122 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 September 1916.
hen mge-
de Stadsreiniging, aan de hoogste inschrijvers S.
Polak en J. Hoeben, S. van der Kaars, de fa. J. W.
Uohen, allen alhier, en aan E. Parfumeur, fa. H.
Parfumeur te Harlingen, voor de door
schreven eenheidsprijzen
b. provisioneel hebben afgestaan van bouwblok
X VI lib der terreinen aan het Nieuwe Kanaal N.Z.,
in koop aan J. A. Feitsma 564 M2., waarde
4.794,-;
in erfpacht:
aan M. Spandaw 210 M2., waarde 1.785,
jaarlijksche erfpachtssom ongeveer 80,325;
aan P. Boersma 680 M2., waarde 5.780,
jaarlijksche erfpachtssom ongeveer 260,10.
allen alhier woonachtig;
c. aan J. H. de Groot op zijn verzoek met in
gang van 1 October e.k. eervol ontslag hebben ver
leend als chef-machinist van het gemeentelijk elec-
triciteitbedrijf alhier
d. hebben aangewezen als voorzitter
commissie voor:
de openbare werken, den burgemeester:
de gemeentelijke bewaarscholen en die van
van
de
het
Stedelijk Muziekkorps, den heer J. A. A. Sclioon-
dermark;
de gemeentelijke lichtfabrieken, den heer mr.
T. Binnerts.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. Aanbeveling voor de benoeming van een tij
delijk leeraar in het lijn- en vakteekenen aan de
Burgeravondschool, cursus 19161917
1. A. Jansen, leeraar aan den voorbereidenden
cursus van de middelbaar technische school, alhier;
2. A. Goud, leeraar aan de Ambachtsschool, al-
H. J. Bleeksina, idem.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders,
in verband met de kosten van den provincialen
keuringsdienst, tot wijziging der gemeentebegroo-
ting, dienst 1916.
3. Alsvoren om in te trekken het raadsbesluit
van den 5 September 1916, no. 360R/192, waarbij
K. Westveen is benoemd tot ambtenaar van den
Burgerlijken Stand.
4. Alsvoren om hen te machtigen maatregelen
te nemen tot ontruiming van het door W. Schip
pers gehuurde gedeelte van het perceel Groot Scha-
vernek no. 9.
5. Alsvoren om aan de afd. Leeuwarden van
den Nederlandscljen Bond voor Lichamelijke Op
voeding ten behoeve van een spelleiderscursus tot
wederopzeggens voor enkele uren per week het
Beurslokaal, in gebruik al' te staan.
6. Het eerste suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag, dienst 1916.
De stukken 16 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot verlenging van den termijn, binnen welken door
H. Visser moet zijn voltooid de aanleg van straten
op een perceel grond tusschen de Rembrandtstraat
en de Oeverdwarsstraat.
8. Aanbevelingen van Burgemeester en Wet
houders voor de benoeming' van leeraren aan de
Burgeravondschool voor het schooljaar 1916/1917:
ain ljjn- en vakteekenen en in de Ned. taal;
b. de natuurkunde;
c. wiskunde
d. het vakteekenen.
9. Aanbeveling van Burgemeester en Wethou
ders voor de benoeming tot vasten leeraar aan de
Burgeravondschool van leeraren die daaraan tot
dusverre tijdelijk waren verbonden.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der begrooting voor het gemeentelijk
electriciteitbedrijf, dienst 1916.
11. Alsvoren tot vaststelling van de balans en
de winst- en verliesrekening van de gemeentelijke
gasfabriek en van het gemeentelijk electriciteitbe
drijf, beide dienst 1915.
12. Alsvoren om aan mej. M. H. A. Dethmers
en M. Wolthuis op hun verzoek eervol ontslag te
verleenen, onderscheidenlijk als onderwijzeres en
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 8.
13. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders op het verzoek van J. Th. Noordraven, gepen-
sionneerd werkman der gemeentelijke gasfabriek,
om verhooging van zijn pensioen voor het tijdvak
dat hij na zijn pensionneering als tijdelijk werkman
dienst heeft gedaan.
14. Alsvoren op het adres van het bestuur der
Woningstichting „Patrimonium" om bij de uitvoe
ring van haar bouwplannen den steun der gemeente
te mogen ontvangen.
