30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1916.
door, omdat de afvoerbuizen van de onderwerpe-
lijke perceelen dan in rechte richting naar het
hoofdriool in den weg Achter de Hoven gelegd
kunnen worden. Anders zouden de buizen onder de
sloot moeten doorloopen, terwijl bovendien een ge
legenheid zou moeten gemaakt tot het verzamelen
en verwijderen van liet vuil, dat dan niet naar het
hoofdriool zou afloopen. De demping zelve behoeft
niet veel te kosten, daar ze met aanwezigen grond
kan geschieden. Verder meent de Directeur dat met
één in plaats van met twee straatjes kan worden
volstaan, terwijl hij voorts het hek geplaatst
wenscht te zien in de nader van onzentwege aan te
wijzen richting.
Met dit betoog kunnen wij ons geheel vereenigen
en ook de kosten, geraamd op 1300.achten wij
geen bezwaar. Wat de plaatsing van het hek betreft,
zullen wij bij de krachtens de Bouwverordening
daarvoor te verleenen vergunning zooveel mogelijk
met den wensch van verzoeker rekening houden.
De koopsom voor de halve sloot kan op het gebrui
kelijke bedrag van 1worden gesteld. Als voor
deel kan nog worden aangemerkt, dat de weg ter
plaatse gemiddeld 3.20 M. wordt verbreed.
Onder overlegging van de stukken hebben wij de
eer U voor te stellen te besluiten:
I. van P. van der Weerdt alhier voor de som
van een gulden 1.aan te koopen de hem be-
hoorende noordelijke helft van de sloot benevens de
ten noorden daarvan gelegen grond, ter oppervlakte
van ongeveer 32 M., de juiste grootte nader door
een landmeter van het kadaster uit te meten, en
nader op de bijbehoorende teekening aangegeven,
voor zoover gelegen tusschen liet hek, dat geplaatst
zal worden vóór de perceelen Achter de Hoven nos.
215 en 215a, kadastraal bekend sectie G nos. 8418 en
8419, en de sloot langs den weg Achter de Hoven,
onder de volgende voorwaarden:
1. De sloot wordt door en voor rekening van de
gemeente gedempt.
2. Van de verharding van den weg Achter de
Hoven af tot de ingangen, welke in het door den
verkooper vóór de perceelen nos. 215 en 215a te
plaatsen hek worden gemaakt, wordt door en voor
rekening der gemeente één straatje, breed 1 M., ge
maakt.
3. De kosten, welke op de uitmeting en de over
dracht vallen, worden door de gemeente gedragen,
en voorts onder de bedingen, welke Burgemeester
en Wethouders aannemelijk achten.
11. in afwachting van de nadere voorstellen tot
wijziging der gemeentebegrooting voor 1916, aan
Burgemeester en Wethouders een erediet van
200.te verleenen voor de uitvoering van de
onder T bedoelde werken.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van de Vall wijst erop dat de weg loopt
door een druk bebouwd deel dei- gemeente. Deze
weg is de grintweg, nu een modderpoel. Spreker
vraagt of deze weg nu niet in aanmerking komt
voor algeheele bestrating.
De Voorzitter antwoordt dat in een der laatste
vergaderingen van Burgemeester en Wethouders
den Directeur der gemeentewerken is opgedragen,
daar te zijner tijd eene bestrating te maken.
De her; adslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wei
houders.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
van de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij aan te
koopen het perceel Ossekop no. 11.
Dit voorstel luidt als volgt:
In verband met een mogelijke uitbreiding van het
gebouw van gemeenteschool no. 1 aan de Druif
streek verzochten wij in September 1914 aan de
Leeuwarder Waterleiding Maatschappij te mo
gen vernemen of zij bereid was liet haar be-
hoorend pand Ossekop no. 11, dat met het
achtergelegen erf aan de Druifstreek uitkomt,
benevens het aangrenzend aldaar gelegen strook
je straat aan de gemeente te verkoopen. Met
bet oog op de onzekerheid of zij het toenmaals door
baar gebruikte kantoorgebouw ook na den loopen
den huurtijd weder zou kunnen inhuren, wenschte
zij zich niet van het bovengenoemde pand te ont
doen. Zij meende dat het noodig zou kunnen blij
ken zelve het pand weer in gebruik te nemen.
Niettemin verklaarde de Maatschappij zich bereid
de plannen der gemeente in de hand te werken,
zoodra zij een haar passend kantoorgebouw mocht
hebben gevonden.
In aansluiting hieraan ontvingen wij in het laatst
van het vorige jaar de mededeeling, dat de Maat
schappij thans wel tot den gevraagden afstand aan
de gemeente wilde medewerken.
