80 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: in afwachting van hunne nadere voorstellen tot het aanbrengen van de noodige wijzigingen in de gemeentebegrooting, dienst 1914: I. van Arjen Pieters Posthumus, smid, alhier, te koopen een stuk grond, breed 13 M. en diep ongeveer 22 M., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, deel uit makende van het perceel, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden sectie F no. 2806, gelegen aan den Lekkumerweg achter perceel Groningerstraat weg no. 13, voor de som van drie gulden per M2., onder voorwaarde, dat alle kosten, welke op de over dracht vallen, ten laste van de gemeente komen en verder op de bedingen, welke Burgemeester en Wet houders aannemelijk zullen achten; II. Burgemeester en Wethouders een crediet van 3500.te verleenen, om op den onder 1 ge noemden grond voor rekening der gemeente door de Yereeniging „De Philanthroop" te Leeuwarden een gebouw voor dakloozen te doen stichten volgens het ontwerp en de omschrijving, welke bij het voor stel van Burgemeester en Wethouders zijn overge legd, en nadat de gunning door dezen is goedge keurd; III. aan de Vereeniging „De Philanthroop" te Leeuwarden jaarlijks een toelage uit de gemeente kas te verstrekken van 100.voor het van ha rentwege houden van toezicht op de in het onder II genoemde gebouw opgenomen dakloozen en op door haar aan dezen opgedragen werkzaamheden; IV. Burgemeester en Wethouders te machtigen stappen te doen ten einde te komen tot verhuring van den shelter, gelegen achter perceel Groote Hoogstraat no. 24 in de Gloppe, uitkomende in de Poststraat, nadat het onder II bedoelde gebouw voor dakloozen is in gebruik genomen. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter deelt mede, dat sedert het samen stellen van het voorstel een aanbieding is inge komen van een grondeigenaar in de onmiddellijke omgeving, een aanbieding, die iets gunstiger is. Het terrein ligt iets verder af, maar is voor het doel even geschikt. Spreker zou nu willen dat de Raad de ge vraagde machtiging verleende. Burgemeester en Wethouders zullen er echter niet direct gebruik van maken, maar zich eerst op de hoogte stellen ten opzichte van het andere terrein. Voor het voor stel maakt dit overigens geen verschil. De heer Fransen zegt dat het voorstel niet in allen deele zijn sympathie heeft. Hij acht noch dit, noch het andere terrein geschikt. De Groningerstraatweg Is een van de mooiste wandelwegen in de nabijheid der stad en het gaat niet aan daar een dergelijk gebouw te stichten. Bovendien, en dit is sprekers tweede bezwaar, is het voorgestelde gebouw te klein. De Voorzitter zal wel kunnen mededeelen of het andere terrein, dat is aangeboden, grooter is dan dit. Het geprojecteerde gebouw zal ook ten hoogste twee gezinnen kunnen bevatten en, waar de kans groot is, dat er meerdere gezinnen tengevolge van het afkeuren van woningen op straat komen, is dit gebouw te klein. De heer Peletier kan zich ook niet in alle opzich ten met het voorstel van Burgemeester en Wet houders vereenigen. Spreker zal het niet hebben over de plaats waar het gebouw zal worden gesticht, maar over de zaak zelf. Volgens het prae-advies is door den Raad in 1894 besloten een gebouw voor dakloozen te stichten. Dat is nu 20 jaar geledeu. Er staat in het prae-advies, dat die inrichting ge brekkig heeft gewerkt, en, nog sterker, wordt daarin medegedeeld dat het opgroeiend geslacht er verdor ven wordt. Verder heet het dat ingrijpen noodzake lijk is. Spreker is dit laatste volkomen met Burge meester en Wethouders eens, maar hij gelooft niet dat de weg, dien zij inslaan, de juiste weg is om tot verbetering te geraken. In hoofdzaak is het ge brek: gebrek aan toezicht. Nu heeft spreker in het prae-advies gemist eene omschrijving van wat het toezicht in de toekomst zal zijn. Wel staat er in het prae-advies dat de Philanthroop zich met het toe zicht zal belasten, maar er wordt niet aangegeven waarin dat toezicht zal bestaan. De Raad zou daar omtrent wel nader mogen worden ingelicht. Het is de vraag of de voorgestelde oplossing voldoende is. Wanneer er een toestand wordt geboren, die voor de omgeving gelijk is aan den bestaanden toestand, moet de Raad nooit ertoe besluiten om een dergelijke toestand te bestendigen. Spreker geeft Burgemees ter en Wethouders in overweging hunne voordracht terug te nemen en nader te overwegen of er niet een andere weg is om deze kwestie op te lossen. Spreker meent dat zij eens