142 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915.
dat een architect 200 maal een dergelijke teekening
maakt tegen hij éénmaal. Hij heeft ervaring van
scholen-bouw, wegen-aanleg, rioleering, en zooveel
meer, maar behoeft toch geen verstand te hebben
van het maken van een gevel voor een gebouw als
dit. Als er nu een blaam was geworpen op het per
soneel van Gemeentewerken, zou de Directeur dit
in de eerste plaats wel hebben gevoeld. De oorzaak
van de verhoogde credietaanvraag zit niet alleen
in de kosten van den gevel. Er is een andere tegen
valler. De gesteldheid van den bodem toch is afge
vallen. Men had zich eene eenvoudige fundeering
gedacht, maar dat kan niet.
Als die tegenvaller met de fundeering niet was
gekomen, hadden Burgemeester en Wethouders
idet, bij den Baad behoeven te komen. Waar echter
de begrooting nog al krap was genomen kon die
niets meer dragen. Wat nu het bedrag, voor den
architect uitgetrokken, betreft, dat is vooraf bespro
ken. Een architect krijgt, meent spreker, 5.8% van
de bouwkosten. Voor den gevel alleen rekende de
architect, zooals bij in een volkomen gelijk geval
in Schiedam had gedaan, de helft of 2.9%. Spreker
heeft daarover ten overvloede nog het oordeel van
een anderen architect gevraagd en deze vond liet
tarief billijk.
De heer H. P. de Haan heeft bezwaar tegen den
ouden gevel. Spreker meent dat dit een kwestie is
van smaak. Er moet ook op de omgeving worden
gelet. De Inspecteur voor het Woningtoezicht heeft
gezegd dat het zeer moeilijk was een geheel mo
dern gebouw te ontwerpen, dat hier past. Bij het
plan, dat is zijne meening, past de nu ontworpen
gevel het best. De heer de Haan moet nu niet zeg
gen dat hij niet meer geld wil uitgeven, omdat het
een oude gevel wordt. Als er een nieuwe voor wordt
gezet zal het nog meer kosten. De meerdere kosten
evenwel zijn niet speciaal door den gevel veroor
zaakt.
De heele zaak is deze. Er is machtiging gevraagd
aan den Raad om een uitgaaf te doen van 31000.-.
Zou hij nu die machtiging, welke gegeven is, heb
ben geweigerd als er 33700.was gevraagd?
Spreker gelooft dit niet. Het is een voordeelige
zaak voor de gemeente. Het Rijk geeft een behoor
lijke huur en er komt een behoorlijk gebouw. De
gemeente is met deze zaak gediend en als de Raad
nu de gevraagde machtiging niet geeft, onstaat er
een ongewenscht oponthoud. De zaak is al ver
traagd en het zal al een groote toer zijn het gebouw
gereed te krijgen op het oogenblik dat registratie
haar gebouw moet verlaten. Het is dus van veel
belang aan te pakken. Ieder uur moet als het ware
benut worden en de brief voor den Minister ligt
reeds op verzending te wachten. Spreker geeft den
Raad dan ook ernstig in overweging het crediet toe
te staan.
De heer Koopmans vindt den gevel zeer mooi en
zeer passend in de omgeving. Zijn de financien
geen bezwaar voor de gemeente? Het Rijk geeft
toch bouwkosten en aflossing?
De Voorzitter: „tot een maximum van
31.000.—".
De heer Koopmans vindt dat de rest een betrek
kelijk klein bedrag is.
