128 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1915. Aan de orde is onderdeel 111. Do beraadslaging wordt geopend. De heer Berghuis zal zich niet tegen het voorstel verzetten. Alle leden zijn het er over eens dat et- gewaardeerd werk is verricht. Spreker vraagt ech ter of het niet beter is dit punt aan te houden. De commissie zou toch reden kunnen vinden met den zelfden architect straks verder in zee te gaan. De Voorzitter zegt dat, als een architect de plan nen voor het aschland had gemaakt en betaald was als de commissie gereed was, de man wel wat heel lang op zijn geld had moeten wachten. Laten wij deze zaak afmaken, dan is de commissie vrij. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig onderdeel 11! van het voorstel van Burge meester en Wethouders. Dit voorstel luidt als volgt: Door M. Wiemers, gardenier, te Leeuwarden was tot Uwe Vergadering het verzoek gericht, hem een strookje grond ter breedte van tien c.M. af' te staan langs de westzijde zijner woningen Oldegalileën nos. 133 en 135, om daarop een tweeden halfsteensmuur te bouwen ter versterking van den bestaande en ter vervanging van de houten afscheiding boven de balklaag, welke tengevolge van het afbreken van woningen ter plaatse door de gemeente buitenmuur waren geworden. Deze woningen staan op den hoek Oldegalileën Pieterscliewaltje en sluiten aan dien kant den grond van het tegenwoordige Mariahof, welken de gemeente ten geschenke mocht ontvangen, van den openbaren weg af. Naar wij vermoedden en ons la ter bleek, heeft de schenker van dien grond ge tracht ook die woningen in handen te krijgen, doch kon tusschen gegadigde en eigenaar geen overeen stemming worden bereikt. De geboden som van 1200.was den laatste te laag. Tengevolge hier van is het bezit der gemeente op dien hoek niet be hoorlijk afgerond kunnen worden en springen die woningen onvoordeelig in den grond der gemeen te in. Met den woningbouw ter plaatse, dien daar voor een op dien hoek minder gewenschte oplossing moest worden gegeven, is daarmee natuurlijk reke ning gehouden. Toch achten wij ook nu nog het bezit van de on- derwerpelijke woningen voor de gemeente van zoo veel waarde, dat ze, wanneer de koopprijs billijk is, behooren te worden aangekocht. In het bovenbedoelde adres hebben wij dan ook aanleiding gevonden met den eigenaar over den verkoop aan de gemeente in nadere onderhandelin gen te treden. De uitslag daarvan, neergelegd in de hierbijgevoegde verklaring, is dat hij de woningen, welke dadelijk aanvaard kunnen worden, maar nog- tot 12 Mei 1916 verhuurd zijn, voor 1400.wil verkoopen, terwijl de overdrachtskosten door de ge meente moeten worden betaald. Die som en de voor waarden vinden wij billijk en met het oog op het belang der gemeente bij het bezit wel aannemelijk. Wij meenen U alzoo, in overeenstemming met het gevoelen van de commissie voor de openbare wer ken, te moeten voorstellen te besluiten: van Menno Wiemers, gardenier, te Leeuwarden, voor de som van één duizend vier honderd gulden 1400.te koopen de woningen met toebehooren aan Oldegalileën, plaatselijk genummerd 133 en 135, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F. onderscheidenlijk no. 2843, als huis en erf, groot 25 c.A., en no. .1982, als huis, groot 28 e.A., onder voorwaarde, dat alle kosten van overdracht ton laste van de gemeente komen en verder onder de bedingen, welke Burgemeester en Wethouders aannemelijk achten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. De heer Schoondermark (wethouder) deelt na mens Burgemeester en Wethouders mede, dat de behandeling van dit punt wordt aangehouden, naar aanleiding van een schrijven van den Bond van Ne- derlandsehe Onderwijzers, waarin twee verklarin gen van medici voorkomen, welke aanleiding geven tot een nader onderzoek. Met 12 tegen 8 stemmen wordt besloten den heer Hiemstra voor de derde maal het woord te verlee- nen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Fransen, Lautenbach, P. A. de Haan, Cohen, Tiemersma, Koopmans, Zandstra, Tulp, Binnerts, Menalda en Beekhuis. Tegen de heeren: van Sloterdijck, de Vos, Oos- terhoff, Peletier, Berghuis, H. P. de Haan, Attema en Schoondermark. De Voorzitter verleent den heer Hiemstra het woord. De heer Hiemstra: „Mijnheer de Voorzitter, ik zie van het woord af". V1 iDe Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Tiemersma. De heer Tiemersma heeft in de buitengewone tijdsomstandigheden aanleiding gevonden te vra gen of het niet mogelijk is de niet verkochte cokes van de gasfabriek van gemeentewege aan te koo pen en die tegen een billijken prijs voor de ingeze tenen beschikbaar te stellen. Spreker meent dit te eerder te moeten vragen omdat straks bij hel punt over de steenkolenlevering de Voorzitter duidelijk heeft gezegd dat het niet mogelijk is, dat de ge meente Amerikaansche kolen zal moeten stoken, wat haar op 40000.per maand komt. De voor raad aan de fabriek is zoo flink verkocht dat aan de aanvrage van particulieren niet kon worden vol daan. Spreker meent in het belang der gemeente te handelen door deze vraag te stellen. De heer Oosterhoff (wethouder) is namens Bur gemeester en Wethouders bereid direct te ant woorden. Daargelaten de principieële zijde dei- kwestie, zijn de tegenwoordige omstandigheden voor de uitvoering van een dergelijken maatregel buitengewoon ongunstig. De voorraad is niet groot of liever, er is geen voorraad. Wat er gemaakt wordt moet er blijven om de verschillende kleine industrieën, die geregeld cokes betrekken, aan den gang te houden. Het gebrek aan voorraad nu is Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1915. 