134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 .hili 1915.
op den heer P. Hiemstra 19 stemmen,
mr. C. Beekhuis 2
elk der lieeren A. Yonck en mr. D.
van Weideren baron Rengers 1 stem,
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
De heer P. Hiemstra is alzoo benoemd.
Voor de benoeming van het derde lid zijn uitge
bracht
op den heer mr. D. van Weideren baron Rengers
17 stemmen,
mr. C. Beekhuis 2
A. Vonck 1 stem.
De heer mr. D. van Weideren baron Rengers is
alzoo benoemd.
De Raad gaat in comité generaal ter behandeling
van:
Na heropening komt aan de orde:
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit prae-advies luidt als volgt:
De firma Van Creveld en Fabre te Rotterdam
heeft, in verband met de door ons op grond van ar
tikel 2, 2e lid, der Bouwverordening gestelde voor
waarde bij de bouwvergunning, bij nevens terug
gaand adres, dat in onze handen om prae-advies
was gesteld, verzocht het nog niet gedempte ge
deelte van de sloot langs den Harlingertrekweg
ten zuiden en langs de zuidelijke grens van haar
perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie D no. 1465, alsnog te mogen dempen.
De gemeentelijke Inspecteur voor het woning
toezicht en de Directeur der gemeentewerken ge
ven bij het hierbij overgelegd advies in overweging
de gevraagde vergunning te verleenen onder de
zelfde voorwaarden, als gesteld zijn by raadsbe
sluit van 13 April 1.1. no. 107R/45.
Daar wij ons met dit advies kunnen vereenigen,
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten:
aan de firma Van Creveld en Fabre te Rotter
dam vergunning te verleenen tot het dempen over
een lengte van 70 c.M. en over de geheele breedte
van het nog niet gedempte gedeelte der sloot, ge
legen ten zuiden en langs de zuidelijke grens van
hel haar behoorend terrein, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, sectie D no. 1465, en ten noor
den van den Harlingertrekweg, ter zijde van het
gebouw, waarachter zij een stal zal optrekken, on
der voorwaarde:
1. dat dit slootsgedeelte op de bij artikel 74bis
der Bouwverordening omschreven wijze met goe
den grond, welke niet krimpt, worde gedempt tot
een hoogte, gelijk aan die van den voorliggenden
weg
2. dat dit slootsgedeelte, vóór tot demping
wordt overgegaan, geheel drooggemaakt en van
blabber en vuil gereinigd worde, welke naar een
door den Directeur der gemeentewerken aan te wij
zen plaats moeten worden vervoerd;
3. dat het door demping te verkrijgen terrein
afwaterend naar den Harlingertrekweg worde ge
legd, het tusschen uitrit en rijweg gelegen gedeelte
verhard en het overige, evenals de taluds aan
weerszijden met zoden belegd worden
4. dat in bet door demping te verkrijgen terrein
ter hoogte van Frieseh zomerpeil een duiker met
een inwendige middellijn van 25 c.M. worde gelegd;
5. dat op de grens van het eigendom der ge
meente en dat van adressante, volgens nadere aan
wijzing van Burgemeester en Wethouders, een ijze
ren hek, ter hoogte van 90 c.M., worde geplaatst,
waarvan de teekening en samenstelling vooraf door
Burgemeester en Wethouders moeten zijn goedge
keurd
6. dat de hiervoren genoemde werken door en
op kosten van adressante en ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders vóór den 1 September
1915 zijn uitgevoerd en voor zooveel noodig onder
houden worden.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen wil de voorwaarde sub 2 schrap
pen. In sub 6 staat toch dat de werken moeten ge
schieden ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders en dat sluit alles in. Een tweede reden,
waarom spreker schrapping voorstelt is, dat het
toch niet gebeurt.
De Voorzitter vindt het tweede argument van
den heer Fransen minder sterk dan het eerste. Spre
ker vraagt of het de bedoeling is te lezen dat de
demping ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders moet geschieden.
De heer Fransen heeft al een paar maal meege
werkt tot het opnemen van eene dergelijke voor
waarde in zoo'n besluit en hij heeft ook tot twee
maal toe gezien dat van de nakoming van deze
voorwaarde geen sprake was. De sloot werd niet
droog gemaakt, het vuil niet verwijderd, men
dempte door van het eind der sloot af de grond er
in te storten en water en blabber voor zich uit te
drijven. Toen spreker het voor het eerst opmerkte
heeft bij er niets van willen zeggen, omdat bij toen
dacht dat het in dit geval oogluikend werd toege
laten. De tweede keer evenmin, doch nu voor de
derde maal heeft bij gemeend dat het beter is de
voorwaarde niet te stellen dan zulks wel te doen en
haar niet uit te voeren.
