1 230 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 191o. de opmerking van den lieer H. 1'. de Haan over de smalle verbindingswegen te hooren. Eveneens doet het hem genoegen dat erop is gewezen dat er in die smalle verkeerswegen verandering moet komen. Daarover zijn wij het dan ook vrijwel eens, niet evenwel over de wijze waarop die veranderingen moeten worden aangebracht. Spreker wil er nu nog op wijzen wat hij in 1.913 bij de begrooting heeft ge zegd n.l. dit, dat hij geen beter weg tot oplossing der verkeerswegen weet aan te wijzen dan de stads- binncngraehten te dempen. Wel komt er volgens de Kamer van Koophandel kaderuimte tekort, maar wil men tegemoet komen aan het gebrek aan ver keerswegen, dan moeten de binnengrachten ge dempt worden. liet heeft spreker getroffen dat er bij Burge meester en Wethouders plannen, ook doorbraak- plannen, bestaan van nog grooter omvang dan de verbetering van de Keizersgracht. Als men eens nagaat wat in verschillende steden aan doorbraak- plannen wordt gedaan dan is dat niet gering. Spre ker neemt er gaarne nota van dat die plannen in overweging zijn. maar hij meent dat daarnaast de demping der binnengrachten mag worden overwo gen. Spreker heeft een open oog voor stadsschoon, maar als het algemeen verkeersbelang het eiseht moet het stadsschoon wijken of verplaatst worden. Men kan misschien zeggen dat de binnengrachten van veel belang zijn in verband met het eventueel maken van beerputten met overloop, maar daar voor behoeven de binnengrachten niet open te blij ven. De buitengrachten toch zijn al zoo langzamer hand binnengrachten geworden. Nu mogen de bin nengrachten dienst doen als waterlossing en voor het lossen en laden van handelswaren, als men de smalle verkeerswegen in de stad op de goedkoopste manier wil verbeteren moet dit laatste worden ver bodem. Daardoor zal een niet gering gedeelte van het verkeer vooral op marktdagen verlegd worden, het geen enkele nauwe verbindingswegen ten goede komt wat de veiligheid voor voetgangers betreft. De heer Zaïulstra wenseht geen algemeene be schouwingen te houden De Voorzitter: „dan kunt u het woord niet voe ren". De lieer Zandstra: „als een punt in bespreking is en spreker heeft iets te zeggen dat niet precies over het voorstel gaat, maar wel geheel naar aanlei ding ervan, mag daarover worden gesproken?" De Voorzitter kan daar moeilijk ja of neen op zeggen. In het algemeen moet men zich houden aan het aan de orde zynde punt. De heer Zandstra: „het gaat over de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs". Spreker wil doen opmerken dat het vorig jaar, onmiddellijk na het uitbreken van den oorlog, ieder behoefte gevoelde te toonen, om door het op zij zetten van geschillen van allerlei aard te willen meewerken om de gevolgen van de oorlogsramp voor ons land zooveel mogelijk te verzachten. De Godsvrede heerschte enkele maanden. De heer de Haan is bij enkele eandidaatstelling zonder stem ming gekozen. Toen evenwel de liberale kiesver- eeniging aan de S. D. A. P. vroeg ook dit jaar de verkiezing te laten rusten, heeft deze dit aanbod afgeslagen. Een van de redenen was dat, waar de so ciaal democraten hadden getoond den Godsvrede te aanvaarden en zich daarnaar te gedragen, men van liberale zijde op zeer duidelijke manier heeft doen uitkomen, dat het met dien Godsvrede niet erg gemeend was. Het bewijs daarvoor is de houding' der schoolcommissie en die van den Raad, wanneer het geldt het vervullen van vacatures in die commissie. Dat de sociaal-democraten ook tijdens den Godsvrede daaruit werden geweerd heeft in hooge mate hun tegenzin opgewekt. De sehoolcom missie kan weten, dat het steeds hunne aandacht had getrokken, dat op de aanbevelingen aan den Raad nooit een sociaal-democraat voorkomt. Tij dens den z.g. Godsvrede nu zijn er vacatures geweest (•n toch heeft de schoolcommissie zich niet tot die hoogte kunnen opwerken om te breken met het tot nu toe gevolgde systeem van socialisten weren. Er werden weer geen sociaal-democraten voorgedra gen. Alle partijen zijn weer in de Commissie verte genwoordigd, tot de dameskiesrechtbeweging toe. Spreker vraagt van deze publieke plaats: waar aan ontleent de commissie het recht de sociaal-de mocraten te weren? Welk publiek belang is er mee gebaat Staan de sociaal-democraten niet op een ontwikkelingspeil dat geëischt mag worden van een lid der schoolcommissie! Na de opmerkingen bij eene vorige gelegenheid gemaakt op deze plaats is het nu toch wel duidelijk dat de commissie, die zelf de aanbevelingen voor de vacatures opmaakt, geeu sociaal-democraat wil. Waarom weet spreker