I ti. 1 174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1914. les te geven aan door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen scholen voor openoaar lager onder wijs; B. den pensioensgrondslag voor A. J. Ypes te bepalen als volgt: 1. voor het "tijdvak van 15 Augustus 1887 tot 1 Januari 1891: a. als leeraar aan het gymnasium op het bedrag der jaarwedde van j 30U. b. als leeraar aan de burgerdag- en -avondschool op het bedrag der jaarwedde van 100. totaal 400. 2. voor het tijdvak van 1 Januari 1891 tot 1 Sep tember 1901: a. als leeraar aan het gymnasium op het be drag der jaarwedde van 300. b. als leeraar aan de burgerdag- en -avondschool op het bedrag der jaarwedde van 100. 3. voor het tjjdvak van 1 September 1901 tot den dag waarop het raadsbesluit is genomen als leeraar aan het gymnasium op het bedrag der jaarwedde van 350. 4. voor het tijdvak van 1 September 1901 tot 1 September 1904 als leeraar aan de burgerdag- en -avondschool op het bedrag der jaarwedde van i 125.-; 5. met ingang van den dag waarop het raadsbe sluit is genomen als leeraar aan het gymnasium op 475.350.als jaarwedde als zoodanig en 125.als vroegere jaarwedde als leeraar aan de met 1 September 1904 opgeheven burgerdag- en -avondschool) C. gerekend met ingang van 1 Juli 1914 den pensioensgrondslag van A. J. Ypes en van W. F. Hijgenaar, beiden als onderwijzer in de gymnastiek aan scholen voor openbaar lager onderwijs, voor- loopig te regelen op het bedrag der jaarwedde van onderscheidenlijk 1000.— en 1205. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeenteheg rooting. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 17. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van S. van den Burg te Makkum, namens het bestuur vun het „Selskip for Fryske tael en skrif- tenkennissee.a., om in het gemeente-plantsoen op den hoek van den Nieuweweg en den Wirdumerdijk een gedenksteen met borstbeeld voor den overleden Frieschen schrijver Waling Dijkstra op te richten. Ile Voorzitter deelt mede dat er een kleine wijzi ging in het plan komt en dat daarom het voorstel thans niet voor behandeling vatbaar is. Het wordt daarom aangehouden. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders betreffende de aanbieding van A. Bijlenga e.a. tot ver koop aan de gemeente van hun toebehoorende woningen in het Arendsklooster. Dit prae-advies luidt als volgt: A. Bijlenga en drie andere eigenaren van de wo ningen aan het Arendsklooster, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B nos. 2784, 3550, 3549, 2786, 2787, 2788, 2789 en de bleek no 2793, voor zoo ver deze bij die woningen behoort, te zamen groot ongeveer 300 Al-., bieden der gemeente een en ander te koop aan voor de som van vier duizend gulden, vrij op naam. Het daartoe strekkende adres hebben wij tot het uitbrengen van prae-advies dadeljjk tot ons ge nomen. Wat het verzoek betreft, meenen wij 1' er aller eerst op te moeten wijzen, dat het hier geldt wonin gen (behalve de nos. 3550 en 3549), welke in slech ten staat verkeeren. Daarom zijn de eigenaren, in gevolge artikel 14 der woningwet, door ons aange schreven bepaalde verbeteringen daaraan aan te brengen vóór .12 Augustus 1914, terwijl bovendien voorgeschreven is de bestrating van den toegangs weg tot die woningen te verbeteren en daarbij geen geiten of konijnen te houden, een en ander onder scheidenlijk krachtens het bepaalde bij artikel 52 en artikel 58 der Bouwverordening. De weg, welke gevolgd moet worden wanneer aan eene aanschrijving krachtens artikel 14 der Wo ningwet tot liet aanbrengen van verbeteringen geen gevolg is gegeven, is aangewezen bij artikel 18, 2e lid, dier wet. Daar is namelijk bepaald dat in een dergelijk geval de woningen onbewoonbaar moeten worden verklaard. U zal dan ook te zijner tijd een voorstel in dien geest worden aangeboden. In de omstandigheden, zooals die boven zijn aan gegeven, kan voor de gemeente geen reden gelegen zijn, om door aankoop van de onderwerpelijke wo-- ningen de tegenwoordige eigenaren van de iiun op gelegde verplichtingen te ontslaan. Daartoe be staat te minder aanleiding nu het gemeentebelang in geen enkel opzicht door dien aankoop gediend zou zijn of bevorderd zou worden. Bovendien is de gevraagde koopsom, ongeveer 14.per Al2., on aannemelijk. Ons advies strekt derhalve LT voor te stellen te besluiten: adressanten te berichten, dat er geen termen zijn op hunne aanbieding in te gaan. