26 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. molen „de Kroon'" aan den Kanaalweg z.z., rustende op het. nabij gelegen, aan de gemeente behoorend perceel weiland, kadastraal bekend sectie Gr. no. 8815 (vroe ger 3572) 6. Alsvoren tot .vaststelling van het verslag omtrent de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1013 toegestaan bedrag voor het in artikel 35 der Leer plichtwet omschreven doel is besteed. 7. Alsvoren om hen te machtigen H. M. de Koningin ie verzoeken om verlenging van den termijn van vrij stelling der aan de gemeente opgelegde verplichting- tot het oprichten van een beperkten dagcursus voor herhalingsonderwijs voor meisjes. 8. 4 oordracht voor de benoeming van een onder wijzeres aan gemeenteschool no. 2, vacature P. de Boer. 1. mej. A. de Vries te Leeuwarden. 2. mej.. Gr. Leopold te Leeuwarden. 3. mej. Sj. de Hoop te St. Anna Parochie. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den Bond voor licliamalijke opvoeding voor het exploiteeren van een sportterrein een subsidie te ver- leenen. De stukken 39 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. De Voorzitter laat de deuren sluiten ter behan deling van een punt in geheime vergadering. V. Na heropening wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde pun ten. 1. Aanbevelingen van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van twee leden der Commissie tot wering van schoolverzuim, weqens perodieke aftreding van Brandenburg en J. Feitsma. Voor de eerste vacature wordt met algemeene stemmen benoemd de heer J. Brandenburg. Voor de tweede vacature wordt benoemd de heer J. Feitsma met 20 stemmen, terwijl 1 stem is uitge bracht op den heer G. G. Bijlenga. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in afwachting van hunne nadere voorstellen ten aanzien van de op de begrooting, dienst 1914, aan te brengen wijzigingen het aan Burgemeester en Wethouders ver leende crediet van f 30.900.voor de verbouwing van het raadhuis, met f 1125.te verhoogen en al zoo te brengen op f 32.025. Dit voorstel luidt als volgt: Sinds het raadsbesluit van 29 April 1913 no. 431, 1227/79 o.a. tot verbouwing van het stadhuis werd ge nomen, is door een.e wijziging van de Bouwverorde ning de mogelijkheid geopend, privaten ook op beer putten te doen loozen. Van die gelegenheid wenschen wij nu ook gebruik te maken om ten behoeve van een vijftal privaten in het stadhuis (namelijk die bij de Raadszaal, die van de secretarie (2), die bij het bureau van den controleur der gemeentebelasting en die in de woning van den concierge) een beerput te doen aan leggen. Waar hiervan het gevolg zal zijn, dat de toilet- inrichting voor de raadszaal moet worden vertimmerd, gelooven wij in den geest van den Raad te handelen, wanneer die inrichting tevens tot een kleedkamer voor berging van jassen en hoofddeksels wordt omgebouwd. Daardoor zal het tegenwoordige privaat en urinoir ver vallen en eene inrichting worden gemaakt ter plaatse van de thans aanwezige kast. De kosten van deze ver anderingen worden door den Directeur der gemeente werken geraamd op 1000— voor den beerput en 125.voor de kleedkamer. Zij kunnen echter niet be streden worden uit het crediet van 30900.dat ons bij bovenaangehaald raadsbesluit werd toegestaan. Dit zal dus verhoogd moeten worden. Derhalve hebben wij de eer U voor te stellen te be sluiten: in afwachting van hun nadere voorstellen ten aan zien van de op de begrooting, dienst 1914, aan te bren gen wijzigingen, het aan Burgemeester en Wethouders bij raadsbesluit van 29 April 1913 no. 431, 1227/29 ver leende crediet van 30900.met 1125.te verhoo gen en alzoo te brengen op 32025. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten 3. Rapporten der Commission, belast geweest met het onderzoek van een wijziging der gemeentébegrootingen, diensten 1913 en 1914. De conclusion van deze rapporten, strekkende tot goedkeuring der voorgestelde wijzigingen, worden met algemeene stemmen aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om ondershands aan de firma Gebrs. Stork Co. te Hen gelo (O) en aan de firma A. Topf Söhne te Er furt ten behoeve van het gemeentelijk electriciteitbedrijf op te dragen onderscheidenlijk de levering van een Lan cashire ketel met oververhitter en economiser en de be metseling daarvan. Dit voorstel luidt als volgt: Sinds