254 Verslag var, de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 October 1916. gemeentebesturen ten antwoord ontvangen dat zij niet duurder uit zijn geweest, De Voorzitter heeft gezegd dat de oprichting- van eene nieuwe woningvereeniging geen aanlei ding zal geven tot animositeit bij de bestaande. De voorzitter dier vereeniging mag er niet tegen zijn, maar spreker meent dat hij liever de gemeente naast zich ziet dan een andere vereeniging. Het is spreker bekend, dat de heer Komter als raadslid tegenstander was van gemeentelijken woningbouw. Als voorzitter der Woningvereeniging zal hij den bouw van woningen door de gemeente prefereeren. Dit is echter niet de hoofdzaak. De gemeente moet, meent spreker, ervoor zorgen dat de uitvoering van deze sociale taak niet aan eene toevallige ver eeniging wordt overgelaten. De volkshuisvesting- is een zaak van te groot belang, dan dat zij kan worden behartigd door eene vereeniging, die een politieke kleur heeft. De bezwaren tegen gemeentelijken woningbouw zijn niet sterk. De gemeente is, meent spreker, het meest aangewezen lichaam, te meer daar het dik wijls zal voorkomen dat woningen beneden den kostprijs moeten worden verhuurd. Dat kan de gemeente gemakkelijker doen dan particulieren.... De Voorzitter: „waarom!" De heer Hiemstra: „omdat de besturen van par ticuliere vereenigingen niet altijd met dat principe instemmen." De heer Haverschmidt wijst nog in verband met het gesprokene en in tegenstelling met het bouwen in deze dure tijden op een vereeniging als Eigen Brood Bovenal, die het voorrecht had indertijd goedkoop te kunnen bouwen en van de huren, die van 1,30 tot 2,loopen, nog zooveel overhoudt dat ze allerlei nuttig sociaal werk kan verrichten als het amoveeren van krotten, het stichten van woningen voor tuberculoselijders en het afstaan van kostbaar terrein voor tuinbouw aan hare be woners. Met de woningen die nu gesticht worden, gaat het juist andersom. De huren worden en blijven te hoog, het terrein wordt zoo beperkt mogelijk ge nomen en bij den bouw stelt men de minimum- eischen van de bouwverordening. Komen later weer normale tijden, en die komen er zeker, al staat alles ook thans op zijn kop, dan zal men liet betreuren als men nu met woningbouw te hard van stal is geloopen. Spreker blijft derhalve het bouwen in matig tempo, zooals de Woningvereeniging dat doet, aan bevelen. De Voorzitter gelooft niet, dat de heer Haver schmidt tegemoetgekomen is aan de door spreker geopperde bezwaren. Het is niet de vraag of met bouwen kan worden gewacht tot het weer tegen de normale prijzen kan geschieden, maar de menschen moeten onder dak worden gebracht en daarmee kan niet worden gewacht tot de omstandigheden weer normaal zijn geworden. Wat de kwestie van verhuring beneden den kost prijs aangaat, spreker zal daarop niet ingaan. De Raad heeft over het verleenen van steun aan wo- ningvereenigingen medezeggingschap en kan voor waarden stellen. Spreker zal de motie-Hiemstra in stemming brengen. De heer Koopmans vraagt of er dan wel eene zuivere stemming ontstaat. Vóór het eerste ge deelte kunnen alle leden wel stemmen. De Voorzitter geeft toe dat de kwestie in den tweeden zin zit. De heer Berghuis (wethouder) meent dat het beter is het voorstel van Burgemeester en Wet houders in stemming te brengen. De heer Hiemstra gelooft dat niet. De Raad kan niet besluiten over de kwestie van de oprichting van eene derde woningvereeniging. De Voorzitter wijst erop, dat het prae-advies geen bepaald voorstel bevat en dat zij, die van meening zijn dat het oprichten