I i'r\ '4 H 132 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. gelijk is de behandeling aan te houden, opdat deze zaak, als het nemen van algemeene maatregelen aan de orde komt, ook een onderwerp van discussie zal kunnen uitmaken. Wanneer toch dit adres zonder meer wordt afgewezen, wordt bij de arbeiders de indruk gewekt, dat er te dezen opzichte niets te ver wachten is. Spreker hoopt dat de heer Lautenbach zich hiermee zal kunnen.vereenigen. I)e heer Lautenbach antwoordt toestemmend. De Voorzitter heeft tegen aanhouding geen be zwaar. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 8. adres van het Centraal Comité voor Drankbe strijding alhier, waarbij wordt verzocht aan H. M. de Koningin voor te stellen, het maximum aantal vergunningen tot verkoop van sterken drank in het klein voor Leeuwarden voor het tijdvak 1916/1920 te bepalen op 70. Wordt voorgesteld eene afwijzende beschikking te nemen. De Voorzitter doet opmerken dat het aantal ver gunningen nog zoover boven het maximum is, dat inwilliging van het verzoek zonder beteekenis is. Het maximum is 97 en er zijn er nog 124. Het heeft dan ook niet de minste zin het papieren maximum te verlagen. Op dien grond stellen Burgemeester en Wethouders afwijzing van het verzoek voor. De heer H. P. de Haan vraagt of er geen argu ment in het adres is te vinden om toch het maximum te verlagen. Spreker meent dat er op de vermeer dering der bevolking wordt gewezen. Als die tot 40000 stijgt, wordt dan niet het maximum volgens de wet verhoogd! De Voorzitter geeft toe dat in verband met het bevolkingscijfer het wettelijk maximum stijgt. Wij zijn hier echter nog zoover van het wettelijk maxi mum verwijderd dat, al stjjgt dit, er de eerste 20 jaar geen kans is dat het wordt bereikt. Praktisch is er geen verschil. De heer Hiemstra begrijpt dat het een moeilijke zaak is. Wanneer er prae-advies wordt uitgebracht is het echter mogelijk dat er van de zijde van den Baad een merkbaar streven komt om het wettelijk maximum vlugger te bereiken. Wanneer ook zon der adressen daarnaar wordt gestreefd kan spre ker er zich wel bij neerleggen. Hij hoopt echter niet dat afwijzen beteekent dat men zich hij het wette lijk maximum neerlegt, maar dat daarmee wordt uitgesproken dat er naar gestreefd wordt dit zoo spoedig mogelijk te bereiken. Spreker heeft in het algemeen wel sympathie voor de in het adres neer gelegde gedachten. De Voorzitter wijst erop dat er niet veel aan is te doen. Door de bepalingen der wet zelf kan men voor 2 oude vergunningen 1 nieuwe krijgen. Dat geefj; dus inkrimping. Vanaf 1 Januari 30 April 1913 zijn er 15 vergunningen opgeheven en 6 nieuwe ver leend, van Mei 1914Mei 1915, 13 opgeheven en 8 verleend. De gemiddelde inkrimping is 5 per jaar. In de wet is wel een middel aangegeven om het aan tal vergunningen te beperken. De Baad toch kan bepalen, dat er in een zeker deel der stad niet meer dan een bepaald aantal vergunningen mag worden verleend. Dit heeft de Baad indertijd niet gewild. De heer Hiemstra hoort dat Burgemeester en Wethouders nieuwe vergunningen kunnen verlee- nen. Als de Baad beslist dat het maximum niet hoo- ger mag zijn dan b.v. 200, zal dan iedere aanvraag die niet steunt op twee oude worden afgewezen! De Voorzitter herhaalt dat tegen inlevering van twee oude vergunningen één nieuwe moet worden verleend. De Baad kan daaraan niets doen. De heer H. P. de Haan vraagt of het adres niet in eene volgende vergadering kan worden behandeld. Spreker heeft er geen studie van gemaakt of er iets aan te doen is en zou door aanhouding daartoe gaar ne in de gelegenheid worden gesteld. De Voorzitter heeft geen bezwaar om de behan deling aan te houden. Met algemeene stemmen wordt besloten de be handeling aan te houden tot eene volgende vergade ring. 9. adres van liet bestuur van den Nederland- schen Federatieven Bond van Gemeente Werklie den, afdeeling Leeuwarden, houdende verzoek om aan alle werklieden in dienst der gemeente met het oog op de tijdsomstandigheden geen lager loon uit te betalen dan 12.