22 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1916.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der verordening op het beheer der ge
meentelijke gasfabriek (gemeenteblad 191U no. 30).
4. Alsvoren tot wijziging der verordening tot re
geling der jaarwedden en der verdere inkomsten
van het onderwijzend personeel aan de scholen van
openbaar lager onderwijs (gemeentebladen 1914
nos. 17 en 28).
5. Voorstel der commissie voor het ontwerpen
van strafverordeningen tot vaststelling van eene
verordening op de keuring van levensmiddelen en
andere waren, met voorstel van Burgemeester en
ethouders om in verband daarmede in te trekken
de verordening betreffende den keuringsdienst voor
eet- en drinkwaren en gebruiksartikelen in de ge
meente Leeuwarden en te beëindigen de loopende
overeenkomst met de scheikundigen van den keu
ringsdienst betreffende de daarvoor te verrichten
werkzaamheden.
De stukken 35 zullen als bijlage tot het raads-
verslag worden gedrukt, bij de leden rondgezonden
en te zijner tijd behandeld.
6. oorstel van Burgemeester en Wethouders
om aan inej. J. Admiraal op haar verzoek eervol
ontslag te verleenen als onderwijzeres aan gemeen
teschool no. 11.
7. Alsvoren betreffende de uitvoering van de
motie-de Vos inzake tie vervroegde periodieke ver
hoogingen van jaarwedden van het politie-perso-
neel.
8. Alsvoren om aan H. Heida, alhier, wederom
voor den tijd van één jaar te verhuren de bakkerij
Noordvliet no. 191.
9. Alsvoren tot het doen van een rechtstreeksche
uitgaaf uit den post voor onvoorziene uitgaven op
de gemeentebegrooting, dienst 1916.
lü. Prae-advies op het adres der afdeeling Leeu
warden van den bond voor Lichamelijke opvoeding
om voor de instandhouding van een sportterrein
wederom een subsidie toe te kennen.
11. Voordracht voor de benoeming van een on
derwijzer aan gemeenteschool no. 6, vaeature-Val-
kema
1. E. (Jaspers, tijdelijk onderwijzer te Leeuwar
den.
2. P. Brommer te Brouw.
3. E. M. Bos te Loppersum.
12. Alsvoren voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 10, vacature-Sijtse-
ma:
1. P. Brommer te Brouw.
2. E. (Jaspers, tijdelijk onderwijzer te Leeuwar
den.
3. F. M. Bos te Loppersum.
De stukken 512 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
IV. De Voorzitter vraagt of de Raad ook be
zwaar heeft om de schipperssehool, die wegens het
groot aantal leerlingen moet worden ontruimd, wel
ke leerlingen naar de oude school 5 zullen worden
overgebracht, tot wederopzeggens behoudens de
kosten van schoonhouden en beschadiging, af te
staan aan de Leeuwarder padvinders. De school is
in een eenvoudigen toestand van onderhoud en de
Directeur der Gemeentewerken is bevreesd dat er in
het leegstaande gebouw geen ruit heel blijft. Toen
is het verzoek der padvinders gekomen om voorloo-
pig over een lokaal te mogen beschikken. Spreker
meent, dat met den afstand van dit gebouw de pad
vinders, die niet veel kunnen betalen, worden ge
holpen, terwijl tegelijkertijd het gebouw eenigszins
bewaakt is. Burgemeester en Wethouders hebben
dan ook geen huur gevraagd.
Daar niemand zich tegen verklaart wordt beslo
ten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
Uitgebracht zijn 24 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer W. van de Vall 11 stemmen,
H. P. de Haan 8
P. Attema 1 stem.
Drie briefjes worden van onwaarde verklaard,
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
De heer van de Vall is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool
no. 7, vacature R. de Jong.
Met 22 stemmen wordt benoemd de heer H. van
der Schaaf.
Twee briefjes worden van onwaarde verklaard.
Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A.
M. Kijlstra.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wei
houders.
De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling
van
Na heropening komt aan de orde:
Dit prae-advies luidt als volgt:
Het bestuur van de Vereeniging tot bevordering
van Vreemdelingenverkeer biedt aan Uwe Verga
dering het door haar in eigendom verkregen, thans
gerestaureerde zoogen. „Struivingspoortje" aan de
Nieuwestad alhier ten geschenke aan, in het ver
trouwen dat het door U voor de gemeente zal wor
den aanvaard.
