288 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1913.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij de behandeling van ons voorstel d.d. 15 October
1.1., om aan J. Feitsma, kaashandelaar, alhier, om
vergunning te verleenen tot het leggen en tot weder-
opzeggens hebben van een smalspoor in den inrit
vóór perceel Willemskade Z.Z. no. 51 en in de be
strating van die kade van gemeld perceel af tot den
wal, werd in de raadsvergadering van 29 October
d.a.v. eene opmerking gemaakt omtrent het plaatsen
van wagens op het trottoir, wat voor het verkeer
hinderlijk zou kunnen zijn.
Na ons te hebben overtuigd, dat daartegen van*de
zijde van adressant geen bezwaren bestaan, meenen
wij dat aan bedoelde opmerking het best kan worden
tegemoet gekomen door aanvulling van de voor
waarde onder 5 van het raadsbesluit van 29 October
1.1., waarbij bedoelde vergunning bereids werd ver
leend, met de woorden„en geen wagen op het
trottoir of den inrit".
Derhalve stellen wij U voor te besluiten
met wijziging van het raadsbesluit van 29 October
1913 de daarin onder 5 gestelde voorwaarde te lezen
als volgt
„dat nimmer eenig voorwerp onbeheerd op de rails
„of op de bestrating der gemeente en geen wagen
„op het trottoir of den inrit verblijft".
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om,
naar aanleiding van een door hen aan R. van der Tempel
verleende vergunning tot het spannen van draden voor
electrische geleiding over gemeente-eigendom, hun een al
gemeene machtiging te verstrekken tot heffing van een
recognitie voor dergelijke vergunningen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Door Uwe Vergadering werd in onze handen ter
afdoening gesteld een verzoek van R. van der Tempel
alhier, om hem vergunning te verleenen tot het maken
en hebben van een dubbelen draad boven den Stienser-
weg, ten behoeve van een electrische schelgeleiding
tusschen de perceelen nos. 57 en 100 aan dien weg.
Wij hebben besloten adressant die vergunning te
verleenen, doch wenschen daaraan de voorwaarde te
verbinden, dat als erkentenis van den eigendom der
gemeente op den grond, waarboven de geleiding zal
komen, jaarlijks eene recognitie wordt betaald, evenals
zulks het geval is bij het leggen en hebben van
kabels in gemeentegrond (zie Raadshandelingen van
dit jaar, blz. 66). Dit kan echter niet zonder Uwe
machtiging geschieden. Waar het ons verder raadzaam
voorkomt ook in dit opzicht een algemeene machtiging
te ontvangen, hebben wij de eer U voor te stellen te
besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen voor het
aanbrengen en hebben van geleidingen boven gemeente
grond, waartoe door hen krachtens art. 64 der Bouw
verordening vergunning moet worden verleend, als
erkentenis van den eigendom der gemeente eene jaar-
lijksche recognitie te vorderen tot een bedrag van
vijf- en twintig cent per vijf strekkende meters of
gedeelte daarvan.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tiemersma leest in het advies van den
Directeur der Gemeentewerken dat er eene recognitie
moet worden geheven van 0.25. Burgemeester en
Wethouders stellen voor 0.25 per vijf strekkende
meters. Is dit een fout of gaan Burgemeoster en
Wethouders niet accoord met den Directeur
De Voorzitter heeft dit ook opgemerkt. Praktisch
echter komt het op hetzelfde neer. Waarom het zoo
geredigeerd is weet spreker niet, maar de weg is
niet veel breeder dan 5 Meter.
De heer Tiemersma maakt dan verder geen bezwaar.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van J. P. van Pelt alhier, om hem in huur
af te staan de bovenwoning van het perceel Kanaalstraat
no. 2, deel uitmakende van het per ceel,kadastraal hekend
gemeente Leeuwarden, sectie G no. 7975.
Dit voorstel luidt als volgt:
Om prae-advies werd door Uwe Vergadering in onze
handen gesteld een adres van J. P. van Pelt, luitenant
der infanterie, alhier. Daarbij verzoekt hij, onder over
legging van een verklaring van den tegenwoordigen
huurder H. Boonstra, dat deze het bovenhuis Kanaal
straat No. 2 na afloop van den huurtijd op 12 Mei
1914 zal verlaten, dat bovenhuis aan hem, met ingang
van dienzelfden datum, op nader overeen te komen
voorwaarden te verhuren.