niet, want de vergaderin gen zijn geheim. Men kan het spreker echter niet kwalijk nemen dat hij zeer benieuwd is naar de mo tieven. Vreest men een desorganiseerend optreden der sociaal-democraten De geschiedenis der S. D. A. P. tijdens den oor log, de steun die de leden der partij overal hebben verleend om desorganisatie op groote schaal te voorkomen, bewijst wel, hoe middeleeuwse!) deze vrees is. Spreker meent dat hij en zijne partijgenooten recht hebben te weten, op welke motieven de school commissie de sociaal-democratische mannen en vrouwen uit haar midden weert. Zijn dit geldige motieven, dan zullen zij er naarstig naar streven aan de capaciteiten van een toekomstig schoolcom missielid te voldoen. Waar nu reeds een sociaal-democraat het heeft kunnen brengen tot lid der commissie voor de straf verordeningen is er misschien ook kans dat de so ciaal-democraten eenmaal waardig worden gekeurd om lid der schoolcommissie te worden. In afwach ting daarvan protesteert spreker nadrukkelijk te gen deze heimelijke passeering en dringt er bij den Raad op aan voor de eerste vacature in de commis sie, wie ook moge zijn aanbevolen, een sociaal-de mocraat te benoemen. De Voorzitter wenseht enkele opmerkingen te maken. De opmerking van den heer Hiemstra, dat de financiëele toestand der gemeente gunstig is en na den oorlog nog gunstiger zal worden, lijkt spre ker te optimistisch en gevaarlijk. De oorlogswin sten toch worden dikwijls sterk overdreven en er staan groote verliezen tegenover. Het zal nog moe ten blijken in hoeverre de financiëele toestand be ter zal worden. Welke invloed de oorlog op de fi nanciën der gemeente Leeuwarden zal hebben, daarover is het moeilijk thans reeds een uitspraak te doen. Het zal toch zeer de vraag zijn of er in de welvaart der boeren geen tegenslag zal komen, die van invloed zal zijn op de inwoners van Leeuwar den. Nu is Leeuwarden nog altijd een der zwaarst- belaste gemeenten van Nederland en men moet niet denken dat dit zal veranderen omdat de boeren hooge boterprijzen maken. In 1907 waren Winscho ten en Leeuwarden de zwaarst belaste gemeenten van het land. In de eerstgenoemde plaats werd van het totaal inkomen 5.37%, in Leeuwarden 5.16% aan inkomstenbelasting en opcenten personeel be taald. In dien toestand is nog niet veel veranderd. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. 231 stelligste dat Leeuwar- Tegenover het optimisme van den heer Hiemstra is het goed eenig pessimisme te stellen. De heer Hiemstra heeft een opmerking gemaakt, die spreker bepaald onaangenaam heeft getroffen. Spreker bedoelt de opmerking, dat Leeuwarden met betrekking tot maatregelen der levensmidde lenvoorziening, altijd te laat is gekomen. Spreker meent dat onze gemeente dikwijls vooraan heeft ge staan. Betreffende verschillende onderdeden der levensmiddelenvoorziening was men hier eerder gereed dan elders, wat bewezen wordt door de ver schillende adviezen, die aan andere gemeenten zijn gegeven. Dank zij de buitengewone medewerking van ver schillende personen, die zich daarvoor geheel be langeloos beschikbaar stelden, heeft men iets der gelijks kunnen presteeren. Het is dan ook scha ri del ijk ondankbaar om in den Raad zonder eenig' bewijs te zeggen dat Leeuwarden altijd te laat is geweest. Spreker ontkent ten den in zake de maatregelen tot levensmiddelen voorziening te laat is gekomen of te kort is gescho len. Misschien is het broodbureau iets later ge opend clan elders, maar dat is dan ook het eenige. Wat de opmerking betreffende de Memorie van Antwoord betreft, spreker kan die moeilijk beant woorden, daar hij aan de samenstelling ervan niet heeft medegewerkt. Spreker kan echter niet inzien dat het zoo verkeerd is te verwijzen naar een vroe ger door Burgemeester en Wethouders ingenomen standpunt. Wanneer Burgemeester en Wethouders telkens in herhalingen moeten vervallen, vreest spreker voor het onleesbaar worden der Memorie van Antwoord. Nieuwe zaken toch worden in het sectieverslag zelden aangebracht. Wanneer nu een kwestie hij eene vorige begrooting uitvoerig is be handeld, clan kunnen de leden zonder veel moeite de geheele behandeling nagaan en dat is voor het krijgen van een juist inzicht veel beter. De klacht van den heer Hiemstra over het te laat verschijnen van het gemeenteverslag is juist. Het is echter, waar zoo velen aan dit verslag medewer ken, niet te zeggen waar de fout zit. Spreker zal dit punt onder de aandacht van Burgemeester en Wet houders brengen. De opmerking van den heer Hiemstra dat het wenschelijk is belangrijke zaken eerst in de sectiën te onderzoeken, verdient