Het poortje is van belang voor de geschiedenis
van de stad en werd, blijkens het jaartal daarin
aangebracht, opgericht in 1696.
Destijds behoorde het huis aan de oostzijde van
de steeg aan dr. Henricus Popta, die toen waar
schijnlijk ook reeds 3/4 gedeelte bezat in het huis
aan de westzijde van de steeg. In ieder geval be
hoorden verschillende huizen in de steeg aan dezen
Popta, zoodat het niet gewaagd is, te zeggen, dat
het poortje door dr. H. Popta is gesticht.
Na zijn dood kwamen de huizen aan de Nieuwe
stad en de woningen in de steeg aan de Voogden
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1916. 23
van liet Gasthuis te Marssum. Toen dezen in 1796 en
1797 gelden moesten los maken om deel te nemen
aan de gedwongen staatsleening, kwamen genoem
de perceelen in 1797 en 1801 door aankoop in het
bezit van Dominions Struijving. Diens weduwe
Trijntje van der Haer verkocht ze in 1840 aan
Eeuwe van Driesum Dzn., in wiens familie deze
eigendommen als één geheel bleven tot 1892. In dat
jaar werden zij publiek verkocht en geraakten in
verschillende handen. Het poortje liep nu gevaar
van verwaarloosd of vervreemd te worden, totdat
de Vereeniging tot bevordering van Vreemdelin-
genverkeer, met medewerking van de eigenaren
der aan de steeg liggende perceelen, het kocht.
Bovendien is het poortje fraai van aanzien, zoodat
er alle aanleiding is het geschenk van de Vereeniging
tot bevordering van Vreemdelingenverkeer, met
waardeering voor hare goede bemoeiingen en met
grooten dank voor hare liberaliteit, aan te nemen.
Wij geven U derhalve in overweging tot die aan
vaarding te besluiten en Burgemeester en Wethou
ders te machtigen 's Ilaads dank voor het door hem
met waardeering ontvangen geschenk aan de Ver
eeniging over te brengen.
De Voorzitter wil, alvorens iemand het woord
over dit punt te verleenen, ten aanzien hier
van en vooral van het volgende punt der
agenda, even herhalen wat Burgemeester en
Wethouders reeds in hun prae-advies hebben
geschreven en dat naar hij meent het gevoe
len van den geheelen Raad zal weergeven. Deze zal
de buitengewone vrijgevigheid en de groote burger
zin, welke uit beide aanbiedingen spreekt, ten zeer
ste waardeeren. Spreker is van oordeel dat deze
niet genoeg op prijs kan worden gesteld en dat de
Raad met buitengewoon veel instemming van de
schenkingen zal hebben kennis genomen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit prae-advies luidt als volgt:
De heer N. Ottema, alhier, heeft bij schrijven van
1 Januari 1.1., tot Fwe Vergadering gericht en
door haar ten fine van prae-advies in onze handen
gesteld, aan de gemeente onder zekere voorwaarden
een rijke collectie voorwerpen, ten deele uitmaken
de de verzameling, die onder den naam „Indische
Verzameling" sedert eenige jaren te Bergum is ten
toongesteld geweest, ten geschenke aangeboden.
I)e collectie bestaat uit voorwerpen van Indische en
Chineesche kunstnijverheid, speciaal sierwapens,
gegraveerd koperwerk, weefsels en batiks, wajang
poppen, meubelen, porcelein, bronzen, zilverwerk,
beeldhouwwerken, benevens de voor de ter bezich
tiging stelling en opberging aanwezige vitrines,
stellingen en koffers.
De schenking geschiedt, behalve onder eenige be
palingen van bijkomstigen aard die, gelijk de
schenker zelf ook opmerkt, het eenvoudigst door
ons college met hem in overleg kunnen worden ge
regeld, onder voorwaarde dat de gemeente er voor
zal zorg dragen de collectie zoo spoedig mogelijk,
immers vóór 1 Januari 1926, behoorlijk ter be
zichtiging- te stellen en onder dak te brengen (zij
wordt thans tjjdelijk ondergebracht op een zolder
verdieping van de Middelbare Technische School)
dat de gemeente ter zake der schenking van het
Rijk vrijdom van successierecht verkrijgt-, en dat
de schenkel- zoo voor zich als voor den heer Anne
Tjibbes van der Meiden, die de verzameling in 1906
uit Indië naar Friesland overbracht en uit wiens
naam cle schenking dan ook mede geschiedt, het
recht voorbehoudt om bepaalde voorwerpen, daar
toe behoorende, in hun particuliere vertrekken op
te stellen of anderszins tijdelijk voor tentoonstel
lingen in Nederland te gebruiken.
