136 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. aan S. Verhoeve alhier te berichten, dat zijn ver zoek niet voor inwilliging vatbaar is. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen zegt dat adressant verzocht een paar posten bijbetaald te krijgen die hij meent dat volgens het bestek niet op zijn weg lagen. Hij be doelt daarmee in de eerste plaats het drooghouden van de fundeeringsput bij de Centrale. Burgemees ter en Wethouders en de Directeur der Gemeente werken zeggen dat adressant geen recht heeft, om dat hij verplicht was de bedoelde put droog te hou den. Spreker geeft dit toe, doch er zijn omstandig heden in het spel, die de aannemer niet heeft kun nen voorzien. Feitelijk heeft men hem er van ge meentewege zoo'n beetje in laten loopen. De leidin gen in de fabriek toch waren ontzettend lek en dit was bij gemeentewerken wel, hem, den aannemer, niet bekend. Spreker is een paar maal op het ter rein geweest op verzoek van adressant om te con- stateeren hoe de toestand was. Toen de leidingen ontgraven waren, stroomde het water in zulke hoe veelheden in de put dat er altijd door moest worden gepompt. Dat de Directie van de zaak afwist komt duide lijk uit in een brief van den opzichter van het werk. In dien brief leest spreker o.a. het volgende: „Dat „het lekken dezer riolen hem op groote kosten heeft „gejaagd valt niet te ontkennen. De aanvoer van „water daaruit was steeds groot en gedurende den „tijd, dat met den turbogenerator werd gewerkt, „kon de gebruikt "wordende centrifugaalpomp nau- „welijks voorblijven. Ook kon niet worden overge- „gaan tot het stoppen der lekken, omdat daarvoor „het bedrijf stop gezet zou hebben moeten worden. „En aangezien bij het maken van de fundeering „voor den turbogenerator het bestaan van de lek- „ken reeds was gebleken, doch er in dit bestek geen „melding van is gemaakt, zoodat de aannemer het „dus niet kon weten of vermoeden, zoo valt er m.i. „zeker wat voor te zeggen, hem in de kosten wat „tegemoet te komen". Waar nu een opzichter zoo oordeelt komt het spreker vreemd voor dat men er zich afmaakt met eenvoudig te zeggen hetstaatinhet bestek. Wanneer toch de besteder weet dat er onder het werk iets zal komen, waarvan de aannemer last krijgt, en hij verzwijgt dit, dan is eerstgenoemde, ingeval van schade, verplicht dit den aannemer te vergoeden. Immers in artikel 5 van de algemeene voorwaarden van aanbesteding waaronder werken voor de gemeente Leeuwarden moeten worden uit gevoerd staat: de inschrijvers worden geacht voor de aanbesteding alle inlichtingen te hebben ont vangen. Dit nu is hier niet geschied. A 1 le in lichtingen, noodig voor zijne berekening, zijn hem niet verstrekt, gaarne toegevende dat dit niet met opzet is achterwege gebleven. De tweede kwestie is het verhakken der riolen. Hiervoor zal de aanvraag om vergoeding worden afgewezen omdat de aannemer moest zorgen ze waterdicht op te leveren. Als de aannemer zelf de buizen had geleverd was hij er aansprakelijk voor. De gemeente echter heeft de buizen geleverd en de aannemer heeft die vóór de besteding niet kunnen zien, omdat ze toen nog niet aanwezig waren. Toen zij on het terrein verwerkt zouden worden, bleek het dat zij niet sloten. Daarom moesten ze worden ver hakt alvorens met portlandspecie dichtgemaakt te worden. De opzichter zegt hiervan in den brief: „Ook acht ik het billijk eenige vergoeding toe te „kennen voor het tepashakken der rioolbuizen. Er „mocht toch worden aangenomen dat deze zouden „passen, wat ik bij de keuring ook heb aangeno- „men. „De gevraagde vergoeding komt mij echter wel „wat hoog voor, vooral de verbruikte hoeveelheid „portland-cement." Spreker meent dat de aannemer recht heeft op vergoeding. Door het gratis leveren van electri- schen stroom erkent de gemeente dat recht ook al eenigszins. De overige punten wil spreker laten rusten. Hij wil, omdat het zoo moeilijk is, geen bepaalde scha devergoeding voorstellen, maar Burgemeester en Wethouders machtigen te trachten in overleg met adressant tot eene overeenkomst te geraken. Nog liever had spreker evenwel gezien dat adres sant gebruik had gemaakt van het scheidsgerecht gekozen uit den Raad van arbitrage voor het bouw bedrijf in Nederland, waartoe een besteksbepaling hem liet recht toe gaf. De heer Beekhuis wijst erop dat het niet onmo gelijk is dat Burgemeester en Wethouders beïn vloed zijn door het rapport van den Directeur der Gemeentewerken. Hem treft in dat rapport eene zinsnede, die z.i. onjuist is. Men leest daar dat de Directeur had kunnen adviseeren den