148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1915.
Zij hebben zich nu kunnen voorbereiden. Door den
Voorzitter is in die vergadering gezegd dat verla
ging van het maximum weinig beteekent, omdat
het aantal vergunningen nog zooveel hooger is dan
het wetteljjk maximum en dat dit maximum in den
eersten tijd daarom toch niet is te bereiken. Bij na
dere lezing is spreker tot een ander inzicht geko
men en heeft hij eene andere conclusie getrokken
dan de Voorzitter in de vorige vergadering heeft
gedaan. In 1914 waren er 125 vergunningen, in 1911,
151. Dat is eene verlaging van 26 in drie jaar. Nu is
het maximum 97. Het verschil is nu niet zoo groot
dat er best kans bestaat het wettelijk maximum in
de eerste 5 jaren te bereiken. Dan zal de verlaging
stop gezet kunnen worden en dit acht spreker niet
wensehelijk. Hij acht verlaging van het aantal ver
gunningen wenschelijk, omdat de vergunningen de
drinkgewoonte en het misbruik van sterken drank
in de hand werken. Waar nu de Voorzitter van den
Raad het afwijzend voorstel motiveerde met, het
oog op het feit dat het wettelijk maximum in de
eerste 5 jaar niet zal worden bereikt, maar uit de
c-yfers blijkt dat de kans daarop wel groot is, meent
spreker dat er alle reden is het verzoek in te wil
ligen en het maximum op 70 te stellen. Spreker
hoopt dat de Raad, waar de volkswil hier zoo sterk
heeft gesproken, het verzoek zal inwilligen.
De heer H. P. de Haan doet opmerken, dat er bij
het adres een nota is gevoegd. Die nota is niet on
derteekend, maar spreker vermoedt dat ze van
Burgemeester en Wethouders zal zijn. Uit die nota
blijkt, dat het wettelijk maximum 97 is. Burgemees
ter en Wethouders zeggen dat dit maximum op 31
December 1919, bij eene op dezelfde wijze voort
gaande bevolkingstoename, 102 zal zijn. Wij heb
ben daarmee evenwel geen rekening te houden, wel
met den toestand een jaar later. Spreker is over
tuigd dat het maximum in 1920, naar 1 op 400 in
woners, 10 4 zal bedragen. De toeneming der be
volking toch zal grooter worden, want waar de boe
renstand tegenwoordig veel geld verdient zullen
velen, wier hoogste ideaal het is in Leeuwarden te
wonen, zich hier vestigen.
De vermindering van het aantal vergunningen
hangt af van twee factoren: intrekking en uitster
ving. Daardoor zijn er sedert 1905 verdwenen 123
waartegenover 73 nieuwe werden verleend. De ge
middelde daling is per jaar 5. Waar er nu 124 zijn
is het vrjj zeker dat liet aantal na 5 jaar gedaald
zal zijn tot 99. Spreker kan niet aannemen dat er
geen gebruik van zal worden gemaakt om vergun
ning te vragen. Als dan de lokalen aan de bij de wet
getelde eischen voldoen, zijn Burgemeester en Wet
houders verplicht de gevraagde vergunningen ten
getale van 5 (10499) te verleenen. Burgemeester
en Wethouders zeggen dat er geen reden is om het,
maximum te verlagen. Waar wij echter gebonden
zijn aan den vijfjarigen termijn, is het urgent om nu
reeds maatregelen voor de toekomst te nemen. Nie
mand wordt daardoor schade berokkend. Alleen
wordt aan hen, die de verwachting koesteren bin
nen 5 jaar eene vergunning te kunnen krijgen, eene
illusie ontnomen.
Onlangs is er bij den Burgemeester een adres in
gekomen van 5000 vrouwen uit Leeuwarden boven
de 23 jaar om gedurende de kermis het sluitingsuur
niet later te stellen dan anders. Burgemeester en
Wethouders hebben gezegd dit verzoek niet te kun
nen inwilligen, omdat daardoor belangen zouden
worden geschaad. Wanneer nu gevraagd wordt om
het maximum te verlagen, wordt niemand schade
.berokkend en voor de toekomst een heilzaam werk
gedaan. Men moet niet vergeten, dat meer en meer
het besef levendig wordt, dat door de overheid veel
kan en dus moet worden gedaan tot verbetering
van verschillende toestanden, dat de verheffing
van de menschheid kan worden bevorderd door tal
van maatregelen. Men denke hierbij, b.v. aan de of
fers, die gevorderd worden voor de uitvoering van
de Woningwet. Als wij kunnen, moeten wij dan ook
de pogingen der vereenigingen voor drankbestrij
ding steunen, door in die richting te werken.
In 1881 is het aantal vergunningen bepaald op 1
op de 400 mannen, vrouwen en kinderen. Waar er
nu zooveel geheelonthouders zijn in deze gemeente
is 400 geen goede maatstaf meer en kan het aantal
vergunningen veel lager zijn. Spreker zou nu het
liefst willen, dat er een gunstig prae-advies door
Burgemeester en Wethouders kon worden uitge
bracht. De leden van den Raad hebben nu pas een
afschrift ontvangen van het adres van het Cen
traal Comité voor drankbestrijding te Leeuwarden.
