18 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Januari 1914.
een fabrieksgebouw en niet voor de exploitatie van wo
ningen.
2. liet terrein moet vóór den I Januari 1916 bebouwd
zijn.
3. Het terrein wordt door en ten koste van de koop
ster of hare rechtverkrijgenden zooveel opgehoogd
en opgehoogd gehouden, dat het te allen tijde zonder
overpompen zijn water op den boezem van Friesland
loost. Loozing in de spoorsloot aan de zuidzijde van
het terrein mag niet geschieden.
4. De ten zuiden van den Kanaalweg Z. Z. loopende
sloot wordt door en ten koste van de koopster of hare
rechtverkrijgenden over de volle breedte van het ter
rein langs dien weg gedempt tot eene hoogte gelijk
aan die van den voorliggenden weg na de verlaging.
5. Zoodra de onder 4 bepaalde demping ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders is uitgevoerd en
tijdig voordat de te stichten fabriek in exploitatie
wordt gebracht, legt de gemeente op hare kosten van
de 2e Kanaaldrug af tot de oostelijke grens van het te
verkoopen terrein een bestrating van vierkante keien,
over een breedte van 5 M., op den Kanaalweg aan.
0. De koopster en hare rechtverkrijgenden zijn ge
houden aan de zuidzijde van het te verkoopen terrein
over de geheele lengte een strook grond ongebruikt
te laten liggen, welke ten minste 5 Meter en ten hoogste
zoo breed moet zijn, dat daarop twee sporen van nor
male wijdte, gelegd en daarover met spoorwegmateriaal
gereden kan worden. Tevens zijn zij verplicht op die
strook de erfdienstbaarheid van spoorwegovergang te
vestigen ten bate van het bij deze niet verkochte ge
deelte der perceelen, kadastraal hekend sectie G no.
5925 en 6146.
7. De vergoeding, welke wegens onttrekking aan de
huur van het te verkoopen terrein aan den huurder
der zathe en landen op Kleijenburg, R. E. van dei-
Weide. moet worden betaald, komt ten laste van de
gemeente.
8. De koopsom wordt bij het verlijden van de koop
akte voldaan.
9. De kosten welke op de levering en de overschrij
ving ten hypotheekkantore vallen, die van de uitme
ting door een landmeter van het kadaster en die van
de levering van een afschrift der koopakte ten be
hoeve van het gemeente-archief komen ten laste van
de koopster,
en wijders op de bedingen, welke Burgemeester en
Wethouders nog geraden zullen voorkomen.
II. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot
den aanleg van een keibestrating op den Kanaalweg
Z. Z. van de 2e Kanaalbrug af tot de oostelijke grens
van het onder I bedoelde te verkoopen terrein ten tijde
en op de wijze als daar onder voorwaarde 5 is vermeld,
alsmede tot het verlagen van dien weg en hun daartoe,
in afwachting, zoo noodig, van nadere voorstellen tot
wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1914. een
crediet van 6900.te verleenen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen zegt dat Burgemeester en Wet
houders voorstellen dit stuk grond te verkoopen. Het
is een stuk met 90 M. gevelbreedte aan liet groot-
scheepsvaarwater, terwijl achter het gebouw een dub
bel spoor komt te liggen voor het spoorwegverkeer.
Het wil spreker daarom voorkomen dat de prijs van 3
per M in vergelijking met die van andere terreinen
wat laag is. Terreinen aan de Sneekertrekvaart, vrij
wat minder gunstig gelegen, zijn verkocht voor 6 a 7
gld. per M2. Bovendien heeft de gemeente, als spreker
goed is ingelicht, kort geleden nog 5 per M* voor dit
terrein gevraagd. Spreker wil, zonder echter het ver
wijt te moeten hooren de industrie tegen te werken, een
dergelijk stuk grond niet beneden de waarde en voor
zoo'n geringen prijs verkoopen.
Hij stelt dan ook voor 4 per M2 te vragen, vooral
ook omdat de gemeente genoodzaakt is om, in verband
met dezen verkoop 6000 uit te geven voor bestrating
zoodat er =t 2 zuiver per NI2 overblijft. Nu zal men
kunnen zeggen dat de straat toch moet worden gelegd
maar daardoor wordt de opbrengst toch met 1 per
NI2 verminderd.
Spreker wil nog doen opmerken dat er nog geen rooi
lijn is vastgesteld. Hi j vraagt of Burgemeester en Wet
houders van plan zijn een rooilijn vast te stellen,
of dat zij zullen ingaan op het denkbeeld van den Di
recteur der Gemeentewerken om adressante in het
bouwen, hetzij voor of achteruit, geheel vrij te laten.
Hij meent dat het niet in het belang der gemeente i-
geen rooilijn vast te stellen en de koopers maar naar
believen te laten bouwen.
