302 Verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 November 1916 korten tijd met voorstellen betreffende een abat toir zullen komen, acht spreker het niet raadzaam nu verandering te brengen in de vleeschkeuring. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 202 wordt onveranderd vastgesteld even als de volgnos. 203222. Volgno. 224. Jaarwedden der onderwijzers, vergoe ding voor- en tegemoetkoming in de huishuur f 196.505 De heer van Sloterdyck vraagt waarom school 5 niet is uitgetrokken. De Voorzitter antwoordt dat dit vermoedelijk een drukfout is. Hij zal het onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders brengen. Volgno. 224 wordt onveranderd vastgesteld even als de volgnos. 225231. Volgno. 232. Verlichting, verwarming en schoonmaken der lokalen f 15.400 De beraadslaging wordt geopend. De heer Tiemersnia heeft in de sectie de belang rijke prijsstijging van de schoonmaakartikelen be sproken en wel bij volgno. 254. Burgemeester en Wethouders deelen evenwel mede dat bij dit volg no. zulks niet op zijn plaats is en hierin hebben zij gelijk, als onder de hierin genoemde vergoeding voor schoonmaak geen schoonmaakartikelen zijn begrepen. Onder volgno. 232 zijn deze artikelen meer speciaal opgenomen en als men het nu uit rekent, wordt er 2,per lokaal uitgetrokken. De prijsstijging der schoonmaakartikelen is echter zeer groot. Dweilen n.l. .100 bezems 25 vegers 40 a 50 Het is niet alleen op dezen post dat schoonmaakartikelen voorkomen, er zijn nog vier andere. Als nu de schoonmaaksters nimmer voor deel hebben gehad van de artikelen, dan hebben zij er nu zeker schade van en dat zal de gemeente niet willen. Spreker stelt, voor: in verband met de belangrijke stijging der schoonmaakartikelen de vergoeding daarvoor aan de schoonmaaksters met 75 te verhoogen. De Voorzitter wil den Baad in overweging geven dit voorstel niet aan te nemen. De regeling van de schoonmaakartikelen is in behandeling en de Di recteur der Gemeentewerken heeft deze zaak al tot zich genomen. Als de Baad 75 meer betaalt voor de schoonmaakartikelen, is het allerminst zeker dat dit juist is. Spreker wil den Baad dan ook ernstig in overweging geven de nieuwe rege ling af te wachten. De heer Tiemersma kan zich er wel bij neer leggen. Hij vraagt of de nieuwe regeling dan spoe dig zal komen en gerekend zal worden als in te gaan 1 Januari 1917. De Voorzitter denkt dat die op 1 Januari zal ingaan. De heer Tiemersma trekt dan zijn voorstel in. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 232 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 233237 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 238. Kosten van het gebruik van de kinema tograaf bij het onderwijs f 250. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra zegt dat deze post reeds jaren op de begrooting staat zonder dat hij wordt ge bruikt. Vraagt men hoe dit zit dan krijgt men, zoo als nu weer, ten antwoord: „in studie". Zonder dezen post kan, meent spreker, de studie wel worden voortgezet. Paradeposten op de be grooting zijn onnoodig. De studie heeft dit jaar j 22,25 gevorderd. Wil men den post niet doen verdwijnen, dan kan spreker, na eene bevredigende toelichting, er zich mee vereenigen dat hij wordt verlaagd tot 22,Hij vreest evenwel dat de be vredigende toelichting wel niet zal worden ge geven. De geestdrift voor de bioscoop is in de School commissie sedert 1913 aanmerkelijk bekoeld. In de jaarverslagen over 1914 en 1915 wordt met geen enkel woord over de geheele proefneming gerept. Ook de vakorganisatie laat zich in deze niet hoo ren. Als spreker het wel heeft, voelt die ook niet veel voor het voortzetten van de proef. Het geven van lessen aan 500 kinderen tegelijk is geen les geven meer. De vakorganisatie voelt dan ook veel meer voor een projectielantaarn met goede platen. Die zal te allen tijde goede diensten aan het onder wijs bewijzen. Zoo'n lantaarn is altijd bij de hand en meer vruchtdragend dan de kinematograaf. Spreker ontving dan ook gaarne duidelijke in lichtingen waarom deze post niet als paradepost mag worden beschouwd en daarvan zal spreker laten afhangen of hij al of niet een voorstel tot schrapping zal doen. De heer Schoon dermark (wethouder) hoopt dat de heer Zandstra den