De heer Fransen heeft den Voorzitter hooren
zeggen dat hij spreker naar den bekenden
weg heeft gevraagd. Dat is misschien wel zoo, maar
spreker heeft gemeend deze kwestie in openbare
vergadering te moeten bespreken. Het is hem nu
gebleken dat zijne veronderstelling juist is geweest
dat de schoönheidscommisie het plan van den Di
recteur der Gemeentewerken heeft afgekeurd. De
voorbeelden van het 2e Kamer-gebouw en het Stad
huis van Rotterdam komen niet op één lijn met dit
kantoorgebouw. Dat is geen vergelijking. Elke
bouwkundige in Leeuwarden had dit ontwerp wel
kunnen maken. Het personeel van gemeentewerken
bezit die capaciteiten ook wel en door deze manier
van handelen heeft men van wege Burgemeester
en Wethouders dat personeel feitelijk een brevet
van onbekwaamheid gegeven.
Spreker blijft erbij dat 100Ü.voor het maken
dezer teekening abnormaal hoog is waar voor het
geheele gebouw niet meer dan 1500.zou kun
nen worden berekend, voor alles wat er aan te doen
valt. Spreker kan zich dan ook niet met het voor
stel vereenigen, hoewel hem dit voor de zaak zelf
spijt.
De Voorzitter wijst erop dat de heer Fransen niet
veel nieuws te berde heeft gebracht. Hij blijft het
standpunt innemen dat dergelijk werk door het
personeel van gemeentewerken moet gebeuren.
Spreker herhaalt dat door het Rijk herhaalde
malen, als er speciale redenen voor zijn, zoo wordt
gehandeld, en niet alleen bij groote bouwwerken,
want deze zelfde architect heeft, voor het Rijk een
postkantoortje in Zeist gebouwd. Wanneer de op
vatting van den heer Fransen juist was dat door
deze manier van handelen het personeel van ge
meentewerken een slag in het aangezicht had ge
kregen, zou de Directeur dat wel hebben gezegd.
Deze heeft echter zelf toegegeven dat hij van dit
werk de ervaring, die een architect heeft, niet bezit
en gezegd er zich bij te kunnen neerleggen dat het
opgedragen werd aan dezen architect.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 16 tegen 4 stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Vóór stemmen de heeren: Tiemersma, P. A. de
Haan, Hiemstra, Zandstra, Tulp, de Vos, Cohen,
Peletier, Tijsma, van Sloterdijek, Koopmans, Beek
huis, Haverschmidt, Attema, Komter en Vonck.
Tegen de heeren: Lautenbaeh, Fransen, Berg
huis en H. P. de Haan.
10'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om te
voorzien in de betrekking van geneesheer-directeur van
het stadsziekenhuis, vacature 1'. H. van Eden.
Dit voorstel luidt als volgt:
Nadat de oproeping was geplaatst voor Direc
teur van het Stadsziekenhuis, in verband met het
aan den heer P. H. v. Eden verleend eervol ont
slag, bereikte ons een mededeeling, die aanleiding-
was tot het plegen van nader overleg met het Dia-
conessenhuis en het St. Bonifacius-hospitaal. Had
den wij op grond van vroegere pogingen een, of
ficieel, in 19Ü3 en daarna verscheidene ondershands
niet de verwachting dat deze vereenigingen ge
negen zouden zijn met de gemeente een overeen
komst aan te gaan betreffende het verplegen van
de patiënten, die thans in het Stadsziekenhuis wor
den opgenomen, thans achtten wij het wenschelijk
zulk een poging wederom te doen. De groote voor-
deelen, die een zoodanige oplossing zou bieden, lig
gen voor de hand. Besprekingen met afgevaardig
den van de besturen van beide lichamen hadden
plaats, dezen voerden ook onderling een bespre
king, maar ook ditmaal bleken bij genoemde bestu
ren overwegende bezwaren te bestaan tegen de
dezerzijds gewenschte samenwerking. Verwezen
wordt naar de hierbij overgelegde brieven.
Thans rust, op ons dus de taak in het directeur
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1915. 143
schap van het Ziekenhuis te voorzien. Op grond
evenwel van een toezegging, eenigen tijd geleden
m den Raad gedaan, willen wij, alvorens wellicht
vergeefsche moeite te doen, den Raad de gelegen
heid geven zich over de al dan niet vervulling uit
te spreken.
