de Raad is van oordeel dat, zal het tehuis voor
dakloozen aan den Groningerstraatweg geen last en
hinder veroorzaken, de gemeente onder meer moet
zorgen voor goede rioleering.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer Zand-
stra de volgende moties zijn ingediend:
de Raad,
van oordeel, dat het voor een tehuis voor dakloo
zen een opvoedende werking moet uitgaan,
van meening dat het beheer niet aan particulie
ren kan overgelaten,
verklaart dat het tehuis door de gemeente moet
worden geëxploiteerd opdat het en voor de indi
viduen en voor de gemeenschap goede vruchten zal
afwerpen.
en:
de Raad is van oordeel dat, zal het tehuis voor
dakloozen aan den Groningerstraatweg geen last en
hinder veroorzaken, de gemeente onder meer moet
zorgen voor goede rioleering.
De heer G. W. Koopmans wil gaarne een vraag
stellen: de volgende zinsnede komt in de toelichting
voor
„in de werkplaats, welke bij het nieuwe tehuis
„niet kan worden gemist, zullen zij zooveel mogelijk
„aan den arbeid worden gezet.
Spreker meent dat men een heel eind verder zou
de zijn als dit uitvoerbaar was. Al wordt de motie
van den heer Zandstra aangenomen, dan weet spre
ker niet hoe de bewoners, als ze zeggen: „ik werk
niet", tot arbeiden kunnen worden gedwongen. Hij
vraagt
le. of de heer Zandstra of Burgemeester en Wet
houders ook een middel weten om de bewoners tot
werken te noodzaken?
2e. wenscht spreker te vragen of er niet een mid
del is om een run van bewoners uit buitengemeenten
te keeren. Ook daar keurt men woningen af en ko
men zeer waarschijnlijk dakloozen. Als men nu hoort
dat die menschen het hier fatsoenlijk goed hebben
zullen zich hier van die menschen aanmelden. Kan
de gemeente daar ook iets tegen doen?
3e. weten Burgemeester en Wethouders ook iets
mede te deelen omtrent soortgelijke inrichtingen in
andere gemeenten?
De heer Zandstra heeft den heer G. W. Koop-
mans hooren vragen of spreker ook een middel weet
om de opgenomen dakloozen aan het werk te zet
ten. Ja zeker weet spreker dat wel. Aan het werk
of er niet in. De bedreiging met wegzending alleen
reeds is een zware straf voor velen. Als het ge
bouw wordt gesticht moet het onder goede leiding
worden geplaatst. Wanneer de opgenomenen niet
willen werken is er zeker wel een plaats te vinden
om ze op te bergen. Wanneer ze toch in het gebouw
voor dakloozen onwillig zijn zijn ze rijp voor de ko
lonie.
De Voorzitter zal de verschillende bezwaren on
der de oogen zien. Spreker gelooft dat liet request
van de buren meer indruk heeft gemaakt dan eigen
lijk reden voor is, omdat de ontsiering, waarvoor
men vreest en de bezwaren van de buren ernstiger
worden voorgesteld dan ze zijn. Dat de omgeving
zal worden ontsierd omdat het gebouw leelijk is, is
niet aan te nemen. Het gebouw toch is niet leelijker
dan de huizen die er reeds staan. Waar het gebouw
van de belendende pereeelen zal worden afgeschei
den door een schutting of een breede sloot zullen
de buren er zeker minder last van hebben dan de
buren van de tegenwoordige inrichting, die zich met
verschillende andere pereeelen aan dezelfde steeg
bevindt. Zooals deze inrichting zal worden gemaakt,
zullen de buren weinig last er van hebben. Boven
dien, men moet toch ergens met de daklooze men
schen heen en als daar één punt geschikt voor is is
het daar, waar het gebouw van de Philanthroop
staat. Men heeft gezegd dat de bewoners van zoo'n
shelter gevaarlijk zijn. Van de beide Commissarissen
van Politie heeft spreker gehoord, dat dit niet het
geval is. De bewoners van het gebouw van de Phi
lanthroop zijn meest ontslagen gevangenen, die van
een shelter daarentegen zijn slappe, verzwakte men
schen, die door gebrek aan geestkracht zoo diep ge
zonken zijn. Dat zijn geen menschen, die met de jus
titie in aanraking komen. Spreker zou dan ook veel
banger zijn om in de buurt van de Philanthroop te
wonen, dan van een gebouw als waarvan hier spra
ke is.
Verschillende leden hebben gemeend, dat het stuk
grond te klein is en de heer Fransen heeft gevraagd
of er in de buurt geen grooter stuk grond is te krij
gen. olgens de mondelinge aanbieding kan de ge
meente van het laatst aangeboden stuk grond krij
gen zooveel zij verlangt en misschien zal ze dus meer
grond kunnen nemen. Dit terrein echter is 13 X 17
M. groot en zal ruimte voor uitbreiding laten, omdat
het in overleg tusschen den Directeur der Gemeen
tewerken en de Philanthroop ontworpen gebouwtje
slechts een deel van den grond in beslag neemt. Bur
gemeester en Wethouders meenen daarmee te kun
nen volstaan en spreker wil het gebouw dan ook
niet grooter maken.
