242 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1) November 191
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tulp heeft gevraagd of in liet plantsoen
aan den Westersingel niet nog een paar banken kun
nen worden geplaatst. Men heeft daar een prachtig
zitje. Verder is liet sprekers bedoeling niet dat er
in het Rengerspark een open waranda komt in de
plaats van het wachthuisje. Een paar weken gele
den heeft spreker er eenige oude heeren zitten zien
rooken en hij kwam tot de overtuiging, dat er wel
wat meer ventilatie mocht komen. Een open wa
randa is te koud.
De Voorzitter zal de bankenkwestie aan den Wes-
tervijver bekijken. Wat het huisje in het Rengers
park betreft, hij ergert zich er altijd aan. Het be
antwoordt niet aan het doel. Een stuk of wat men
sehen zitten er te rooken en voor anderen is het er
niet uit te houden. Het is bedoeld als een toevlucht
en niet als rookkamer. De Directeur der Gemeente
werken heeft zelf een open waranda voorgesteld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. Kil wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno 162. Onderhoud van printten en waterplaatsen.
350.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Schaafsnia heeft in de sectie eene opmer
king gemaakt naar aanleiding van dezen post. Bur
gemeester en Wethouders antwoorden dat dit neer
komt op den wensch om publieke privaten weer in
het leven te roepen. Spreker heeft hier nooit een
publiek privaat gezien en hi j zou ook niet graag pu
blieke privaten hebben. In het centrum der stad zou
hij evenwel een gelegenheid willen hebben, waar
ook vrouwen op zekere plaats terecht kunnen. In
Dnitsehland heeft men dergelijke inrichtingen.
De Voorzitter meent dat in groote steden met
groote afstanden de behoefte aan dergelijke inrich
tingen kan bestaan. Hier zijn die afstanden niet zoo
groot. Het zijn leelijke dingen en spreker ziet de
noodzakelijkheid om ze hier te scheppen niet in.
Spreker zijn geen kleine gemeenten bekend waar ze
bestaan.
De heer Schaafsnia zegt dat het niet bekend zijn
van der oorzitter met plaatsen waar die inrich
tingen zijn, geen reden is ze hier niet te maken. Hij
acht het met het oog op het druk verkeer voor bui
tenmensehen wenschelijk. Wel zijn de afstanden
niet groot, maar in groote steden heeft men een
tram, die de afstanden kleiner maakt. Hier is die
niet en moet men altijd wel 1/4 uur loopen.
De Voorzitter zegt een onderzoek toe.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 162 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 163166 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 167. Onderhoud van de heg raafplaats, de
gebouwen en gereedschappenf 745.-
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de os heeft in de sectie gesproken over
de wensehelykheid om de begraafplaats op Zondag
niet zoo vroeg te sluiten. Burgemeester en Wethou
ders zeggen in de Memorie van Antwoord
De Voorzitter: „daar is een fout in de Memorie
van Antwoord".
De heer de Vos meent echter dat zijn vraag niet
beantwoord is. Het is de wensch van vele ingeze
tone dat de begraafplaats niet voor 4 uur wordt ge
sloten. Spreker vraagt of Burgemeester en Wet
houders aan dien wensch willen tegemoetkomen.
De heer Tulp vraagt of het rapport over de af
watering, waarmee verplaatsing of vergrootings-
plannen samenhangen, spoedig kan worden ver
wacht. Dit welke heeren bestaat deze commissie.'
Van den heer Boelstra had de gemeente land in
banden tot 1 Augustus. Hoe staat het daarmee?
De Voorzitter antwoordt dat als er eene nieuwe
regeling komt, een verandering in het sluitings-uur
meteen zal worden voorgesteld. De commissie van
onderzoek, bestaande uit de heeren: de Vogel,
Blanson Henkemans en Redeker, is nog niet mei
haar onderzoek gereed. Een lijd geleden is de com
missie op het hart gedrukt wat spoed te maken.
De heer Tulp zegt dat men van den heer Boelstra
niet kan verlangen, dat hij het aanbod zoo lang ge
stand doet.
De Voorzitter antwoordt dat de gemeente het
land altijd kan krijgen als zij het noodig heeft. Het
kan worden onteigend. Afwachten is het verstan
digst.
Volgno. 167 wordt on veranderd vastgesteld.
