246 Verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 December 1914.
met vuurwerk of illuminatie gegeven zullen wor
den, waarvoor, buitengewone omstandigheden uit
gesloten, zijn aangewezen: een avond in Juli na
der door Burgemeester en Wethouders te bepalen;
de avond van den dag, waarop de verjaring van
de Koningin-Moeder wordt gevierd;
een avond in September, nader door Burgemees
ter en Wethouders te bepalen.
Door omstandigheden zijn twee dier concerten
niet gegeven kunnen worden en zijn vuurwerk en
illuminatie afgelast. Dit heeft tengevolge gehad dat
de pachter een niet onbelangrijke schade heeft ge
leden, welke naar uit zijn boeken en de door hem
verstrekte gegevens is gebleken, op 513.gesteld
moet worden.
Ofschoon in rechten de gemeente wellicht niet
aansprakelijk kan worden gesteld, achten wij het
billijk hem in het onderwerpelijke geval de schade
te vergoeden.
Derhalve hebben wij de eer U voor te stellen te
besluiten:
aan J. de Jong. pachter van de exploitatie der
buffetten in den Stads- of Prinsentuin, wegens het
niet doorgaan van twee extra-concerten met vuur
werk of illuminatie, een schadevergoeding van
5.13.toe te kennen en daartoe de pachtsom over
het pacht jaar 1914/'15 met dat bedrag te vermin
deren.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen zal zich niet bepaald tegen het
voorstel verzetten. Hij wil enkele opmerkingen ma
ken, tengevolge waarvan het hem misschien duide
lijk zal kunnen worden gemaakt dat hjj met ver
trouwen vóór kan stemmen. In het voorstel van
Burgemeester en Wethouders staat:
„Door omstandigheden zijn twee dier concerten
niet gegeven kunnen worden en zijn vuurwerk en
illuminatie afgelast. Dit heeft tengevolge gehad
dat de pachter een niet onbelangrijke schade heeft
geleden, welke naar uit zijn boeken en de door hem
verstrekte gegevens is gebleken, op 513.gesteld
moet worden."
Er wordt nu geen concert of illuminatie gegeven
dat niet afhankelijk is van het weer. Is nu hij deze
berekening, vraagt spreker, gerekend op mooi, min
der mooi, of slecht weer? De pachter zal nu wel
niet het laagste bedrag hebben opgegeven. Spreker
kan zich indenken dat men iemand tegemoet komt.
Het volle bedrag te geven komt hem echter wat
hoog voor.
De heer Oosterlioff (wethouder) zegt dat Burge
meester en Wethouders gaarne willen voldoen aan
het verzoek van den heer Fransen om hun stand
punt ietwat nader uiteen te zetten. Het spreekt van
zelf dat Burgemeester en Wethouders geen reke
ning hebben kunnen houden met mooi of minder
mooi weer, maar zij hebben bij de berekening het
gemiddelde genomen van een zeker aantal jaren en
hebben daarvoor nagegaan de opbrengst der con
certen na 1 Augustus in 1911, 1912 en 1913. Hier
door werd het bezwaar van den heer Fransen on
dervangen. Daarna hebben zij nagegaan wat de
concerten na 1 Augustus dit jaar hebben opge
bracht en hebben daarbij rekening gehouden met
2 inhalingsconeerten, die gegeven zijn. Naar die
verhouding nu hebben zij aangenomen, wat ook de
niet gegeven concerten vermoedelijk zouden hebben
opgebracht en de winst daarvan kwam dan op
513.Vandaar dat Burgemeester en Wethou
ders hebben voorgesteld dit bedrag te restitueeren.
De heer Beekhuis moet zich in het algemeen te
gen dergelijke voorstellen verklaren. Als er een con
tract gesloten is gaat het niet aan om restitutie te
geven, zoodra het den eenen contractant wat min
der voordeelig gaat. Als deze het eens buitenge
woon goed gaat geeft hij ook niet meer aan de ge
meente. Er is hier evenwel een reden om met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders mede te
gaan, omdat een der voorwaarden van verpachting
is dat er 3 extra concerten zullen worden gegeven.
Aan die verplichting heeft de gemeente niet kun
nen voldoen en daarom is er in casu aanleiding om
vergoeding te geven.
De heer van Sloterdijek vraagt hoeveel de ge
meente minder heeft uitgegeven tengevolge van
het niet doorgaan der concerten enz.
