208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1915.
anders zijn en het wordt daarom niet gewenscht ge
acht de toekomstige bestuurders aan een jaren te
voren genomen beslissing te hinden. Hetgeen ver
langd wordt dient de werkelijkheid zoo dicht moge
lijk nabij te komen. Een abnormaal laag cijfer heeft
hier geen enkel nut, terwijl telkens om de 5 jaren
-c
s
^3
o
o
O
3
S5 S
f 3
S
0^
Si
O?}
X C
E S
c
C T
o ;H
"ö3 °-
O E
O
<D
<1
QiD
h
T3
P5
H
ifi i- O H 'M :o o c-
X X X J5 Oi Oi Ol O OS
LO h- X C5
O O O O O
OS C5 Ci G5 G5
0 t-h
tH rH
01 Oi
(M CO
r—i -rH rH
J5 J5 Oi
OnXW^OlXOiOi^
lO CD l- X 05 O
O O O O O
P Oi Ci P CJ5 P
Q
CO -f cO
H H H
Q C5 Oi
O
co
H o l- (M O co
Oq <M H H H
t- X iC 'O CO X
CO
(M
t—
2
lO
0
01
X t- X O
O O O O
ai Oi oj
0
H
01
O
(X)
Q
H
CO
5
p
a
c3
H
P-
R O
CO
M
iO
S
p
PH
0
01
R R R R
R ;3 <D O
"2 H HH
^-5
Hi
HO
o gj
-+~ Oi
g Oi
H >H
s
SS
SS HO
11
H £5
SS
s> o
|s-S
O "i)
O Oö
f^o
«o
«S»3 -1S>
S«0
<S
O Q
i-
g
i
-U
cd a
3
<D c3
t3 P
O
o
3 S
Q
T3
C Z?
ei w
"S a,
^4 be
A<!
O
CU
T3
t— as o i 03 Ht iO
ai er. o o o o o
00 !M CO O H
Ti o o as
lO CO c- 00 O!
H H H H T-H
C5 Ci C5
O
CM
05 PD PD
O
O
O
O
O
O
O
CC
co
CO
cc
co
co
co
rH
H
r—i
CD
H
05
O
O
rH
H
<M
CC
co
T*
LC
t—
ao
Oi
O
H
rH
rH
TH
M
O*
Oi
O-
Oi
Oi
OS
OS
rH
rH
rH
rH
rH
rH
rH
de zaak onder de oogen kan worden gezien. Daarom
meenen Burgemeester en Wethouders dat voors
hands met een verlaging tot 90 genoegen moet wor
den genomen. In 1920 zal het dan weder tijd zijn om
te beoordeelen of de verlaging verder moet worden
doorgezet.
Zij raden U derhalve thans te besluiten:
I. Hare Majesteit de Koningin in overweging te
geven het maximum aantal vergunningen tot ver
koop van sterken drank in het klein voor deze ge
meente voor het vijfjarig tijdvak van 19161920
te verlagen tot 90;
II. het Centraal Comité voor Drankbestijding te
Leeuwarden te berichten dat op haar verzoek is ge
let;
III. de daaraan toegevoegde betuigingen van ad-
haesie en het adres van de afdeeling der Federatie
van provinciale bonden van vergunninghouders in
Nederland voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer de
Vos het volgend amendement is ingediend:
Ondergeteekende, van meening dat er alle aan
leiding bestaat een middenweg te bewandelen tus-
schen het verzoek van het Centraal Comité voor
Drankbestrijding en het voorstel van Burge
meester en Wethouders, stelt voor:
Hare Majesteit de Koningin in overweging te ge
ven het maximum-aantal vergunningen tot ver
koop van sterken drank in het klein voor deze ge
meente voor het vijfjarig tijdvak van 19161920
te verlagen tot 80.
De heer de Vos zegt ter toelichting, dat hij ge
meend heeft dat het bewandelen van den midden
weg in deze goed zou zijn. Spreker heeft gehoord
dat het Centraal Comité voor drankbestrijding zich
in enkele opzichten heeft vergist, tengevolge waar
van het getal 70 wat laag is. Burgemeester en Wet
houders hebben zich ook vergist, waardoor het ge
tal 90 feitelijk wat hoog is. Als nu het maximum
wordt voorgesteld op 80 zijn beide partijen bevre
digd.
Den heer van de Vall is het amendement-de Vos
sympathiek. Ook een paar andere raadsleden waren
voornemens hetzelfde amendement in te dienen.
Dit is nu echter overbodig. Spreker wil dit zeggen.
