Vergadering van Dinsdag 5 Januari 1915. XXVIII Alphabetisch register op het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19 Bladz, Bijlage No. 22 23 24 25 2(1 27 28 29 30 31 32 33 34 35 OMSCHRIJVING. Aansluiting bij den Provincialen keuringsdienst Heffing van rechten voor door de Stadsreiniging bewezen diensten Wijziging der verordening op de formatie van het personeel van liet gemeente lijk electriciteitbedrijf (gemeentebladen 1913 no. 7 en 1914 no. 14 Wijziging van verordeningen betreffende de Stads Bank van Leening (gemeen tebladen 1911 nos. 16 en 17 en 1914 no. 4) Wijziging van verordeningen de Algenieene Begraafplaats betreffende bijlage no. 19 van 1914 welke vóór dit no. 26 is afgedrukt.) Benoeming van een nieuwen geneesheer-directeur voor het Stadsziekenhuis bij lage no. 33 van 1915) Verslag van rapporteurs omtrent het in de sectie verhandelde over de ontwerp- begrooting voor het dienstjaar 1916 (bijlagen nos. 30 van 1915 en 1, 2 en 3 van 1916) Verzoek van de „Woningvereeniging Leeuwarden" om een voorschot uit de ge meentekas Memorie van antwoord op het sectie-verslag omtrent de ontwerp-begrooting voor het dienstjaar 1916 (bijlagen nos. 28 van 1915 en 1, 2 en 3 van 1916 Tramlijnen naar Suameer-Drachten en naar Dokkum (bijlagen nos. 12 van 1908, 28 van 1909, 7 en 24 van 1910, 11 en 32 van 1911, 23 van 1912 Verhooging van het voorschot aan de „Woningvereeniging Leeuwarden", voor woningbouw aan den Hollandersdijk (bijlage no. 38 van 1913) Benoeming van een nieuwen geneesheer-directeur van het Stads-ziekenhuis bij lage no. 27 van 1915) Motie-Tulp inzake gemeentelijke exploitatie eener badinrichting (bijlagen nos. 25 van 1912 en 7, 10, 12 en 17 van 1915) Rapport omtrent de verplaatsing van het asehland 193 197 201 203 209 211 215 221 225 233 235 237 239 241 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Januari 1915. 1 Tegenwoordig 20 leden, te weten de heeren: Zandstra, Tijsma, van Sloterdijck, Fransen, Oos- erhoff, Beekhuis, Peletier, Lautenbach, van Wel- 'eren baron Rengers, Tiemersma, Berghuis, Hiem- tra, J. Koopmans, Tulp, H. P. de Haan, Cohen, laverschmidt, Vonck, Schoondermark en Kom ter. Afwezig zonder kennisgeving 5 leden, te weten :1e heeren: P. A. de Haan, van Messel, Jellema, G. V. Koopmans en Menalda. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge- neester. I. De notulen der op Dinsdag 22 December 1.1. '•elionden vergadering worden vastgesteld. De Voorzitter spreekt bij de opening dezer eerste itting in het nieuwe jaar den wensch uit, dat de emeente, evenals in 1914, dit jaar voor groote ram- ien gespaard moge blijven en wenscht ieder van de eden in eigen kring veel heil, gezondheid en voor spoed toe. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd: de raadsbesluiten van 17 November 1.1. tot het uingaan van een tijdelijke geldleening ter voorzie- ïing in een mogelijke behoefte aan kasgeld in 1915 en tot belegging op de grootboeken der Nationale Vhuld van de in 1915 te ontvangen sommen we gens afkoop van grondpachten, grafgelden, enz.; liet raadsbesluit van 8 December 1914, waarbij om niet aan de provincie Friesland is afgestaan een trook grond aan de Vredeman de Vriesstraat voor 'e stichting van een nieuwe rijkslandbouwwinter- chool b. de ontvangst hebben bericht van het afschrift an het raadsbesluit, d.d. 22 December 1.1. tot vast- telling eener verordening op het gewicht van het rood. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. schrijven van de heeren S. J. van Messel, G. V. Koopmans en T. Jellema, waarbij zij in aanslui- ing met hun schrijven van 22 December 1.1. mede- eelen de gronden, waarop hun ontslag als leden 'an den Raad berust. Wordt voorgesteld dit schrijven voor kennisge- ing aan te nemen. De Voorzitter wil aan deze mededeeling vast- noopen, dat de vraag is gerezen die eigenlijk oor Burgemeester en Wethouders geen vraag meer as of door de benoeming van de nieuwe recla- e-commissie de vorige heeft opgehouden te be- taan. Burgemeester en Wethouders zijn van oor- eel, dat, waar