Ook heeft dat Comité een 100-tal adressen verzon
den aan Kerkbesturen, diaconieën, enz. met ver
zoek om adhaesie te betuigen. Door vacantie echter
is daaraan waarschijnlijk nog geen gevolg gegeven,
en men had ook niet verwacht dat het adres zoo
spoedig zou worden behandeld. Waar nu ook Bur
gemeester en Wethouders daardoor en door het ge
sprokene tot een ander inzicht kunnen komen, zag
spreker nog gaarne prae-advies uitgebracht.
De Voorzitter gelooft niet dat deze zaak door
aanhouding zal worden benadeeld, hij stelt dus voor
de behandeling tot eene volgende vergadering te
verdagen.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom
stig besloten.
8. adres van het bestuur der afdeeling Leeu
warden van de federatie van provinciale bonden
van vergunninghouders in Nederland om de veror
dening op de heffing van het recht wegens vergun
ning tot verkoop van sterken drank in het klein
(gemeenteblad 1905, no. 12) zoodanig te wijzigen,
dat voortaan voor elke 50.van de geschatte
huurwaarde van dranklokaliteiten slechts 7.50
behoeft te worden betaald.
9. schrijven van Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie, waarbij den Raad wordt verzocht zijne ziens
wijze te doen kennen omtrent een brief van den
Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, d.d.
12 Juli 1915, no. 106/3, afdeeling IY en een schrij
ven van de Nederlandsche tramweg-maatschappij
van 11 Juni 1.1. no. 2794/76/3, beide betreffende de
spoorwegverbinding van Suameer over Quatre-
bras naar Leeuwarden.
10. nota van het raadslid dr. A. Vonek omtrent
de reorganisatie van den gemeentelijken genees
kundigen dienst alhier.
De stukken 810 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
11. voorstel van Burgemeester en Wethouders
met advies van de commissie voor de openbare wer
ken tot aankoop van een plek grond naast het reeds
aangekochte terrein voor de stichting van een
schoolgebouw- voor openbaar lager onderwijs aan
den weg Achter de Hoven.
Wordt voorgesteld dit voorstel dadelijk te be
handelen.
De heer Sehoondermark (wethouder) zegt dat het
den Raad bekend is, dat Achter de Hoven grond is
aangekocht voor schoolbouw. De directeur der Ge
meentewerken was, in overleg met de bouw- en de
schoolcommissie zoover gereed, dat het plan heden
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1915. 149
had kunnen worden aangebracht.
De districts-schoolopziener evenwel had veel be-
zwaren tegen het plan, zooals het was aangeboden.
Hij heeft op wettelijke bezwaren gewezen, en zich
tevens de vrijheid veroorloofd billijke wenschen te
uiten. Daaraan kon worden voldaan door het ge-
heele plan om te werken. Het is gebleken, dat dit,
volgens den Directeur der Gemeentewerken,
ÏÜÜOU.— zou moeten kosten. Evenwel kan ook aan
de wenschen van den districts-schoolopziener wor
den tegemoet gekomen door aankoop van een stuk
land. Hij zou toch gaarne zien dat de meeste lokalen
aan de Oostzijde komen, ten einde veel zon in de lo
kalen te krijgen, waardoor een goede hygiënische
toestand wordt bevorderd. Burgemeester en Wet
houders hebben overwogen om aan de uitgesproken
wenschen te voldoen en spreker, aan wien tijdelijk
de portefeuille van Openbare Werken is opgedra
gen, heeft eene spoedeischende vergadering met
die commissie belegd.
Tot zijn sprekers leedwezen echter waren
maar 2 leden opgekomen. De commissie evenwel
heeft het rapport uitgebracht, dat in portefeuille
no. 1 heeft gelegen. De zaak kan in openbare ver
gadering worden behandeld, omdat de gemeente het
stuk in handen heeft. Het zal 4700.— kosten. De
vrijkomende grond heeft naar berekening van den
Directeur der Gemeentewerken zooveel waarde, dat
de bouwkosten der school slechts =fc 1000.hoo
ger worden. De commissie van Openbare Werken
heeft zelfs gezegd dat het niet onzeker is dat de
bouwkosten lager worden als op liet denkbeeld van
den districts-schoolopziener wordt ingegaan.
Het voorstel is nu om het stuk land, ten noorden
van het gemeenteterrein liggend, te koopen voor
5.25 per M2. De Commissie, en ook Burgemeester
en Wethouders hebben al getracht een ten Zuiden
gelegen stuk te koopen, omdat men meende dat dit
goedkooper was. Daarvoor echter werd 5.per
AU. gevraagd, terwijl Burgemeester en Wethouders
van oordeel waren dat 2.voldoende is. Dit ter
rein kost met inbegrip der rioleering 4798.