Na eenige besprekingen werd als koopprijs
7500.gesteld, welke som gegrond was op een
schatting, verricht door een vanwege de Maatschap
pij aangewezen deskundige. Waar het in koop ver
langde een gezamenlijke oppervlakte van 400 M2.
heeft, komt de prijs per M2. op 18.75. Daar het ter
rein grootendeels grenst aan het in den hoofde dezes
vernielde schoolgebouw is het voor de gemeente van
veel waarde. De prijs, welke daartoe voor den onder-
werpelijken aankoop moet worden besteed, is niet te
hoog. Vooral niet, als men er rekening mede houdt,
dat, zoolang de gemeente zelve den grond niet noo
dig heeft, het daarop staande gebouw kan worden
verhuurd en het gedeelte van het perceel, dat aan
de Ossekop ligt en voor de gemeente het minst
bruikbare is, later nog op andere wijze productief
kan worden gemaakt.
De commissie voor de openbare werken was mede
van oordeel, dat de verlangde koopsom niet te hoog
is.
Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be
sluiten:
van de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij,
gevestigd te Leeuwarden, voor de som van zeven
duizend vijf honderd gulden 7500.aan te koo
pen het haar behoorende perceel Ossekop no. 11,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B
no. 3119, huis en erf, groot 3 A. 94 c.A., benevens
het strookje straat aan de Druifstreek, kadastraal
bekend alsvoren no. 3471, groot 6 c.A., onder voor
waarde, dat de kosten van overdracht en levering
ten laste van de gemeente komen en wijders op de
bedingen, welke Burgemeester en Wethouders
aannemelijk achten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de verordening regelende de inrichting van
het personeel der politie (Gem. blad 1914 no. 31) (Bij
lage no. 6).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Vos zal niet tegen het voorstel stem
men. Het is hem aangenaam als salarisverhooging
wordt voorgesteld. Hij had echter gedacht dat uit
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1916. 31
breiding van het politiekorps werd bedoeld om de
andere agenten den dienst te verlichten.
Nu dit niet het geval is wil spreker den wensch
uitspreken, dat een voorstel tot uitbreiding van het
politiekorps niet te lang zal uitblijven en dat men
dan met de salarissen even royaal zal zijn als hier
met deze beide ambtenaren.
De heer Schaafsma sluit zich bij den heer de Vos
aan. Een ding vindt bij hem bezwaar. Hij zou n.l.
gaarne voor de vaststelling der salarissen willen
weten welke dienstprestaties van de ambtenaren
worden gevraagd. Hij zou gaarne willen dat er van
Burgemeester en Wethouders een voorstel kwam
om in artikel 1 eene clausule in te lasschen, waar
in staat dat het salaris wordt uitbetaald voor een
bepaalde dienstpraestatie. De Baad kan dan vast
stellen dat, als er extra dienst wordt verricht, ook
extra wordt betaald.
De Voorzitter wijst erop dat de werkzaamheden
van deze beide ambtenaren van administratieven
aard zijn. Een ervan heeft o.a. te behandelen alle
zaken, den kantonrechter betreffende en moet alle
processen-verbaal controleereu. Het gebeurt toch
wel, dat jonge agenten zich vergissen en daarom
moeten de verbalen worden gecontroleerd.
De andere wordt belast met de controle van wat
betreft de arbeidswet, de drankwet, loterijwet, ge
neeskundige wetten, enz.
Spreker meent dat het bezwaarlijk gaat, dit in
eene verordening vast te leggen. Hij acht dat ook
niet wensehelijk.
De heer Schaafsma heeft niet gevraagd vast te
leggen wat werk de nienschen hebben te doen, maai
bij zag gaarne opgenomen liet maximum aantal
diensturen, opdat de Raad een maatstaf liebbe bij
de beoordeeling van het salaris. Er bestaat voor
spreker nog al eenig verschil of iemand 14 uren dag
dienst heeft of dat hij 10 uren nachtdienst moet
doen. Spreker zal gaarne een voorstel in dien geest
bij de volgende begrooting tegemoet zien.
De Voorzitter antwoordt dat het niet mogelijk is
te doen wat de heer Schaafsma wenscht. De dienst
regeling der politie toch is uitdrukkelijk voorbehou
den aan den burgemeester.
De heer Lautenbach heeft niet vernomen, dat de
\oorzitter eenig antwoord heeft gegeven op den
door den heer de Vos uitgesproken wensch.
De Voorzitter: „dat heb ik opzettelijk nagelaten,
omdat dit punt niet aan de orde was".
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
14. I borstel van Burgemeester en Wethouders tot
straataanleg op gardenierslanden bij en aan het C'am-
huursterpad (Bijlage no. 7).