De stukken 714 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld.
15. De ontwerp-begrootingen van de baten en
lasten der gemeentelijke gasfabriek, van het ge
meentelijk electriciteitbedrijf en de ontwerp-begroo-
ting van inkomsten en uitgaven der gemeente, alle
voor het jaar 19.17.
Worden gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag
en bij de leden rondgezonden met bepaling dat het
onderzoek in de sectiën 14
moet zijn afgeloopen.
dagen na ronddeeling
IV. Rapporten.
De heer de Vos rapporteert, dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek van de rekening
der gemeente, dienst 1915, geene aanleiding heeft
gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen.
Zij stelt derhalve voor:
a. de rekening voorloopig vast te stellen
in ontvangst tot een bedrag van 2.745.368,33
in uitgaaf tot een bedrag van
2.348.797,48
met een batig saldo van
396.570,85
b. Burgemeester en Wethouders 's Raads dank
te betuigen voor hun nauwkeurig beheer.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de reke
ning in eene volgende vergadering in behandeling
te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie
voor den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Beekhuis rapporteert dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek der begrooting
van inkomsten en uitgaven van het Stads Zieken
huis, dienst 1917, geene aanleiding heeft gevonden
tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve
zij voorstelt de begrooting goed te keuren in ont
vang en uitgaaf beide tot een bedrag van
13.706,—.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de be
grooting in eene volgende vergadering in behande
ling te nemen, onder dankbetuiging aan de com
missie voor den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de rekening der Stads Bank van Leening,
dienst 1915.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 September 1916. 223
De conclusie van het rapport, strekkende tot
goedkeuring der rekening der Stads Bank van
Leening, dienst 1915, wordt met algemeene stem
men aangenomen.
2. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek betreffende een af- en overschrijving op de
begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1915
en de rekening over dat jaar van die instelling.
De conclusie van het rapport, strekkende tot
goedkeuring der gevraagde af- en overschrijving
en van de rekening, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
S. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek betreffende de rekening der Stads Armenkamer,
dienst 1915.
De conclusie van het rapport, strekkende tot
goedkeuring der rekening van de Stads Armenka-
nier, dienst 1915, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
4. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek betreffende de geloofsbrieven van de nieuw
benoemde leden, de heeren L. Dijkstra en T. Terpstra.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen wil niet zoozeer over het voor
stel spreken, maar wenscht naar aanleiding daar
van een vraag te doen. Het is bekend dat' het bij
de Gemeentewet verboden is dat raadsleden werk
aannemen van de gemeente of leveringen aan haar
doen. Spreker vraagt of onder dit artikel ook valt
liet verrichten van a r b e i d voor de gemeente.
Een raadslid kan b.v. in dienst zijn bij een aan
nemer van gemeentewerk. Hij kan dan'werk voor
zijn patroon aannemen en moet dit uitvoeren onder
toezicht van opzichters of ambtenaren der gemeen
te. Nu kan het gebeuren, dat de opzichter'genood
zaakt is opmerkingen te maken over het werk,
hetgeen loonverlies voor dien werkman kan zijn.
Ook kan liet gebeuren, dat die opzichter het door de
vingers ziet, ten einde geen kwaad vriend te wor
den met liet lid van den Raad van wien hij b.v.
voor eene positieverbetering afhankelijk is. Spreker
meent deze vraag nu te moeten doen, omdat men
nu nog op schoon schip staat. In de volgende ver
gadering kan men voor het feit zelf staan.
De Voorzitter zegt dat het moeilijk is te ant
woorden op eene zoo algemeen gestelde vraag. De
Gemeentewet schrijft voor dat raadsleden noch
middellijk, noch onmiddellijk deelnemen aan onder-
handsche pacht van gemeentegoederen of inkom
sten, aan leveringen of aannemingen, ten behoeve
der gemeente enz.
Misschien valt het door den heer Fransen be
doelde geval onder de laatste uitdrukking, de aan
nemingen. Het hangt af van de omstandigheden,
waaronder zulks geschiedt.