overweging. Het door den heer Hiemstra gekozen voorbeeld van het Zieken- huisvraagstuk is echter wat ongelukkig. Het gold de benoeming van een directeur en die kan toch niet in de sectiën worden onderzocht. Spreker is het niet eens met wat de heer Hiemstra over voorvergaderingen heeft gezegd. Spreker blijft erbij dat geheime voorvergaderingen onwet tig en voor de gemeente nadeelig zijn. Een sectie- onderzoek daarentegen kan zeer nuttig zijn. Andere opmerkingen van algemeenen aard zijn gemaakt door den heer H. P. de Haan en wel ten opzichte der verkeerswegen. In alle steden is de zaak der verkeerswegen een moeilijke kwestie. Hier is dat in bijzondere mate het geval, omdat de stad zoo concentrisch is gebouwd met smalle, bochtige straten. Zoo algemeen als de heer de Haan het aangeeft is alles niet na te gaan. Wat de St. Jacobstraat betreft, de Raad heeft in dertijd besloten het huis aan te koopeu en het te be stemmen voor de afdeeling Gemeentewerken. Toen was men derhalve niet van meening, dat het moest worden afgebroken. Het ongeluk, waarop de heer de Haan heeft gewezen, is niet hij de uitmonding gebeurd, maar hij het huis van Geerdink. Spreker is bereid er de aandacht van Burgemeester en Wet houders op te vestigen. Hij ziet echter niet in dat er hij de St. Jacobstraat behoefte is aan een breeder uitmonding. Hel voornaamste bezwaar is de hel ling. Dat er in Breda meer trottoirs zijn dan hier, wil spreker wel aannemen. Spreker heeft den indruk gekregen dat men er hier niet veel voor voelt. Er is toch indertijd een voorstel geweest tot wijziging der algemeene politieverordening, welke wijziging ver band hield met de stoepen. De heer Komter heeft die wijziging bestreden met het argument: dan kun nen de mensehen niet meer op hun stoep hun pijpje j'ooken en de heer Hiemstra met een ander argu ment n.l. dit, dat de menschen hunne stoelen bij de schoonmaak niet meer op de stoep kunnen zetten. Zoolang de ingezetenen hun pijpjes willen rooken en hunne stoelen willen zetten op de stoep blijft de kwestie der verbreeding van smalle straten moei lijk. Het middel dat de heer de Haan aangeeft, ont eigening, lijkt, een uitvoerig onderzoek heeft spre ker de overtuiging geschonken, mooier dan liet is. Onteigening per zone, waarbij de gemeente meer grond onteigent om uit het meerdere de kosten te maken, is een onbereikbaar iets. De vergoeding aan de eigenaren moet zoo hoog zijn dat van schade loosstelling geen sprake kan zijn. Er zijn voorheel den, dat men beter had gedaan met niet meer te ont eigenen dan noodig was. Van de omstandigheden hangt veel af en hij elk geval moet men daarmee re kening houden. De heer Tiemersma wil alle binnengrachten dem pen. Vroeger heeft dit raadslid dit ook al gewild. Hij erkent echter dat de binnengrachten groote beteekenis hebben als los- en laadplaats en moet dan ook over demping niet te licht denken. Als de gemeente die binnengrachten in eens moest missen, zou dit een veel ingrijpender zaak worden dan de heer Tiemersma zich voorstelt. In het algemeen gelooft spreker niet dat men langs de grachten het meest behoefte heeft aan verbreeding. De Peper en Oosterstraten zijn met grachtdemping niet ge haat! Wat de heer Tiemersma bedoelt met het door- braakplan, waarvan hij sprak, weet spreker niet. De heer Tiemersma: „het staat in het rapport." De heer Fransen: „in het sectieverslag." De Voorzitter vervolgt en zegt het met den heer Koopmans eens te zijn dat er behoefte is aan meer kaderuimte. Spreker kan mededeelen, dat bij Bur gemeester en Wethouders het plan voorzit met een voorstel te komen om een walmuur te bouwen aan den Westersingel. Dat is in de omgeving der veemarkt. De heer Peletier heeft over de kwalijk riekende grachten gesproken. Deze zaak is al eerder ter sprake ge weest. Het zal echter bij uitstek moeilijk zijn ver andering te krijgen, omdat de oorzaak buiten de gemeente ligt. Spreker begrijpt evenwel niet wat het verband is tusschen de sceptictank en de kwa lijk riekende grachten. Hij zou dat gaarne weten. De heer Peletier gelooft dat de sceptictank het afvalwater tegen houdt, dat dan bij een ongunsti- gen wind langs de Potmarge in de grachten komt. De Voorzitter begrijpt nu de opmerking beter. Bij de plannen, die hij Burgemeester en Wethou ders in bewerking zijn, behoort ook de opruiming der sceptictank. 'Pen slotte deelt spreker mede dat opmerkingen van de heeren P. A. de Vos ten opzichte van liet rijwielverkeer zal worden gelet. Er zijn reeds maatregelen genomen om, door op de kleine Haan en de Ua *1 'JjP fwpfi'ï-jk .«gijl ■r* fpj.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 7