De Voorzitter begrijpt niet wat dit er mee te ma
ken heeft.
De heer van Sloterdjjck wil weten of de gemeente
door het inwilligen van het verzoek schade lijdt.
De heer Oosterhoff (wethouder) kan dat op geen
25.zeggen. Het zal 8 a 900.zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
Y1. De Voorzitter deelt mede dat de heer Hiem-
stra verlof heeft gevraagd de volgende vragen aan
Burgemeester en Wethouders te mogen stellen:
1Wordt door het Steuncomité, zoo noodig, toe
slag verleend op de uitkeering, die aan de gezinnen
van hen, die tengevolge van de mobilisatie onder de
wapenen zijn geroepen, wordt verstrekt? Zoo neen,
is 1' dan genegen Uwen invloed daarvoor bij dit co
mité aan te wenden?
2. Wordt door het Steuncomité, zoo noodig, toe
slag verstrekt op de uitkeering van het werkloozen
fonds? Zoo neen, is U dan genegen bjj dit comité
Uwen invloed daarvoor aan te wenden?
Spreker stelt voor het gevraagde verlof te ver
leen en.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Hiemstra behoeft de vragen niet toe te
lichten maar wil ze aanvullen met een derde vraag,
n.l. deze:
Is het juist, dat de vergoedingen krachtens de
militiewet niet worden uitgekeerd voor het tijdvak
dat de militairen met verlof zijn, als dit langer is
dan 4 dagen.
De Voorzitter kan op de eerste twee vragen be
vestigend antwoorden. Zoo noodig wordt boven den
steun, door het Rijk aan gemobiliseerde verstrekt,
toeslag gegeven door het steuncomité. Tot nog toe
heeft zich echter slechts één geval voorgedaan.
Hetzelfde antwoord kan gelden op de vraag of
ook toeslag wordt verleend op de uitkeering van
het Werkloozenfonds.
Wat de derde vraag betreft, daarover is spreker
alleen verantwoording schuldig aan den Minister.
Hij wil den heer Hiemstra echter wel van antwoord
dienen en moet dan mededeelen dat hij gelooft, dat
het juist is wat men dit raadslid heeft medegedeeld.
Er is een circulaire van den Minister om geen ver
goeding uit te keeren voor de dagen verlof boven
de 4 dagen genoten. Aangezien de Minister in laat
ste instantie beslist is dit voor diens rekening.
De heer Hiemstra heeft echter, bekend als hij was
met 's Ministers standpunt, de volgende mededee-
ling in de bladen gelezen:
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 December 1914. 247
„Door den minister is bepaald dat, indien dienst
plichtigen aan wier betrekkingen een geldelijke
vergoeding is toegekend, in het tijdvak 1 December
19142 Januari 1915 in het genot worden gesteld
van een extra-verlof van twee dagen, zoodat zij
daardoor in dat tijdvak een verlof van meer dan
vier achtereenvolgende dagen genieten, de toege
kende vergoeding ook voor den duur van het verlof
zal toegekend worden".
Naar aanleiding hiervan was hij zeer verwonderd
toen hem werd medegedeeld dat die uitkeering niet
zou plaats hebben en hij dacht dat de Ministeriëele
beschikking weer was ingetrokken. In verband
met de eerste vraag wil spreker nog een en
kele opmerking maken. In bijzondere gevallen
wordt boven de Rijksuitkeering toeslag verleend en
nu zou spreker gaarne willen dat de eischen voor
bijzondere gevallen niet te hoog werden gesteld.
Hoe langer de toestand duurt, des te meer behoefte
is er aan uitkeering, daar het weerstandsvermogen
verzwakt en de levensmiddelen steeds in prijs stij
gen. Spreker vertrouwt dat de burgemeester, als
voorzitter van het steuncomité daarmee rekening
zal houden
De Voorzitter heeft het door den heer Hiemstra
bedoeld bericht ook in de courant gelezen. Hjj her
innert zich echter niet een officiéél bericht hier
omtrent te hebben ontvangen. Dergelijke berich
ten verhuizen steeds onmiddellijk naar de afdeeling
militaire zaken, waar men er rekening mee houdt.
