32 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. water. Spreker acht den weg dan ook absoluut onvol doende, wanneer daar fabrieken zullen verrijzen en dit is ook de meening van den Directeur der Gemeente werken. De heer Peletier heeft ook gesproken over het aan bod van de gemeente Sneek, door spreker den vorigen keer aangehaald. Spreker weet niet waar de heer Pe letier zijne inlichtingen heeft ingewonnen, maar hij heeft, natuurlijk gelijk als hij zegt dat het ge m e e n- tebestuur van Sneek geen aanbod heeft gedaan. Spreker heeft zich dat den vorigen keer misschien eenigszins laten ontsnappen, maar hij had de mededee- iing van den Directeur der Gemeentewerken. Hij heeft nu opnieuw geinformeerd en nu is hem ge bleken dat van de zijde van de gemeente Sneek aan de adresseerende vereeniging de grond is aangeboden voor den prijs, die zij zelve indertijd daarvoor heeft be taald. Dat staat zoowat gelijk met een gratis aanbod. De heer Peletier heeft gezegd niet te gelooven dat de zaak over gaat, al wordt het voorstel-Fransen aange nomen. Spreker helpt het hem wenschen, maar zoo lang spreker niet meer weet dan de heer Peletier, is hij niet gerust. Ook hij heeft inlichtingen ingewonnen en hij is allerminst rustig. Spreker wil er den Raad dan ook voor waarschuwen zich niet door dergelijke ver klaringen te laten influenceeren. Den vorigen keer kon spreker, omdat hij niet kon voorzien dat er aanmerking zou worden gemaakt op den prijs, den heer Fransen niet zoo beantwoorden als hij dat wenschte. Sedert heeft spreker zich op de hoogte gesteld en nagegaan wat de gemeente voor den grond heeft betaald. Hierop mag echter niet te veel gelet wor den, want de toestand is sedert veel veranderd. Het is ook niet gemakkelijk dit na te gaan, want de gemeente heeft indertijd geruild tegen een stuk grond, Achter de Hoven, dat zij onlangs heeft teruggekocht. Verder heeft spreker nagegaan wat de gemeente voor andere stukken heeft ontvangen. In 1901 heeft de Raad besloten een stuk te verkoopen aan den heer Overmeer voor 0.80 per M\, terwijl de gemeente de verplichting op zich nam een keibestrating te leggen tot aan de uiterste punt van het terrein. Dus juist als nu. De heer Overmeer heeft het aanbod toen niet geac cepteerd. In 1904 heeft de gemeente aan Wielenga grond ver kocht, 800 M". voor 1.per M~. In 1909 en 1910 is 1080 IvP. in erfpacht uitgegeven voor een asfaltfabriek, be rekend naar 3.per M:. Verder is in den laatsten tijd grond gekocht Achter de Hoven aan de Potmarge voor 51 53 en 59 ct., een stuk achter de cartonfabriek voor 65 ct. per M\, een fabrieks terrein bij de stad. Aan den Sneekertrekweg heeft de gemeente 1.03 betaald. De heer Fransen nu heeft ge zegd dat voor fabrieksterreinen aan den Sneekertrek weg 6.— wordt betaald. Er bestaat naar het schijnt een buitengewone liefhebberij voor grond aan dien trekweg, maar dan altijd voor kleine stukken, welke bo vendien dicht bij de stad liggen. De gemeente, spre ker herhaalt het, heeft er terrein gekocht voor 1.03. De heer Fransen: „dat kost nu 7. De Voorzitter: „dat zal moeten blijken". Met al deze prijzen voor oogen is spreker tot de conclusie gekomen dat een prijs van 3.per M!. voor dit terrein zeer voldoende is. Men neme ook in aan merking dat de bij de gronduitgifte van het Kanaal ge bruikelijke korting, welke hier 15% zou bedragen, niet wordt gegeven. De vroeger verkochte stukken kwa men daarvoor niet in aanmerking. Men heeft nu gezegd dat er 6000.-af moet worden getrokken voor de bestrating. Spreker heeft het in de vorige vergadering reeds gezegd dat de gemeente altijd de straten heeft aangelegd en dat die in den prijs zijn begrepen. Dan wil spreker nog doen opmerken dat het onderhoud van een keiweg veel minder kost dan dat van een klinkerweg, terwijl deze op zijn beurt weer d= de helft kost van wat een grintweg aan onderhoud noodig heeft. Tegenover de 6000.voor den keiweg staan dan ook de jaarlijksche besparingen aan onder- s houdskosten. Nog wenscht spreker te doen opmerken dat deze verkoop zeer voordeelig is uit een oogpunt van straat- aanleg. De Directeur der Gemeentewerken heeft ruim 31000.uitgetrokken voor bestrating van dit Kanaal- pand, op den voet als hel eerste. Wanneer deze keiweg wordt doorgetrokken, zullen de onkosten 25.000. bedragen. Het is altijd gunstig als men een terrein over de ge- heele diepte kan verkoopen. Bovendien wordt hier nog een strook grond, die de vereeniging eerst koopt, af- gestaan voor een spoorwegovergang. De vraag van den heer Fransen, of de gemeente een I aanbod heeft gehad van 5.per M\, heeft spreker in de vorige vergadering niet beantwoord. Een dergelijk aanbod heeft Burgemeester en Wethouders niet be reikt. Spreker heeft bij den Directeur der Gemeente- I werken geïnformeerd of hij een dergelijk aanbod had ontvangen. Deze heeft gezegd zich een dergelijk aan- bod niet te herinneren. Mocht het zijn gedaan, dan lieeft hij het niet als serieus beschouwd en is het zeker voor een klein stuk geweest. Burgemeester en Wel- liouders noemen den verkoop van dezen afgelegen lap grond voor den prijs van rt 22000.