74 Verslag van de handelingen van den
J. Koopmans en Berghuis om onderzoek en rapport.
16. lijst van de dagen en uren, waarop openbare
lessen aan de gemeentelijke bewaarscholen zullen
worden gehouden.
Ter bijwoning worden uitgenoodigd de heeren
Menalda, Peletier en Jellema.
17. dat het verslag van den toestand der ge
meente over 1913 gereed is en eerlang in druk zal
verschijnen.
18. dat Burgemeester en Wethouders:
a. ter secretarie hebben bevorderd met 1 Mei
1914:
tot commies G. Rommerts,
tot adj. commies le klasse A. R. Andringa,
2e J. de Groot,
thans onderscheidenlijk adj. commies 1 en 2 kl.
en klerk.
b. hebben benoemd tot len opzichter aan de ge
meentelijke gasfabriek J. C. Mulder, adsistent-gas-
meester aan de stedelijke fabrieken van gas- en elec-
triciteit te Leiden;
c. bij openbare aanbesteding hebben gegund:
het doen van verf- en witwerken aan- en in ge
meentegebouwen als volgt
perceel 1 aan G. de Beer voor 92.
2 P. J Koopmans voor 74.
perceelen 3 en 8 aan H. H. Dekkinga en S. Giezen
voor 95.en 100.
perceel 4 aan Th. de Boer voor 160.
perceelen 5 en 6 aan G. Anema voor f 54.en
73.-,
perceelen 7 en 9 aan A. Hendriks voor f 180.en
260.-;
perceel 10 aan J. S. de Jong voor 92.
11 J. van der Goot voor 35.
perceelen 12 en 13 aan J. F. Wempe voor f 160.
en 25.—,
allen alhier woonachtig.
het verbouwen van eenige lokalen enz. in het Ge
meentehuis en de voormalige Hoofdwacht aan P.
Vonk alhier voor 7289.
de levering van een gedeelte der meubelen voor
het gemeentehuis en het bureau van politie aan
J. H. Scholten te Almelo voor 320.
De mededeelingen 1718 worden voor kennisge
ving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der begrooting voor het gemeentelijk
electriciteitbedrijf, dienst 1914.
2. Alsvoren tot wijziging der gemeentebegroo-
ting, diensten 1913 en 1914.
3. Alsvoren om aan mej. J. Oosterliout-Poort-
man, alhier, ten behoeve van de verbouwing van
hare perceelen Nieuweburen nos. 82 en 84, in erf
pacht af te staan een strook gemeentegrond, deel
van de openbare straat aldaar.
4. Prae-advies van Bui'gemeester en Wethou
ders op het adres van G. R. H. Pel, alhier, om van
gemeentewege over te gaan tot demping en rio-
leering van de z.g. Soldatengracht, uitloopende in
den Grachtswal, enz., onder aanbieding zijnerzijds
van een bijdrage van 1800.en hem het aan de
gemeente behoorende gedeelte in koop af te staan
voor 1.
De stukken 14 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld, dat sub 2 met het rap
port der commissie van onderzoek.
5. Alsvoren op het schrijven van voogden der
Stads Armenkamer betreffende pensioensaanspra
ken van ambtenaren, aan die instelling verbonden.
6. Alsvoren op het adres van L. Woltring om
van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914.
opnieuw voor den tijd van drie jaren te worden
benoemd tot arts, belast met de behandeling van be-
hoeftigen dezer gemeente.
De stukken 5 en 6 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld.
7. Alsvoren inzake de moties van:
a. den heer Zandstra, ingediend ter raadsver
gadering van 28 October 1912, betreffende eene
adresbeweging beoogende wijziging van de wette
lijke bepalingen inzake de financieële verhouding,
waarin de gemeenten tot het Rjjk staan;
b. de heeren Zandstra, c.s., ingediend ter raads
vergadering van 29 October 1913, betreffende het
adresseeren, met steun van andere gemeenten, aan
het Rijk om toekenning van een rijksbijdrage in
de kosten van den bouw van gemeentescholen voor
lager onderwijs op den voet, als thans aan de bij
zondere scholen wordt verleend.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der Bouwverordening.