De heer Burger heeft niets op te merken dan alleen
ten opzichte van de zonderlinge redactie van voor
waarde 6. Daarbij wordt aan adressanten opgelegd
een strook vrij te houden. Nu is de redactie van die
bepaling vrij wonderlijk. Ze luidt:
,,De koopster en hare rechtverkrijgenden zijn gehou
den aan de zuidzijde van het te verkoopen terrein over
de geheele lengte een strook grond ongebruikt te laten
liggen, welke ten minste 5 Meter en ten hoogste zoo
breed moet zijn dat daarop twee sporen van normale
wijdte gelegd en daarover het spoorwegmateriaal ge
reden kan worden enz."
Wanneer de gemeente adressant oplegt een strook
ongebruikt te laten liggen, moet zij ook zeggen hoevee!.
Er staat nu ten minste 5 Meter en ten hoogste zoo breed
piiz. Adressant is daardoor volkomen vrij en dat is ze
ker niet de bedoeling.
Deze moet zijn dat in elk geval 5 M. open blijft en
ten minste een strook die zoo breed is dal daarop twee
sporen kunnen worden gelegd van normale wijdte. De
redactie zou dan zoo moeten luiden: ten min
ste 5 M. en in ieder geval zoo breed dat er twee sporen
van normale wijdte op kunnen worden gelegd. Het
woord ten hoogste is hier niet op zijn plaats.
De heer Zandstra ondersteunt tiet voorstel-Fransen.
Spreker heeft evenwel een ander bezwaar, den Raad
wel bekend, n.l. dal hij een tegenstander is van eiken
verkoop van grond. De grond moet niet verkocht,
maar in erfpacht worden afgestaan. Spreker kan nooit
voor verkoop stemmen. De gemeente weet niet voor
welke gevallen ze komt te staan zoodat ze den grond
weer noodig heeft. Spreker verzoekt den Voorzitter het
voorstel gesplitst in stemming te brengen, want hij
wil den schijn niet op zich laden de industrie legen te
werken.
De lieer Tijsnia kan zich niet vereenigen met de
beschouwing van den heer Fransen. Het i- wel moge
lijk dat de prijs iets te laag is, maar dat hebben Burge
meester en Wethouders al laten doorschemeren. Het
systeem van Burgemeester en Wethouders om aan de
nijverheid goedkooper terrein al' te staan dan voor wo
ningbouw is een streven dat toejuiching verdient. Er
zijn meer centra in Friesland die groote bedrijven wil
len lokken. Het ligt op den weg der gemeente de indus
trie zooveel mogelijk te bevorderen en te trachten
zooveel mogelijk industrie te krijgen. Spreker zal vóór
stemmen.
De lieer Tulp is het volkomen met den heer Tijsma
eens dat men de industrie absoluut niets in den weg
moet leggen. De gemeente moet echter ook geen terrein
afstaan beneden marktwaarde en op die manier een
cadeautje aan de aanvraagster offreeren. Spreker wil
den grond tegen de getaxeerde waarde wel verkoopen.
De heer Berghuis ondersteunt het voorstel-Fransen.
De voorgestelde prijs is te laag. Niet de prijs als zoo
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Januari 1914. 19
danig, maar wel de prijs in aanmerking genomen de uit
te geven 6000.Spreker mist bij de stukken op- of
aanmerkingen van de Commissie voor de Openbare
Werken. Is deze niet gehoord? Voor den verkoop zal
dat wel niet noodzakelijk zijn, maar wel waar er 6000
crediet wordt gevraagd voor het aanleggen van een
weg.
De heer de Haan vraagt of er. waar overal altijd
rooilijnen worden vastgesteld, hier bijzondere redenen
zijn om te zeggen: „ga je gang maar met bouwen".
De Voorzitter is zeer verwonderd. De gemeente
wacht al sedert jaren er op dat ter plaatse een fabriek
wordt gebouwd en, nu er een vereeniging komt die
zonder eenig bezwaar het terrein voor l'abrieksbouw
wil koopeu tegen den door den Directeur van Ge
meentewerken aangenomen, den Raad ieder jaar bij de
begrooting meegedeelden prijs, wordt er gesproken van
begunstiging, van cadeautje geven enz. Spreker had ge
dacht dat de Raad met beide handen tegelijk de gele
genheid zou hebben aangegrepen.
Burgemeester en Wethouders konden niet anders
denken dan dat de prijs den Raad goed zoude zijn. Bur
gemeester en Wethouders waren van oordeel dat hij
eerder te hoog was en hadden hem wel lager willen
-tellen. Ze waren echter daarvoor bevreesd, omdat
3. - de aangenomen, op den plattegrond ingeschreven
prijs is. Aangezien die prijs den Raad bekend was, be
stond er absoluut geen reden om de Commissie voor
de Openbare Werken te hooren.
Wat nu de rooilijn betreft, volgens de bouwverorde
ning is er een rooilijn nl. de lijn die in het verlengde
loopt van de huizen naast het terrein. Wanneer om
trent die rooilijn niets naders wordt bepaald, geldt dia
lijn voor de rooilijn. De opmerking van den Directeur
der Gemeentewerken heeft den Raad misschien op een
dwaalspoor gebracht. Deze wil de vereeniging mach
tigen vóór die lijn te bouwen als het noodig blijkt. De
Raad kan evenwel daaromtrent een voorstel van Bur
gemeester en Wethouders afwachten. Op het oogenblik
behoeft geen rooilijn te worden vastgesteld. Aan uit
gifte in erfpacht heeft spreker niet gedacht. Burge
meester en Wethouders waren al blij dat er op zulke
mooie voorwaarden een fabriek zou worden gebouwd.