Het behoeft niet te worden gezegd dat wij van
deze vorstelijke aanbieding met groote waardee
ring kennis namen, toen de schenker ons eenigen
tijd geleden zijn voornemen mededeelde en wij twij
felen niet of 1 we Vergadering zal gelijke gevoelens
koesteren jegens dit blijk van onbekrompen burger
zin. Leeuwarden wordt hierdoor een, ook uit we
tenschappelijk oogpunt, belangrijke instelling rijker
en de heer Ottema mag zich overtuigd houden, dat
hij, ook voor latere jaren, door zijn daad de gemeen
te in hooge mate aan zich heeft verplicht.
De gestelde voorwaarden kunnen o.i. worden
aanvaard. De verzameling zal liet bovenbedoelde
nut niet kunnen afwerpen, als zij niet behoorlijk
ter bezichtiging kan worden gesteld. Intusschen
is dit nut niet m geld om te zetten, rechtstreeks f'i-
nanciëele voordcelen heeft de gemeente van de
schenking niet; er is daarom alleszins aanleiding,
zooals verder de schenker heeft bedongen, te trach
ten van de verschuldigde successierechten, die tus-
schen de 15 en 20% beloopen, al naar de waarde
der door de schenking verkregen goederen, te wor
den ontheven. Er bestaat in dezen een antecedent,
dat ook hier hoop geeft op een gunstige beslissing-
van de wetgevende macht, want bij de wet van 9
Juli 1915, Staatsblad no. 320 is bepaald, dat geen
recht van successie zal worden geheven wegens de
schenking van schilderijen en teekeningen door dr.
C. Hofstede de Groot te 's-Gravenhage aan de ge
meente Groningen gedaan.
Wij hebben op grond van het voorafgaande de
eer I' voor te stellen te besluiten:
1. de door den heer N. Ottema te Leeuwarden
aan de gemeente gedane schenking, als nader in
zijn brief van 1 Januari 1916 is omschreven, onder
de daarbij gestelde voorwaarden te aanvaarden:
2. Burgemeester en Wethouders te machtigen
aan den schenker 's Raads bijzondere dankbetuiging
over te brengen;
3. hen voorts te machtigen bij de Regeering de
noodige stappen te doen ter verkrijging van de
door den schenker bedongen vrijdom van succes
sierecht.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit prae-advies luidt als volgt:
J. Wöllenstein alhier heeft tot Uwe Vergadering
het verzoek gericht hem te ontheffen van cle boete,
groot 152.38, welke door Burgemeester en Wet
houders hem was opgelegd wegens te late levering
van hetgeen hij volgens perceel V van bestek no. 37
dienst 1915, had aangenomen. Als redenen voert hij
aan, dat de boete hem in verhouding tot de aanne
mingssom van 556.20 zeer hoog voorkomt; dat hij
zes weken lang op beitelstaai, dat niet in ons land
aanwezig was en uit Hamburg moest komen, heeft
moeten wachten, evenals op de houtwaren; dat vol
gens het bestek niet vaststond welk gedeelte op 15
Juli 1915 had geleverd moeten zijn; dat naar zijne
meening de uitvoerder ten minste drie weken te
voren den aannemer behoort in te lichten omtrent
1. Benoeming van een lid der Commissie voor de
Openbare Werken, in verband met de benoeming van
den heer J. II. Berghuis tot wethouder.
3. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente
school no. 6vacature mej. D. Kool.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
P. Syt.sema op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
E. II. Boddé op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen
als hoofd van gemeenteschool no. 5.
6'. Het rapport der commissie voor de reclames om
trent bezwaarschriften in beroep tegen aanslagen in den
Hoofdelijken Omslag, dienst 1915.
7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het schrijven van het bestuur der Vereeniging tot bevor
dering van Vreemdelingenverkeerwaarbij zij de gemeente
ten geschenke aanbiedt het St.ruivingspoortje.
8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het schrijven van N. Ottema alhier, waarbij hij de
gemeente ten geschenke aanbiedt de Indische Verzame
ling, te Bergum tentoongesteld geweest.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van J. Wöllenstein tot kwijtschelding aan
hem van boete, wegens te late oplevering van houtwer
ken voor den boute van woningen aan hei Mariahof.