238 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. veel strijd moeten worden gevoerd tegen deze ver slechtering. Spreker wil dan ook voorstellen den ar beidsdag der gemeentelijke arbeiders gelijk te stel len met die bij particulieren en ze niet meer om 5 uur te doen beginnen. Dat is minstens een uur te vroeg. Spreker dient thans de volgende voorstellen in: „De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit het aanvangsuur voor de plantsoenarbeiders in overeenstemming te brengen met het in het parti culier tuinmansbedrijf' geldende en het dienovereen komstig te stellen op 6 uur". en: „De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit een proef' te nemen met de instelling van een ge deeltelijk vrijen Zaterdagmiddag voor het gemeen te-personeel, door voor hen, wier werk dit toelaat, den werkdag op Zaterdag om 4 uui' te doen beëin digen, en den uitslag van deze proef ter kennis te brengen van den Raad". De heer Hienistra wil even ter sprake brengen het adres der bouwvakarbeiders. Burgemeester en Wethouders verwijzen in hun antwoord op de vraag in de sectie gedaan, met wat ten aanzien van het adres is besloten. Het doet spreker genoegen dat Burgemeester en Wethouders eene tegemoetkomende houding heb ben aangenomen en deels hebben ingewilligd wat gevraagd is. De inwilliging van het verzoek is echter maar ge deeltelijk geschied. Er staat dat op arbeiders, die niet onder het Werklieden reglement vallen, de bepalingen der collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing zijn. De arbeiders nu, die voor lan ger dan 6 weken in dienst worden genomen, komen daardoor in ongunstiger positie dan zij, die voor 4 weken h.v. in dienst zijn genomen, omdat de bepa lingen van het Werklieden-reglement ongunstiger zijn dan die van het collectieve arbeidscontract. Bij ziekte krijgen deze <i weken 7091 van hun loon, bij de gemeente als men (i weken in dienst is 1 week 75%, na 2 maanden dienst, 3 weken 75 Als de werklieden dus onder het Werkliedenreglement vallen, verkeeren zij in ongunstiger conditie dan wanneer zij bij particulieren in dienst zijn. Het overwerk bij de gemeente doet het eerste 11111' 10% meer, het 2e, 20'.v enz. Rij het collectief arbeidscon tract doet het overwerk direct 25% meer. Ook heb ben de arbeiders die onder dit contract werken, een gedeeltelijk vrijen Zaterdagmiddag. Bij hen, die onder het Werklieden reglement vallen, bestaat die niet. Dit is ook al een argument om een proef te ne men met den vrijen Zaterdagmiddag. Spreker is het ook volkomen met den heer Binnerts eens, dat de gemeente ten opzichte der arbeidsvoorwaarden het voorbeeld moet geven. Spreker noemt het een eigenaardig verschijnsel, dat de arbeiders, die voor een langeren termijn aan het werk zijn gesteld, on der ongunstiger voorwaarden werken dan zij die voor een korten tijd zijn aangenomen. Wij moeten een stap verder gaan, maar Burgemeester en Wet houders konden dit niet omdat daarvoor eerst wij ziging van het Werkliedenreglement noodig is. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders niet eene wijziging willen overwegen, waardoor het mogelijk wordt van de bepalingen af te wijken voor arbeiders, die door de toepassing van het Werklie denreglement in ongunstiger conditie komen. Daar door zal het dan mogelijk worden gemaakt hun de zelfde rechten te geven als de arbeiders, die wer ken onder de bepalingen van het collectieve arbeids contract. De heer Koopinans schroomt bijna om het woord te voeren. l)e lieer Hienistra maakt eene ver gelijking tussehen de werklieden in particulieren en gemeentedienst. Spreker wil doen opmerken dat liet dienstverband van de eersten veel losser is dan van de laatsten. Dat moet niet uit het oog worden verloren. Iemand, die bij een particulier in dienst is, krijgt gedaan als het werk op is. Zulks is bij de gemeente niet het geval. Ook is bij particulieren de termijn, gedurende welken ziektetractement wordt uitgekeerd, korter. Voor eene verkorting van den arbeidsdag op Zaterdag voelt spreker wel iets. De heer Fransen meent dat de heer Koopmans de zaak verkeerd voorstelt. Het geldt hier werklieden in tijdelijken dienst, die gebruikt worden als de ge meente werken in eigen beheer uitvoert. Voor die menschen zijn de voorwaarden ongunstiger dan voor hen, die onder het collectief arbeidscontract werken bij den particulieren patroon. Spreker sluit zich bij den heer Hienistra aan om desnoods het Werkliedenreglement zoo te wijzigen, dat