseerd, in bevesti
gende zin moet worden beantwoord.
Waar de commissie, hoewel bekend met de be
zwaren in den Raad geuit, tot geen andere oplossing
komt, bestaat voor spreker geen reden zich langer
tegen het voorstel te verzetten.
De heer van Messel wijst er op dat bij de behan
deling dezer zaak eene onregelmatigheid heeft plaats
gehad. Die onregelmatigheid bestaat wel daarin dat,
nadat de stemmen over het voorstel hadden gestaakt,
een advies ter tafel wordt gebracht van de Commissie
van Toezicht. Indien Burgemeester en Wethouders
eene voorlichting van die commissie noodig hadden
geacht, dan hadden zij die moeten inwinnen vóór de
behandeling van het voorstel in den Raad en niet
nadat de stemmen daarover hadden gestaakt. Door
de Commissie van Toezicht is er dan ook in het door
haar uitgebracht advies van 31 October j.l. op ge
wezen dat haar van de reorganisatieplannen van scho
len 12 en 4 niets eerder iets bekend was, dan nadat
zij openbaar gemaakt werden. Wanneer men slechte
gedachten zou willen koesteren, dan zou men kunnen
zeggen dat Burgemeester en Wethouders het advies
der commissie hebben gevraagd om hun voorstel te
redden en als men nog slechter zou willen denken
zou men kunnen zeggen als het advies anders ware
uitgevallen, zouden Burgemeester en Wethouders het
niet hebben overgelegd.
Spreker zal niet verder op de zaak ingaan, doch
het bij deze opmerking laten.
De heer Tulp onderschrijft wel eenigszins wat de
heer van Messel heeft gezegd. Ook hij had liever
het advies der commissie van te voren gehad. Door
dat advies is ook hij van meening veranderd, want
hij heeft veel sympathie voor meer uitgebreid lager