Aan den verzoeker hebben wij de voorwaarden,
gelijk aan die welke thans gelden, medegedeeld,
waarop wij bereid waren de inwilliging van zijn verzoek
te bevorderen. Hiermede nam hij genoegen, met dien
verstande, dat hij volgens ambtenaarscontract het recht
hebbe het tweede en derde huurjaar de huur met zes
maanden op te zeggen. Tegen de wijziging van de
bestaande voorwaarden in dezen vorm rijst bij ons
bedenking, zoodat wij, gedeeltelijk ter tegemoetkoming
aan hetgeen werd gevraagd, er de voorkeur aan geven
en adressant heeft zich hiermede vereenigd den huur
termijn van 12 Mei 1914 tot 12 Mei 1915 te laten loopen
met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, uiterlijk
tot 12 Mei 1917, indien niet zes maanden tevoren
schriftelijke opzegging van de huur door een der
partijen heeft plaats gehad. De bedongen huursom
van ƒ300.'s jaars komt ons ook thans nog voldoende
voor en evenredig aan de waarde der woning.
Onder wederaanbieding van het adres en met over
legging van de verder ter zake betrekkelijke stukken
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten
aan J. P. van Pelt, luitenant der infanterie, alhier,
voor de som van 300.'s jaars te verhuren de
bovenwoning Kanaalstraat No. 2, deel uitmakende van
het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G no. 7975, voor het tijdvak van 12 Mei 1914
tot 12 Mei 1915, met stilzwijgende verlenging van
jaar tot jaar, uiterlijk tot 12 Mei 1917, indien niet
zes maanden tevoren schriftelijke opzegging van de
huur door een der partijen heeft plaats gehad, en
verder op de thans geldende voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van
P. Godhelp, alhier, in eigendom over te nemen het perceel
land aan den weg Achter de Hoven, kadastraal bekend
sectie G no. 9131 en een gedeelte van het daaraan
grenzend perceel no. 8989.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1913. 289
Dit voorstel luidt als volgt:
In verband met het beginsel-besluit Uwer Vergade
ring van den Hen November 1.1., genomen met gesloten
deuren, hebben wij de eer U hierbij thans in ontwerp
ter vaststelling aan te bieden een besluit, om van P.
Godhelp alhier voor de som van één gulden per M2.
aan te koopen het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie G no. 9131, groot 15 A. 33 cA.,
en een gedeelte groot ongeveer 8 A., de juiste grootte
nader door een landmeter van het kadaster op te
meten, van het perceel, kadastraal bekend in dezelfde
sectie no. 8989.
ONT WERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat het, in verband met de mogelijkheid
dat een school voor lager onderwijs in de nabijheid
van den weg Achter de Hoven, in welks omtrek de
gemeente zich gestadig uitbreidt, zal moeten worden
gesticht, wenschelijk is tijdig het daarvoor benoodigde
terrein in bezit te hebben
dat de gelegenheid daarvoor bestaat nu de gemeente
de hand kan leggen op een oppervlakte grond van
ongeveer 2300 M2. tegen den prijs van slechts één
gulden per M2., wat met het oog op de prijzen, welke
voor nabijliggenden grond in den laatsten tijd betaald
zijn en nog worden gevraagd, billijk moet worden
genoemd
dat ook de verder bedongen voorwaarden niet be
zwarend geacht kunnen worden, daar het plaatsen van
een schutting in geval van bebouwing van het terrein
ongeveer 500.en de verlangde aansluiting aan
het gemeenteriool ten hoogste 200.zal kosten
dat de gemeente, zoo zij bedoelden grond niet voor
schoolbouw of andere gemeentelijke doeleinden mocht
noodig hebben, toch een bezit zal hebben gekregen,
waarvan waardestijging te verwachten is
dat het gemeentebelang derhalve medebrengt
dien grond aan te koopen
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders,
alsmede op de bepalingen der Gemeentewet
besluit
van P. Godhelp, timmerman, alhier, voor de som
van één gulden per M2. aan te koopen het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no.
9131 als weiland, groot 15 A. 33 cA., en een gedeelte,
groot ongeveer 8 A., de juiste grootte nader door
een landmeter van het kadaster uit te meten, van het
perceel, kadastraal bekend in dezelfde sectie no. 8989
als bouwland, onder de volgende voorwaarden
1. De grond wordt aanvaard en de koopprijs be
taald op 1 Maart 1914.