de verordening slechts ééne commis- ie kent, de leden der oude commissie, onder terug zending der 66 reclames, zonder te voldoen aan de loor den Raad tot hen gerichte uitnoodiging, hun ntslag als Raadslid hadden genomen, en de Raad aarop een nieuwe commissie heeft benoemd, de >ude commissie heeft opgehouden te bestaan. Nie- nand van de aanwezige raadsleden heeft daar dan iok een oogenblik aan getwijfeld. Later is evenwel gebleken dat de leden der oude commissie, die aan- 'ankelijk ook deze meening waren toegedaan, blij- ens de terugzending der 66 reclames, van ziens- 'ijze zijn veranderd. Leeuwarden mocht zich toen 'erheugen in het bezit van twee reclame-commis sies, die gelijktijdig op het stadhuis vergaderden. Spreker stelt daarom voor uitdrukkelijk uit te spreken dat de oude commissie van haar taak is ontheven. De heer Hieiustra heeft tegen dit voorstel geen bezwaar. Hij vindt liet evenwel lastig dat die Ont heffing niet geregeld is bij het Reglement van Or de, waardoor het moeilijk is menschen kwijt te ra ken die hun plicht verzaken. De Voorzitter stelt voor uit te spreken dat hot ontslag is gegeven. Spre ker is echter van oordeel dat liet bedanken als raadslid geen voldoende aanleiding is om aan te nemen dat de betrokkenen ook bedanken als leden der commissie. Spreker kan echter met liet voor stel meegaan, nu duidelijk is gebleken dat deze raadsleden liet belang der gemeente hebben ge schaad. Er is door den Raad besloten de reclame commissie uit te noodigen liet rapport over de 66 reclames nog t ens te behandelen en door den secre taris te doen onderteekenen. Sedert zijn eenigo we ken verioopen en de commissie heeft het niet ge daan en daardoor de zaken opgehouden. Zij heeft derhalve getoond onwillig te zijn om het raadsbe sluit uit te voeren en op dien grond heeft de Raad het recht een nieuwe reclame-commissie te benoe men. Spreker zal met het voorstel van den Voor zitter meegaan. De heer Tulp wenscht een vraag te stellen. De le den der commissie hebben ontslag genomen als le den van den Raad. Hebben zij nu bij die ontslag aanvraag ook uitdrukkelijk te kennen gegeven dat zij, zoolang zij lid zijn n.l. totdat de geloofsbrie ven hunner opvolgers zijn goedgekeurd hunne functie als reclamecommissie-leden niet willen ver vullen? Als dat niet gebeurd is wordt de toestand moeilijk want dan heeft de Raad niet het recht een nieuwe commissie te benoemen. Wat de terugzen ding der 66 reclames betreft, spreker veronderstelt dat het de bedoeling is geweest daarmee te kennen te geven dat de commissie deze als afgewerkt be schouwt. De heer Beekhuis kan zich met liet door den heer Tulp gesprokene niet geheel vereenigen. Het is in derdaad waar dat een lid van den Raad, die als zoo danig bedankt, niet per sé vervallen is van zijn lid maatschap van de commissies waarin hij zitting heeft. De Gemeentewet toch zegt dat iemand zoo lang lid van den Raad blijft, tot de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd. Wij hebben hier met een ander geval te doen.' Door het nemen van ontslag als lid van den Raad, geeft de betrokkene niet onduidelijk te kennen dat hij ook niet langer lid wenscht te zijn van de com missie, waarin hij als raadslid zitting had. Dat is voor den Raad in ieder geval een voldoend motief om een nieuwe commissie te benoemen. Men kan toch verwachten dat iemand, die als raads lid bedankt, niet met denzelfden ijver zijn functie als commissielid zal waarnemen als te vo ren en het is dan ook rationeel dat de Raad in de plaats van zoo iemand een ander in de commissie benoemt. Het voorstel van den Voorzitter, in de vorige ver gadering gedaan, om een nieuwe commissie te be noemen, was dan ook volkomen rationeel. Spreker wijkt nu af van hetgeen de heer Tulp heeft gezegd, want hij is van oordeel dat de Raad het recht heeft ieder oogenblik andere leden eener commissie te benoemen. Als de Raad daartoe, om voor hem gel dige redenen, wil overgaan staat hem dat volko men vrij.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 1