aannemer af te wijzen met bet oog op het artikel dat slaat op extra werk. Men had dan ook kunnen zeggen: met het bestek in de hand heb je niets te reclameeren. Spreker is van oordeel dat dit volkomen onjuist is. Wat hier bedoeld wordt is geen extra werk in den zin van het bestek, noch in dien van het Burgerlijk Wetboek. Er is nauwkeurig omschreven wat den aannemer als extra werk zal worden opgedragen. Wanneer nu door een tegenvaller, die de aannemer niet kon voorzien extra moeilijkheden ontstaan, kan dat niet worden beschouwd als extra werk en valt dat niet onder het bestek. Spreker zal dan ook meegaan met het denkbeeld van den heer Fransen, dat Burgemeester en Wethouders deze zaak weer tot zich zullen nemen om haar nader na te gaan, om dat het college door het rapport van den Directeur der Gemeentewerken kan zijn beïnvloed. De Voorzitter is door de beide sprekers niet be keerd. Op één punt echter kan hij den heer Fran sen niet antwoorden, n.l. hij weet niet of op het oogenblik, dat de besteding plaats had, de lekkage der riolen in de Centrale aan Gemeentewerken be kend was. Als het waar is had die dienst erop moeten wij zen. Spreker komt nu tot de zaak zelf. Spreker gelooft dat de heer Fransen zich zelf tegenspreekt. Hij zegt toch dat Burgemeester en Wethouders zich aan het bestek houden, maar er kent tevens dat zij den aannemer eene aanzienlijke tegemoetkoming hebben gedaan, door hem voor 227.electrischen stroom cadeau te geven en door geen rekening te houden met den tijd gedu rende welken de opzichter Carpay met het toezicht is belast geweest. Den heer Beekhuis geeft spreker toe dat de door hem genoemde uitdrukking voorkomt in den brief van den Directeur der Gemeentewerken. Toen tegemoetkoming is gevraagd in de kosten van den electrischen stroom is er gezegd: het droogmaken is geen extra werk, maar een tegen valler en Burgemeester en Wethouders hebben daarom dan ook goedgevonden den stroom gratis te verstrekken. In de praktijk heeft de Directeur der Gemeentewerken zelf onderscheid gemaakt tusschen extra werk en tegenvallers. Door de zin snede in den brief is misschien de indruk gewekt dat zulks niet het geval is. Wat het afhakken der riolen betreft, spreker is van oordeel dat dit, als de aannemer meende dat hij dit volgens het bestek niet had behoeven te doen, had moeten worden opgegeven als meerder werk. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. 137 De riolen echter zijn volgens de verzekering van den Directeur der Gemeentewerken geleverd zoo als dat moest en de aannemer heeft dat afhakken niet als meerder werk opgegeven. Ook de opzichter beschouwt den langen duur van het werk als te zijn veroorzaakt door de wijze waar op de bassins zijn gegraven. Spreker meent dat aan de kosten door de lek kage der riolen veroorzaakt voldoende is tegemoet gekomen door het gratis verstrekken van electri schen stroom. De heer Beekhuis is het niet geheel met den Voorzitter eens wat betreft diens interpretatie van het afhakken der riolen. Dat is geen extra werk. De aannemer moest de buizen in elkander maken en had erop gerekend dat zij voldoende zouden pas sen. Dit was niet het geval en het is daarom als een tegenvaller te beschouwen. Extra werk is werk dat buiten het bestek om aan den aannemer wordt opgedragen. Het te pas maken der riolen heeft wel extra moeilijkheden opgele verd, maar is geen extra werk. Dat is een tegenval ler waarover gesproken kan worden of liet billijk is daarvoor schadeloosstelling te geven. De heer Fransen heeft den Voorzitter liooren zeggen dat hij niet wist of de lekkage der riolen in de Centrale bij gemeentewerken bekend was. De opzichter heeft zulks in een rapport verklaard welk rapport door den Directeur der Gemeente werken is geteekend. Toen de turbogenerator werd gemaakt wist men dat het riool in de Centrale lek was en toen dit riool gegraven werd, vloeide al het water in deze fundeeringsput. Of men nu met die lekkage bij gemeentewerken bekend was? De op zichter wist het zeker. Wanneer er werk gebeurt dat niet tot de ver plichtingen van den aannemer behoort, moet de' besteder dat betalen. De door de gemeente gelever de riolen moesten passen en het moest niet noodig geweest zijn die te pas te hakken. Omdat ze niet zuiver vlak waren moesten ze afgehakt worden en dat behoort niet tot het waterdicht maken. Het is toch mogelijk dat er op zoo manier iemand een goedkoop rommeltje koopt en denkt, dat kan wel. De aannemer zou daarvan de dupe worden. De Voorzitter heeft gezegd dat de aannemer zijn recht heeft prijs gegeven door niet direct