van eene derde woningver eeniging wenschelijk is, tegen de motie moeten stemmen. Hij zal de motie in stemming brengen. De motie-Hiemstra wordt verworpen met 15 tegen S stemmen. Vóór stemden de lieeren: Tiemersma, Terpstra, Sehaafsma, Hiemstra, Dijkstra, Zandstra, H. P. de Haan en Fransen. Tegen de heeren: Cohen, Tulp, Binnerts, de Vos, Beekhuis, Peletier, Vonek, Haverschmidt, van Slo- terdijck, Menalda, Oosterhoff, Koopmans, Berg huis, Schoondermark en van Weideren baron Rengers. De heer Rengers wenseht een vraag te stellen naar aanleiding van het prae-advies. Spreker is tegen de oprichting eener nieuwe vereeniging en vraagt waarom die moet worden opgericht. Als motief heeft hij gehoord dat de Woningvereeni ging „Leeuwarden" niet vlug genoeg bouwt en dat zij de oorzaak is van de vertraging aan het Cam buursterpad. Dat is eene beschuldiging aan het adres der Woningvereeniging, die spreker graag tegengesproken zag. De Voorzitter noemt dit een bakerpraatje, dat hij nu voor het eerst hoort. Toen deze zaak hokte, was spreker onthutst en heeft hij zich met den heer Rengers in verbinding gesteld. Deze is op den trein gegaan naar den Haag en het resultaat daar van zal straks besproken worden. Het Cambuursterpad is zeker niet de oorzaak van de oprichting eener derde vereeniging. Er is spreker medegedeeld dat Burgemeester en Wethouders de aanleiding zijn tot de vertraging. Dat is al even onjuist als wat de heer Rengers meedeelde. Op 4 Mei is by Burgemeester en Wet houders een voorstel van de Woningvereeniging binnengekomen, op 17 Mei hebben zij geantwoord, op 29 Mei vroeg de Woningvereeniging een onder houd, dat 7 Juni plaats had. Op 8 Juni schreven Burgemeester en Wethouders aan de Woningver eeniging, op 19 Juni ontvingen zij antwoord, waar op Burgemeester en Wethouders 27 Juni ant woordden. Op 6 Juli kwam het voorstel der Woningver eeniging aan den Raad, waarover Burgemeester en Wethouders de Gezondheids-Commissie hoorden en op 4 Augustus prae-advies uitbrachten. Spreker gelooft niet dat het vlugger had gekund. Men zou alleen kunnen beweren dat het geschil over de huur, waarmee de maagd Juni heenging, vertra ging gaf, maar spreker had van den architect ge hoord dat hij toch niet kon beginnen, omdat de straten niet gereed waren. De woningbouw is nu te sterk gecentraliseerd. Het bestuur, dat uit een beperkt aantal personen bestaat, heeft een te groote taak op zijn schouders. Daardoor gaat het werk soms niet zoo snel als wel noodzakelijk is. Spreker is van meening dat het sneller kan worden aangepakt. Hij kan zich voor stellen dat het bestuur niet alles heeft kunnen aan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 October 1916. 25o pakken wat het graag wilde. Wanneer er twee vereenigingen zijn, kunnen er twee bouwblokken tegelijk worden aangesproken. Bij één vereeniging kan (lat bezwaarlijk. Een ander bezwaar tegen één vereeniging is dat, dat die op den duur te veel macht krijgt. Burge meester en Wethouders hebben by het plan-Cam- buursterpad op een aantal punten toegegeven. Het bestuur was niet tevreden vóórdat de Raad ook cp liet eenige punt waaromtrent geen overeenstem ming was, had toegegeven. Had de Raad dat niet gedaan, dan was er geen ander om het bouwen aan te pakken en dat terwyl de vereeniging werkt met een groot kapitaal van de gemeente. Spreker vindt het niet wenschelijk dat de gemeente genood zaakt is op alle voorstellen der vereeniging ja en amen te zeggen. Dat is sprekers hoofdbezwaar. De bedoeling der nieuwe vereeniging is niet om te „concurreeren", maar om naast de bestaande