30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1014, meente betreft en behoudens die van derden, vergun ning te verleenen tot het leggen en tot wederopzeg- gens hebben van twee smalsporen in de bestrating van tiet Noordvliet van den wal van het Vliet af tot de beide toegangsdeuren van zijn aldaar staand nieuw pakhuis, plaatselijk gemerkt no. 29 en kadastraal be kend gemeente Leeuwarden, sectie G. no. 9248, onder voorwaarde: 1. dat de rails zoogenaamde groefrails of rails met contrarails zijn, welke overal met den bovenkant ge lijk met de omliggende bestrating moeten liggen en aan het einde bij den wal worden voorzien van een stoot- blokje of wel kwart-cirkelvormig worden omgebogen, in beide gevallen wit te verven en als zoodanig te on derhouden; 2. dat tusschen de rails een keibestrating aan gebracht en het spoor ter weerszijden opgesloten worde door een dergelijke bestrating ter breedte van 0.75 M. uit de as gemeten, te leggen op een vleilaag en in portland-cementspecie gemetseld; 3. dat die bestrating over de geheele lengte en breedte in overeenstemming met de omliggende be strating ten genoegen van Burgemeester en Wethou ders worde onderhouden; 4. dat de rails worden gelegd ter plaatse en ter breedte als op de bijbehoorende teekening is aange duid; 5. dat nimmer eenig voorwerp onbeheerd op de rails of op de bestrating van de gemeente verblijve; 6. dat, indien van de smalsporen geen gebruik meer wordt gemaakt of de vergunning wordt ingetrokken, de bestrating tusschen en om de rails op eerste vor dering van het gemeentebestuur worde hersteld in overeenstemming met het omringende gedeelte; 7. dat als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den grond, waarin de smalsporen zijn ge legd, door adressant of zijne rechtverkrijgenden jaar lijks vóór of op den 1 Mei, voor het eerst vóór of op den 1 Mei 1914, ten kantore van den gemeente ontvanger worde gestort eene recognitie van 2. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. De heer J. Koompans heeft tot het nemen van dit be sluit niet medegewerkt. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van H. Griepsrna te Schenkenschans be trekkelijk het aanwijzen der rooilijn voor een te bouwen woonhuis aan den Harlingertrekweg op het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, sectie D no. 1341. Dit prae-advies luidt als volgt: H. Griepsrna te Schenkenschans wenscht op het gardeniersland, kadastraal bekend gemeente Leeuwar den, sectie D no. 1341, aan den Harlingertrekweg een woonhuis te bouwen. Alvorens daartoe over te gaan, zag hij gaarna een rooilijn bepaald en wel het liefst in de lijn van de ten oosten van dat land gelegen tien woningen, welke krachtens ons besluit van 16 Maart 1904 no. 6 gebouwd zijn. Het daartoe strekkend ver zoek van adressant is door Uwe Vergadering in onze handen om prae-advies gesteld. Door ons kan hierop echter niet gunstig worden ge adviseerd. Voor den Harlingertrekweg is toch bij raadsbesluit van 11 Februari 1913 no. 47r/23 reeds een rooilijn vastgesteld en bepaald op een afstand van 14.5 M. uit den noordelijken kant van de trekvaart. Werd aan adressant's verzoek gevolg gegeven, dan zou het door hem te bouwen woonhuis volgens de ingezonden situatieteckening niet meer dan 10 M. uit dien kant en dus vóór de rooilijn komen. Dit kan op grond van ar tikel 7 der Bouwverordening niet worden toegelaten. Wij geven U daarom in overweging, onder overleg ging van de betrekkelijke stukken, adressant te be richten, dat zijn verzoek niet kan worden ingewilligd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 10. Voortzetting der behandeling van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders en herstemming over het amendement Fransen, waarover in de vergadering van 27 Januari j.l. de stemmen staakten, om denprijs van den aan de Coöperatieve vereeniging tot bereiding van melkproducten te verkoopen grond aan den Kanaal- weg Z.Z. te bepalen op f 4. De beraadslaging wordt geopend. De heer Haverschmidt wenscht nog iets ten gunste van het voorstel in het midden te brengen. We zien allen, zegt spreker, met leede oogen hoe iemand uit Utrecht fortuin maakt door verkoop van zijn terrein aan den Sneekertrekweg, terwijl het prach tige terrein van het tweede Kanaalpand haast 20 jaar op koopers wacht. Eindelijk doet zich een gegadigde op, die 3 gulden per centiare wil betalen, dat is 11000 gulden de pondemaat, waarvan men al dien tijd mis schien 40 gulden per jaar huur heeft ontvangen en nog is de Baad niet tevreden. Velerlei bezwaren