102 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1915. Hij wordt in dit voornemen belemmerd, doordat de gemeente ter plaatse geen riool heeft. Spreker vraagt of het nu niet hard voor den eigenaar is, dat hij door de schuld der gemeente zijne woningen niet afdoende mag verbeteren. Dat er geen riool is, ligt toch aan de gemeente. De Voorzitter blijft erbij dat zjjne gevolgtrekking juist is. Dat er geen riool ligt is niet in dit bijzon dere geval, doch altijd het bezwaar, maar het kan van de gemeente toch niet worden gevergd op alle plaatsen waar men gelieft te gaan bouwen een riool te leggen. Spreker geeft toe dat deze buurt in aan merking komt voor een riool en zij stond reeds op de lijst. Ten gevolge van den oorlog is deze zaak echter blijven rusten omdat het geld voor andere doelein den moest worden gebruikt. Spreker blijft erbij dat Burgemeester en Wethouders, als zij in dit geval dispensatie verleenen, niet weten in welke gevallen zij dit niet moeten doen. De beraadslaging wordt gesloten. Met .17 tegen 5 stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. Vóór stemmen de heeren: de Vos, van Weideren baron Rengers, van Sloterdijck, Cohen, H. P. de Haan, Öosterhoff, Tulp, Binnerts, Peletier, Haver- schmidt, Attema, Hiemstra, Komter, Beekhuis, Vonek, Schoondermark en Menalda. Tegen de heeren: Berghuis, Zandstra, Lauten- bach, Tiemersma en Tijsma. De Raad gaat in comité-generaal ter behande ling van: 8. Het primitief kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1910, en het voorstel van Burgemeester en Wet houders om de daarop uitgetrokken aanslagen slechts voor een gedeelte invorderbaar te verklaren. Dit voorstel luidt als volgt: Met het oog op den oorlogstoestand werd het to taalcijfer van aanslag voor het primitief kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1915, ruim (150.000 lager geraamd dan het cijfer waarop het kohier voor 1914 was vastgesteld en in verband daarmede het percentage bepaald op 4,4. Nu het kohier is opgemaakt blijkt evenwel, dat ook voor 1915 met het heffen van 4% had kunnen worden volstaan. Het komt ons gewenscht voor de belasting niet noodeloos te verzwaren en mitsdien slechts een zoodanig bedrag van de aanslagen in te vorderen, als overeenkomt met het over 1914 gehe ven percentage. Het door ons aangeboden kohier heeft een totaal cijfer van aanslag ad 9.219.857 en een bedrag aan belasting tegen 4,4% van 405.673.735, welke be dragen/indien de wijzigingen, voorgesteld bij het sectie-rapport, Uwe goedkeuring erlangen, zullen worden 9.239.791 en 406,550,835. Wij hebben de eer U voor te stellen van de aan slagen, zooals die op het kohier zijn uitgetrokken, invorderbaar te verklaren 10/11 gedeelte of, in pro centen uitgedrukt, ongeveer 0,909091 en mitsdien het kohier vast te stellen op een totaal cijfer van aanslag ad 9.239.791 en van de belasting op 369.591,64. Na heropening wordt het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld met een totaal van cijfers van aanslag van 9.239.791 en een totaal der aanslagen van 369.591.64. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een regeling met het bestuur der woning vereeniging „Leeuwarden" betreffende de exploitatie van woningen aan liet Mariahof (bijlage no. 14). De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Binnerts wenscht eene opmerking te ma ken naar aanleiding van artikel 2 der verordening. De Voorzitter geeft den heer Binnerts in over weging zulks bij het artikel te doen. De heer Hiemstra heeft het voorstel van Burge meester en Wethouders met belangstelling gelezen, maar is van het nut van den voorgestelden maatre gel niet overtuigd. Spreker heeft naar argumenten gezocht en het eenige dat hij gevonden heeft is dit, dat de gemeente de geschiktheid en beweeglijkheid mist om een dergelijke exploitatie te drijven, om dat het aantal woningen te groot wordt. Dat argu ment lijkt spreker niet steekhoudend. Er zijn toch meer gemeenten die den woningbouw ter hand ne men en die de exploitatie niet aan particulieren overlaten. In Sneek en in Franeker is dit b.v. het geval. Ook in het boekje van de heeren Faber en Rengers over Friesland vinden wij een bericht uit Franeker dat een lofzang op het bouwen van wo ningen door de gemeente bevat. Spreker heeft er geen enkel bezwaar in kunnen vinden tegen exploi tatie door de gemeente zelve. In Sneek haalt een ge meente-ambtenaar de huur op. In Amsterdam heeft men pas besloten tot het bouwen van 3500 woningen en hoewel het voorstel