De stroom van adressen, welke zijn ingekomen naar
aanleiding van het adres van het Centraal Comité,
geeft de sympathie weer, welke in alle kringen der
bevolking wordt gevoeld voor de drankbestrijding.
Ook vroeger reeds besloot de Raad de alcoiiolbe-
strijding te steunen en hij heeft dat omgezet in een
daad door 200.subsidie te verleenen.
Nu vraagt het Centraal Comité een nog grooter
steun, door te vragen verlaging van het wettelijk
maximum te willen bevorderen.
Spreker geeft toe dat het Centraal Comité eene
vergissing lieeft begaan door de hotel- en societeit-
vergunningen mee te tellen, tengevolge waarvan
het aantal vergunningen 13 te hoog is opgegeven.
Het maximum, door Burgemeester en Wethouders
voorgesteld, is spreker te eng. Van zeer bevoegde
zijde toch is spreker medegedeeld, dat er onder de
124 vergunningen eenige zijn, waar getapt wordt,
hoewel dit niet mag. Nog onlangs is proces-verbaal
opgemaakt en de tapper gevonnisd. Als men die
vergunningen er nu bij rekent is een maximum van
90 te hoog. Hierbij komt dat de vergunninghouders
ouder worden en het afsterven kan daardoor vlug
ger gaan dan tot nu toe. Waar nu deze verschillen
de factoren aanwezig zijn, komt het spreker voor
dat het wenschelijk is het maximum op 80 te bren-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 October 1915. 209
gen. Burgemeester en Wethouders willen den toe-
komstigen gemeentewetgever niet te veel binden.
Spreker vindt dat niet zoo erg. Als de alcoholbe-
strijding achteruit ging, dan was het wel gevaarlijk,
nu, nu er veel vooruitgang valt te constateeren, is
zulks niet het geval. Spreker geeft den Raad in
overweging om den fmanciëelen steun, dien de
Raad reeds heeft gegeven, met dezen moreelen steun
uit te breiden, ten einde te bevorderen dat het aan
tal drankgelegenheden gelegenheid schept ge
negenheid zoo gering mogelijk wordt. Spreker
hoopt dan ook dat de Raad het amendement-de Vos
zal aannemen.
De heer H. P. de Haan wil het amendement-de
Vos ten zeerste steunen. Spreker was juist bezig
een ongeveer gelijkluidend amendement te redigee-
ren, toen de heer de Vos hem het zijne mededeelde.
Ook heeft het door den heer van de Vall gesprokene
sprekers volkomen instemming. Hij was wei dank
baar voor het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, maar niet geheel voldaan. Spreker ziet
niet in waarom wij de bepaling van een lager maxi
mum aan den wetgever der toekomst moeten over
laten. Het is beter een dergelijke strijdvraag in de
naaste toekomst te vermijden, en dit kan geschie
den, door te verzoeken het maximum op 80 te stel
len.
De Voorzitter heeft van geen van de drie spre
kers. één argument gehoord, waarom het voor te
stellen maximum 80 moet worden. Dat hebben zij
toch in de eerste plaats aan te toonen.
Burgemeester en Wethouders waren oorspronke
lijk van meening dat iiet wettelijk maximum niet
voor 1920 zou worden bereikt. Bij nadere berekening
echter bleek, dat men dan misschien reeds
beneden het maximum zou zijn gekomen. Toen lag
het in de lijn van Burgemeester en Wethouders om
te zeggen: wij zullen verzoeken het maximum te
verlagen, ten einde niet genoodzaakt te zijn nieuwe
vergunningen te verleenen.
In .1920 zullen wij in onze gemeente volgens de
statistieken 94 vergunningen hebben. Er is dus nog
eenige speling voor de onwettige vergunningen die
de heer van de Vall bedoelt.
Waarom het nu te verwachten is dat er in de eer
ste 5 jaren zooveel onwettige vergunningen zullen
worden ontdekt en ingetrokken, heeft spreker nog
niet gehoord. Als men den heer van de Vall hoort
zou men haast geneigd zijn te zeggen: waarom
wordt er nog één vergunning toegelaten. Het drank
euvel is niet eenvoudig te verhelpen met opheffing
der drankgelegenheden. Vermoedelijk heeft de
wetgever ook iets gevoeld voor de persoonlijke vrij
heid. Wat de sympathie voor de drankbestrijding
aangaat die volgens den heer van de Vall in alle
kringen zou bestaan, spreker gelooft niet dat die
is af te leiden uit den stroom van adressen. Velen
toch zullen hebben geteekend zonder zich er reken
schap van te geven wat de beste methode van
drankbestrijding is. Deze methode wordt door de
wet aangegeven met de bepaling, dat elke 5 jaar
een onderzoek moet plaats hebben.