De stukken 78 zullen worden gedrukt als bij
lage tot het raadsverslag, bij de leden worden
rondgezonden en te zijner tijd behandeld..
9. Alsvoren om den onderwijzer C. Andriessen
voor de waarneming tot 1 Mei 1914 der betrek
king van hoofd der herhalingsschool, vervolgcursus
op de school der vierde klasse, gedurende de va
cature Th. Boersma eene toelage ad 250 te ver-
leenen.
10. Alsvoren om lokaalruimte in het gebouw
St. Jobsleen no. 255 tijdelijk te bestemmen als
kantoor van den gemeente-ontvanger; om het ge
bouw Catharinabuurt no. 6 aan te wijzen als zit
tingslokaal voor de stadsartsen enz. en om hun voor
de inrichting van een en ander het noodige crediet
toe te staan.
11. Alsvoren naar aanleiding van een bezwaar
schrift van B. Metz tegen zijn aanslag in de be
lasting op het houden van honden, dienst 1913.
De stukken 911 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
12. Het primitief kohier van den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1914. Wordt voorgesteld dit kohier
in de sectiën te onderzoeken, met bepaling dat
het onderzoek vóór den 25 April e.k. moet zijn
afgeloopen.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stem
men besloten.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene onderwijzeres aan gemeente
school no. 11, vacature Mej. D. H. Boersma.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, verdeeld als volgt:
op mej. J. Admiraal 12 stemmen,
A. Nijdam 7
Mej. J. Admiraal is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een voogd der Stads-Armenkamer
vacature J. Leendertz Czn.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer N. H. van der Meulen 16 stemmen,
B. Molenaar 2
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
De heer N. H. van der Meulen is alzoo benoemd.
3. Benoeming, naar aanleiding van het raadsbesluit
van 24 Februari 1914 no. 66 R/40, van een lid der
Commissie van beheer voor het sportveld van de afdee-
ling Leeuwarden van den Bond van Lichamelijke
opvoeding.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914.
75
Uitgebracht zijn 19 stemmen, te weten:
op den heer P. A. de Haan 14 stemmen,
G. W. Koopmans 4
mr. I). van Weideren baron Rengers
1 stem.
De heer P. A. de Haan is alzoo benoemd.
4. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van af- en overschrijvingen op de begrooting
voor de Stads-Armenkamer, dienst 1913.
Met algemeene stemmen wordt de conclusie van
het rapport, strekkende tot goedkeuring der voor
gestelde af- en overschrijvingen, aangenomen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der begrooting voor het gemeentelijk elec
triciteitbedrijf, dienst 1914.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der voorgestelde wijziging, wordt met alge
meene stemmen vastgesteld.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der gemeentebegrooting, diensten 1913 en 1914.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan Kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde gemeente
te Deinum en hunne rechtverkrijgenden vergunning te
verleenen tot het leggen en tot wederopzeggens hebben van
een vonder over de sloot tusschen het perceel, kadastraal
bekend gemeente Deinum sectie C. no. 116 en den Har
lingertrekweg.
Dit voorstel luidt als volgt:
Door Kerkvoogden van de Nederduitsch Her
vormde gemeente te Deinum wordt ons vergun
ning gevraagd om, ten behoeve van een te bouwen
arbeiderswoning op een terrein, kadastraal bekend
gemeente Deinum sectie C no. 116, gelegen in den
trekwegshoek onder dat dorp, een vonder, ter
breedte van 60 c.M., te mogen leggen. Daardoor
wenschen verzoekers tusschen die woning en den
Harlingertrekweg verbinding te brengen.
Met den Directeur der gemeentewerken zijn wij
van oordeel, dat het verzoek kan worden ingewil
ligd. De door hem in zijn hierbij gaand advies ge
noemde recognitie van 1.'sjaars wenschen wij
evenwel op 2.bepaald te zien. Dit bedrag is
meer in overeenstemming met hetgeen voor soort
gelijke vergunningen aan genoemden trekweg be
taald wordt. Immers werd bij raadsbesluit van 14
November 1911 (raadshandelingen, bladzijde 271)
o.a. voor het leggen en hebben van een bruggetje
een som van 5.'s jaars gevorderd.
Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten:
aan Kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde
gemeente te Deinum en hunne rechtverkrijgenden
vergunning te verleenen tot het leggen en tot we
deropzeggens hebben van een vonder, breed 60 c.M.,
over de sloot tusschen het perceel, kadastraal be
kend gemeente Deinum, sectie C no. 116, en den
Harlingertrekweg, onder voorwaarde:
dat de vonder door en ten koste van adressanten
en hunne rechtverkrijgenden en ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders wordt gelegd en on
derhouden
dat voor deze vergunning eene recognitie van
2.'sjaars ten kantore van den ontvanger dezer
gemeente wordt betaald vóór den 1 November, voor
het eerst vóór den 1 November 1914;
dat by niet of bij niet-tijdige betaling de vergun
ning stilzwijgend geacht wordt te zijn vervallen;
dat bij het vervallen of opzeggen van deze ver
gunning door en ten koste van adressanten of hunne
rechtverkrijgenden en ten genoegen van Burgemees
ter en Wethouders binnen een door dezen te bepalen
termijn de vonder weggenomen en het terrein in
den oorspronkelijken toestand teruggebracht wordt.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den openbaren dienst te onttrekken en vervolgens aan
de Naamlooze Vennootschap „Acetylena"acetyleen- en
benzine Maatschappij te 's-Gravenhage, ondershands voor
den tijd van vier achtereenvolgende jaren te verhuren de
drie nog onverhuurde afdeelingen van de gemeentelijke
benzine bewaarplaats.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij adres, d.d. 10 Februari 1914, heeft de Naam
looze Vennootschap „Acetylena", acetyleengas- en
benzinemaatschappij, gevestigd te 's-Gravenhage,
tot ons het verzoek gericht de drie onverlxuurd zijn
de afdeelingen van de gemeentelijke benzinebe
waarplaats voor den tijd van 4 jaren te mogen huren
tegen 40.'s jaars. Daar het volgens verzoekster
voor haar bedrijf noodig zal zijn die afdeelingen tot
ééne ruimte te vereenigen, vraagt zij toestemming
daarvoor en teven om in het hek, dat de gemeente
lijke bewaarplaats van de hare scheidt, een toegang
te mogen maken.
Tegen dit laatste bestaat geen bezwaar, doch het
samentrekken van de drie afdeelingen tot ééne
ruimte kan, met het oog op de constructie van het
gebouwtje, niet worden toegelaten; slechts twee
ervan kunnen worden bijeengevoegd. De verhuring
is in het belang der gemeente, daar de bedoelde af
deelingen sinds geruimen tijd ongebruikt zijn. Noch
tans is de geboden huursom te laag en deze dient,
in verband met de bij raadsbesluit van 28 December
1909 (raadshandelingen, blz. 304) als vergoeding
voor elk der twee toen voor één jaar afgestane af
deelingen bepaalde som, op 80.'s jaars gesteld
te worden, terwijl de gemeente bovendien het recht
moet behouden de huur tusschentijds te doen eindi
gen, zoo dit in het belang der gemeente of te alge-
meenen nutte noodig is. Verder moeten de kosten
van de door adressante gevraagde veranderingen
door haar worden gedragen.
Omtrent een en ander en de te stellen, haar mee
gedeelde voorwaarden is met de verzoekster over
eenstemming verkregen. Evenwel zal het noodig
zijn de drie afdeelingen aan den publieken dienst
te onttrekken en dientengevolge aan de toepassing
van de betrekkelijke verordening (gemeenteblad no.
18 van 1903). Hiertegen is te minder bedenking,
omdat de huur het krachtens die verordening ver
schuldigde recht overschrijdt en omdat voor het
huren van afdeelingen der gemeentelijke benzine
bewaarplaats den laatsten tijd weinig animo blijkt.
Slechts één ervan is in gebruik.
Onder overlegging van de stukken hebben wij de
eer op grond van het voorafgaande U voor te stellen
te besluiten:
aan den openbaren dienst te onttrekken en ver
volgens aan de Naamlooze Vennootschap „Acety
lena", acetyleengas- en benzine maatschappij, ge
vestigd te 's Gravenhage, ondershands voor den tijd
van vier achtereenvolgende jaren, ingaande 1 Mei