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. A. Molenaar, alhier, ondershands voor het tijdvak van 12 Mei 191512 Mei 1916 met één keur- jaar te verhuren de bovenwoning Kanaalstraat No. 2. Dit voorstel luidt als volgt: Krachtens raadsbesluit van 25 November 1913 no. 435R/221 is aan J. P. van Pelt, alhier, de boven woning Kanaalstraat no. 2 verhuurd tegen 300. 's jaars voor den tijd van één jaar, ingaande 12 Alei .1914 en eindigende 12 Alei 1915, met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, uiterljjk tot 12 Alei 1917, indien niet ten minste zes maanden te voren schriftelijke opzegging heeft plaats gehad. In ver band met zijn vertrek naar elders heeft die huurder zijn huur met 12 Alei 1915 opgezegd. Thans heeft mejuffrouw A. Alolenaar alhier ons rerzoeht die bovenwoning te mogen huren voor 300.'s jaars en wel van 12 September 1914 af tot 12 Alei 1916 met één keurjaar. Tegen de inwilli ging van dat verzoek bestaat geen bedenking dan in zooverre, dat de huur van gemeentewege niet vóór 12 Alei 1915 aangegaan kan worden. Over het tijdvak 12 September 191412 Alei 1915 zal zij met den tegenwoordigen huurder tot overeenstemming moeten komen. In dezen geest zal zij dan ook door ons worden ingelicht zoodra een gunstige beschik king op haar verzoek door U zal genomen zijn. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1914. 175 Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be sluiten: aan mejuffrouw Annetta Alolenaar, zonder be roep, wonende te Leeuwarden, met ingang van 12 Alei 1915 voor den tijd van één jaar, alzoo tot 12 Alei .1916, met stilzwijgende verlenging tot 12 Alei 1917, tenzij zes maanden vóór het einde van het eer ste huurjaar de huur door een der partijen schrif telijk is opgezegd, ondershands te verhuren voor de som van drie honderd gulden 's jaars de bovenwo ning Kanaalstraat no. 2, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend sectie G no. 7975, groot 90 c.A., als huis en erf. Alet algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om ten laste der gemeente te nemen den steun, te verleenen aan hen, die in verband met de buitengewone omstan digheden daarvoor in aanmerking komen. Dit voorstel luidt als volgt: Gelijk door ons in een vorige voordracht is me degedeeld, is hier tot leniging van den algemeenen nood, uit de tegenwoordige critieke tijdsomstandig heden voortspruitende, opgericht een Steun-comi- té, waartoe ingezetenen uit allerlei kringen onzer stad zijn toegetreden. Het voornemen bestond een beroep op de burgerij te doen voor het verkrijgen van bijdragen. De werkzaamheid van het comité zou er van af hangen, of inderdaad doorloopend op een voldoen de kas kon worden gerekend. Liet dat te wenschen, dan zouden nood en gebrek niet afdoende kunnen worden bestreden; anderzijds is ook een te ruime geldvoorraad onnoodig, ja zelfs in vele opzichten schadelijk. In alle geval zou het comité in zijn ar beid geheel afhankelijk zijn van de opofferingsge zindheid van de ingezetenen, op wie ook voor meer dan een of twee maal bezwaarlijk een beroep kan worden gedaan. Het denkbeeld is daarom gerezen, den finaneiëe- len steun voor rekening der gemeente te nemen. Het voornaamste voordeel daarvan is dat het comité precies datgene kan uitkeeren wat de behoeften na nauwlettend onderzoek vereischen, niet meer en niet minder, en, als het moet, doorloopend. De for mule, waarnaar wordt uitgekeerd, kan onder con trole van Burgemeester en Wethouders staan en alleen ingezetenen of zij, die, vroeger ingezetenen, uit het buitenland hier thans zijn teruggekeerd, komen voor hulp in aanmerking. Een tweede evenmin te onderschatten voordeel is, dat in den algemeenen nood, de leniging waar van is een plaatselijk belang, ook algemeen wordt gedragen en door ieder naar zijn krachten. A an philanthropic toch is hier geen sprake. Hier