Spreker vraagt of tiet wel noodig is het terrein in
erfpacht uit te geven waar het altijd voor fabrieks
terrein is gereserveerd en er een kooper is gevonden
voor een behoorlijken prijs. Spr. is er niet zoo gerust
op dat de vereeniging erfpacht zou willen en zou het
gevaarlijk vinden om op dit punt de zaak in de waag
schaal te stellen. Met den heer Burger is spreker het
niet eens. Er staat: ten minste 5 en ten hoogste zoo
breed moet zijn enz. Dit beteekenl dat de gemeente dat
I kan vorderen.
De heer Burger: „dat slaat er niet in." De redactie
moet dan luiden: in ieder geval zooveel dat enz.
De Voorzitter neemt dit over.
De heer -ï. Koopman,s kan zich met de redeneering
vuil den Voorzitter vereenigen. Wanneer men een be
langrijken tak van industrie kan krijgen moet men niet
zoo strak staan met de voorwaarden.
Wat het erfpachtvoorstel van den heer Zandstra aan
gaat, men moet onderscheid maken waarvoor de grond
zal worden gebruikt. Voor woningbouw is erfpacht geen
bezwaar, voor l'abrieksbouw wel. Niemand zal op erf
pacht een fabriek willen bouwen. Het is toch moeilijk
om in de laatste periode van den erfpachtstermijn zoo'n
fabriek naar den eisch des tijds uit te breiden. Boven
dien bevatten de erfpachlsvoorwaarden de verplich
ting voor de gemeente om den opstal na beëindiging
van den termijn over te nemen. Wanneer de gemeente
nu na 75 jaar een fabriek met kostbare machinerieën
moet overnemen, is dat een groot bezwaar. Zij is niet
iu staat die fabriek in exploitatie te brengen. Spreker
ontraadt dan ook het voorstel-Zandstra,
De heer Berghuis heeft uit het antwoord van den
Voorzitter de conclusie getrokken dat de gemeente 1
per M2 te weinig krijgt. De voorzitter laat de 6000
van den weg buiten beschouwing. Spreker niet. De ge
meente krijgt dus maar 2 per NI2. Spreker dringt
nogmaals aan op het inwinnen van het advies der Com
missie voor de Openbare Werken, wat den weg betreft.
De Voorzitter: „de heer Berghuis heeft de zaak v er
keerd begrepen. Dit lid zegt dat de weg moet worden
gemaakt omdat deze fabriek er komt. Dat is niet juist.
Daar dit land bestemd is voor fabrieksterrein moest
er in ieder geval een straatweg komen, en wellicht zou
dit ook reeds noodig zijn met het oog op de aschland-
plannen."
De heer Zandstra kan, in weerwil van het door den
heer J. Koopmans gesprokene, niet van zijn voorstel
afzien. Het bezwaar om een fabriek op erfpachtsterrein
te bouwen is niet zoo groot. De erfpachtstermijn toch
loopt over een groot aantal jaren en dan zal er aan de
fabriek en de machines ook reeds veel zijn versleten.
Ook sprak de heer J. Koopmans ervan dat een fa
briek op erfpacht niet zoo gemakkelijk kan worden uit
gebreid. Men weet echter wanneer de termijn afloopt
en dan kan men altijd beproeven hem weer verlengd
te krijgen. In den regel lukt dat wel en dan kan men
ook uitbreiden.
Spreker stelt nu voor den grond voor het stichten
van een fabrieksgebouw in erfpacht uit te geven naar
een waarde berekend naar 4 per NI2, tegen een canon
van 4%.
Dit voorstel wordt ondersteund en maakt tegelijk met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders een
onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Tijsnia: „Kan zoo iets wel worden behan
deld? De tegenpartij kan er wel geen genoegen mee
nemen."
De Voorzitter doet opmerken dat alle prijzen der
Kanaalterreinen zijn vastgesteld, los van den straat-
aanleg door de gemeente. Burgemeester en Wethou
ders hebben zich geheel aan de vastgestelde lijst ge
houden en precies hetzelfde gedaan als altijd. Spreker
kan den Raad nog mededeelen dat hij uit goede bron
vernomen heeft dat de gemeente Sneek den benoodig-
den grond gratis aan de vereeniging heeft aangeboden.
Sneek geeft Leeuwarden daarmee een beschamend
voorbeeld.
De heer Berghuis: „dat is de boeman. Die zal echter
ook wel weer verdwijnen" Spreker vraagt nogmaals
waarom geen advies der Commissie voor de Openbare
werken is gevraagd over het crediet van 6009.
De Voorzitter: „waar staat het geschreven dat daar
over de Commissie voor de Openbare Werken moet