—. of als men de 6000.er af wil nemen, voor 16000.een voordoe- I iige zaak voor de gemeente. Het voorstel-Fransen betreft alleen den prijs van den grond. De besprekingen in de vorige vergadering evenwel hebben den indruk gewekt dat nog een ander punt van invloed is geweest op de stemming, althans van enkele leden, n.l. deze, dat- de Commissie voor de Openbare Werken niet is gehoord. Spreker heeft toen gezegd zulks niet noodig te achten en hij heeft de reden daar voor aangegeven. Bij geen enkele der andere verkoo pen, ook niet bij dien aan den heer Overmeer, is deze Commissie gehoord. Spreker wil den leden, die hieromtrent met hem van meening verschillen, de vraag stellen of dit een reden is om de totstandkoming van deze fabriek in de waag schaal te stellen. Spreker meent dat het antwoord op die vraag niet twijfelachtig kan zijn. De afgevaardigde in de Staten-Generaal voor het j kiesdistrict Leeuwarden deelde spreker mede dat hij voor ongeveer 18 jaar met zijn vader over de brug wandelde en dat deze hem, met een gebaar naar het terrein, zei: „dat is het a.s. fabrieksterrein". Die verwachting is niet uitgekomen. Er is wel een enkel fabriekje gebouwd maar de gemeente zit er al 18 jaar op te wachten. Nu kan er een groote fabriek komen, een eerste klas afnemer voor electriciteit, een j zindelijke fabriek de asfaltfabriek is in laatstge noemd opzicht niet zoo gunstigen nu zal de Raad dit belemmeren? Spreker hoopt dat deze fabriek de rol zal spelen van het eerste schaap over de brug en een schitterende reclame zal zijn voor de exploitatie der Kanaalterreinen. En niet alleen daarvoor, maar voor t de gemeente. Leeuwarden trekt rentenierende boeren I aan, zeer welkome ing-ezetenen, van wie spreker niet gaarne iets kwaads wil zeggen. Maar zij zijn niet in staat de stad groot te maken. Nijverheidsondernemin gen zullen een bron van welvaart kunnen worden en daarover zal de geheele Raad bet wel eens zijn, want door steun te verleenen aan de Middelbare Technische school heeft hij reeds belangstelling getoond. Spreker blijft er dan ook bij dat een zaak van dergelijk belang, de belangrijkste die sedert jaren in den Raad is be Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. 33 handeld, niet in de waagschaal mag worden gesteld omdat de Commissie voor de Openbare Werken niet is gehoord over een stukje bestrating. Spreker is er van overtuigd-dat het in de provincie een ellendige indruk zal maken als deze zaak afspringt op ƒ1. - de \f. De Raad moet zich dan ook wei bedenken. In aan neming van het voorstel-Fransen zit voor Burgemees ter en Wethouders niets onaangenaams. Zij hebben bun voorstel gedaan en zijn van de verantwoordelijk heid af. Wel zal die aanneming voor de toekomst on berekenbare gevolgen kunnen hebben. Niet om die per M". Zelfs niet om die eene fabriek, maar om den indruk, dien een dergelijk besluit zal maken met betrekking tot Leeuwardens' geschiktheid als zetel van belangrijke nijverheidsondernemingen. De heer van Messel zegt dat hij niet het voornemen bad in deze zaak weder het woord te voeren. Hef door den Voorzitter gesprokene is ecber de oorzaak dat hij een enkel woord van protest moet laten hooren. Tot twee of driemaal toe heeft de Voorzitter toch spreker en den heer Berghuis en vooral spreker toe gevoegd, als zouden zij tegen het voorstel van Burge meester en Wethouders stemmen en invloed op den Raad willen uitoefenen, louter uit gevoeligheid omdat de Commissie voor de Openbare Werken niet is ge hoord. Spreker heeft dit hetgeen den Voorzitter zal blijken als hij de handelingen van de vorige vergade ring naleest toen pertinent ontkend en gezegd tegen te zullen stemmen alleen uit overweging, omdat hem niet de noodzakelijkheid van de verbetering van dezen weg is gebleken. Spreker blijft dit standpunt alsnog handhaven. De Voor/Uter heeft niet gelezen wat de heer van Messel den vorigen keer heeft gesproken, maar bi j heeft