Burgemeester en Wethouders kunnen zonder na
dere inlichtingen onmogelijk een antwoord geven
en het lijkt spreker ook voorzichtig het niet te
doen. Spreker begrijpt dat liet door den heer Fran
sen bedoelde geval zich wellicht met een van de
beide gekozenen zal voordoen?
De heer Hiemstra zegt dat het feit aanwezig
moet zijn om een reden voor het niet toelaten als
raadslid te zijn. Als zich tijdens het raadslidmaat
schap een dergelijk geval voordoet kan de heer
Fransen altijd een voorstel tot schorsing doen.
Spreker meent dat de Raad zich moet houden aan
de opvatting, die bij het arbeidscontract geldt, n.l.
deze, dat opvolgende aannemingen in den zin der
wet niet als aannemingen worden beschouwd.
Opvolgende aanneming toch is stukwerk. Al
doet zich dan ook een geval voor als de heer
Fransen bedoelt, dan nog valt het niet onder de be
palingen der Gemeentewet.
De heer Fransen had deze vraag wel in de vol
gende vergadering kunnen stellen. Hij heeft het
nu gedaan, opdat de betrokkene zich zou kunnen
vrijwaren. De heer Hiemstra heeft over aanneming
gesproken. Spreker heeft dat niet bedoeld, maar
alleen gevraagd of het verrichten van werk voor
de gemeente ook bezwaren oplevert voor het raads
lidmaatschap. Hij zal een sterk voorbeeld noemen.
Hij zelf zal inschrijven op het onderhoud der be
stratingen per M2., waar geen leverantie, maar
alleen werkloon in zit. Onmiddellijke schorsing
zou daarvan het gevolg zijn. Nu zal eeu straat
maker, raadslid, het werk van spreker per M2. aan
nemen en die zou dan niet worden geschorst. Het
is toch precies hetzelfde. Vandaar de vraag of ar
beid verrichten voor de gemeente onder het bedoel
de wetsartikel valt.
De heer Hiemstra: „de straatmaker is in dienst
van den aannemer en niet in dien der gemeente."
De Voorzitter wijst erop dat thans over de zaak
in kwestie niet behoeft te worden beslist. Tot dus
ver was de betrokkene volkomen vrij. Nu is hij pas
lid van den Raad. Er kan uit dien hoofde geen be
zwaar tegen de goedkeuring der geloofsbrieven
bestaan.
De heer Fransen heeft daartegen ook geen be
zwaar, maar hij heeft alleen inlichtingen gevraagd.
De Voorzitter is huiverig die te geven. De toe
passing van art. 24 der Gemeentewet is moeilijk.
Het artikel is zoo ruim gesteld dat spreker het
bezwaarlijk vindt daaromtrent een uitspraak te
doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt, overeenkomstig
de conclusie van het rapport, besloten tot toelating
der heeren L. Dijkstra en T. Terpstra.
5. Benoeming van een tijdelijk leeraar in het
vakteekenen aan de Burgeravondschool, cursus 1916
1917.
Met algemeene stemmen wordt benoemd de hee>'
A. Jansen.
6'. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van G. Blaauw alhier, om vergunning tot het
maken van tivee inritten in liet trottoir voor zijn te
stichten confectie-atelier aan de Emmakade op het per
ceel, kadastraal bekend sectie G. no. 9933.
Dit prae-advies luidt als volgt:
Door G. Blaauw te Leeuwarden is tot Uwe Ver
gadering het hierbij gaande verzoek gericht, dat
wij voor eene spoedige afdoening bereids voor het
uitbrengen van prae-advies tot ons hebben geno
men, om twee inritten, volgens de overgelegde tee-
kening, in gemeentegrond te mogen hebben vóór
zijn te bouwen fabriek (Leeuwarder confectie-ate
lier) aan de Emmakade Z.Z.
De gemeentelijke Inspecteur voor het Woningtoe
zicht, wiens gevoelen omtrent dit verzoek werd ge
vraagd, bericht ons dat het kan worden ingewilligd
onder de gewone voorwaarden, terwijl de Directeur
der gemeentewerken, mede op verzoek van adres
sant, in overweging geeft de inritten met tegels te
bevloeren. Dit achten wij niet gewenscht. jHet is
beter dat de inritten met hetzelfde materiaal be-