het raadsbesluit van 25 Maart 1913, no. 103r/47, krachtens hetwelk de electrische centrale met een turbogenerator van 750 K.W. is uitgebreid, zijn door hare toetreding tot de Kabelmaatschappij Gebied Leeu warden afneemsters van electrischen stroom geworden of zullen dit worden de gemeenten Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel en Tietjerksteradeel en de Coöpera tieve Vereeniging „het Noorderlicht" te Oudebildtzijl. In verband hiermede heeft de Directeur van het ge meentelijk electriciteitbedrijf er onze aandacht op ge vestigd, dat de capaciteit van de centrale vóór den volgenden winter dient te worden uitgebreid, wil zij aan een te verwachten hoogste belasting van niet min der dan 600 K.W. kunnen voldoen. Allereerst behoort, in afwachting van nadere voorstellen tot vergrooting van het machinevermogen en de ketelbalterij, de ke telinstallatie te worden uitgebreid door plaatsing van een Lancashireketel van 100 M". verwarmd oppervlak met oververhitter van 70 M'. en een economiser, systeem Garter, van 32 pijpen. Deze typen van toestellen zijn gelijk aan die, welke reeds bij het bedrijf in gebruik zijn en door de firma Gebrs. Stork Co. te Hengelo (O.) geleverd werden. In het belang van het bedrijf en omdat het personeel met de behandeling van deze ty pen bekend is, geeft de Directeur in overweging, ook het voor deze uitbreiding benoodigde van genoemde firma te betrekken. Deze heeft zich bereid verklaard een en ander tegen een som van 12.500.en onder dezelfde voorwaarden te leveren, als waarvoor haar na openbare aanbesteding de levering van dezelfde toestellen werd opgedragen. De prijs was toen in totaal 13060.doch is thans in verband met de daling van de materiaalprijzen 560.lager. De bemetseling van een en ander zag de Directeur gaarne opgedragen aan de firma J. A. Topf Söhne te Erfurt. Deze heeft reeds een dergelijke bemetseling van den eersten ketel van hetzelfde type in de centrale Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. 27 naar genoegen uitgevoerd. Dm die reden wordt het een bedrijfsbelang geacht Dij de bemetseling van den [weeden ketel hetzelfde systeem te blijven volgen, te meer nu de kosten niet hooger zijn dan bij eigen uit voering, volgens een toenmaals door den Directeur der gemeentewerken gemaakte raming, het geval zou zijn. IJeze firma heeft zich bij hare vroegere aanbieding verbonden binnen 2 jaren na 16 Augustus 1913 een tweeden stoomketel met oververhitter als bovenbe doeld te bemetselen voor 2050 Mark, benevens 130 Mark voor verankering en 27 Mark per M'. muurwerk L voor bemetseling v an rookkanalen en 28.70 Mark per M'. muurwerk voor bemetseling van den economiser. De Directeur raamt de inhoudsgrootte van het muur werk voor de kanalen op 3 en voor den economiser op 40 M'. De Commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken vereenigt zich geheel met het voorstel van den Direc teur. Ook met ons is dit het geval. De zekerheid van liet bedrijf brengt mede zooveel mogelijk dezelfde soort machines en werktuigen le gebruiken, vooral als blijkt, zooals hier, dal ze voldoen. Eene openbare aan- besteding is daarom te ontraden, ook al, omdat deze toch tot de aanschaffing en de uitvoering van het hier voorgestelde zou leiden, zelfs al waren de prijzen van andere leveranciers en aannemers iels lager. Om zeker te zijn zooveel mogelijk weer le krijgen hetgeen men reeds heeft, is de eenige weg bij dezelfde firma zijne bestellingen Ie doen. Bovendien zijn de gevraagde prij zen thans concurreerend. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer L voor te stellen le besluiten: ondershands op te dragen: o. de levering van een Lancashireketel van 109 M\ verwarmd oppervlak, een oververhitter van 70 M\ en een economiser, systeem-Carter, van 32 pijpen aan de firma Gebrs. Stork <v Co. te Hengelo (O.), onder de zelfde voorwaarden als zijn opgenomen in bestek no. 1 G. E. B., dienst 1913, voor de som van 12500. b. de bemetseling van den onder a bedoelden ketel met oververhitter voor 2050 Mark, van de rookkanalen voor 27 Mark per M\ muurwerk en van den economiser voor 28.70 Mark per M*. muurwerk, benevens de veran kering voor 130 Mark. aan de firma J. A. Topf en Söh ne te Erfurt, overeenkomstig zijn brief van 16 Augus tus 1913. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen zal zich thans niet tegen het voor- stel van Burgemeester en Wethouders verzetten, maar wenscht een enkele opmerking le maken. Het verwon- dert spreker ten zeerste dal de bemetseling van den Ketel en de rookkanalen moet worden opgedragen aan oen buitenlander. Dat geeft geen Imogen dunk van ons eigen werkvolk. Wanneer een buitenlander tengevolge van aanbesteding het werk krijgt is het wat anders. Spreker is niet geheel tegen protectie, maar een j voorstander van gezonde bescherming en hij is van oordeel dat het buitenland niet moet worden bevoor deeld boven de ingezetenen. Het geeft, ook in het luii- I tenland, een eigenaardigen indruk, dat vandaar werk krachten moeten komen om hier een ketel te bemetse len. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wethouders in liet vervolg met zijne opmerking rekening zullen hou den. De heer Oosterhofl' (Wethouder zegt dat het Bur gemeester en Wethouders verwondert dat de heer Fransen thans met zijne opmerking komt. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders toch is eene aan vulling van het voorstel van 25 Maart 1913. toen door den Raad is besloten, de bemetseling van den ketel aan «leze firma op te dragen. Toen zou de opmerking van den heer Fransen meer raison gehad hebben dan nu. Bovendien worden de ketels paarsgewijze ingemetseld en bij den vorigen ketel is dit ook door deze firma ge beurd. Het lag daarom voor de hand dit metselwerk ook aan haar op te dragen en er was alle reden zulks ondershands le doen. Spreker acht hel dan ook niet noodig de argumenten van den heer Fransen te weer leggen daar de firma Topf en Söhne de eene helft reeds heeft uitgevoerd en de andere voor denzelfden prijs wil verrichten. De heer Fransen zegt dat het hem vermoedelijk op 25 Maart 1913 is ontkomen dat de levering zou worden opgedragen aan een buitenlander. Hij heel't nu ook gezegd zicli niet tegen liet voorstel te zullen verzetten, maar alleen den wensch uitgesproken, dat Burge meester en Wethouders met zijn opmerking rekening zullen houden en het werk, dat. door eigen ingezetenen kan gebeuren, niet aan buitenlanders zullen opdragen. De heer J. Koopinans zou er toch bezwaar in zien, wanneer Burgemeester en Wethouders zonder voorbe houd het verzoek van den heer Fransen zouden inwil ligen. Hij wil er op wijzen., dat ketelbemetseling, evenals het ovenbouwen en het bouwen van fabrieksschoor- steenen, een speciaal vak is waarvoor een bepaalde studie wordt vereischt Hij weet niet of in Leeuwarden de metselaars hiertoe in staat zijn, doch hij zou het sterk betwijfelen. Wel zou men hier het werk kunnen uitvoeren, doch van iederen stoomketel moet weer af zonderlijk oen ontwerp worden gemaakt; er moet reke ning worden gehouden met de grootte, den vorm en de hoogte van den schoorsteen. En dit ontwerp staat men niet af. Spreker zou er dan ook bezwaar in zien. zulk werk aan gewone metselaars op te dragen en zou Burgemees ter en Wethouders aanraden in de eerste plaats te letten op de deskundigheid. De heeren Burger, Beekhuis en Tijsma zijn inmiddels ter vergadering verschenen. De Voorzitter doet opmerken dat Burgemeester en Wethouders, als het belang van het werk mee brengt liet aan een buitenlandsche firma op te dra gen zich niet zullen laten weerhouden zulks te doen. Wanneer liet echter mogelijk is dat een Nederlandsche firma ervan profiteert, zullen Burgemeester en Wet houders daaraan de voorkeur geven. Spreker is van oordeel, dat men ieder geval op zich zelf moet beoor- deelen. lie beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den len klerk der gasfabriek, C. Braak, een gra tificatie te doen toekennen van f IOO.-— voor de waarne ming ran de betrekking ran boekhouder ran het. bedrijf gedurende de vacature Merer. Dit voorstel luidt als volgt: Aan den toenmaligen boekhouder der gemeentelijke gasfabriek werd met ingang van 15 Juni 1912 eervol ont slag als zoodanig verleend, terwijl de vacature eerst met l November d.a.v. vervuld werd. Dientengevolge moest gedurende dien tusschentijd in de waarneming worden voorzien. Geheel onvoorbereid werd de lste klerk aan die fabriek (G. Braak) met de aan het boekhouderschap verbonden werkzaam heden, welke geheel buiten zijn eigen arbeids veld lagen, belast. Niettegenstaande hij zijn eigen werk bleef behouden, heeft hij zich tot volle

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 2