op deze arbeiders het collectief arbeidscontract kan worden toegepast. De Voorzitter doet opmerken dat op de arbeiders, die in gemeentedienst komen en die niet onder het erkliedenreglement vallen, het collectief arbeids contract van toepassing is. De heer Hienistra wijst er op dat een werkman, die valt onder de bepalin gen van het Werkliedenreglement, in zooveel on gunstiger positie verkeert dan een werkman in par ticulieren dienst. Evenals alle vergelijkingen gaat ook deze mank. Iemand die in particulieren dienst is, wordt aangenomen voor een bepaald werk, bij de gemeente echter heeft iemand een vaste betrekking. Dat is een groot verschil. Om uit te maken wie on der gunstiger arbeidsvoorwaarden werkt, zal men de geheele rechtspositie van de werklieden moeten nagaan en dan twijfelt spreker er niet aan of de vergelijking valt ten gunste uit van die arbeiders, die onder de bepalingen van het Werkliedenregle ment vallen. De groote toeloop van liefhebbers be wijst zulks wel. Eene conclusie te trekken uit een paar punten gaat niet aan. De heer van de Vall heeft zich erover beklaagd dat er door Burgemeester en Wethouders verwezen wordt naar een vroegere beslissing. Dezelfde voor stellen komen altijd in dezelfde volgorde en daar door is het voor de raadsleden gemakkelijk eens na 1 e slaan wat er bij vorige gelegenheden is bespro ken. Dezelfde argumenten toch worden ieder jaar gehoord. Een vrije Zaterdagmiddag is niet voor het geheele personeel in te voeren, o.a. niet voor dat dor reiniging, voor die arbeiders, die onder liet drio- ploegenstelsel werken en de fitters. In andere be drijven zal zulks misschien wel mogelijk zijn, maar met liet oog op de groote kosten ontraadt spreker ernstig thans een dergelijke proef te nemen. Wat eene vergelijking van het aanvangsuur der gemeentelijke plantsoenarbeiders met die in parti culieren dienst betreft, wil spreker er nog op wij zen, dat de gemeentelijke arbeiders een schaftuur hebben van 89. De particuliere tuinman heeft dat voorzoovei' spreker bekend, niet. Bovendien hebben de plantsoenarbeiders bij de gemeente per jaar een totaal aantal werkuren van 2821, de andere gemeen tewerklieden 2914. De vorige opzichter der plant soenen heeft er indertijd op gewezen, dat er in het rustige morgenuur van 5(i meer gewerkt wordt dan anders bij gemeentewerklieden wel het geval is. De tegenwoordige opzichter voelde er echter veel voor te onderzoeken of het getal van vier maanden, waarin om 5 uur werd begonnen, iets bekort zou kunnen worden. Dit zal misschien een punt van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November J915. 239 overweging bij Burgemeester en Wethouders uit maken. De heer van de Vall zegt dat de oorzitter een stempel van minderwaardigheid op de gemeentelij ke plantsoenarbeiders heeft gedrukt. Zonder bewijs toch heeft de burgemeester beweerd dat het een stel lijntrekkers is. Spreker laat het aan den oorzit ter over 0111 dat te bewijzen. Het grieft spreker zeer dat de arbeiders eene dergelijke beschuldiging in de schoenen wordt geschoven. Wat nu den vrijen Zaterdagmiddag betreft, spre ker meent dat ei' bij de reiniging wel iets in die l ichting is in te voeren. Als men daar de arbeiders eens gedurende het schaftuur door liet werken zou dat tijdsbesparing geven. De paarden behoeven niet naar en van den stal te worden gebracht en gehaald en er zou een langere Zaterdagmiddag overblijven Ten opzichte van de plantsoenarbeiders zullen spreker en zijne partijgenooten blijven ageeren tot zij tenminste gelijk zijn gesteld met de particuliere tuinlieden. Deze krijgen ook geen verbeteringen want de particuliere patroons zullen zeggen, zoo als ook de heer Binnerts deed, de gemeente moet eerst voorgaan. Spreker hoopt dan ook aan den wethouder een stevigen steun te hebben. De heer Hienistra heeft zich grootelijks verwon derd van den Voorzitter te vernemen, dat hij spreker ongelijksoortige zaken met elkaar heeft vergeleken. Het mag 1111 laat worden, spreker kan de klok niet tegenhouden. Als de leden van den Raad de zaken niet mogen bespreken, dan behoeven zij niet ter vergadering te komen.. Di- Voorzitter verzoekt den heer Hienistra zich tot het punt in kwestie te bepalen. De heer Hiemstra vervolgt en zegt van den voor zitter te hebben gehoord dat de arbeiders, die onder het Werkliedenreglement vallen, in vasten dienst zijn. Spreker wijst echter op den bouw van Maria- hof. Daarvoor worden arbeiders aangenomen. Het werk