Spreker wenscht hieraan nog toe te voegen dat
hij tegen deze wijze van dempen geen bezwaar
heeft.
De Voorzitter wijst erop dat de sloot ongeveer
zoo groot is als de verslaggeverstafel. De zaak is
van weinig belang. Spreker wil echter een onder
zoek instellen. Hij heeft tegen de voorgestelde
schrapping geen bezwaar.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten de voor
waarde onder 2 te schrappen en het gewijzigde
voorstel van Burgemeester en Wethouders aange
nomen.
Dit prae-advies luidt als volgt:
Door L. Faber Jr., handelende onder de firma
Faber en Zeilinga alhier, is tot Uwe Vergadering
het in onze handen om prae-advies gesteld ver
zoek gericht in het door de gemeente aan te leggeu
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. 135
trottoir vóór zijne nieuw gestichte kachelfabriek
aan de Emmakade Z.Z. een inrit, te mogen hebben.
Dit verzoek stelden wij om advies in handen van
den gemeentelijken Inspecteur voor het Woning
toezicht en van den Directeur der gemeentewerken,
die ons bij nevensgaand schrijven berichtten, dat
naar hunne meening het verzoek onder de gewone
voorwaarden kan worden ingewilligd.
Tegen die inwilliging bestaan ook hij ons geen be
zwaren. Derhalve hebben wij de eer, onder weder-
aanbieding van het verzoekschrift, U voor te stel
len te besluiten:
aan L. Faber Jr. en zijne rechtverkrijgenden ver
gunning te verleenen tot het maken en tot weder-
opzeggens hebben van een inrit in het trottoir vóór
zijn perceel aan de Emmakade Z.Z., kadastraal be
kend sectie G no. 9664, de juiste plaats nader door
of vanwege Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen, onder bepaling dat worden in acht genomen
de voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 26 Ja
nuari 1909, no. 12R/10, voor zoover naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders toepasselijk, met
dien verstande, dat als termijn, waarop de recog
nitie ad 1.ten kantore van den gemeente-ont
vanger moet zijn betaald, worde gesteld 1 Mei, voor
het eerst 1 September 1915.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig bet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit prae-advies luidt als volgt:
In handen onzer Vergadering werd om prae-ad
vies gesteld het tot U gericht adres van S. er-
hoeve alhier, dat U bij dezen weder wordt aange:
boden. Bij dat adres deelt verzoeker mede, dat bij
als aannemer van het maken van een nieuw aan
voerkanaal voor koelwater naar het hoofdgebouw
van het gemeentelijk eleetriciteitbedrijf volgens be
stek no. 42, dienst 1914, belangrijke schade heeft
geleden door het lekken der riolen in het hoofdge
bouw. Daardoor was het werk zonder machinale
bemaling niet droog te houden. Bij de aanbesteding
kon en behoefde hij, volgens zijn beweren, hierop
niet te rekenen, te minder nu noch bij de aanbeste
ding noch bij de aanwijzing, ofschoon de lekkage bij
gemeentewerken bekend was, daarvan mededeeling
was gedaan. De werkzaamheden ondervonden er
belangrijke vertraging door en moesten tot het mid
den van den winter worden voortgezet.
Verzoeker erkent dat hem door ons de kosten
voor den gebruikten electrischen stroom ten behoeve
van evenbedoelde bemaling tot een bedrag van
227.69 zijn teruggegeven. Evenwel beweert hij
dat hierdoor de geleden schade niet is gedekt.
Verder geeft hij te kennen, dat een verzoek om be
taling voor het tepas hakken van rioolbuizen, het
roestvrij maken en meniën van ijzerwerk in het
kleine bassin en om teruggave van de op hem ge
korte helft der kosten van toezicht gedurende Ja
nuari 1915 door ons werd afgewezen.
In verband met een en ander vraagt Yerhoeve
thans aan Uwe Vergadering hem alsnog uit te kee-
ren een bedrag van 758.795 volgens de bij zijn ver
zoekschrift overgelegde berekening.