De oorzitter wil den Raad een klein voorstel
doen. Het ligt in de bedoeling om het grootste ge
deelte van den te bebouwen grond door de Woning-
vereeniging te doen bebouwen. Burgemeester en
Methouders waren nog niet tot overeenstemming
gekomen met de Woningvereeniging over de juiste
grootte van het te bebouwen terrein en over den
prijs. Er zijn nadere onderhandelingen gevoerd en
de heer Komter, de voorzitter der vereeniging, is
bij spreker geweest en heeft op eene spoedige be
slissing aangedrongen. Als de Raad toch heden kan
besluiten om den grond aan de Woningvereeniging
te verkoopen, dan kan de vereeniging aan haar ar
chitect opdragen plannen te ontwerpen.
De reden, waarom niet wordt voorgesteld den
grond in erfpacht te geven, is hierin gelegen, dat de
Woningvereeniging van het Rijk een voorschot
krijgt tegen een lagere rente, dan waartegen de ge
meente kan ieenen. Er zit dus een voordeeltje in.
Bovendien komt het in dit bijzonder geval overeen
uit, omdat de gemeente te allen tijde de beschik
king kan krijgen over tie eigendommen. Dit is n.l.
een der gewone voorwaarden, waarop het voorschot
wordt verleend.
Wat den prijs betreft, Burgemeester en Wethou
ders hebben gemeend dien zoo te moeten berekenen,
dat de gemeente er noch voor- noch nadeel van
heeft. Er is berekend: de grondprijs rente naar
Mj.2% -f de kosten van aanleg en onderhoud der
straten, behalve die der eerste klasse, welke altijd
door de gemeente worden onderhouden. Zoo is men
gekomen tot een prijs van 3.46 per M2. De Wo
ningvereeniging meende dat deze berekening wel
wat ruim was genomen en ook Burgemeester en
Wethouders voelden daarvoor wel iets. Eindelijk is
men tot overeenstemming gekomen voor een prijs
van 3.25 per M2.
De gemeente verkoopt dezen grond dan goed, als
zij den grond langs de hoofdwegen tegen een Imo
gen prijs uitgeeft. Deze strooken, langs de straat
waar de tram zou komen, en ter weerszijden van de
straat die Oostersingel en Groninger straatweg ver
bindt, zijn 20 M. diep en zullen vermoedelijk in erf
pacht worden uitgegeven. Burgemeester en Wet
houders stellen nu voor den grond onder aftrek van
de strooken langs de hoofdwegen aan de Woning
vereeniging te verkoopen voor 3.25 per M2. Het
juiste aantal vierkante nieters wordt aan den Raad
opgegeven bij het verleenen van het voorschot.
De heer H. P. de Haan is wel genegen met Bur
gemeester en Wethouders mede te werken, maar
heeft ten opzichte van den prijs eenige bedenkingen.
Bij de berekening is men tot de conclusie gekomen,
dat het plan zal kosten 98.000.—Daarbij is even
wel geen rekening gehouden met de kosten van een
brug over het Vliet. De waarde van terreinen staat
in nauw verband met tie omstandigheid of ze geïso
leerd liggen of niet en tlie zal worden verhoogd wan
neer een brug over het Vliet tie verbinding met an
dere wijken bevordert. Als liet voorstel zoo wordt
aangenomen is er geen sprake van verbinding tus
schen het Noord- en Zuidvliet. De brug is met be
trekking tot den prijs dan ook van veel belang. De
Poppcweg b.v. is reeds voor 10 jaar aangelegd en
men ziet wat er van komt nu er geen brug ligt, die
de beide stukken verbindt.
Spreker zou dan ook gaarne zien dat er, ter plaat
se waar de straat geprojecteerd is, een brug over
liet liet werd gelegd. De bouw daarvan moet niet
afhankelijk worden gesteld van het al of niet tot
stand komen eener tramverbinding. De raming der
bouwkosten moet dus met die eener brug worden
verhoogd en deze zal dan ook van invloed zijn op
den verkoopprijs van den grond.
De heer Zandstra deelt mede dat hij en zijne par-
tijgenooten zich met liet voorstel kunnen vereeni
gen. Zij kunnen niet meegaan met het denkbeeld
van den heer H. P. de Haan om de kosten van den
brug in die van den grond op te nemen, daar dat de
prijs der woningen zou opdrijven. Zij zouden zich,
als het particulieren bouw betrof, tegen v e r k o o p
verklaren.
Hij wil echter nog deze vraag stellen, daar men
bij het plan wel heeft gedacht aan plantsoenen wat
zeer loffelijk is: of men ook heeft gedacht aan de