Volgno. 168173 worden onveranderd vastge
Volgno. 174. Uitbreiding en verbetering ran trottoirs
en voetpaden. Memorie.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer H. I'. de Haan wijst erop, dat deze post
in de begrooting van den Directeur der Gemeente
werken is uitgetrokken op 5000.en in de ge
meentebegrooting voor „Memorie". Spreker vraagt,
of het in de bedoeling ligt een groot-er som beschik
baar te stellen.
De Voorzitter kan niet stellig bevestigen of de
opmerking juist is. De begrooting van den Direc
teur is anders ingedeeld. Soms zit het geld voor ver
betering van bestrating bij hem onder een ander
volgnummer. Het is in het algemeen de bedoeling
de uitbreiding en verbetering der trottoirs ter hand
te nemen, als er eenige zekerheid is omtrent het be
schikbaar bedrag voor oorlogsdoeleinden. Als er
zekerheid bestaat omtrent liet overschot der
J 62500.zal dat op trottoirs en voetpaden wor
den overgebracht.
De heer H. I*. de Haan heeft het duidelijk in de
begrooting van den Directeur gelezen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Vol gno. 174 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 175. Verbetering van bestrating en het ver
vangen van een gedeelte der veld keibestrating door andere
steensoorten. f 4000.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Cohen heeft ook liet vorige jaar gespro
ken over de vervanging van een deel der veldkeibe
strating door andere steensoorten. Hij meent dat
alle veldkeien moeten verdwijnen. Die behooren
hier niet thuis.
De Voorzitter wijst erop dat, als alle veldkeien
moeten verdwijnen, daarmee wel 100.000.ge
moeid is. Het zijn betrekkelijk luxe uitgaven.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 175 wordt onveranderd vastgesteld.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. 243
Volgnos. 176182 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 183. Uitgaven ter zake van de vuilnisverza
meling,bij nota vu n wijzigingen u itgetrokken op f 104.68710
De beraadslaging wordt geopend.
De heer H. P. de Haan heeft in de eerste plaats
tot zijne teleurstelling gezien, dat slechts 300.
is uitgetrokken voorde functie van directeur. Daar
uit volgt, dat de bedoeling voorzit den tegenwoordi-
gen tijdelijken toestand in 1916 te bestendigen. Spre
ker heeft in de sectie in verband hiermede het denk
beeld geopperd omtrent de wenschelijkheid van de
benoeming' van eene commissie van bijstand voor
den reinigingsdienst. Burgemeester en Wethouders
antwoorden
„Men vernam gaarne, welke motieven de leden,
„hier aan het woord, hebben voor de instelling van
„een raadscommissie van bijstand voor de Stads
reiniging, aangezien bij Burgemeester en et-
houders de behoefte aan bijstand tot dusver niet is
„gevoeld".
Spreker stelt op den voorgrond dat aan Burge
meester en Wethouders onder geen voorwaarde
eene commissie van bijstand kan worden opgedron
gen. Nu zou het echter de meest geschikte tijd
zijn om eene commissie van bijstand in het leven te
loepen, omdat er geen directeur is. De directeur nu
is niet alleen de bedrijfsleider, hij is ook handelsman
en daarvoor is wel eene commissie van toezicht noo
dig. Dj) het oogenblik hebben wij een speciale com
missie voor het aschiand, hoewel wij er niets van
hooren. Sprekers bedoeling is, dat Burgemeester
en Wethouders zich door de commissie laten assis-
teeren.
Spreker wil een enkel voorbeeld noemen. oor
sneeuwopruiming worden speciale menschen in
dienst genomen. De hoofdstraten: Goeverneurs-
plein, Eewal, enz. worden eerst onderhanden geno
men, den 2en dag de Oosterstraten, enz. Nu zal men
spreker kunnen beschuldigen van egoïsme, maar
hij zegt het alleen omdat hij die straat dage
lijks passeert en het dus weet. Als er een commissie
was zouden dergelijke belangrijke verkeersstraten
mede het eerst worden schoongemaakt. Zoo zijn er
tal van andere dingen. Als Burgemeester en Wet
houders er niet aan willen, komt er geen commissie
van bystand.
Spreker acht een dergelijke commissie noodzake
lijker dan die voor de bewaarscholen of de muziek.
De leden der commissie van toezicht op het L. O.
en M. O. worden gekozen uit de ingezetenen die aan
zekere voorwaarden voldoen; voor het lidmaatschap
der commissie voor de bewaarscholen moet men
Edelachtbaar zijn. Toch wil het hem voorkomen,
dat daarin vrouwen niet mogen ontbreken. Spre
ker blijft aandringen op eene commissie van bij
stand voor de reiniging.