De heer Haverschmidt meent uit het gesprokene
door den wethouder op te maken dat het plan be
staat het ontwerp van den schoolopziener uit te voe
ren, maar ook dit plan is niet in allen deele juist.
Het hoofd krijgt een vertrek op de verdieping en
men heeft onlangs juist een ruim leslokaal aan de
Keizersgracht opgeofferd om het hoofd een kamer
gelijkvloers te geven met gezicht op den ingang,
hoewel boven een geschikt vertrek beschikbaar
was. Spreker acht beter dat de directeur een nieuw
ontwerp maakt met in achtneming van de opmer
kingen van den schoolopziener.
Ook vraagt spreker of men met den naastleger
tot overeenstemming is gekomen omtrent de dem
ping van slooten.
De heer H. P. de Haan wil even een vraag stellen.
Spreker heeft den geachten wethouder, fungeerend
voorzitter van openbare werken, liooren zeggen,
dat er aan het bureau der Gemeentewerken een
schoolgebouw is ontworpen, dat niet aan de wette
lijke eischen voldoet. Zijn nu vraagt spreker
die eischen verouderd of heeft men bij Gemeente
werken zoo weinig ervaring op het gebied van
schoolbouw?
De heer Zandstra zegt dat Burgemeester en Wet
houders aanvragen om een stuk grond te koopen.
Er wordt nu echter al gesproken over den school
bouw. Het komt spreker niet wenschelijk voor nu
reeds over de inrichting te redeneeren. Dat kan la
ter, als wij de teekening voor ons hebben beter ge
beuren.
Het heeft spreker bevreemd, dat de districts
schoolopziener gewezen heeft op verzuimen ten op
zichte van de wettelijke voorschriften voor school
bouw. Spreker kan zich nu niet begrijpen, dat de
Directeur der Gemeentewerken den Raad een plan
voor een school aanbiedt, dat met de wettelijke
voorschriften in strijd is. Over den bouw zelf zal
spreker niet redeneeren. Wanneer echter de aan
koop van den grond noodig is voor eene betere in
richting der school, heeft spreker geen bezwaar.
De heer Sehoondermark (wethouder) kan in het
algemeen wel meegaan met het door den heer Zand
stra gesprokene. Wat betreft de kamer voor het
hoofd der school wenscht spreker deze opmerking
te maken. De districts-schoolopziener heeft voor het
hoofd een vertrek boven geprojecteerd, maar er
de opmerking aan toegevoegd dat dit van onderge
schikt. belang is en men het zelf moet weten. Het is
dan ook niet goed te zeggen dat de districts-school
opziener de kamer voor het hoofd boven wil hebben.
Met den heer Zandstra js spreker het eens dat de
kwestie niet over den bouw loopt. Burgemeester en
Wethouders moeten met een plan bij den Raad ko
men. Zij hebben ervaring opgedaan en door erva
ring wordt men wijs.
Of er nu wettelijke fouten in het plan voorkomen
en of de Directeur der Gemeentewerken niet op de
hoogte is, is door enkele leden gevraagd. Spreker
antwoordt daarop, dat er fouten in het plan voor
komen, maar dat het moeilijk is uit te maken wie in
deze daaraan schuldig is. De opzet der school is
toch gemaakt door de Commissie voor de Openbare
Werken
De heer Beekhuis: „en door de onderwijs-com-
missie".
De heer Sehoondermark (wethouder)„de Wet-
„houder van Onderwijs heeft per gratie Gods die
„vergadering kunnen bijwonen. Hij kon na bespre-
„king echter weer vertrekken en toen hebben de
„heeren gezegd: wij doen toch wat wij 't best vin-
„den". Spreker is evenwel van oordeel dat de Raad
afdwaalt. Hij moet zich houden aan het voorstel
tot aankoop van het stuk grond.
De heer Haverschmidt ontving nog geen ant
woord over de demping van slooten. De bouwveror
dening is op dat punt niet gemakkelijk. Wordt men
het met de naastleger niet eens dan kan de Raad
ontheffing verleenen maar is het verboden op een
afstand van 25 Meter uit die slooten gebouwen te
stichten en in dat geval is het de vraag of het ter
rein ons kan dienen.
De heer Sehoondermark (wethouder) wijst erop
dat de bedoelde sloot ligt tusschen het gemeente
eigendom en het aan te koopen stuk grond. Er is
derhalve geen gevaar. Het land is te koop voor
5.25 per M2. als de gemeente zelf de sloot dempt,
voor 5.50 als de tegenwoordige eigenaar dit doet.
De sloot behoort voor de helft aan de gemeente en
voor de helft aan Bos.
De heer Haverschmidt hoopt dat de wethouder
zich niet vergist. Spreker meent dat er ook slooten
zijn aan de Zuid- en deOostzijde maar bij de stukken
lag geen kaart en spreker kan het dus niet contrö-
leeren.
De heer Sehoondermark (wethouder)„de sloot
„aan de Zuidzijde hebben wij heelemaal niet noo
dig".
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.