Met betrekking tot dit adres hebben wij de eer U
het volgende op te merken:
De kosten van den door verzoeker gebruikten
electrischen stroom voor het drooghouden van de
fundeeringsputten voor bassins en leidingen bij het
bovenbedoelde hoofdgebouw meenden wij te mo
gen teruggeven, omdat de Directeur der gemeente
werken zich in dien zin tegenover hem had uitge
laten en dus verwachtingen bij den aannemer had
opgewekt. Recht daarop kan hij evenwel niet doen
gelden, omdat in artikel 8 van het betrekkelijk be
stek, waarvan een exemplaar te Uwer ken
nisneming hiernevens gaat, hem de verplichting is
opgelegd die putten droog te houden tijdens de uit
voering zoowel van de door hem aangenomen wer
ken als van die door de gemeente of door derden te
doen.
Evenmin kan hij aanspraak maken op teruggaaf
van de kosten voor het tepas hakken van de riool
buizen. Deze had de aannemer volgens het bepaal
de bjj 29 (blz. 26) van het bestek waterdicht te
maken met alle hem ten dienste staande middelen,
en hij had in elk geval zorg te dragen, dat de buizen
een voor een goed sluitende en in dikke portland-
cementpap worden gelegd en tegen elkaar aange
sloten.
Dat voor het roestvrij maken en meniën van
ijzerwerk in het kleine bassin den aannemer van
gemeentewege opdracht is verstrekt, kan niet met
zekerheid worden vastgesteld. Op de door hem
mede onderteekende weekrapporten is daarvan
geen melding gemaakt. En de meerdere werken,
waaronder bedoelde werkzaamheden gerangschikt
moeten worden, zullen niet meer worden verre
kend als zij na de vaststelling van het weekrapport
worden opgegeven. Hiermede is verzoeker bekend,
moet bij althans bekend zijn, omdat dit uitdrukke
lijk is bepaald in 31 (blz. 38) van het bestek. Als de
aannemer in dit geval schade heeft geleden, heeft
hij het zich zelf te wijten. Voor de gemeente bestaat
er geen reden die schade te vergoeden.
Ook aan het in de laatste plaats gedaan verzoek
behoort naar onze meening niet te worden voldaan.
Den aannemer was reeds twee maanden uitstel
tot 1 Januari 1915 van oplevering toegestaan op
grond van het meerdere werk en den hinder bij de
uitvoering van de werken ondervonden van het re
genwater en het water uit de bestaande koelwater
leiding, toen hij andermaal en wel tot 1 Maart 1915
uitstel verzocht. Dit verzoek meenden wij niet on
voorwaardelijk te mogen inwilligen, omdat het
werk op 1 Januari had gereed kunnen zijn en de
aannemer niet op tijd was, wijl hij zich niet geheel
aan de besteksbepalingen had gehouden. Was hij
het voorschrift 5, lid 2), om beide bassins eerst
te ontgraven, nagekomen, in plaats van een voor
een zooals hij heeft gedaan, dan was de aannemer
van de in die bassins te maken betonwerken op
wien nu liet wachten was eerder klaar geweest.
Toen zijn wij Verhoeve nog ter wille geweest en
hebben tot 1 Maart 1915 het uitstel van oplevering
verlengd. Het was echter billijk, dat de kosten van
het daardoor langer noodige toezicht van gemeen
tewege niet alleen door de gemeente werden gedra
gen. Daarom stelden wij de voorwaarde, dat die
kosten tot den dag der oplevering voor de helft
voor zijn rekening zouden komen. Dit is ech
ter slechts over de maand Januari betaald,
omdat de voor het werk tijdelijk aangestelde
opzichter op 1 Februari den gemeentedienst ver
liet. Daarna werd toezicht gehouden door een vas
ten opzichter en omdat dit van de gemeente niet
een hoogere uitgaaf vorderde, is van diens maan-
delijksche bezoldiging niet de helft op Verhoeve
verhaald.
Samenvattende, hebben wij de eer U voor te
stellen te besluiten:
8. Het rapport der commissie voor de reclames om
trent bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoof de-
lijken omslag, dienst 1914.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders om
trent bezwaarschriften tegen aanslagen in het vergun
ningsrecht, dienst 1915/16.
10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van de firma Van Creveld en Fabre te Rot
terdam om vergunning tot demping van een gedeelte
sloot ten zuiden van haar perceel aan den Harlinger
trekweg, kadastraal bekend sectie D. no. 1465.
11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van L. Faber Jr. alhier om vergunning tot
het maken van een inrit in het trottoir vóór zijn nieuw
gebouwde fabriek aan de Eni7nakade Z.Z.
12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van S. Verhoeve, alhier, om vergoeding van
schade, veroorzaakt door voor hem onvoorziene omstan
digheden bij de uitvoering van het maken van een aan
voerkanaal voor koelwater naar de electrische centrale
alhier.