duurt langer dan zes weken en dus vallen zij onder het Werkliedenreglement. Zij zijn echter ook losse arbeiders en werken, omdat zij onder het Werkliedenreglement vallen, onder ongunstiger voorwaarden, dan de arbeiders bij particulieren. Spreker gelooft dan ook dat er ten opzichte van deze kwestie een misverstand bestaat. Spreker was van plan een voorstel te doen 0111 Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid te geven in dergelijke gevallen van het Werkliedenreglement af te wij ken. Hij zal liet niet doen maar een voorstel tot wij ziging van het Werklieden reglement rustig over wegen. Het lijkt spreker toch wel mogelijk 0111 voor arbeiders, die tijdelijk werkzaam zijn aan werk in eigen beheer, eene regeling te treffen, die even gun stig is als voor de arbeiders in particulieren dienst. De heer Binnerts (wethouder) wil den heer van de Vall mededeelen, dat Burgemeester en Wethou ders er steeds naar streven de belangen der gemeen tewerklieden beter te behartigen dan vele particu liere patroons. Dat de plantsoenarbeiders in parti culieren dienst niet om 5 uur beginnen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat zij altijd bij particulieren in huis moeten zijn. Die kunnen dan ook niet zoo vroeg beginnen als zij, die in gemeentedienst aan den openbaren weg werken. Vandaar het verschil in aanvangsuur. Thans verschijnt de heer Berghuis weer ter ver gadering. De heer van de Vall, met verlof der vergadering voor de derde maal het woord erlangend, zegt dat de particuliere bloemisten ook niet altijd bij men schen in huis moeten zijn. Zij gaan toch dikwijls naar de kweekerij. De heer Oosterhoff (wethouder wijst erop dat de raadsleden, die de samenstelling van het Werklie denreglement hebben meegemaakt, zich zullen her inneren, dat spreker er een voorstander van is 0111 de plantsoenarbeiders om (i uur te laten beginnen. Nu spreker echter hoort, dat er eene bekorting van den werkdag' der plantsoenarbeiders wordt over wogen, stemt spreker tegen deze motie in afwach ting der nieuwe regeling. De Voorzitter heeft den heer Hiemstra misschien verkeerd begrepen. Aan Mariahof, dit meent spre ker te weten, werken tweeërlei arbeiders, 11.1. vaste gemeentewerklieden, die onder het Werklieden reglement werken en andere, die onder het collec tief arbeidscontract vallen. Spreker zal echter een onderzoek instellen of er nog een derde soort is, als de heer Hiemstra meent. De heer Hiemstra: „als u gelijk heeft is het pre cies wat ik wil". De heer van de Vall trekt zijn voorstel betreffen de het aanvangsuur der plantsoenarbeiders in naar aanleiding der mededeeling van den heer Ooster hoff. 1 )e Voorzitter heeft niet gezegd dat de gemeente werklieden een bende lijntrekkers zijn. Hij heeft wel gezegd en handhaaft dat met de meeste stelligheid, dat personen in gemeentedienst doorgaans minder hard werken dan bij particulieren. De heer van de Vall weet dat zelf zeer goed. De Voorzitter: „aan de orde is het voorstel van den lieer van de Vall betreffende den vrijen Zater dagmiddag." De lieer Tulp vraagt of het de bedoeling is de proef te nemen met uitbreiding van het personeel of met het '111 dienst zijnde. De lieer van de Vall wil de voorloopige proef ne men zonder groote uitbreiding van personeel. Den heer Beekhuis is de zaak niet duidelijk. Hij gelooft dat de onduidelijkheid zit in het woord proef. Spreker vraagt of de heer van de Vall niet een onderzoek bedoelt. De Voorzitter vraagt of de proef moet worden opgevat als een onderzoek. De heer van de Vall antwoordt bevestigend. De Voorzitter zegt namens Burgemeester en Wethouders een onderzoek omtrent het voorstel- van de Vall betreffende den gedeeltelijk vrijen Zaterdagmiddag voor het gemeentepersoneel toe. Volgno. 152 wordt ongewijzigd aangenomen. Volgno. 153. Belooning van de brugwachters en verdere kosten van bediening der bruggen. f 8.429.40 Hierbij komt tevens aan de orde het adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Christe lijke gemeentewerklieden om bij de de bruggen '111 de gemeente wachthuisjes te plaatsen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Peletier wijst erop dat de brugwachter der le Kanaalbrug sedert langen tijd bij de Ooster- brug den nachtdienst heeft moeten doen zonder daarvoor belooning te ontvangen. Is het de bedoe ling hem daarvoor eene gratificatie te geven! Zoo niet dan zou hij willen voorstellen, voor de Ooster-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 11