129 deels een gevolg van de gesloten contracten met brandstoffenhandelaren, deels hierom dat vele particulieren uit angst voor prijs verhooging groote hoeveelheden hebben ingeslagen. Daaraan is nu echter een einde gemaakt. Er worden slechts klei ne hoeveelheden afgegeven. Dat de prijs der brandstoffen aanmerkelijk is verhoogd is niet geheel juist. De prijs der cokes toch is nu niet hooger dan de gewone winterprijs. Er worden maatregelen genomen om aan den noodtoestand een einde te maken, daar erover wordt gedacht om gietcokes aan te koopen voor liet stoken der vuren en het maken van watergas. Door den Raad is al dikwijls uitgemaakt dat de gemeente geen goedkoope cokes zal verstrekken. Dit is meer een kwestie voor het steuncomité. Spreker weet niet of' liet zich daarmee wil bemoei en, maar op den weg van den Baad ligt het zeker niet. De heer Lautenbach heeft ook tot zijn leedwezen gezien dat groote tjalken met cokes zijn afgeladen, terwijl de eigen ingezetenen ze niet konden krij gen. Spreker meent dat men in een cirkel rond draait. Het steuncomité koopt levensmiddelen om de mensclien te helpen en de gemeente verkoopt de cokes. Kort geleden kwam de eigenaar van eene glans- en strijkinrichting bij spreker, die hem mede deelde niet eens 10 H.L. te kunnen krijgen. Het is toch te gek dat eigen ingezetenen geen cokes kun nen krijgen. De cokeshandelaren hebben door den verhoogden prijs der gemeente een behoorlijk voor deeltje genoten. Spreker vraagt, waarom die groot handel nu weer moest voorgaan. Het is ook een eigenaardig verschijnsel dat telken jare, als de men sclien hunne spaarduitjes ophalen om ze te gebrui ken voor brandstof enz., de cokesprijzen worden verhoogd. Dit jaar zullen die menschen dat dubbel gevoelen. De heer Tiemersma heeft gemeend het principe te kunnen passeeren, omdat z.i. de buitengewone tijdsomstandigheden dat niet noodzakelijk maakten en de gemeente het vorig jaar levensmiddelen heeft ingekocht. Spreker vraagt nu of brandstof niet het zelfde is. Hij meende in dezelfde lijn te blijver als toen indertijd werd besloten tot aankoop van aardappelen enz. Het is bekend dat de turf in prijs stijgt en ook de cokes duurder wordt. Waar nu de voorzitter straks zei dat de gemeente wel eens genoodzaakt kon zijn, Amerikaansche kolen te stoken, wat 40000.per maand zal kosten, zal de cokes nog duurder wor den. Daarom is het noodzakelijk op sprekers denk beeld in te gaan. De heer Oosterhoff (wethouder) doet opmerken dat de heer Lautenbach, die uit den aard der zaak, niet geheel met de regeling van den cokesverkoop op de hoogte kan zijn De heer Lautenbach: „wel met het resultaat". De heer Oosterhoff (wethouder) vervolgt en zegt van den heer Lautenbach te hebben gehoord dat deze met leedwezen het verladen van cokes in tjal ken heeft gezien. Spreker zegt dat men dien toe stand niet te erg moet betreuren. De commissie voor de lichtfabrieken toch heeft met de brand stofhandelaren contracten voor de afneming van de overtollige cokes. De directeur der gasfabriek weet vrij precies hoeveel cokes er noodig is voor de af levering aan particulieren en hij zou zonder die re geling met groote hoeveelheden blijven zitten. Men mag daarom blij zijn dat de groothandel de fabriek van het overtollige ontlast. Loopende de contrac ten evenwel kwam de abnormale toestand. Wan neer bij het afsluiten der contracten de abnormale toestand had bestaan, zouden er andere maatrege len zijn genomen. Dit is een reden, waarom de commissie niet plot seling- de handen geheel vrij kreeg. Ook kon de com missie niet voorzien, dat vele particulieren 30 ii 60 mud opsloegen, /«mals spreker reeds heeft gezegd worden er maatregelen genomen om aan dezen toe stand een einde te maken. Door aankoop van giet cokes zal er meer cokes overblijven. Nu is er geen voorraad en zal dus in het geheel niet op het denk beeld van den heer Tiemersma kunnen worden in gegaan. De heer Tiemersma herhaalt dat hij, waar ten vo- rigen jare bij de aanvraag van Burgemeester en Wethouders om een crediet voor aankoop om le vensmiddelen, het principe niet op den voorgrond is gesteld, heeft gemeend in de lijn te blijven door dat ook nu niet te doen. Vroegere besluiten, waar naar de Wethouders verwijst, zijn genomen vóór de bijzondere tijdsomstandigheden, waarin wij nu ver- keeren, en daarom wil het spreker voorkomen dat daarnaar nu niet verwezen mag worden. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wethouders met zijn denkbeeld mee kunnen gaan om van gemeentewege cokes voor de ingezetenen beschkibaar te stellen. De interpellatie is hiermee gesloten. Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzit ter de vergadering. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van Al. Wiemers alhier aan te koopen de perceelen Ol degalileën nos. 183 en 135. 1(1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mejuffrouw B. Kreger ingevolge het bepaalde bij artikel 30, le lid, letter c, der wet op het lager onderwijs, wegens voortdurende ongesteldheideervol ontslag te ver leen en als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 5. 17. Herstemming over de. vraag of aan den heer P. Hiemstra voor de derde maal het woord zal worden verleend in zake zijne in de raadsvergadering van 8 Juni LI, gehouden interpellatie omtrent de wijze van verstrek king der broodkaarten in deze gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 7