"V ele leden verkeeren in de meening, dat het ge
bouw, zooals ook de heer Zandstra heeft gezegd, be
stemd is om de menschen onder dak te brengen, die
uit hunne woningen worden gezet. Als dat het ge
val was, zou de gemeente wel 10 van dergelijke ge
bouwen mogen zetten of een groote keet, zooals en
kele malen elders in het land gedaan is. Bovendien
heeft de inrichting in de Poststraat daarvoor ook
nooit gediend. De menschen, die in een shelter on
der dak worden gebracht, behooren absoluut tot een
andere klasse. Zij behooren tot het landloopersgilde
en zijn niet te vergelijken met de menschen, die ten
gevolge van onbewoonbaarverklaring uit hunne
huizen worden gezet. Die beide soorten van men
schen kunnen niet samenwonen.
Verschillende leden hebben gevraagd naar het
toezicht. Énkelen hebben gevraagd waarin dat toe
zicht zal bestaan en sommige anderen hebben zich
ongerust gemaakt. De heer Zandstra heeft zelfs ver
klaard dat de Philanthroop niet hiervoor deugt,
maar hij heeft niet gezegd waarom dat niet het ge
val is. Spreker is enkele keeren aan de Philanthroop
geweest en hij hij heeft den indruk gekregen dat er
geen vereeniging is, die beter het toezicht zal kunnen
uitoefenen. De vereeniging werkt eenigszins op de
wijze van het Leger des Heils en spreker meent dat
men, door het toezicht op te dragen aan de Philan
throop, den besten weg volgt om er iets van terecht
te brengen. Het toezicht, door den Directeur uitge
oefend, zal niet bestaan in een voortdurend toezicht,
maar hij zal erop letten dat de gebouwen zindelijk
worden gehouden en dat er in de werkplaats ge
werkt wordt. Daarmee doet men al een groote schre
de vooruit, want zooals de toestand thans is, is het
verschrikkelijk. In den tijd dat spreker hier in de
gemeente is, heeft hij er zelf een kachel laten bren
gen. Reeds 18 jaar had men daar de winters bij de
"eiste koude zonder kachel doorgebracht. Door aan
neming van het voorstel kon in den toestand veel
verbetering worden aangebracht. Na veel moeite is
eindelijk een vereeniging gevonden, die zich met de
zaak wil belasten en nu kan men wel met allerlei
utopieën komen aandragen van een asyl te Weenen,
een inrichting met afzonderlijk personeel enz., het
blijven utopieën en dergelijke instellingen hebben
in ons land nooit succes gehad. De Armenkamer
heeft een onderzoek ingesteld en heeft de oprichting-
van een gemeentelijke werkverschaffing, zooals er
een heel enkele in ons land bestaat spr. is alleen
Delft bekend ontraden.
De zaak, waarover het hier gaat, is een van de
moeilijkste takken van Armenzorg en men moet
daarmee zeer voorzichtig zijn. Nu kan men wel be
weren dat een inrichting in Westfalen de heer
Zandstra spreekt daarvan uitstekend werkt, van
allerlei omstandigheden zal het afhangen of dat
elders ook het geval is.
Wanneer men gaat idealiseeren en zegt dat de
menschen vriendelijk moeten worden toegesproken
en dat zij badkamers moeten hebben, raakt men nog
verder van huis. Wij hebben toch te doen met de
harde armenzorg, met menschen die op 't oogenblik
in den letterlijken zin des woords in het vuil liggen
en het aanhangige voorstel beoogt daarin verbete
ring te brengen.
De heer Tijsma heeft gezegd dat de menschen er
te lang blijven. Spreker zal dit niet tegenspreken,
maar hij vraagt den heer Tijsma waar hij ze wil la
ten. De gemeente zit met die menschen opgescheept
en kan ze nergens heen brengen. Burgemeester en
Wethouders hopen dat dit zal verbeteren als de
werkplaats er komt. De heer G. W. Koopmans
vraagt of de opgenomenen kunnen worden genood
zaakt om te werken. Mannen en vrouwen kunnen
worden opgezonden naar Rijks-werkinrichtingen,
kinderen aan de ouderlijke macht onttrokken. Gaat
dit om de een of andere reden niet, dan kunnen ze
altijd op straat gezet worden en 's nachts in een ca
chot gesloten. Men kan dit aan de Politie overlaten.
De groote verbetering is dat men dan zal weten of
de menschen inderdaad niet willen werken, terwijl
men bij de bestaande inrichting niets van ze afweet.