Over de wenschelijkheid der vervulling bestaat
bij ons, evenmin als bij de commissie van beheer
over het Stadsziekenhuis, ook maar de geringste
twijfel. De in het Ziekenhuis opgenomen zieken
behooren grootendeels tot de laagste klasse der
maatschappij. De ruimte is beperkt, waardoor geen
splitsing naar gelang van den aard der ziekte kan
plaats hebben. Dat desniettemin de verpleging
goed is en nooit klachten worden vernomen, is te
danken aan de uitstekende leiding, mede van de
Directrice. Maar die leiding kan dan ook volstrekt
niet worden ontbeerd. Wanneer niet één persoon
verantwoordelijk is voor den geregelden gang van
zaken en de bevoegdheid heeft de maatregelen te
treffen die hij noodig acht, zal de orde, die daar
thans heerscht, onvermijdelijk plaats maken voor
de grootst mogelijke wanorde en een voortdurende
wrijving tusschen de verschillende personen, die
daar dan gezag zouden uitoefenen. In groote in
richtingen, waar de patiënten over veel kamers
kunnen worden verdeeld, moge een geneesheer
directeur kunnen worden ontbeerd in het alge
meen wordt dit ontkend en ook het bestuur van
het diaconessenhuis hier spreekt van de wensche
lijkheid van een geneesheer-directeur waar veel
patiënten, uit de laagste standen, in een betrekke
lijk kleine ruimte moeten worden verpleegd, is de
leiding van dien ambtenaar te eenenmale onmis
baar.
In het belang van het Stadsziekenhuis derhalve
met den meesten nadruk op behoud van liet direc
teurschap meenende te moeten aandringen en, be
houdens een uitspraak van den Raad in anderen
zin, aannemende dat zulks het gevoelen van Uwen
Raad is, stellen wij U voor bovenstaande mededee-
lingen voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Vonck wil gaarne gebruik maken van
de aangeboden gelegenheid om over deze zaak van
gedachten te wisselen, omdat hij niet geheel ac-
coord gaat met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders. Spreker meent dat de wijze, waarop
het voorstel aannemelijk wordt gemaakt wel
eenigszins overdreven is. Als men toch leest dat,
zoodra er geen geneesheer-directeur is, de boel in
het honderd loopt, en de orde, die thans heerscht
onvermjjdeljjk moet plaats maken voor de grootst
mogelijke wanorde, moet men erkennen, dat hierin
overdrijving schuilt. Er is geen rekening gehouden
met de directrice, op wier schouders toch geduren
de 24 uren van het etmaal de plicht rust de orde
te handhaven. Spreker weet wel dat door Burge
meester en Wethouders absoluut niet wordt be
doeld, dat werk lager te schatten en hij gelooft ook
wel, dat de directrice zelf, deze zinsnede lezende,
daarover niet verbitterd zal zijn, want ook zij weet
wel dat die voorstelling alleen dient om de nood
zakelijkheid van een geneesheer-directeur aan te
toonen. Spreker denkt anders over deze zaak en hij
doet dit o]) grond van ervaringen opgedaan als as
sistent in het Binnengasthuis te Amsterdam. Ook
daar wordt Jan en Alleman verpleegd en spreker
heeft nooit iets gemerkt van dingen, die niet te pas
kwamen. Spreker weet welke geest in liet zieken
huis heerscht; een wenseh der directrice geldt als
een bevel en het respect voor haar is voldoende om
de orde te handhaven.
Toch, meent spreker, is er in de overdrijving
van Burgemeester en Wethouders een sprankje
waarheid. Het is een feit, dat men de verschillende
ziekenhuizen niet over denzelfden kam kan sche
ren. Als aan het hoofd van een ziekenhuis voor par
ticuliere betalende patiënten eenvoudig eene direc
trice staat, zal de zaak glad verloopen; in een zie
kenhuis als het onze komen echter elementen voor,
die wel eens goed op hun nummer gezet mogen
worden en daarom is het gewenscht een ambtenaar
te hebben, die met een zekere macht is bekleed.