Wat de uitkeering van het steuncomité betreft
kan spreker nog dit zeggen. De heer Hiemstra be
roept zich op andere plaatsen. Ten onrechte. De uit
keering van het steuncomité hier is, voorzoover
spreker bekend, hooger dan elders, terwijl de nood
geringer is. De prijzen der levensmiddelen zijn
hoog, zegt de heer Hiemstra. Spreker wil doen op
merken dat de aardappelen gelijk of lager in prijs
zijn dan verleden jaar. Het vet is, volgens een juist
door spreker ontvangen opgave, gelijk, de melk is
gelijk, de boter gelijk of lager ,de brandstoffen ge
lijk. Voor brood is een maximum-prijs bepaald. De
werkloosheid is niet van grooten omvang. Spreker
heeft van verschillende werkgevers gehoord dat
het moeite kost om los werkvolk te krijgen. De di
recteur der gasfabriek heeft spreker medegedeeld
dat hij gelooft minder aanbiedingen van losse ko
lensjouwers te krjjgen dan andere jaren, zeer zeker
geen groot aanbod^ De korendragers hebben loons-
verhooging erdoor gekregen. Niemand beter dan
de heer Hiemstra weet dat dit een symptoon is van
niet overmatige werkloosheid. Volgens de door
spreker ontvangen opgaven van geheel of gedeel
telijk stopgezette bedrijven zijn 58 man werkloos.
Hieronder zijn de halve-dagwerkers. De algemeene
toestand schijnt bevredigend. Met Sinterklaas toch
hadden de banketbakkers het druk en Excelsior,
met haar klandizie in arbeiderskringen, heeft nog
nooit zooveel Sinterklaas verkocht als dit jaar. an
verschillende zjjden vernam spreker dat de goed-
koope artikelen vlot van de hand gingen, al werd
van de dure soms minder verkocht. De politie heeft
minder last van armlastigen, in het bijzonder van
landloopers, dan het vorig jaar. De Bank van Lee
ning had eenige weken geleden minder panden dan
vorige jaren omstreeks dezen tijd. De belasting komt
vlot binnen. De waterleiding heeft nog nooit zoo
gemakkelijk de abonnementsgelden kunnen innen.
De Woningvereeniging heeft geen wanbetalers en
bij het kantongerecht is sedert het begin van den
oorlog geen enkele ontruiming geweest.
Op deze gronden mag gezegd worden dat Leeu
warden, vergeleken bij andere plaatsen, in gezegen
de omstandigheden verkeert.
De heer Hiemstra meent dat de Voorzitter wel
v/at optimistisch is als hij enkele producten aan
haalt, die gelijk of lager in prijs zijn dan het vorig
jaar. Hij is zeer verwonderd te hooren dat de boter-
prijs lager is dan het vorig jaar. Die is evenwel
hoog en de kaasprijs is veel hooger. Ook andere ar
tikelen zullen in prijs stijgen.
Er is straks gezegd dat Excelsior nog nooit zoo
veel Sinterklaas heeft verkocht als dit jaar en dat
wordt als een teeken van welstand aangenomen.
Dit is zeer voorbarig. Er zijn ook nooit zooveel pak
jes verzonden als dit jaar naar de gemobiliseerden
en dat is niet altijd een teeken van welstand, maar
als de mannen of zonen 4 maanden weg zijn ge
weest, ook nog wel zoolang kunnen wegblijven,
kan men zich wel indenken dat er alles op gezet
wordt om hun een aangename St. Nicolaas te be
zorgen. Hun wordt dan taai en suikergoed, dat
voedingsmiddelen zijn, toegezonden, omdat men
weet dat een soldaat dikwijls niet te veel krijgt. Die
groote verkoop is dus wel uit andere oorzaken te
verklaren.
Spreker meent dat er alle reden is om een beetje
royaal te steunen en niet te strenge eischen te stel
len om toeslag boven de uitkeering van het Rijk of
werkloozenfonds mogelijk te maken.
De Voorzitter antwoordt dat toeslag, als door den
heer Hiemstra bedoeld, zal worden gegeven als het
noodig blijkt.
De heer Tiemersnia zegt dat hem gisteren is me
degedeeld, dat aan den een uitkeering is verleend,
hoewel de man 6 dagen verlof had, terwijl die aan
een ander is geweigerd. Het bevreemdt spreker dat
de Voorzitter niet op de hoogte is.
De Voorzitter zal een onderzoek instellen. Mis
schien bestaat de eene regeling bij Marine en de
andere bij Oorlog.
De interpellatie is hiermede afgeloopen.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzit
ter de vergadering.