236 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1916.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat
Burgemeester en Wethouders, na lezing van het
adres, tot de conclusie zijn gekomen, dat hetgeen
wordt gevraagd, slechts is salarisverhooging in
anderen vorm. Voor twee jaar nu is de salaris-
regeling van het onderwijzend personeel onder de
oogen gezien en is bepaald dat de herziening niet
anders dan om de 5 jaar zou plaats hebben. Dat is
nu het motief voor Burgemeester en Wethouders
om niet op het verzoek in te gaan. Spreker wil
wel de verzekering geven dat, als de algemeene
herziening der onderwijzersjaarwedden aan de
orde komt, er op dit verzoek regard zal worden
geslagen. Of de vraag billijk is of niet, kan thans
buiten beschouwing blijven, en de Raad zou in
consequent handelen door op het verzoek in te
gaan. Spreker stelt den Raad voor het verzoek af
te wijzen onder toezegging, dat er bij eventueele
algemeene herziening op zal worden gelet.
De heer de Vos meent dat de wethouder het wel
met hem eens zal zijn dat de kwestie niet over
salarisverhooging loopt. De gvmnastiekonderwij-
zers vragen gelijkstelling met de klasseonderwij
zers, die ook 100,vergoeding voor huishuur
krijgen. Dat heeft met het salaris niets uit te staan
en een billijke vraag als deze moet niet onder de
oogen worden gezien op de wijze als de wethouder
van onderwijs dat doet. Spreker dringt nogmaals
hij Burgemeester en Wethouders aan op het uit
brengen van prae-advies. De Raad heeft dan zwart
op wit en kan de zaak dan heter beoordeelen.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat er,
als de heer de Vos blijft volharden hij zijne opinie,
dat het geven van vergoeding voor woninglmur
geen salarisverhooging is, wel iets voor diens rede
neering is te zeggen. Er zijn echter voorbeelden
dat de Raad uitdrukkelijk heeft verklaard, dat als
op een dergelijke manier tegemoetkoming wordt
verleend, dit wel degelijk salarisverhooging is,
onder een anderen vorm. De zaak is ernstig onder
de oogen gezien, maar de toeslag voor de huur hoort
wel degelijk bij de salarisregeling. Als dan ook in
dit geval vergoeding wordt toegekend, moet dat
in de verordening regelende de jaarwedden wor
den opgenomen en, als het tot de salarisregeling
behoort, zal de heer de Vos het met spreker eens
zijn dat er geen tusschentijdsche wijziging moet
plaats hebben. De Raad zou daardoor van het
principe afwijken en zou telkens weer voor salaris
herziening worden geplaatst, dan voor dit, dan voor
dat. Als de heer de Vos het echter voorstelt, moet
de Raad het maar uitmaken.
De heer de Vos, met verlof der vergadering voor
de derde maal het woord erlangend, zegt dat Bur
gemeester en Wethouders, in verband met wat de
heer Schoondermark heeft gezegd, veel te laat zijn.
Spreker weet niet waarom deze onderwijzers in
zooveel minder conditie moeten zijn dan de anderen.
Zij hadden hij de laatste herziening ook dezen on
derwijzers eene toelage voor de huur moeten geven.
Spreker stelt voor Burgemeester en Wethouders uit
te noodigen prae-advies uit te brengen.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat
de heer de Vos Burgemeester en Wethouders ver
wijt dat zij te laat zijn. De heer de Vos evenwel
heeft ook aan de salarisregeling meegewerkt, ten
minste de Raad. Het komt dan ook niet te pas te
zeggen dat Burgemeester en Wethouders te laat
zqn. Het betreft hier vakonderwijzers en is dus iets
nieuws. Als de heer de Vos consequent redeneert
moeten ook de leeraressen, de hoofden en onder
wijzeressen van bewaarscholen toelage voor huis
huur hebben. Als dit verzoek wordt ingewilligd,
kan het ernstige gevolgen hebben. De toelage voor
de huur staat, spreker herhaalt dit, in verband met
de salarisregeling. De heer de Vos durft dit niet
tegenspreken. Daarom hebben Burgemeester en
ethouders, omdat de salarisregeling pas herzien
is en de Raad heeft aangenomen, dat zulks om de
5 jaren zal geschieden, voorgesteld afwijzend op
het verzoek te beschikken.