opgave te doen van dat, volgens den aannemer, meerdere werk. In de bestekken komt meestal de bepaling voor dat de aannemer alleen betaling krijgt voor werk dat niet tot zijne verplichtingen behoort, in dien hem dit schriftelijk is opgedragen. Van de .1000 keer echter wordt dit misschien één keer ge daan. Spreker zelf heeft nimmer eene dergelijke schriftelijke lastgeving ontvangen en is het hem n m a a 1 overgekomen dat op grond van gemis van dat bewijs, de betaling van meerder werk is geweigerd; en het recht op betaling mag een aan nemer niet worden ontzegd als hij zoo iets heeft vergeten te vragen of hem geen opdracht is gege ven; en de verplichting tot betaling houdt niet op als de aannemer niet elke besteksbepaling precies nakomt of door de directie niet wordt nagekomen. Spreker geeft nogmaals in overweging, te trachten een vergelijk te treffen. De heer Hiemstra is van oordeel dat de man van de praktijk dien van de theorie heeft verslagen. De man van de theorie, de jurist, zegt dat het af hakken der riolen geen extra werk is, de man van de praktijk dien van de theorie heeft verslagen, ker meent dat het in orde maken van iets dat niet kan worden voorzien dat moest gebeuren, wel extra werk is. Als er b.v. is afgesproken dat er zal worden ge leverd geschaafd hout en er wordt ongeschaafd aangevoerd is dit schaven extra werk en dit is nu ook het geval met het afhakken der riolen. De heer Tijsma heeft den heer Hiemstra hooren beweren, dat de man van de praktijk dien van de theorie heeft verslagen. Dat is nu gemakkelijker te beweren dan te bewijzen. Volgens de wettelijke be palingen moet een opdracht schriftelijk geschieden. Hier zijn nu dingen gebeurd, welke niet in het be stek staan. Nu is het niet fair om te zeggen: de aan nemer had anders moeten handelen, daar hij dat werk op zijn weekstaat had moeten zetten. Een be roep op eene dergelijke nalatigheid wordt nooit ge acht fair te zijn. Door eene ongelukkige wetsbepa ling wordt de aannemer de dupe. Van de 1000 ge vallen, waarin de aannemer geen schriftelijk bewijs heeft, wordt in geen 10 door de arbiters daarop een beroep gedaan. Die kwestie kan dan ook gerust worden uitgeschakeld. Ook spreker vindt het moeilijk om uit te maken hoe hier moet worden gehandeld. Den Raad is nu pas uitgelegd hoe de vork in de steel zit. Spreker wil deze zaak daarom dan ook aanhouden om in eene volgende vergadering eene beslissing te ne men. De Raad beeft dan den tijd om te overwegen wat billijk is en wat met het oog daarop dient te geschieden. De Voorzitter heeft, hoewel hem deze zaak ge heel duidelijk is, geen bezwaar haar aan te houden. De heer Fransen heeft verondersteld dat de ge meente, die de riolen geleverd heeft, een rommeltje heeft geleverd. De riolen waren goed. Zij waren, dit verklaart spreker op gezag van den Directeur der Gemeentewerken, zooals het behoort. Spreker is van oordeel dat de heeren te licht vaardig met de besteksbepalingen omspringen. De heer Fransen heeft gezegd dat het van de duizend keer 1 maal gebeurt dat meerder werk wordt opgegeven. Hij neemt dit zoo maar niet aan. De lieer Tijsma heeft gezegd dat het niet fair is zich op dat niet opgeven te beroepen, als men weet dat het werk is gebeurd. De bepaling echter, dat zulk werk direct moet worden opgegeven heeft een logischen zin. Als het toch niet dadelijk wordt op gegeven is het dikwijls niet meer uit te maken of het wel is gebeurd. Zoo in dit geval met de riolen. De Raad moet zeggen: als ik van dergelijke bepa lingen afwijk, is het beter ze niet te maken. De aannemer bewijst al reeds de zwakheid van zijn standpunt, door vergoeding te vragen voor iets dat hij volgens het bestek moest doen. Hij vraagt vergoeding voor portland cement, gebruikt bij het dichtmaken der riolen. In het bestek nu staat dat hij de buizen moet verbinden en volkomen waterdicht opleveren. Hij moet ze door een dikke portland- eementpap goed sluitend maken. Dat is nu toch zeker duidelijk genoeg? Toch vraagt de aannemer vergoeding voor de portland-cement. Spreker blijft erbij dat bij het afhakken direct had moeten op geven. De heer Berghuis wil de behandeling graag aan houden. Hij kan nu niet met Burgemeester en Wet houders meegaan. Gaarne zou hij dan zien dat Bur gemeester en Wethouders onderzochten of de lek kage der riolen in de Centrale aan Gemeentewer ken bekend was en of er passende riolen zyn ge leverd. De Voorzitter heeft tegen aanhouding geen be zwaar. Met algemeene stemmen wordt besloten de be handeling aan te houden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 4