vereeniging te arbeiden aan den woningbouw. Een ander voordeel van een nieuwe vereeniging is nog dit dat er dan niet altijd in dezelfde richting wordt gebouwd. Spreker vindt het in hooge mate wenschelijk dat ook eens andere inzichten zich doen gelden. Men moet niet altyd naar éénzelfde stra mien werken bij arbeiderswoningbouw en daarvoor bestaat thans gevaar. Laat anderen het eens op hun manier probeeren. Spreker heeft nog geen enkel argument tegen een nieuwe vereeniging vernomen. Animositeit wekken by de bestaande vereeniging is absoluut niet de bedoeling. De heer Beekhuis vindt het wel eigenaardig dat er na afhandeling van een voorstel nog bespre kingen worden gehouden. Hij wil doen opmerken dat er, als de Voorzitter diens rede straks gehou den had, misschien wel meer leden voor de motie zouden hebben gestemd. De Voorzitter heeft ge zegd dat de Woningvereeniging hem te machtig wordt tegenover Burgemeester en Wethouders De Voorzitter: tegenover de gemeente. Als toch de Woningvereeniging had gezegd: wij laten het Cambuursterpad liggen als onze voorwaarden niet worden ingewilligd, zouden Burgemeester en Wet houders genoodzaakt zijn geweest toe te geven. De heer Beekhuis meent dat eene vereeniging het bestuur n.l. veel meer verstand heeft van dergelijke zaken dan de Raad. Dat bestuur zit er beter in en dat pleit voor een woningvereeniging. Hij meent dat die nooit te machtig kan worden en de woningvereeniging mag ook door den Raad niet worden afgetrokken van den weg, dien zij meent dat de rechte is. Als b.v. het bestuur meent dat de huren zus of zoo moeten zijn, mag de Raad zich daar niet inmengen. De heer Rengers heeft dit den vorigen keer duidelijk in het licht gesteld. Het groote gevaar van twee vereenigingen is, dat er tweeërlei inzicht zal komen en dan kan er een klove ontstaan, die niet is te overbruggen. De Voorzitter begrijpt niet dat er botsingen moeten komen. Dat er verschillende inzichten ont staan, b.v. over een te bouwen type, is geen be zwaar. Spreker acht bet juist niet goed dat er altyd naar eenzelfde type wordt gebouwd. De bestaande vereeniging heeft groote ervaring, dat geeft spre ker toe, maar die kan de nieuwe ook krijgen. Met de stelling van den heer Beekhuis, dat de Raad zich niet met de huren moet inlaten, is spreker het niet eens. Dat is een zaak waarover hij in groote lynen wel degelyk moet kunnen meepraten, omdat de vereeniging werkt met geld van de gemeente. De heer Hiemstra heeft van den Voorzitter ge hoord dat de Raad de voorwaarden, die de Woning vereeniging stelt, moet slikken De Voorzitter: „op dit oogenblik wel." De heer Koopmans heeft den heer Beekhuis hoo- ren zeggen dat er meer leden voor de motie zouden hebben gestemd, als de Voorzitter diens rede eer der had gehouden. Spreker is evenwel sterker in de meening bevestigd dat hij goed heeft gedaan met tegen te stemmen. Hij vindt het ook beter een zoo groote taak te verdeelen. Men kan wel het aan tal leden van een bestuur grooter maken, maar d it geeft niets, want gewoonlijk wordt het werk door enkelen gedaan. Als er een andere vereeniging komt kan er sneller worden gewerkt, terwijl toch bet Gemeentebestuur de controle aan zich houdt. De beraadslaging wordt gesloten. De Raad gaat in comité-generaal ter behande ling van: 16. Het Rapport der Commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aan slagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1916. Na heropening deelt de Voorzitter mede dat punt 8 der agenda wordt aangehouden en sluit hij de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 7