moeten nagaan of er niet een ge bouw kan worden gesticht dat beter aan de eischen voldoet en aan het hoofd waarvan een directeur wordt geplaatst. Deze zou kunnen zorgen, dat de menschen die hij hem onderdak komen, in de ge legenheid worden gesteld om hunne levensomstan digheden te verbeteren, dat het gebouw niet ver vuild wordt enz. Thans is het gebouw erg vervuild en is een niet te omschrijven toestand geschapen. Spreker zou gaarne zien dat de Raad in dien geest een besluit nam. De heer Tjjsma kan zich wel bij de vorige sprekers aansluiten. Ook hij heeft niet veel sympathie voor het voorstel en wel in de eerste plaats omdat men eigenlijk het doel voorbijstreeft. Wanneer toch het gebouw wordt ingericht zooals het tegenwoordige, zullen er menschen onderdak worden gebracht, die zelf wel een woning kunnen huren, maar die door luiheid en gemakzucht gedreven, onderdak in het gebouw zoeken. Een shelter is eenerzijds meer dan een politie bureau maar aan den anderen kant geen inrichting voor menschen, die te lui zijn om zelf naar een woning uit te zien. Er zijn nu menschen onderdak, die wel een woning kunnen huren, ten minste wel geld kunnen besteden voor een nachtverblijf. In de tweede plaats acht spreker het jammer dat de Gro ningerstraatweg door een dergelijke inrichting zal worden ontsierd, terwijl ook de weg minder veilig zal worden, temeer daar het politiebureau op zoo'n grooten afstand ligt. Als er iets voorvalt, ruzie b.v., dan verloopt er vrij wat tijd voor een agent ont boden en ter plaatse is en de nachtelijke telefoon is niet zoo goed als overdag. Op grond van een en ander gevoelt spreker neiging om tegen te stem men. Hij zal echter het antwoord van Burgemeester en Wethouders afwachten en daarvan zijn houding laten afhangen. De heer Beekhuis wil deze opmerking maken, dat in 1894 het tegenwoordige gebouw tot stand is gekomen op verzoek van de voogden der Stads- Armenkamer. Het verwondert spreker dat dit col lege niet opnieuw om advies is gevraagd. De Voorzitter: „dat is mondeling gebeurd". Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914. 81 De heer Beekhuis: „dat blijkt niet uit de stukken". Spreker had gaarne gezien dat een advies van de voogden was overgelegd. De heer Vonek juicht het plan van Burgemeester en Wethouders, om verbetering in den toestand aan te brengen, van harte toe. Zooals die toestand nu is, is zy niet te omschrijven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders brengt in tweeërlei op zicht groote verbetering, u.l. de afgeschutte slaap plaatsen, de afzonderlijke ruimte om gezamenlijk te eten en, zooals er staat, zich te verpoozen en de werkplaats. Vooral deze laatste is van veel belang, omdat de menschen, die in het gebouw worden on dergebracht, voor zoover zij niet elders werkzaam zijn, gedwongen moeten worden om bezig te zijn. Jn een integreerend opzicht voorziet echter het voor stel van Burgemeester en Wethouders niet vol doende, n.l. in het toezicht. Dat toch kan nooit streng genoeg zijn en moet niet alleen overdag, maar ook 's nachts worden uitgeoefend. Zoo'n toezicht is van de Philanthroop niet te verwachten; er blijft dan ook niets anders over dan dat de gemeente er zelf in voorziet. Maar daarmee vervalt de noodzakelijk heid om het gebouw te stichten in de nabijheid van het gebouw dier vereeniging. Spreker acht dit des te minder wensehelijk nu zich de direct belangheb benden daartegen op goede gronden verzetten. En wanneer Burgemeester en Wethouders er nu geen bezwaar in zien het gebouw te stichten ver van het centrum der gemeente iets waarmede spreker zich kan vereenigen, mits er maar een goed i n t e r n toezicht bestaat, zal er wel een ander plekje gevon den kunnen worden, dat, neutraal gelegen, beter ge schikt is voor het beoogde doel. Nog wil spreker er op wijzen dat „shelter" geen fraai woord is en geeft hij Burgemeester en Wethouders in overweging het gebouw met een anderen naam te bestempelen. De heer Zandstra kan zich met veel vereenigen wat over deze zaak is gezegd. Ook hij heeft een klein beetje over dit punt nagedacht. Een studie heeft hij er niet van kunnen maken omdat men ten opzichte van toe vluchten voor dakloozen in Neder land nog niet heel ver is gevorderd. In het buiten land is men daar verder mee. Zooals spreker straks reeds heeft gezegd zullen de menschen, die over eenige weken uit hunne huizen worden gezet we gens onbewoonbaarverklaring, geen onderdak heb ben en zal het gebouw te klein blijken te