2. Ingeval de gekochte grond wordt bebouwd,
wordt door en voor rekening van de koopster langs
de zuidelijke grens van het gekochte een schutting,
hoog ten minste 2 M., geplaatst, welke eigendom van
de koopster blijft en door haar wordt onderhouden.
3. De ten zuiden van het gekochte liggende per
ceelen, kadastraal bekend in meergenoemde sectie no's
8418 en 8419, worden voor rekening van de koopster
aangesloten aan het gemeenteriool.
4. De kosten van uitmeting door een landmeter
van het kadaster, die der levering en overschrijving
ten hypotheekkantore komen ten laste van de koopster.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
VI. De Voorzitter stelt nu aan de orde het voorstel
van Burgemeester en Wethouders om hen te mach
tigen een controleur der belastingen te benoemen,
zoo noodig definitief.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Burger heeft niet lang geleden geadviseerd
om den controleur bij voorkeur te benoemen voor
één jaar, omdat hij de mogelijkheid voorzag en nog
voorziet dat deze ambtenaar te eeniger tijd niet meer
noodig zal zijn. Hoewel sprekers bezwaren nog altijd
bestaan, zal hij deze niet handhaven, wanneer Bur
gemeester en Wethouders geen goeden controleur
kunnen krijgen als zij genoodzaakt zijn dien ambte
naar voor één jaar te benoemen.
De heer G. W. Koopmans zal ook meegaan met
Burgemeester en Wethouders, als zij voor één jaar
geen goeden controleur kunnen krijgen. De zaak is
echter niet gegaan zooals het behoort. Er was be
sloten iemand voor tijdelijk op te roepen. De sollici-
tatielijst is gesloten en nu zal de Raad daaruit iemand
voor vast benoemen. Wanneer spreker de capaciteiten
bezat zou hij misschien wel op een vaste aanstelling,
doch in elk geval niet hebben gesolliciteerd op een
oproeping voor tijdelijk en zoo kan spreker zich
voorstellen dat er verscheidene deskundigen zijn, die
daarom niet hebben meegedongen. Wanneer nu een
oproeping geplaatst wordt voor een vaste benoeming
zal de lijst zeker veel worden uitgebreid.
De heer J. Koopmans stelt de vraag of bij de op
roeping door Burgemeester en Wethouders ook bij
zondere eischen zijn gesteld, als b.v. examen boek
houden, middelbare acte, en of het misschien ook
wenschelijk is in de instructie te vermelden, dat den
controleur ook andere werkzaamheden kunnen worden
opgedragen.
Wanneer, zooals de heer Burger heeft opgemerkt,
de mogelijkheid bestaat, dat er spoedig eene Rijks
inkomstenbelasting wordt ingevoerd en daarmee de
betrekking van controleur bij de gemeentebelasting
overbodig zou worden, dan zou men hem de controle
en de verificatie der administratie van de gemeente
bedrijven kunnen laten doen.
Hij weet niet of Burgemeester en Wethouders
hierop een antwoord kunnen geven, doch in ieder
geval zou hij hun in overweging willen geven iemand
te zoeken, die hoog staat in administratieve kennis.
De heer Komter (wethouder) zegt dat er een nieuwe
oproeping zal moeten geschieden als er onder de
sollicitanten geen geschikte persoon voorkomt. Zoo
lang niet is gebleken, dat er ook met deze verruiming
geen geschikt persoon te vinden is, acht spreker een
nieuwe oproeping niet noodig.
De Voorzitter wijst er op dat, als men nagaat wat
er nog moet gebeuren voordat de verordening in
werking treedt, de tijd heel kort is.
Om nieuwe sollicitanten op te roepen kost veel tijd,
eerst het plaatsen der advertentie, de tijd noodig voor
kennismaking, die, noodig voor den betrokkene om
zich los te maken uit zijne betrekking. Dan wordt
het later dan 1 Januari, voor men iemand kan hebben.
Alleen als men niemand geschikt kan vinden zal een
nieuwe oproeping moeten worden geplaatst.
Achteraf beschouwd zou het beter zijn geweest
als Burgemeester en Wethonders dadelijk gemachtigd
waren om eene definitieve benoeming te doen. In-
tusschen is het achteraf gemakkelijk wijs zijn. Burge-