De heer Tiemersma heeft gevraagd wanneer het
rapport der commissie voor de verplaatsing van het
aschiand te wachten is. De heer de Haan heeft ge
zegd dat die commissie bestaat: spreker weet dat
wel. Voor een jaar werd er aan het rapport gewerkt
en nu nog. Het is dan ook niet vreemd dat men ein
delijk naar het rapport verlangt.
De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt dat
het rapport in den loop dezer maand te verwachten
is.
De Voorzitter zegt overgeging toe van het denk
beeld van den heer de Haan.
Volgno. 183 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 184186 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 187. Jaar wedden van inspecteurs en agenten
van politie. f 46.000.
De beraadslaging wordt geopend.
Volgno. 187. De lieer de Vos heeft in de sectie
vergadering gesproken over de salarissen der poli
tie. Hij heeft gemeend de aandacht te moeten ves
tigen op het z.i. te groot verschil tusschen het
salaris van den Commissaris en dat van den In
specteur le klasse. Hij bedoelt allerminst dat het
salaris van den Commissaris t e li oog is, maar dat
het salaris van den Inspecteur le klasse te laag
is. Deze ambtenaar toch, moet, wanneer noodig, den
Commissaris vervangen. Het wil hem dan ook
voorkomen dat betere salarisregeling noodzakelijk
is.
Wat de agenten betreft, kan hij zich voorstellen,
dat het eenigszins bevreemdt, dat erop de salaris
sen der agenten van politie, met 1 Januari 1915 pas
verhoogd, aanmerking is gemaakt. Wat spreker
betreft, het wil hem voorkomen, dat de salarisrege
ling van 1915, den agenten al bitter weinig verbete
ring heeft gebracht. Vooral ééne bepaling in de thans
vigeerende verordening draagt daartoe veel bij. Er
zijn onderscheidene agenten die volgens de nieuwe
verordening met 1 Januari 1915 eene verhooging
kregen van 50.(die precies met 1 Januari, vol
gens de regeling van 1913, in de termen voor verhoo
ging vielen, ontvingen 75.Nu zijn er meerdere
agenten, die volgens de regeling van '13, b.v. in April
1915, Januari 1916, April '16, Juni'16 in de termen
vielen voor eene verhooging van 25.maar nu
volgens de regeling, in werking getreden 1 Januari
1915, op verhooging moeten wachten tot 1 Januari
1918; welke verbetering, zoo vraagt spreker zich
af, heeft de nieuwe regeling voor die ambtenaren
gebracht.
Wanneer de Voorzitter zich de moeite zoude wil
len getroosten, daarnaar een onderzoek in te stel
len, dan zou hy tot de overtuiging komen, dat er
agenten zyn met 8 dienstjaren, die in salaris gelijk
staan met hun collega's met 1 dienstjaar. Dit toont
op zich zelf reeds voldoende aan, dat er aan de
regeling der salarissen iets hapert.
Tot zoover de regeling 1913 en 1915.
De salarissen zooals die thans zyn geregeld, acht
spreker beslist te 1 a a g; de periodieke ver-
h o o g i n g, om de 3 jaar, niet vlug g enoe g.
Eerst na 9 dienstjaren bereikt een agent 3e klas zijn
maximum; dat zijn de jongeren; de ouderen verkee-
ren in veel ongunstiger conditie, van dezen zullen
er zyn, die eerst na 1417 jaren dienst het salaris
van 750. bereiken.
Is het te verwonderen dat deze ambtenaren, voor
al in deze benarde tijdsomstandigheden, reikhal
zend naar verbetering hunner financiëele positie
uitzien?
Het opsommen van den prijs der levensbehoef
ten is zeker niet noodig; het salaris op zich zelf
toont reeds voldoende aan dat er een groot te kort
moet bestaan aan woning, voeding en kleeding, dat
er een worm knaagt aan liet ware levensgeluk.
Het belang van deze categorie van ambtenaren
is, dat er spoedig een einde wordt gemaakt aan de
immer bestaande financiëele zorgen, die hun als een
nachtmerrie plagen, maar het is nie t minder in
het belang der gemeente, in het belang der gemeen
schap. dat deze zorgen worden den weggenomen.
De energie, de werkkracht, de plichtsbetrachting
moeten onder de bestaande omstandigheden wor
den gedood.