wor den geopperd. Er zijn er, die liet terrein alleen in erfpacht willen geven. Ook spreker is voorstander van erfpacht, maar niet in die mate dat hij zelfs geen stoep of strook trot toir wil verkoopen. Gegadigden hebben de keuze, erf pacht of verkoop en dat is een goed systeem. De gemeente behoudt aanspraken op sommige ter reinen maar krijgt tusschenbeide ook geld in het taart je, zoo noodig voor aflossing en rentebetaling en ver dere exploitatie. De Voorzitter merkt op dat het denkbeeld erfpacht reeds van de baan is. Het voorslel-Zandstra daarom trent is in de vorige vergadering verworpen. De heer Haverschmidt vervolgt en zegt dat hij erf pacht. alleen noemde bij het opsommen van de gerezen bezwaren. Het grootste bezwaar blijkt echter uit den weg te zijn. Spreker meent ten onrechte, want weg en terrein dient men afzonderlijk te beschouwen. Men had den weg evengoed eenige jaren vroeger kunnen leg gen, dan waren er wellicht reeds eerder koopers ge vonden. Als een stukje geschiedenis vermeldt spreker hoe in dertijd de verkoop van het Kanaalterrein niet wilde vlotten, totdat de Raad het kloeke besluit nam eerst de wegen aan te leggen. Men heeft daar in en buiten den Raad heel wat van moeten hooren: het werd reine ver kwisting genoemd. Maar wat was het gevolg? Toen het terrein door aanleg van straten in verkoop baren toestand kwam, ging het direct vlot van de hand. Spreker trekt daaruit de conclusie, dat men tijdig stra ten moet aanleggen. Men vindt eerder koopers en de Raad zoeke niet langer verband tusschen terrein en weg. de oorzaak van de staking der stemmen in de vorige vergadering. De heer Pelielier heeft den vorigen keer voor het voorstel van den heer Fransen gestemd omdat hij meen de, dat de inlichtingen van het Dagelijksch Bestuur niet in alle opzichten juist waren. Het Dagelijksch Bestuur heeft gezegd dat de harde weg voor de fabriek een le- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. 31 venskweslie is. Dat kwam spreker onaannemelijk voor. Hij heeft daarom inlichtingen ingewonnen en het is hem gebleken dat deze bewering niet in alle deelen juist is. Het vervoer der grondstoffen voor de fabriek toch zal voornamelijk le water geschieden en de weg is daarvoor dan ook niet zoo beslist noodig. In de tweede plaats hebben Burgemeester en Wet houder- gezegd dat de gemeente Sneek den grond voor de fabriek benoodigd gratis heeft aangeboden. Spre ker heeft ook daarvan geen bevestiging gekregen. Ten derde hebben Burgemeester en Wethouders de vrees uitgesproken dat aanneming der motie-Fransen de totstandkoming der fabriek in gevaar zou brengen. Ook daarvan heelt spreker geen bevestiging gekregen. Wel zou aanneming van de motie-Fransen afdoening dezer zaak in vertraging brengen, terwijl niemand, weet, wat liet gevolg van deze vertraging zou kunnen zijn. In de vorige vergadering heeft spreker voor het voorstel-Fransen gestemd, thans zal hij daarom voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders stem men ook om de door den heer Haverschmidt aange stipte redenen en om wat hij van den Directeur der Gemeentewerken heeft vernomen. Hij betreurt het dat daarop in de vorige vergadering niet nader het licht is gevallen. Wanneer deze verkoop doorgaat is liet de eerste stap op den weg der exploitatie van liet, terrein en zal ver koop van meer grond daarvan liet gevolg zijn. De heer Zandstra zal wat hem betreft en ook zijne par tijgenoot en zullen zulks wel doen voor het voor del van Burgemeester en Wethouders stemmen om dat zi j de totstandkoming der fabriek niet willen tegen houden, ofschoon zij voor de gemeente willen halen wat zij meenen dat noodig is. Den heer Fransen verwondert het dat de Raad nu be vreesd L dat de nijverheid door aanneming van spre- kers voorstel zal worden benadeeld. Spreker gelooft dal niet. Als dat zoo is begrijpt hij niet hoe er aan den Sneekertrekweg fabrieken worden gebouwd op grond van 6.per M"., terwijl voor de gemeente Sneek nog zware onkosten moeten worden gemaakt en de trekweg een ongelukkige weg is. Spreker begrijpt dan ook niet dat men dezen fabrieksbouw in gevaar brengt door 4.