De heer Hiemstra doet opmerken dat er gezegd
wordt, dat de Raad heeft vastgesteld de salaris
regeling om de 5 jaar te zullen herzien. Spreker
neemt dat aan en moet er zich hij neerleggen. Een
dergelijk besluit heeft evenwel ook zijn schaduw
zijde. Als er, zooals nu, abnormale tijden komen,
kan liet onverstandig zijn dat een dergelijk besluit
wordt gehandhaafd, omdat de omstandigheden het
noodzakelijk maken wel op het verzoek in te gaan.
Spreker meent dat het een zaak van groote betee-
kenis is en zou haar willen aanhouden tot de be
grooting, opdat de kwestie in liet algemeen kan
worden besproken. De Raad kan niet elke verbete
ring afwijzen op een besluit dat in normale tijden
genomen is. Spreker heeft geen bezwaar tegen
prae-advies, maar zag de zaak liever bij de begroo
ting behandeld.
De Voorzitter wijst erop, dat de heer Hiemstra
grooter beteekenis hecht aan het request dan het
inderdaad heeft. Hij stelt n.l. de vraag of het be
sluit van den Raad om de salarissen van de onder
wijzers om de 5 jaar te herzien, ook herzien moet
worden. Die vraag is hij de begrooting op haar
plaats. Als men haar evenwel naar aanleiding van
dit adres, dat betreft het invoeren van woning-
huurvergoeding aan vakonderwijzers, aan de orde
wil stellen, hecht men aan dat request eene betee
kenis, die het niet heeft. Het afwijzend voorstel van
Burgemeester en Wethouders is rationeel. De heer
Hiemstra behoudt echter de volle vrijheid om bij de
begrooting de vraag te behandelen of de herziening
der onderwijzerssalarissen kan wachten tot de vol
gende periode of niet.
De heer Hiemstra geeft te kennen, dat de Voor
zitter betrekkelijk gelijk heeft. Het is evenwrel de
schuld van den wethouder, die zich op het raads
besluit beriep, waarbij is vastgesteld dat de onder
wijzersjaarwedden om de 5 jaar zullen worden her
zien. Als nu de Raad daar het zwijgen toe doet
zal daaruit kunnen worden geconcludeerd, dat de
Raad het verzoek op grond van dit besluit afwijst.
Als echter voldoende blijkt, dat de Raad zich daar
door niet vastlegt, dan heeft spreker geen bezwaar
tegen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Het voorstel-de Vos wordt niet ondersteund en
maakt geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
10. rapport der commissie voor de reclames om
trent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aan
slagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1916.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
11. dat Burgemeester en Wethouders:
a. provisioneel in erfpacht hebben uitgegeven
aan M. Spandaw alhier 190 M2. van bouwblok
XVI I ld der terreinen aan de Noordzijde van het
Nieuwe Kanaal, waarde 1.520,jaarlijksche
erfpachtssom =t 68,40:
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 October 1916. 237
b. hij openbare aanbesteding hebben gegund liet
verrichten van verfwerken in verschillende ge-
meentegebouwen
perceel 1 aan G. de Beer voor 232,
2 S. v. d. Meer voor 70,
3 A. v. Schagen voor 163,
het uitvoeren van smidswerken, enz. aan onder
scheidene bruggen aan B. Spoelstra te Leeuwarden
en wel perceel 1 voor 914,perceel 2 voor
732,allen woonachtig te Leeuwarden;
het werkloon voor het leggen en onderhouden van
bestratingen in de gemeente gedurende 1916 of zoo
veel langer als Burgemeester en Wethouders zullen
bepalen aan J. Pol te Leeuwarden en F. Tany te
Huizum voor de door hen ingeschreven eenheids
prijzen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
IV. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot voorloopige vaststelling van leggers van onder
houdsplichtigen van het voetpad van den Poppe-
weg over Schilkampen tot aan Wijlaarderburen
en van dat van den weg Achter de Hoven naar de
Potmarge.
2. Alsvoren tot verlenging van den termijn van
ontruiming van enkele onbewoonbaar verklaarde
v oningen.
3. Alsvoren om te procedeeren tot huurontbin-
ding, met ontruiming, van de met de wed. E.
PostmaReekers gesloten overeenkomst inzake
huur van een gedeelte van het perceel Groot Scha-
vernek no. 9.
De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
4. Alsvoren om aan enkele ambtenaren der ge
meentelijke gasfabriek in verband met de vermeer
dering hunner werkzaamheden tijdens de vacature
van den Directeur dier fabriek een gratificatie toe
te kennen.
5. Alsvoren om den Directeur der Gemeentewer
ken te ontheffen van de tijdelijke waarneming van
de betrekking van Directeur der Stadsreiniging en
om die tijdelijke waarneming op te dragen aan den
terrein-opzichter der Stadsreiniging D. P. Bottiga.