Spreker wil echter geen geneesheer-directeur, om
dat aan de benoeming van een dergelijk ambtenaar
twee dingen zijn verbonden, die hij niet kan goed
keuren. Ten eerste, dat. de benoeming voor een
groot aantal jaren geschiedt en spreker eene rege
ling zou wenschen, waarbij de stadsartsen elkaar
om het jaar aflosten. Eene benoeming voor een groot
aantal jaren zou dus niet in sprekers kraam te pas
komen. Het tweede bezwaar is voor spreker, dat de
geneesheer-directeur alle patiënten behandelt, ter
wijl spreker iedere stadsarts zijn eigen patiënten
wil laten behandelen. Voor den eerstaanwezenden
medicus zijn dan de patiënten die hij zelf heeft en
die door administratiën en particulieren naar het
ziekenhuis worden gezonden. Deze twee omstan
digheden vormen voor spreker een bezwaar mede
te werken tot de benoeming van een geneesheer-di
recteur. Zooals spreker zich de zaak voorstelt, ont
staat er een toestand, veel gelijkende op den tegen-
woordigen, met vereenvoudiging van het werk.
De toestand zal van zelf leiden tot eene lagere sala-
rieëring. Spreker stelt zich voor, dat de eerstaan
wezende geneesheer met eene toelage van 500.
boven zijn salaris uitstekend tevreden zal zijn, te
meer, omdat hij in het jaar, dat hij eerstaanwezend
is, ook zal moeten worden belast met de keuring
der aanstaande ambtenaren. De drie stads-artsen
worden door deze regeling volkomen op één lijn
gesteld en dit kan te eerder, omdat er tegenwoor
dig aan den eerstaanwezenden arts niet zulke
hooge eischen behoeven te worden gesteld. In de
laatste 12 a 15 jaren toch zijn er groote wijzigingen
gekomen in het verschaffen van hulp aan de pa
tiënten. Het specialiteitenwezen heeft zich zoo ont
wikkeld, dat men zich voor het ziekenhuis daaraan
niet kan onttrekken. Ook daar zullen specialisten
moeten kunnen worden geroepen. Voor geneesheer-
directeur is het dan ook niet noodig iemand te heb
ben, die in de verschillende deelen van het vak als
het ware doorkneed is. Spreker wil het hier voor-
loopig bij laten en de verschillende bezwaren, die
geopperd zullen worden, straks gaarne beant
woorden.
De heer Hiemstra zal gaarne het denkbeeld van
den heer Vonck steunen, maar zal het van het ant
woord van den voorzitter laten afhangen of hij over
deze zaak ook nog het woord zal voeren.
De Voorziter zegt, dat de heer Vonck de kwestie
der specialiteiten heeft aangeroerd. Burgemeester
en Wethouders stellen zich niet voor, dat een spe
cialiteit zal worden benoemd tot geneesheer-direc
teur. Wel zullen er specialiteiten geroepen kunnen
worden om hunne diensten te bewijzen en er wordt
eene regeling ontworpen, waarbij de diensten der
specialiteiten zullen worden betaald. Tot nu toe
waren dit liefdediensten. Deze kwestie evenwel
staat absoluut buiten de kwestie van de benoeming
van een geneesheer-directeur.
Men mag er nu alle theorie bij halen, spreker, die
alle maanden eens in het ziekenhuis komt, durft de
verzekering geven, dat als in zoo'n betrekkelijk
klein gebouw drie doktoren het te zeggen krijgen,
de orde wel gehandhaafd zal worden, maar dat er
ruzie zal ontstaan. De eene toch wil voor zijn pa-
■Hl
i
v"'