post laat staan. Hij krijgt wel is waar telkens ten antwoord dat de zaak in studie is en dat is juist. De moeilijkheid zit in het maken van goede schoolfilms. Als de post van de begrooting wordt afgenomen, kunnen Burgemees ter en Wethouders niets doen of ze moeten eerst den Raad vragen. Als de post niet wordt ge bruikt, hindert het ook niet. Burgemeester en Wet houders behouden evenwel gaarne de gelegenheid om iets te doen. Spreker verzoekt dan ook den Baad den post te laten staan. De heer Zandstra zal geen voorstel doen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 238 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 239. Kosten van rechtstreeks van gemeente wege verstrekte voeding en kleeding aan behoeftigen schoolkinderen f ÏOOO,- Hierbij komt in behandeling een adres van de afd. Leeuwarden van den Bond van Ned. Onder wijzers, om dezen post met een aanzienlijk bedrag' te verhoogen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra heeft niet, zooals in het sectie- verslag staat, aangedrongen op het hooren dei- onderwijzers, maar van de onderwijzers-vakorgani saties over alle dergelijke kwesties. Als men toch betrouwbare inlichtingen in dergelijke belangrijke zaken wil hebben, moet men bij de vakorganisatie zijn. Wie zal toch het best kunnen voelen welke voorwaarden noodig zijn om het kind in staat te stellen het onderwijs te kunnen volgen en ervan te profiteeren! Toch zeker de mannen en vrouwen, die iederen dag voor de klasse staan en daar prak tisch uur aan uur ervaren, hoe noodig allereerst is een goed gevoed en gekleed .lichaam. Dit zijn dus de klasseonderwijzers. En deze vindt men grooten- deels vereenigd in verschillende vakorganisaties. Spreker acht het dan ook geen verstandige poli Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 November 1916. 303 tiek van Burgemeester en Wethouders om bij be slissingen in belangrijke onderwijszaken geen ge bruik te maken van de praktische en deskundige adviezen die de vakorganisatie zou kunnen geven. In andere gemeenten Zaandam, Amsterdam begint men dat in te zien. Spreker geeft toe dat er al een enkele maal in die richting wordt gewerkt, en ook dat de helaas nog altijd in het geheim vergaderende schoolcom missie een enkele maal het advies der vakorganisa tie vraagt. Hij is echter niet voldaan, voordat dit regel is geworden om de vakorganisatie een woord mee te laten spreken bij de behandeling van onder- wijsbelangen. Het geregeld hooren van de organisaties geeft twee voordeel en: le. de beteekenis en de positie van de vakorgani satie wordt veel belangrijker; 2e. zal het de gemeenschap ten goede komen, omdat door de adviezen der vakorganisaties de be langen van het volksonderwijs beter zullen worden behartigd. De post, meent spreker, is zeker te laag. De com missie, het vorig jaar ingesteld op initiatief van den wethouder, kon in dat jaar slechts aan 194 kinderen kleeding verstrekken. De kosten bedroe gen ƒ3,per kind. Dit is slechts 8 van de be volking der kostelooze scholen. Bovendien staat het vast dat ook op andere scholen kinderen zijn, die tengevolge van den zwaren tijd onvoldoende gevoed en gekleed ter school komen. In het adres van de Bondsafdeeling wordt aan gedrongen op het verstrekken van een boterham voor schooltijd en natuurlijk op verhooging van den post voor kleeding. Merkwaardig noemt spre ker het dat in een der adviezen der hoofden ook het verstrekken van een boterham wordt aanbe volen. De noodzakelijkheid van het verstrekken van voeding en kleeding wordt dan ook meer en meer gevoeld. Het wil spreker voorkomen, dat de gemeente er niet af kan met het verstrekken alleen van klom pen. Een der hoofden heeft toch gezegd dat school verzuim tengevolge van het wasschen en herstellen van kleeding dikwijls voorkomt en dat kousen en klompen dikwijls in zoo'n desolaten toestand ver- keeren, dat de kinderen met natte en koude voeten op de schoolbank plaats nemen. Spreker meent dat de Baad deze bemoeiingen niet aan het particulier initiatief kan overlaten. Dat heeft z. i. reeds schipbreuk geleden, daar slechts 8 van de bevolking der armenscholen aan kleeding kon worden geholpen. Spreker acht zich niet verantwoord, als hij geen poging doet om den Baad te bewegen de zaak van school- voeding en -kleeding beter terhand te doen nemen dan tot nu toe. Wat het particulier initiatief be treft wat elders gebleken is niet te kunnen, be hoeft hier niet nog eens geprobeerd te worden. Jarenlang is in Amsterdam deze zaak van parti culiere zijde behandeld. Steeds steeg de bijdrage der gemeente, maar de Amsterdamsche Baad heeft ten slotte terecht ingezien dat het beter voor de gemeente en de kinderen was de schoolvoeding en -kleeding geheel in eigen beheer te nemen. Berlijn heeft ook deze zaak in eigen beheer en evenals in Amsterdam is het ook daar geen zaak van armenzorg, maar is het bij onderwijs onderge bracht. St. Anthoon doet eiken winter uitstekende diensten. En al breidt de gemeente haar taak op dit gebied uit, spreker is van gevoelen dat St. Anthoon zijne gewaardeerde hulp als tot nu toe zal blijven verleenen. Wat de gemeente nu doet, acht spreker ten eenenmale onvoldoende, vooral onder de tegen woordige omstandigheden. Het is spreker dan ook een raadsel hoe Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord een post van 1000,vol doende achten en hij is zeer benieuwd te hooren op welke overwegingen deze bewering berust. Spre ker heeft de eer voor te stellen den post met 1000,te verhoogen en te brengen op 2000, en eraan toe te voegen dat, mocht het blijken, dat deze som onvoldoende is, de Baad aan Burgemees ter en Wethouders nog een blanco crediet verstrekt om dezen post te overschrijden. De heer Schoondermark (wethouder) wijst erop dat door den heer Zandstra, na eene heele beschou wing, wordt voorgesteld dezen post te verhoogen. Of de Baad den post verhoogt of niet, dan zal dat, als de zaak wordt aangepakt volgens de be schouwingen van den lieer Zandstra, weinig af doende zijn. Op de kostelooze scholen gaan 1200 leerlingen. Als die nu een boterham moeten heb ben daarvoor moet een apart lokaal zijn volgens de Leerplichtwet dan kost dat 10 cent per kind of 120,per dag 720,per week of 36.000,-- per jaar. Dit is alleen voor de openbare scholen. De gemeente moet dan echter ook de bij zondere scholen zoo tracteeren. Dan komen de kos ten wel op 40.000,De post moet dan niet met j 1000,maar met 39.000,worden verhoogd. De Baad zal wel zoo verstandig zijn dat niet te doen. Wat de klompen betreft, Burgemeester en Wet houders hebben zich op het standpunt gesteld, dat de Baad, als de behoefte bleek, den post wel zou willen verhoogen. Burgemeester en Wethouders hebben al verhooging van den post aangevraagd, waaruit bleek dat er behoefte was. Dat er abnor male tijdsomstandigheden bestaan, is ook reeds ge bleken uit de mededeeliug van den Voorzitter, dat in ernstige overweging is genomen om ook klom pen te verstrekken tegen den in 1914 geldenden prijs. Dat zal ook 6000,kosten. Spreker ziet niet in waarom deze post met .1000,moet worden verhoogd, als Burgemeester en Wethouders da1 niet noodig achten. Spreker zou dan ook wel van den lieer Zandstra willen vernemen, wat diens be doeling is met het verhoogen van den j ost. Wat wil hij ermee doen? Wat nu de door de bekende commissie verstrekte kleeren betreft, die zijn niet verstrekt van 3, per pakje, zooals de heer Zandstra mededeelde, maar van 6,per pakje. Als nu de heer Zandstra op zoo smalende wijze spreekt dat er maar aan 8 van de kinderen kleeren, klompen etc. is verstrekt, zou men op de gedachte kunnen komen, dat Heel Leeuwarden honger lijdt. Zoo erg zal het nu toch wel niet zijn. Wil de Baad den post verhoogen, hij heeft te be slissen. Als er meer op de begrooting staat, zullen Burgemeester en Wethouders niet zeggen: het geld is uitgetrokken en moet op. Zij zullen klompen blijven uitdeelen naar behoefte. De heer Zandstra zegt dat de wethouder van onderwijs een speech houdt over de bevolking van Leeuwarden. Daar gaat het echter niet om. Het gaat om het schoolkind, waaronder er zijn die ten gevolge van het wasschen en herstellen van de ldeeding niet op school kunnen komen. Nu is het niet de kwestie hoeveel dat kost. Spreker heeft 1000,genoemd en de wethouder vraagt wat spreker daarmee wil. Hij wil daarmee niets anders dan Burgemeester en Wethouders in de gelegen heid stellen meer te doen dan zij tot nu toe hebben gedaan. IJit briefjes aan de onderwijzers blijkt wel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 13