zijn. In het buitenland heeft men ondervonden dat het tehuis voor dakloozen niet altijd voorziet in de behoeften van menschen, die voor één of twee nachten dak loos zijn, maar er zijn velen, die er door omstandig heden langer blijven. In Manchester b.v. is het een doorgangshuis. Daar worden menschen opgenomen die wel huur kunnen betalen, maar die geen woning kunnen krijgen. Verder worden er menschen opge nomen, die weinig huur kunnen betalen en ten slot te menschen, die door omstandigheden, onafhanke- Ijjk van hun wil, in hulpeloozen toestand verkee- ren, van wie alles reeds is verkocht. Er zijn kamers ingericht en gemeubileerd, welke door die menschen worden betrokken totdat zij elders plaats hebben gevonden. In Borbeck (Westfalen) is een tehuis voor land- loopers gesticht. In den beginne zou men de men schen voor één nacht herbergen en men liet ze het slapen en eten betalen met werk op het land of aan de wegen. Later heeft men hun de keus gelaten om langer te blijven en het bleek dat ze dat liever wil den. Ze werden aan het werk gezet en daarvoor be taald met kost en inwoning 15 ct. per dag, welk loon dan later werd opgevoerd tot 30 ct. per dag. Nu, na een paar jaar, kost het gebouw niet alleen niets meer aan de gemeente, maar alle kosten wor den door den arbeid der inwonenden gedekt. De ervaring heeft verder geleerd dat wegzenden als zulk een straf wordt beschouwd, dat bedreiging vol doende is om wangedrag te voorkomen. Een en ander heeft spreker tot nadenken ge bracht en hij is tot de conclusie gekomem, dat het gebouw voor dakloozen een vraagstuk is, dat men zoo maar niet kan afwijzen. De gemeente kan voor omstandigheden komen te staan, dat zij genood zaakt is menschen tegen wil en dank onder dak te brengen. Daarom heeft spreker in het straks aange brachte adres een vingerwijzing gezien, op welke wyze het gebouw voor dakloozen moet worden in gericht. Het moet een huis worden waar menschen kunnen worden opgenomen die wel, die weinig en die geen huur kunnen betalen, terwijl ook zij, die an ders op het politiebureau worden opgeborgen, daar onderdak moeten kunnen vinden. Het politiebureau is geen plaats voor die menschen. Zoo'n inrichting acht spreker niet onmogelijk. Die opgenomen wordt zal zich aan de regels der inrichting moeten on derwerpen. Toen spreker las dat er hier en daar wasehgele- genheden moeten worden aangebracht, dacht spre ker: zeker, dat moet, er moet desnoods gelegenheid zijn om een bad te nemen. In Weenen is dat het ge val. Niemand komt op een bed der gemeente vóór hij een bad heeft genomen. Men maakt zich ook be zorgd over het toezicht dat men te miniem acht. Spreker meent dat een prettig gezicht en een vrien delijk woord meer inslaat bij die menschen dan een barsch gelaat van een politieagent. Spreker wijst erop dat Burgemeester en Wethou ders het toezicht aan de Philanthroop willen opdra gen. Hij vindt dit niet goed. Zal het gebouw aan de eischen voldoen, dan moet daarvan een opvoedende kracht uitgaan. Er moet streng toezicht zijn en de menschen mogen er niet vervuilen. Zoover de zaak nu staat kan de Raad niet besluiten wat gebouw er zal moeten komen en in verband met hetgeen spre ker straks heeft gezegd heeft hij de eer den Raad de volgende motie aan te bieden: De Raad, van oordeel, dat van een tehuis voor dakloozen een opvoedende werking moet uitgaan, van meening dat het beheer niet aan particulieren kan worden overgelaten, verklaart dat het tehuis door de gemeente moet worden geëxploiteerd opdat het en voor de indivi duen en voor de gemeenschap goede vruchten zal afwerpen. Over de plaats van het gebouw zal spreker zich niet uitlaten. De voorgestelde is echter wel wat on gelukkig gekozen. Spreker wil er verder nog op wijzen dat de ge meente, als er wordt gebouwd, ook moet rioleeren. Wel staat er in het prae-advies dat het gebouw komt te staan aan stroomend water, maar wat dat betee- kent weet spreker wel. Wanneer men 's zomers den Groningerstraat weg bewandelt kan men constateeren dat de omge ving ontsierd wordt door het vuil dat van de terrei nen afloopt in dat stroomend water. Bovendien heb ben wij aan de sloot tusschen het Rengerspark en de Westerstraat een mooi voorbeeld hoe het met dat stroomend water gaat. Spreker zal in geen geval meegaan met het voorstel om een gebouw te stich ten als de gemeente niet tevens rioleert. Daarom heeft spreker een tweede motie den Raad aan te bieden, welke luidt:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 5