De stukken 4 en 5 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld.
6. Alsvoren om de Potmarge voldoende bevaar
baar te maken en om in beginsel te besluiten de
Potmargebrug door een vaste brug te vervangen.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en
bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te wor
den behandeld.
7. Alsvoren tot vaststelling van den pensioens
grondslag voor mej. M. M. van den Brink, leerares
in de natuurlijke historie aan de school van mid
delbaar onderwijs voor meisjes, alhier.
8. Alsvoren naar aanleiding van de adressen
van A. C. Nubé, hoofd van gemeenteschool no. 9 en
D. van der Schaaf, hoofd van gemeenteschool no.
H), om overplaatsing als hoofd der nieuw te bouwen
gemeenteschool no. 13.
Burgemeester en Wethouders bevelen aan:
1. D. van der Schaaf,
2. A. C. Nubé.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders inzake de motie-Hiemstra betreffende woning
bouw door de gemeente.
De stukken 79 zullen in eene volgende vergade
ring worden behandeld.
10. Aanbeveling van Burgemeester en ethou
ders voor de benoeming van twee leden en twee
plaatsvervangende leden in het stembureau voor
de benoeming' van drie leden der Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier op Maandag 6 Novem
ber 1916.
De aanbeveling luidt als volgt:
Leden
Mr. D. van Weideren baron Rengers;
P. J. Attema.
Plaatsvervangende leden
Mr. A. Menalda;
A. de Vos.
De Burgemeester is voorzitter van het stem
bureau.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
V. Rapporten.
De heer Koopnians rapporteert, dat de commis
sie, heiast geweest met het onderzoek der rekening
en verantwoording van het Stads Ziekenhuis, dienst
1915, geene aanleiding heeft gevonden tot het ma
ken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve
voor de rekening en verantwoording goed te keuren
in ontvangst en uitgaaf beide tot een bedrag van
13.068,89.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de be
grooting in eene volgende vergadering in behande
ling te nemen, onder dankbetuiging aan de com
missie voor den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
VI. De Voorzitter wenseht thans een mondeling
voorstel te doen betreffende den bouw van arbei
derswoningen. In de vorige vergadering zijn Burge
meester en Wethouders gemachtigd om tegen
500,per stuk een tiental woningen te bouwen
uit de afbraak van de oude panfabriek. Het is ge
bleken, dat het materiaal ruimschoots voldoende is
om 20 woningen te bouwen. De prijs evenwel komt
hooger, n.l. op 788,per woning. De geheele
houw zal dan 15.754,kosten. Hier gaat nog
2.475,— af voor overblijvend materiaal. De
directeur zal, als de Raad het goedvindt, zoo spoe
dig mogelijk tot aanbesteding overgaan.
De heer Fransen meent te weten dat er een onder
zoek is ingesteld naar de kosten van liet bouwen
der woningen van nieuw hout. In de laatste ver
gadering der commissie voor openbare werken is
de zaak besproken. Spreker heeft het resultaat er
van echter niet vernomen.
Bij de stukken echter zijn twee bestekken, een
voor het afbreken van liet Panwerk, en een voor
het bouwen der woningen. Spreker wil ernstig in
overweging geven daarvan één besteding te maken.
De aannemer die de fabriek afbreekt, heeft meer
belang bij eene goede behandeling der afbraak, als
hij ook de woningen weer houwt.
De heer Hiemstra heeft zich den vorigen keer niet
verzet. Hij wordt nu echter huiverig om toe te
stemmen. Wij krijgen toch hulpwoningen, die eens
weer moeten worden afgebroken en als de Raad
het dubbele van liet gevraagde bedrag besteedt, zal
hij daarvoor misschien blijvende woningen kunnen
krijgen. Spreker hoort zeggen dat dit niet mogelijk
is. De kosten bedragen 788,— per woning en, a!
is het misschien niet mogelijk voor 1.400,— goede
woningen te bouwen, er worden tegenwoordig voor
2.000,huizen verkocht die grooter zijn dan ar
beiderswoningen. De uitgaaf, die nu wordt gedaan,
is weg. Spreker vraagt of er kans is allen die het
noodig hebben, buiten deze woningen onder dak te
brengen, met gebruikmaking van het gebouw op
het Schavernek. Is dit niet het geval, dan moet er
gebouwd worden. Spreker zou anders liever dit
geld besteden voor woningen die blqvend zijn.
De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Fran-