- per M*. te vragen. De heer koopmans vermoedt dat hel voorstel van Burgemeester en Wethouders wel zal worden aange nomen en het is dan ook niet noodig, iets ten gunste er van te zeggen. De heer Fransen heeft opgemerkt dat voor den grond aan den Sneekertrekweg meer wordt betaald dan hier wordt gevraagd. Men moet evenwel niet vergeten dal de Harlingervaart voor fabrieksbouw veel voor heelt boven het Kanaal. Dat hebben wij de zen winter nog kunnen zien. De vaart van Rotterdam en Amsterdam is tot de Prins Hendrikbrug open ge bleven. Spreker zelf heeft veel onkosten moeten maken voor het transport van zijne goederen. Ook in den zo mer biedt de ligging van de Harlingervaart grootc voordeden. Waar echter deze fabriek de grondstoffen uit Friesland en niet uil, Holland betrekt, geeft zij de voorkeur aan liet Kanaal. In het algemeen moet men, zegt spreker, zeer welwillend gestemd zijn tegenover een dergelijke fabriek. Leeuwarden is al geen plaats voor fabrieken. Als men nagaat wat soort fabrieken het meest hier voorkomen, dan zijn bet fabrieken die in verband staan met het zuivelbedrijf. Andere groote fabrieken treft men hier niet aan. Hij acht 3.een zeer goede prijs en geeft den Raad in overweging niet tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen. De heer G. W. Koopmans staat nog op hetzelfde dandpunl als vóór 14 dagen, leder lid van den Raad zal er vóór zijn Leeuwarden fabrieken te bezorgen als hij kan. Dat is in het belang van de gemeente. Wanneer er echter een aanvraag komt om een stuk terrein voor het bouwen van een fabriek, taxeert spreker de waarde ervan naar de omstandigheden tijdens die aanvraag. Wat vroeger is vastgesteld of wat men eens heeft ge vraagd gaat spreker dan niet aan. Wanneer spreker nu hier den grond taxeert komt hij tot de conclusie dat het, ook met het oog op den te leggen w,eg, le goed koop is. Er schijnt in de afgeloopen veertien dagen vrij wat gewerkt te zijn, want in deze dagen zijn er ver scheidene leden omgedraaid. De redenen voor dat omdraaien zijn zeer minitieus. De heer Haver schmidt haalt ze uit den goeden tijd, toen hij nog .schut terij-kapitein was en in hel land heeft gelegen met zijn schutters om militaire oefeningen te maken. Hij zegt dat het terrein in een meer verkoopbaren staat komt als de weg in orde gemaakt is. Spreker is dat niet met hem eens. De weg- die er ligt is vast en degelijk en voldoende in staat om aan het vervoer voor een fabriek weerstand te kunnen bieden. De groote machine voor de Centrale is over den weg aan de andere zijde vervoerd en die aan den Zuid kant is sterker dan die aan den Noordkant. Hel is een vaste, stevige weg, die voldoende bereden kan worden. De heer Peletier gaat den heer Haverschmidt achter na en zegt ook dat er meer terrein zal worden ge vraagd als de weg er is. Dat is evenwel geen reden om mee te gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders want deze weg acht spreker voldoende. De Sneekertrekweg is als weg geheel onvoldoende en toch worden de terreinen verkocht. De heer J. Koop- mans wijst als bezwaar er op dat de Harlingervaart 's winters lang open blijft. In den winter mag bet Ka naal enkele dagen gesloten zijn, het overige gedeelte van het jaar kan men altijd aan het Kanaal lossen. Spre ker heeft bezwaar mee te gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Hij wil echter nog een vraag stellen. Verschillende leden hebben geopponeerd tegen het aanleggen van den weg en daarom vraagt spreker of het niet mogelijk is het voorstel gesplils! in stemming te brengen. De heer Peletier heeft den heer G. W. Koopmans hooren zeggen dat spreker zou hebben voorbijgezien, dat de bestaande weg voldoende is. Spreker is dit niet eens met den heer Koopmans. Hij meent dat een fa briek een harden weg noodig heeft... De heer G. W. Koopmans: „de machine der electri- sche centrale". De heer Peletier: „de heer G. W. Koopmans bedoelt den ketel. Voor het vervoer daarvan zijn bijzondere maatregelen getroffen, welke niet kunnen worden ge nomen bij alle aan de fabriek te brengen vrachten". De Voorzitter moet eenige oogenblikken van het ge duld van den Raad vergen. Artikel 34 van het Regle ment van Orde bepaalt dat, indien over een voorstel de stemmen hebben gestaakt, de beraadslaging wordt heropend. Spreker wil in de eerste plaats den heer Peletier be antwoorden. Dit raadslid heeft spreker verweten on juiste mededeelingen te hebben gedaan. Hij veronder stelt dat het vervoer voor de fabriek te water zal ge schieden. Dit punt heeft spreker met den Voorzitter en den Secretaris der Vereeniging, de heeren Rengers en Kooistra, besproken. Dezen hebben hem medegedeeld dat het vervoer wel in hoofdzaak, maar niet uitsluitend te water zal geschieden en dat er wel degelijk zware vrachten over land zullen moeten worden vervoerd. Spreker hecht zeer veel aan de mededeelingen van ge noemde heeren en hij denkt daarbij ook aan gesloten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 4