sterk den indruk gekregen dat de kwestie van het niet hooren der commissie van invloed was op de stem ming. Na de stemming toch heeft de heer Berghuis ge zegd dat het, nu de verdere behandeling toch moest worden aangehouden, nog tijd was de Commissie te. hooren en daarom zijn stem afhankelijk gemaakt. De heer Berghuis heeft ook tegengestemd omdat hij niet overtuigd was van de noodzakelijkheid van hel aanleggen van den weg en hoop had dat de Commis sie voor de Openbare Werken hem misschien tol an dere gedachten zou kunnen brengen. De heer (i. W. Koopinans verklaart dat het bij hem niet vaststaat dat de weg noodzakelijk is voor de stich ting en werking der fabriek. De leden, die tegen hebben gestemd, hebben dit dan ook niet gedaan omdat de Commissie voor de Openbare Werken niet is gehoord, maar omdat ze overtuigd wa ren dat de weg niet noodzakelijk was. Spreker is den. Voorzitter dankbaar voor de geschiedenis, die hij van he terreinprijzen heeft medegedeeld. Hij kan daarte genover echter wijzen op de Wilhelminabaan, die 8 jaar geleden voor 0.73 per M\ is gekocht en wil daarmee te kennen geven, dat men de zaak moet beschouwen in het stadium waarin ze verkeert en dat men de omstaii- digheden van het oogenblik in aanmerking moet ne men. In de toekomst zien kan spreker niel. Hij hoopt echter dat de fabriek er komt. De heer Tulp vraagt of de vereeniging beslist op den weg is gesteld. Spreker heeft den indruk gekregen dat ilc weg niet zoo noodzakelijk is. omdat het vervoer grootendeels te water geschiedt. De Voorzitter antwoordt dat tie voorzitter en de se cretaris van de vereeniging een dergelijke vraag be- dist bevestigend hebben beantwoord. Zij hebben ge zegd dat langs den weg zware vrachten zullen worden vervoerd en er nog het voorbeeld van de fabriek Hol land,ia bij aangevoerd. De heer Tulp doet opmerken dat de vele zuivelfabrie ken in onze provincie meest aan grintwegen gelegen zijn en die fabrieken voeren toch dezelfde grondstof fen aan. Spreker wil wel met het voorstel betreffen de den weg meegaan, maar alleen als het hoogst nood zakelijk is. De heer 4. Koopinans wijst erop dat voor menige plattelandsgemeente de wegen, waarover de grond stoffen en producten van de zuivelfabrieken worden vervoerd, een verbazend groote last zijn, daar ze veel aan onderhoud kosten. Waar wij hier een besten weg kunnen krijgen komt de gemeente, als men de onder houdskosten met elkaar vergelijkt, voordeelig uit. Spreker geeft den Raad in overweging zich niet te gen het voorstel (e verzetten, daar men bovendien niet den geheelen weg ten laste van dit terrein kan bren gen. De Voorzitter wijst er ten slotte nog op dat de bewus te weg er op den duur toch moet komen en in onder- boud veel goedkooper is dan een grintweg. Het amendement-Fransen wordt verworpen met 18 legen 6 stemmen. Voor stemmen de heeren: Berghuis, v. Sloterdijck, Cohen, G. W. Koopinans, Fransen, de Haan; Tegen de heeren: Lautenbach, Jellema, Tiemersma, Schoondermark, Zandstra, Peletier, Hiemstra, Ooster- hol'f, Tulp, Haverschmidt, .1. Koopinans, van Messel, Vonck, Menalda, Komter, Burger, Beekhuis en Tijsma. De voorwaarde sub 5 van het voorstel van Burge meester en Wethouders, betreffende het leggen van een keibestrating, wordt aangenomen met 20 tegen 4 stem men. Vóór stemmen de heeren: Berghuis, Lautenbach. Jellema, Tiemersma, Schoondermark, van Sloterdijck, Zandstra, Peletier, Hiemstra, Fransen, Oosterhoff, Tulp, Haverschmidt, J. Koopmans, Vonck. Menalda, Komter, Burger, Beekhuis en Tijsma. Tegen de heeren: Cohen, G. W. Koopmans, de Haan en van Messel. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zijn geheel wordt met algemeene stemmen aangeno men. De heeren Burger en Beekhuis verlaten de verga dering. II. VoorsteI ran Burgemeester en Wethouders tot wijziging der eerordening, regelende den rang enz. ran de ambtenaren der gemeentelijke gasfabriek Bijlage no. 4). De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff (wethouder, voorzitter der commissie voor de lichtfabrieken), zegt dat het den Raad uit de stukken zal zijn gebleken, dat Burge meester en Wethouders het voorstel der Commissie voor de lichtfabrieken niet in allen deele hebben over genomen. De besprekingen, in den boezem van het college van Burgemeester en Wethouders gevoerd, zijn niet van dien aard geweest dat spreker van zijn stand punt is teruggekomen en li ij kan zich met enkele dee- ien van het voorstel dan ook niet vereenigen. Waar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 5