— per week. Wordt voorgesteld eene afwijzende beschikking te nemen. De heer Zandstra zal geen discussie uitlokken over het al of niet afwijzend beschikken op dit adres. Hij wil alleen een vraag stellen. Toen de duurtetoeslag is behandeld hebben Burgemeester en Wethouders gezegd dat het, als de toestand zoo bleef, zou kunnen gebeuren, dat er een voorstel kwam om toeslag te geven. Hij vraagt of die tijd haast gekomen is. Het loon toch voorziet niet in de behoefte der menschen. De Voorzitter antwoordt dat er z.i. thans minder reden voor het geven van toeslag bestaat dan toen die kwestie is behandeld. Sedert toch is de maatre gel van het regeeringsbrood gekomen en dat is eene omstandigheid, die de behoefte aan een toeslag minder groot maakt. In de prijzen der levensmid delen zijn schommelingen. De prijzen der aardap pelen b.v. zijn nu door het uitvoerverbod sterk aan het dalen. Het standpunt van Burgemeester en Wethouders is dan ook nog precies hetzelfde als bij de behandeling van de duurtetoeslag. De heer Zandstra is het niet met den Voorzitter eens dat er nu minder reden is om toeslag te geven dan indertijd. Wel zijn de aardappelen iets goed- kooper, maar zij worden nog zeer duur betaald. An dere artikelen zijn niet zoo erg in prijs gedaald. Ver schillende levensmiddelen zijn toch de maand Mei 1914 vergeleken bij dezelfde maand in 1915 met 25% gestegen. Sommige zelfs van 5080' Spreker hoopt dat de raadsleden hier hunne aan dacht aan zullen schenken. Hij meent dat Burge meester en Wethouders deze kwestie wel eens onder de oogen mogen zien. De Voorzitter ziet weinig heil in een prae-advies. Er moet in deze kwestie toch worden beslist naar gelang van de omstandigheden. Spreker weet niet in welken toestand wij nog komen, maar het zal best kunnen gebeuren dat Burgemeester en Wethouders met een ander voorstel komen. Thans zijn Burge meester en Wethouders nog tegenstanders van een toeslag en wel op grond van dezelfde argumenten als de vorige keer. Als de Baad het wenscht zijn Burgemeester en Wethouders verplicht prae-advies uit te brengen. Ter besparing van werk evenwel geeft spreker den Baad in overweging geen prae- advies te vragen. De heer Zandstra zegt dat men lang en breed Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. 133 over deze kwestie kan redeneeren. Hij wenscht geen hoofdelijke stemming over het voorstel van Burge meester en Wethouders, alleen aanteekening dat de heeren Hiemstra, Tiemersma en spreker zich er tegen verklaren. De heer Tulp is de vorige keer een groot voor stander van een toeslag geweest. De toestand is evenwel nu niet critieker. Er hebben schommelin gen in de prijzen plaats, maar de duurste artikelen worden bijna niet meer gebruikt. Spreker zal voor het voorstel stemmen. De heer Fransen zal ook vóór stemmen. Als dit adres wordt toegewezen zullen alleen de arbeiders in gemeentedienst zijn geholpen. Alle anderen blij ven er toch buiten en dit acht spreker niet billijk. Wel werd zooeven gesproken om van gemeente wege goedkoope levensmiddelen beschikbaar te stellen, doch die zijn dan ten dienste van alle ar beiders. De gemeente-arbeiders zullen dan toch niet worden uitgesloten? De heer Lautenbach zou dan ook gaarne prae- advies zien uitgebracht. Dan toch is er gelegen heid over deze kwestie van gedachten te wisselen. Met 14 tegen 6 stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Vóór stemmen de heeren: P. A. de Haan, Fran sen, Tulp, de Vos, H. P. de Haan, Cohen, Peletier, van Sloterdijck, Koopmans, Beekhuis, Haver- sclunidt, Atteina, Komter en Vonck. Tegen de heeren: Lautenbach, Tiemersma, Hiemstra, Zandstra, Berghuis en Tijsma. 10. adres van S. Plantinga om hem vergunning te verleenen tot het maken van een inrit in het trottoir vóór zijn perceel Schoolstraat no. 1 alhier. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 111. Wordt ter tafel gebracht: 1. Bapport der commissie voor de reclames om trent bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1914. 2. Voordracht voor de benoeming van een on derwijzer aan gemeenteschool no. 6, vacature E. Colmjon, voortdurende door het nietaannemen zij ner benoeming door E. G. Bolhuis. De voordracht luidt als volgt: 1. S. Wellinga, onderwijzer te Glanerbrug; 2. W. van der Meer, onderwijzer te Hattem; 3. F. Hevmanns, tijdelijk onderwijzer alhier. De stukken 12 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Alsvoren voor de benoeming van een onder wijzeres aan gemeenteschool no. 3, vacature mej. E. Posthuma. 1. Mej. A. E. W. Jansen, tijdelijk onderwijzeres te Nijmegen. 2. Mej. G. C. van der Werff, onderwijzeres te Meppel 3. Mej. M. Maurits, onderwijzeres te Dedems- vaart. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlenging van den termijn van ontruiming van wningen, onbewoonbaar verklaard bij raadsbesluit van 10 Maart 1914 no. 85B/46, 27 October 1914 no. 358B/205 en 8 December 1914 no. 428K/234. o. Alsvoren om aan W. Smilda, oliefabrikant te Akkrum en G. G. van der Wal, oliefabrikant en koopman te Leeuwarden, ten behoeve van een mo gelijke uitbreiding van hun fabriek op Kleijenburg, te verkoopen een strook grond, breed 10 M., deel van het kadastrale perceel sectie G no. 7694, ten westen van de kad. pereeelen sectie G nos. 8387 en 8388. 6. Alsvoren betreffende de stichting van een schoolgebouw nabij den weg Achter de Hoven aan de IJpeijstraat. De stukken 3 dering worden behandeld. 6 zullen in eene volgende verga- IV. Rapporten. De heer Zandstra rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording van het Werkloozenfonds, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de rekening en verantwoording goed te keuren tot een bedrag, in ontvang en uitgaaf beide van 3111.50. De Voorzitter stelt voor het rapport en de reke ning en verantwoording in eene volgende vergade ring in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten ar beid. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der commissie, belast geweest met het on derzoek van de begrooting der Stads armenkamer, dienst 1916. De conclusie van het rapport, strekkende tot goedkeuring der begrooting, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 2. Rapport der commissie belast geweest met het on derzoek omtrent eene wijziging van de begrooting der Stads Bank van Leening, dienst 1914. De conclusie van het rapport, strekkende tot goedkeuring der voorgestelde wijziging, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3. Benoeming van een curator van het gymnasium, vacature mr. W. Kol ff'. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer mr. J. A. N. Patjjn. 4. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de wis- en natuurkundige vakken aan het gymnasium. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer J. de Vries. 5. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente school no. 9, vacature mejuffrouw J. Schultz. Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt: op mej. A. Kramer 18 stemmen. H. J. Madiol 2 Mej. A. Kramer is alzoo benoemd. 6. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 6, vacature E. Colmjon, voortdurende door het niet aannemen zijner benoeming door E. G. Bolhuis. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer S. Wellinga. 7. Benoeming van eene raads-commissie ter uitvoering van de in de vorige vergadering aangenomen motie- Berghuis c.s., inzake de oprichting van eene badinrich ting enz. Voor de benoeming van het eerste lid zijn uitge bracht: op den heer ,1. II. Berghuis 19 stemmen, P. Hiemstra. 1 stem. De heer J. H. Berghuis is alzoo benoemd. Voor de benoeming van het tweede lid zijn uit gebracht Ut - lil ui ••••BS IpÉ'i' li' i jülfl

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 2