moet voorzien worden in den nood als gevolg van zeer bijzondere economische omstandigheden, veroor zaakt door den huidigen Europeeschen oorlog, om standigheden, die in alle kringen der samenleving haar invloed doen gevoelen, bij velen in die mate, dat in de eerste levensbehoeften niet, meer voldoen de kan worden voorzien. Dit verschijnsel, en daar mede ook zijn middel van bestrijding, is dus een ge heel ander dan dat, waartegen door middel van in stellingen van weldadigheid of langs anderen plii- lanthropischen weg wordt opgetreden. Wordt op het hier besproken denkbeeld inge gaan, dan zal dus de thans te verstrekken extra steun moeten worden gevonden uit de gewone middelen en alzoo in de voornaamste plaats uit den hoofde- lijken omslag. Hierin dragen niet andere dan na tuurlijke personen bij, alzoo geen vereenigingen, vennootschappen, stichtingen e.d., op wier mede werking in deze anders zeker zou mogen worden gerekend. Wij willen deze dan ook in de gelegen heid stellen hare bijdragen aan het fonds te doen toekomen in het vertrouwen, dat zij hunne inschrij ving daaraan niet zullen onthouden en in gelijke mate zullen teekenen als moest het fonds uit vrij willige giften worden bijeengebracht. Eene minderheid in ons college kan zich met het voorstel, zooals het hieronder zal worden gefor muleerd, niet vereenigen. Zij is met ons overtuigd van de noodzakelijkheid, dat het „Comité tot Steun" in de gelegenheid moet worden gesteld, zijn taak naar behooren te vervul len en dat. gelet op de zeer buitengewone omstan digheden, waaronder wij leven, ook bijdragen uit de daarvoor in aanmerking kunnen gemeentekas Komen. Het voorstel wil echter al dadelijk en in de eerste plaats de gemeente-financiën beschikbaar stellen, terwijl de minderheid meent, dat zulks in de laat ste plaats moet geschieden, en eerst dan, wanneer het comité geene andere voldoende inkomsten meer beschikbaar heeft. Wanneer toch terstond de ge meente-financiën ter beschikking van het comité worden gesteld, moet dit den indruk wekken, dat de gemeentekas het wel kan dragen en hulp van anderen dus minder noodig is. De bijstand door de gemeente te verleenen, zal zich uitspreken in het reeds zeer hooge percentage van den Hoofdelijken Omslag. Wanneer nu allen, die voor steunverleening in aanmerking komen, naar hunne draagkracht bijdroegen in deze belas ting, zou er iets voor dit voorstel zijn te zeggen. Dat dit niet het geval is, behoeft nauwelijks te worden gezegd. In de eerste plaats vallen buiten deze be lasting stichtingen, instellingen en genootschap pen: maatschappijen en firma's; coöperatieve en niet coöperatieve vereenigingen, enz. In de twTeede plaats alle personen die, om welke reden dan ook, niet op liet kohier voorkomen. De eerstgenoemde groep zal het comité waar schijnlijk per circulaire trachten te bereiken. De tweede groep is alleen te bereiken door het hou den van een schaal-collecte, zooals elders iu den lande geschiedt en ook hier van ouds te doen ge bruikelijk was. Alen treft dan een groot aantal menschen aan, die gaarne hunne kleine bijdragen willen offeren, doch het bedrag te klein vinden om het afzonderlijk aan het comité te zenden. Zooals reeds uit het vorenstaande valt af te lei den, zouden deze beide maatregelen naar het oordeel van de minderheid, hier aan het woord, het meeste succes hebben, wanneer zij nu werden genomen en voorshands nog werd afgezien van bijdragen uit de gemeentekas. Begint men daarmede reeds dadelijk, dan vreest zij dat zulks op het geven van vrijwillige bijdragen nadeelig zal werken. Naar haar oordeel zouden de aldus verkregen middelen voldoende zijn om, met de ruim 2UU0. die door liet gemeentebestuur uit bijzondere fond sen beschikbaar zijn gesteld, vooreerst in de be hoeften te voorzien. Daarna zal men beter dan nu in staat zijn den omvang en den verderen duur van het ondersteu- ningswerk te overzien en eerst dan acht zij den tijd gekomen om zoo noodig nadere voorstellen aan den Raad te doen. Burgemeester en Wethouders stellen alzoo in hunne meerderheid voor te besluiten: i I, I' I I G i i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 4