nog moet komen, in de stuk ken is het te lezen dat eigen exploitatie zal worden voorgesteld. Waar andere gemeenten de woningen dan ook zelf exploiteeren, lijkt spreker het bezwaar dat de gemeente daartoe de noodige geschiktheid mist, sterk overdreven. De gemeente Leeuwarden toch exploiteert zelf 39 perceelen, volgens de be grooting voor 3915, bovendien stukken weiland en eenige zathen en landen. Het komt spreker daarom dan ook vreemd voor dat de gemeente deze exploi tatie zelf niet ter hand kan nemen. Spreker acht dit beter omdat de gemeente dan de zeggingschap behoudt over de aan de bewoners te stellen eisehen en, met alle waardeering voor het werk der „Wo- ningvereeniging Leeuwarden", meent spreker dat het beter is dat de gemeente de exploitatie van „Ma riahof" in eigen hand houdt.Wel zeggen Burgemees ter en Wethouders dat de Raad door een paar le den, die in het bestuur der vereeniging zitting heb ben, tot haar in nauwe relatie staat, maar dit acht spreker niet voldoende. Hier heeft men een com plex van 50 woningen en spreker hoopt dat de ge meente meer zal bouwen. Als de Raad zich nu uit spreekt dat de gemeente niet zelf zal exploiteeren, zal dit in het vervolg ook niet gebeuren. Spreker zal tegenstemmen en hij hoopt dat de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal ver werpen. De heer Binnerts is het in zooverre met den heer Hiemstra eens dat de exploitatie, als die door de gemeente geschiedt, geheel in het belang der bewo ners gebeurt. Wanneer eene vereeniging met de exploitatie wordt belast, kan het wel gebeuren dat het financiëel belang der vereeniging onwillekeu rig het meest op den voorgrond wordt gesteld. Spre ker had deze opmerking willen maken in verband met artikel 2. Nu de heer Hiemstra het vraagstuk der gemeente-exploitatie naar voren heeft gebracht, meent spreker zijne opmerking wel bij de alge meene beschouwingen te kunnen plaatsen. Spreker is van oordeel dat in de woningen alleen zulke personen moeten worden ondergebracht, die. geen voldoende middelen of inkomsten bezitten om Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1915. 103 de elders gevraagde huur van een goede woning te betalen. Hij heeft zelf in het bestuur eener woning- vereeniging gezeten en weet bij ondervinding hoe dergelijke woningen worden geëxploiteerd. De nei ging toch bestaat om zooveel mogelijk huurders te krijgen, die goed voor de huur zijn, en als nu voor de exploitatie Rijks- en gemeentesubsidie wordt gegeven, moet dit ook geschieden in het belang der bewoners en moeten die menschen erin, voor wie de woningen feitelijk zijn gebouwd. Spreker wil daar mee niet hebben gezegd, dat de Woningvereeniging de woningen niet goed zal exploiteeren, maar het is van groot belang dat de woningen worden ver huurd aan diegenen, voor wie ze feitelijk zijn be stemd. Wanneer de Raad dan ook niet ingaat op het denkbeeld van den heer Hiemstra, zal spreker eene aammlling van artikel 2 voorstellen. De heer Beekhuis vraagt of het uitgangspunt van den heer Binnerts wel juist is. Hij heeft gezegd dat liet financiëel belang der Woningvereeniging te veel bij de exploitatie zal zijn betrokken. Als spre ker evenwel de zaak goed begrijpt blijft de Woning vereeniging er op financiëel gebied geheel buiten. De batige saldo's komen in, de nadeelige uit de ge meentekas. Daarmee is dus het bezwaar van den heer Binnerts vervallen. Spreker weet wel dat de heeren Faber en Ren gers in hun hekend werk op het belang van gemeen te-exploitatie hebben gewezen, maar dat geldt niet voor plaatsen waar een goede Woningvereeniging bestaat. In het bestuur onzer woningvereenining zit ten menschen, die ter zake kundig zijn. Wanneer men nu een gemeente-ambtenaar met de exploitatie zou willen belasten, moet men eerst af wachten of deze voor die taak geschikt is. Het komt spreker voor dat de gemeente, waar zij zoo gelukkig is een college te bezitten als het bestuur der Wo ningvereeniging, de gelegenheid om de exploitatie aan hen over te dragen met beide handen moet aan grijpen. Zelfs de S. D. A. P. moet dit doen want spreker meent te weten dat ook die partij ingeno men is met het werk van die vereeniging. In het bestuur zitten menschen die hunne sporen op woninggebied hebben verdiend en de gemeente moet hun dankbaar zijn dat zij deze verzwaring hunner taak op zich willen nemen. De Voorzitter constateert in aansluiting aan den heer Beekhuis, dat eene verwijzing naar andere ge meenten niet opgaat, omdat er veel gemeenten zijn waar geen