Het bezwaar dat de afstand van het politiebureau
te groot is, wordt niet gedeeld door den Commissa
ris van Politie. Deze vindt de plaats uitstekend ge
schikt. De politie komt er nu ook bijna nooit en heeft
weinig last van de menschen uit de inrichting. Is in
enkele gevallen de tusschenkomst der politie noodig,
dan is door de telefoon een agent op de fiets in een
paar minuten ter plaatse. Wanneer men de men
schen buiten de kom wil houden, dan komt men al
tijd op een plaats terecht, die op eenigen afstand
van het politiebureau is gelegen.
De heer Beekhuis heeft gevraagd waarom de ar
menkamer niet om advies is gevraagd. Die instel
ling heeft vroeger reeds gezegd dat dit een politie
zaak is en het is mogelijk, dat zij dit thans weer zou
hebben gezegd. Herhaaldelijk heeft spreker deze
kwestie met den heer Tukker, den secretaris der
Stads-Armenkamer, besproken en deze heeft haar
zeker wel met de voogden behandeld.
De heer Yonck heeft bezwaar tegen den naam
shelter. Spreker heeft geen bezwaar om het te noe
men toevlucht voor dakloozen.
Wat. de opmerking van den heer Zandstra be
treft, omtrent de rioleering, het is juist dat in het
algemeen niet wordt toegestaan te bouwen zonder
rioleering. Aan de Philanthroop evenwel is dit in
dertijd toegestaan en men kan dit gebouw beschou
wen als een bijhangsel van de Philanthroop. Dit klei
ne, niet doorïoopend bewoonde gebouwtje, zal de
toestand niet veel verergeren. Bovendien zal binnen
enkele jaren aan den Groningerstraatweg eene rio
leering worden gelegd. Burgemeester en Wethou
ders zijn met den Stienserstraatweg begonnen en de
bijzondere rioleeringsbelasting is reeds goedge
keurd. Zij zullen op dien weg voortgaan.
Spreker wil nog een opmerking ten beste geven.
Hij merkt dat er bij vele leden bezwaar bestaat te
gen het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Alvorens het te verwerpen zou hij den Raad in over
weging willen geven zich rekenschap te geven van
den bestaanden toestand en in het oog te willen hou
den, dat er van het in de tegenwoordige inrichting
opgroeiend geslacht niets terecht komt. Het leeft
daar in een vervuilde en in alle opzichten zeer ver
keerde omgeving. Hieraan een einde te maken is
het hoofddoel van het voorstel en niet zoozeer de
last, die de omgeving ervan heeft.
Wanneer men uit utopistische overwegingen een
mooie instelling wil met een Directeur aan het
hoofd, dan begeeft de Raad zich op een gevaarlijk
pad, want binnen afzienbaren tijd zal daarvan niets
terecht komen. Door aanneming van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders wordt veel ver
beterd, ook al meent men dat daardoor geen ideale
toestand wordt geschapen.
De heer de Haan wenscht de behandeling van dit
voorstel aan te houden. Hij kan veel van de te berde
gebrachte bezwaren onderschrijven, maar tegenover
het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dat
stellig reeds een verbetering is, stellen de tegenstan
ders geen ander voorstel. Misschien kunnen zij met
14 dagen met afgeronde voorstellen komen. Wan
neer thans gestemd wordt zal spreker, hoewel niet
van harte, met 't voorstel meegaan.
De Voorzitter is bevreesd dat het land dan niet
meer is te krijgen. Er is op aangedrongen deze zaak
heden af te doen. Zij is voldoende toegelicht en de
bezwaren zijn tamelijk breed uitgemeten, zoodat
de Raad wel in staat is een oordeel te vellen.
Spreker acht uitstel gevaarlijk, want het aanbod
van het andere stuk land hangt nog in de lucht.
De beer Fransen vraagt of dat aanbod serieus is.
De Voorzitter heeft dien indruk wel gekregen.
Spreker heeft een brief gekregen van den directeur
van de Philanthroop, waarin wordt medegedeeld dat
deze geen bezwaar heeft tegen het andere stuk
grond en dat het per M2. 0.25 goedkooper is dan
bet thaps bedoelde.
De heer Fransen zegt dat zijn grootste bezwaar is
dat het gebouw te klein wordt. Er is slechts ruimte
om twee gezinnen onder dak te brengen. Een lokaal
voor losse of ongehuwde mannen en een voor losse
of ongehuwde vrouwen. Wanneer de gemeente nu
toch aan het bouwen raakt, moet ze wel even ver
der zien. Het staat vast dat vele menschen, die uit
de afgekeurde woningen worden gezet, geen woning
zullen kunnen krijgen. Waar nu in het voorstel
staat dat het gebouw ook wordt gesticht voor men
schen, die uit hunne woningen worden gezet, moge
lijk worden echter meer zij bedoeld die wegens wan
betaling worden op straat gezet, moet liet toch groo
ter worden gemaakt.
De Voorziter herhaalt dat het een heel andere
klasse van menschen is, die in het gebouw zal wor
den opgenomen.
De heer Fransen houdt zich eraan dat de men-
82 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1914. 83