De heer H. P. de Haan vindt het voorstel niet
doelmatig. Spreker is echter van meening dat, als
er voor wordt gzorgd dat het maximum niet vóór
1920 wordt bereikt, dit systeem het beste is en dan
kan men gerust aan den Raad van 1920 overlaten
om uit te maken wat er dan moet gebeuren.
Wanneer men evenwel spreker kan aantoonen,
dat het getal 80 beter is dan eenig ander getal, zal
hij zich erbij neerleggen. Het eenig noodige is het
maximum zoo laag te stellen dat Burgemeester en
Wethouders vóór 1920 niet genoodzaakt zullen zijn
nieuwe vergunningen te verleenen.
De heer van de Vall kan niet aantoonen dat 80
het aangewezen getal is. Hij meent echter dat de
mogeiijkneid niet is uitgesloten, dat de daling vlug
ger gaat dan tot heden. Als voorbeeld daarvan
neemt spreker 1906, toen er 20 vergunningen zijn
ingetrokken en 11 nieuwe verleend. Het getal ver
minderde toen met 9. Spreker is van oordeel dat de
Raad Burgemeester en V ethouders ervoor moet
behoeden genoodzaakt te zijn nieuwe vergunningen
te verleenen. Ais dat moest gebeuren zou spreker
dat een ramp vinden. Wat nu de onderteekenaars
der adressen betrett, spreker gelooft wel dat de
meeste onderteekenaars wel weten wat zij hebben
gedaan. Iemand, die zich toch bezig houdt met
maatschappelijken arbeid, weet welk een enorme el
lende door de gelegenheidskroegen wordt veroor
zaakt. Spreker zou het geen ramp vinden als er
minder dan twee van die herbergen in één straat
naast elkaar kwamen. Waar nu, spreker herhaalt
het, de mogelijkheid bestaat dat de daling vlugger
zal gaan dan Burgemeester en Wethouders zich
dat voorstellen, zal spreker het amendement-de V os
steunen. Het getal 8U is niet het getal waarop spre
ker staat, maar dat van Burgemeester en ethou
ders 90 is hem te hoog.
De heer H. P. de Haan heeft in de zitting van 17
Augustus j.l. aangetoond, dat het tijdstip om ver
laging van het maximum voor te stellen, nu zoo bij
uitstek gunstig is, omdat thans niemands belangen
worden geschaad. Als nu de verlaging wordt vast
gesteld tot 90, kan het gebeuren dat er in 1920 men
sehen zijn, die naar eene vergunning haken. Wan
neer de Raad dan verzoekt om het wettelijk maxi
mum opnieuw te verlagen, worden verwachtingen
te leur gesteld. Daarom wil spreker het maximum
op 80 zien gebracht. Hij zou nog liever hebben dat
het 70 werd, maar meent, dat daarvoor geen meer
derheid zal te vinden zijn.
De lieer de Vos kan ook niet wiskundig bewijzen
dat 80 het juiste maximum is. De Voorzitter heeft
gezegd dat men dan alle vergunningen wel kan af
schaffen. Spreker zal de laatste zijn om vóór een
dergelijk voorstel te stemmen, maar zoolang er nog
80 vergunningen zijn behoeven de liefhebbers van
een groot of een klein glaasje niet op een droogje
te zitten. Waar nu èn het Centraal Comité èn
Burgemeester en Wethouders zich hebben vergist,
tengevolge waarvan de een een te laag, de andere
partij een te lioog maximum voorstelt, meent spre
ker het verstandigst te doen den middenweg te be
wandelen en daarom heeft hij het getal 80 voorge
steld.
De Voorzitter wijst erop dat de vergissing is be
gaan vóórdat dit voorstel is ingediend. Het getal 90
berust op juiste gegevens.
De heer de Vos doet opmerken dat een lid van hot
Centraal Comité hem heeft medegedeeld, dat in hei
de berekeningen een fout zit. Daarom en mede op
de door den lieer van de Vall aangevoerde argu
menten handhaaft spreker zijn amendement.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met .13 tegen 9 stemmen wordt het amendement-
de Vos verworpen.
Vóór stemmen de heeren: Tiemersma, de Vos,
van de Vall, Lautenbach, Schaafsma, Zandstra,
Koopmans, H. P. de Haan en Hiemstra.
Tegen de heeren: Cohen, Menalda, P. A. de
Haan, Berghuis, Tulp, Peletier, Fransen, Vonck,
to
O
>z O
P> 0)
O
(V
tO
<1
co
o
o
5s*
a
ID
to
T—t