Woningvereeniging bestaat. Spreker zou ook op gemeenten kunnen wijzen waar de ex ploitatie wel is overgedragen. Die verwijzing heeft dan ook evenveel tegen als voor. Wat Amsterdam betreft, daar is de kwestie een geheel andere. Daar toch is voor een heel groot complex woningen een aparte dienst. Bovendien voert Amsterdam een heel bijzondere woninpmlitiek, waarmee hier geen vergelijking mogelijk is. Als iets Burgemeester en Wethouders heeft overtuigd van de bezwaren van de gemeentelijke exploitatie der woningen, dan is het de exploitatie van de woningen, door den heer Hiemstra aangehaald. Zij krijgen toch zooveel voor stellen betreffende deze woningen, dat zij geen tijd hebben die alle te verwerken en de praktijk is dan ook dat de exploitatie wordt overgelaten aan de Armenkamer. Voor Burgemeester en Wethouders is het niet te doen. De heer Hiemstra heeft gezegd dat Burgemeester en Wethouders geen argumenten voor hun voorstel hebben bijgebracht. Spreker zou willen vragen: waar zijn de argumenten van den heer Hiemstra tegen exploitatie door de Woningvereeniging? Van den heer Binnerts heeft spreker er enkele ge hoord, maar hij gelooft niet dat die juist zijn. Dit raadslid heeft de vrees uitgesproken dat de Wo ningvereeniging te eommerciëel zal zijn. Is de heer Binnerts daarvoor dan niet bevreesd bij eene ex ploitatie door Burgemeester en Wethouders? De Woningvereeniging heeft absoluut geen financiëel belang bij de exploitatie daar de nadeelige saldo's uit de gemeentekas worden betaald, de voordeelige daarin gestort. Dit zou eerder tegen de exploitatie door de vereeniging zijn aan te voeren. Dat Bur gemeester en Wethouders dit voorstel doen is een bewijs van het groote vertrouwen dat zij in de ver eeniging stellen. Het financiëel belang mag dan ook niet op den voorgrond worden gesteld. De heer Binnerts wil nu menschen in de wonin gen hebben, die de huur niet kunnen betalen. Spre ker acht dit standpunt niet juist. De bewoners moe ten wel degelijk de huur betalen. Als toch gezegd wordt: betaal maar niet, de gemeente doet het wel voor jullie, dan werkt dit, naar spreker meent, zeer demoraliseerend. De op Mariahof te stichten wo ningen zijn feitelijk wat duur, daar komen zeker g;een wanbetalers van de soort als de heer Binnerts bedoelt. Spreker beveelt het voorstel van Burge meester en Wethouders dan ook warm aan. De heer van Weideren baron Rengers wil even den heer Binnerts antwoorden, naar aanleiding van het door hem in te dienen amendement op arti kel 2. Zoolang spreker in het bestuur der Woning vereeniging zit, d.i. van af het oogenblik dat de woningen aan het Noordvliet worden bewoond, heeft steeds de stelregel gegolden: de menschen moeten verwonen naar wat zij verdienen. Er zijn nu woningen van 1.35 en volgens den aangenomen maatstaf zijn die bestemd voor, de menschen met de allerminste inkomens. Spreker acht de door den heer Binnerts aangegeven toevoe ging overbodig. De heer Hiemstra heeft den Voorzitter hooren be weren dat hij spreker geen argument heeft aangevoerd tegen de exploitatie van de woningen door de Woningvereeniging. De zaak staat zoo. Die woningvereeniging krijgt de beslissing over de wo ningen en niet de gemeente. Dat is juist sprekers bezwaar. Als zij die exploitatie uit handen geeft, moeten daarvoor schlagende argumenten worden bijgebracht en de argumenten van Burgemeester en Wethouders zijn dat niet. Zij zeggen eenvoudig dat het niet te doen is omdat er geen speciale dienst van bestaat. Wanneer echter de gemeente meer en meer woningen krijgt, kan er een speciale dienst voor worden ingericht. Als wij nu een stuk afgeven, zal dit later weer gebeuren en is de kans klein dat er een dergelijke dienst komt. Over het woningvraagstuk, dat urgent is, zal in den Raad wel meer worden gesproken. De gemeente moet krachtig ingrijpen en spreker is van meening dat zij de exploitatie zelf ter hand moet nemen. Het zal toch kunnen gebeuren dat er bewoners zijn, die door toevallige omstandigheden niet de volle huur kunnen betalen. Het is dan de plicht der gemeenschap om ervoor te zorgen dat zulke menschen toch een woning krijgen. De Wo ningvereeniging zal in zoo'n geval dankje zeggen, want op dat punt acht zij zich niet geroepen het ge meenschapsbelang te behartigen. Spreker meent dan ook dat de Raad goed doet de exploitatie niet over te dragen. De heer Komter (wethouder) heeft er reeds in een vorige vergadering op gewezen hoe de Woning-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 4